Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wist u dit?

Wist u dit?

Wie was de vader van Jozef?

Jozef, de timmerman uit Nazareth, was de adoptievader van Jezus. Maar wie was de vader van Jozef? In het geslachtsregister in Mattheüs wordt een zekere Jakob genoemd, maar in het geslachtsregister in Lukas staat dat Jozef ‘zoon van Eli’ was. Spreken zij elkaar tegen? — Lukas 3:23; Mattheüs 1:16.

In Mattheüs staat: ‘Jakob werd de vader van Jozef.’ De Griekse term die hier wordt gebruikt, geeft duidelijk aan dat Jakob de biologische vader van Jozef was. Mattheüs had dus de stamboom van Jozef nagetrokken, de koninklijke geslachtslijn van David. Via die geslachtslijn ging het wettelijke recht op de troon over op Jezus, de adoptiezoon van Jozef.

Maar in Lukas staat: ‘Jozef, zoon van Eli.’ Met de uitdrukking ‘zoon van’ wordt soms ‘schoonzoon van’ bedoeld. Dat is bijvoorbeeld ook het geval in Lukas 3:27, waar Sealthiël, de biologische zoon van Jechonja, wordt beschreven als ‘zoon van Neri’ (1 Kronieken 3:17; Mattheüs 1:12). Sealthiël was waarschijnlijk getrouwd met een dochter van Neri en werd zo zijn schoonzoon. Jozef was op dezelfde manier ‘zoon’ van Eli, omdat hij met Maria, de dochter van Eli, trouwde. Lukas had Jezus’ stamboom dus ‘naar het vlees’ nagetrokken, via de biologische moeder van Jezus, Maria (Romeinen 1:3). De Bijbel bevat dus twee verschillende en nuttige stambomen van Jezus.

Welke soorten textiel en verf waren in Bijbelse tijden verkrijgbaar?

Geverfde wol van voor 135 n.Chr., gevonden in een grot in de buurt van de dode zee

In het Midden-Oosten werd vaak schapenwol gebruikt om stoffen te maken, net als haar van geiten en kamelen. Wol werd het meest gebruikt, en de Bijbel heeft het geregeld over schapen, het scheren van schapen, en wollen kleding (1 Samuël 25:2; 2 Koningen 3:4; Job 31:20). Vlas, dat werd gebruikt om linnen te maken, werd in Egypte en Israël verbouwd (Genesis 41:42; Jozua 2:6). De Israëlieten in Bijbelse tijden verbouwden waarschijnlijk geen katoen, maar de Bijbel zegt dat dit wel in Perzië werd gebruikt (Esther 1:6). Zijde was een luxeproduct en werd waarschijnlijk alleen geïmporteerd door reizende handelaren uit Oost-Azië (Openbaring 18:11, 12).

Het boek Jesus and His World zegt: ‘Er waren verschillende soorten wol in natuurlijke kleuren, van helder wit tot donkerbruin.’ Daarnaast werd wol vaak geverfd. Het extract van bepaalde weekdieren werd gebruikt om een dure paarse verf te maken. Diverse planten, wortels, bladeren en insecten werden gebruikt om verf in allerlei andere kleuren te maken, zoals rood, geel, blauw en zwart.