Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

‘Hebt gij mij meer lief dan deze?’

‘Hebt gij mij meer lief dan deze?’

‘Simon, zoon van Johannes, hebt gij mij meer lief dan deze?’ — JOH. 21:15.

LIEDEREN: 143, 65

1, 2. Wat maakte Petrus mee na een nacht vissen?

 ZEVEN van Jezus’ discipelen hebben de hele nacht gevist in het Meer van Galilea, maar niets gevangen. Vanaf het strand kijkt de opgestane Jezus naar de groep. Dan zegt hij: ‘Werpt het net aan de rechterkant van de boot uit en gij zult wat vinden.’ Dat doen ze, en er zit zo veel vis in dat het niet lukt het net binnen te halen (Joh. 21:1-6).

2 Na een ontbijt voor ze klaargemaakt te hebben, zegt Jezus tegen Simon Petrus: ‘Simon, zoon van Johannes, hebt gij mij meer lief dan deze?’ Wat bedoelde Jezus? Petrus was gehecht aan zijn vissersbedrijf. Het lijkt er dus op dat Jezus hem vroeg waar hij het meest aan gehecht was: het vissersbedrijf of Jezus en zijn onderwijs. Petrus antwoordt: ‘Ja, Heer, gij weet dat ik genegenheid voor u heb’ (Joh. 21:15). Petrus meende wat hij zei. Vanaf dat moment bewees hij zijn liefde voor Christus door druk bezig te blijven met het predikingswerk. Hij werd een steunpilaar in de eerste-eeuwse christelijke gemeente.

3. Voor welk gevaar moeten we oppassen?

3 Wat kunnen we leren van Jezus’ woorden aan Petrus? We moeten oppassen dat onze liefde voor Christus niet verkoelt en dat we niet afgeleid worden van de Koninkrijksbelangen. Jezus was zich goed bewust van de zorgen die deze wereld met zich meebrengt. In zijn illustratie van de zaaier zei Jezus dat sommigen ‘het woord van het koninkrijk’ zouden aanvaarden en aanvankelijk vorderingen zouden maken, maar dat ‘de zorg van dit samenstel van dingen en de bedrieglijke kracht van de rijkdom het woord zouden verstikken’ (Matth. 13:19-22; Mark. 4:19). Als we niet voorzichtig zijn, kunnen de dagelijkse zorgen van het leven ons afleiden en ervoor zorgen dat we het in geestelijk opzicht rustiger aan gaan doen. Jezus waarschuwde zijn discipelen dan ook: ‘Schenkt aandacht aan uzelf, dat uw hart nooit bezwaard wordt met overmatig eten en overmatig drinken en zorgen des levens’ (Luk. 21:34).

4. Wat kan je helpen erachter te komen hoe ver je liefde voor Christus gaat? (Zie beginplaatje.)

4 Als wij het werk dat Jezus ons heeft opgedragen op de eerste plaats in ons leven stellen, bewijzen ook wij, net als Petrus, hoe ver onze liefde voor Christus gaat. Hoe kunnen we onszelf in dat opzicht onderzoeken? Vraag jezelf van tijd tot tijd af: Waar ben ik het meest aan gehecht? Word ik vooral blij van geestelijke activiteiten, of van andere activiteiten? We gaan nu drie dingen bespreken — werelds werk, ontspanning en materie — die op de juiste plaats in ons leven gehouden moeten worden, omdat ze anders ten koste kunnen gaan van onze liefde voor Christus en voor geestelijke zaken.

HOUD EEN JUISTE KIJK OP JE BAAN

5. Welke verantwoordelijkheid hebben gezinshoofden volgens de Bijbel?

5 Voor Petrus was vissen niet zomaar een hobby — het was zijn bron van inkomsten. Gezinshoofden beseffen dat ze volgens de Bijbel de verantwoordelijkheid hebben om in de materiële behoeften van hun gezin te voorzien (1 Tim. 5:8). Ze moeten hard werken om aan die verplichting te voldoen. Maar in deze laatste dagen is werelds werk vaak een bron van stress.

6. Met welke problemen hebben veel werknemers te maken?

6 Door hevige concurrentie op de krappe arbeidsmarkt voelen veel werknemers zich gedwongen om meer uren te werken, soms voor minder geld. En velen raken lichamelijk, mentaal of emotioneel uitgeput door de constante druk om meer productie te draaien. Werknemers die zulke offers niet willen brengen, lopen het risico hun baan te verliezen.

7, 8. (a) Aan wie moeten we in de eerste plaats loyaal zijn? (b) Welke waardevolle les leerde een broeder uit Thailand?

7 Als christenen zijn we in de eerste plaats loyaal aan Jehovah, niet aan onze werkgever (Luk. 10:27). Werelds werk is maar een middel, niet een doel op zich. We werken om in onze basisbehoeften te voorzien en om de onkosten te dekken die we in onze dienst voor Jehovah maken. Maar als we niet oppassen, kan onze baan onze aanbidding in de weg gaan staan. Een broeder uit Thailand vertelt bijvoorbeeld: ‘Mijn werk, het repareren van computers, was heel interessant. Maar ik moest lange dagen maken. Daardoor had ik nauwelijks tijd voor geestelijke zaken. Later besefte ik dat als ik het Koninkrijk op de eerste plaats in mijn leven wilde stellen, ik ander werk moest gaan doen.’ Wat deed hij?

8 ‘Na een jaar plannen’, legt hij uit, ‘besloot ik straatverkoper te worden en ijs te gaan verkopen. In het begin gingen de zaken nog niet zo goed en raakte ik ontmoedigd. Als ik mijn voormalige collega’s tegenkwam, lachten ze me uit en vroegen of ik echt dacht dat ijs verkopen beter was dan met computers werken in een gebouw met airco. Ik bad tot Jehovah en vroeg of hij me wilde helpen met de situatie om te gaan en mijn doel te bereiken: meer tijd aan geestelijke zaken besteden. Na een tijdje begon het wat beter te lopen. Ik raakte beter bekend met wat mijn klanten lekker vonden en werd bedreven in het maken van ijs. Al gauw verkocht ik elke dag al mijn ijs. Eigenlijk had ik het financieel beter dan toen ik met computers werkte. Het heeft me gelukkiger gemaakt. Ik heb niet meer de stress en zorgen die ik bij mijn vorige baan had en, belangrijker nog, ik heb nu een hechtere band met Jehovah.’ (Lees Mattheüs 5:3, 6.)

9. Hoe kunnen we bepalen of we een evenwichtige kijk op werelds werk hebben?

9 Jehovah ziet graag dat we hard werken, en hard werken geeft ook veel voldoening (Spr. 12:14). Maar zoals het voorbeeld van de broeder uit Thailand laat zien, moeten we een juiste kijk houden op werelds werk. Jezus zei: ‘Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen [materiële basisbehoeften] zullen u worden toegevoegd’ (Matth. 6:33). Hoe kun je bepalen of je een evenwichtige kijk op werelds werk hebt? Vraag je af: vind ik mijn baan interessant en uitdagend terwijl ik geestelijke activiteiten maar gewoon vind en routinematig doe? Als je nadenkt over wat je van je baan vindt en wat je van geestelijke activiteiten vindt, helpt dat je om erachter te komen waar je het meest aan gehecht bent.

10. Wat heeft Jezus ons geleerd over het stellen van prioriteiten?

10 Jezus heeft ons geleerd wat het juiste evenwicht is tussen geestelijke zaken en andere zaken. Op een dag was hij op bezoek bij de zussen Maria en Martha. Terwijl Martha druk bezig was met het klaarmaken van een maaltijd, koos Maria ervoor om bij Jezus te zitten en naar hem te luisteren. Toen Martha klaagde dat ze alles alleen moest doen, zei Jezus tegen haar: ‘Wat Maria aangaat, zij heeft het goede deel gekozen, en het zal haar niet worden ontnomen’ (Luk. 10:38-42). Jezus leert ons hier een belangrijke les: Blijf ‘het goede deel’ kiezen door steeds prioriteit te geven aan geestelijke zaken. Dan word je niet afgeleid door allerlei bezigheden en toon je je liefde voor Christus.

JE KIJK OP ONTSPANNING

11. Wat zegt de Bijbel over rust en ontspanning?

11 We hebben ontspanning nodig om uit te rusten van ons harde werk en ons drukke schema. Gods Woord zegt: ‘In het geval van een mens is er niets beters dan dat hij eet en inderdaad drinkt en zijn ziel het goede doet zien wegens zijn harde werk’ (Pred. 2:24). Jezus wist dat het belangrijk is om af en toe uit te rusten. Na een intensieve predikingscampagne zei hij tegen zijn discipelen: ‘Komt, gij alleen, naar een eenzame plaats en rust wat uit’ (Mark. 6:31, 32).

12. Waar moeten we voor oppassen? Geef een voorbeeld.

12 Rust en ontspanning zijn inderdaad belangrijk. Maar het gevaar bestaat dat we ons te veel gaan bezighouden met leuke dingen doen. In de eerste eeuw hadden velen de houding: ‘Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij’ (1 Kor. 15:32). Diezelfde houding zien we in deze tijd duidelijk terug in veel delen van de wereld. Een jonge man in West-Europa bijvoorbeeld begon jaren geleden de vergaderingen te bezoeken. Maar hij was zo gefocust op amusement dat hij ermee stopte met Jehovah’s aanbidders om te gaan. Na verloop van tijd begreep hij dat die levenswijze alleen maar tot teleurstelling en problemen had geleid. Daarom nam hij weer Bijbelstudie en kon hij uiteindelijk verkondiger worden. Na zijn doop zei hij: ‘Het enige waar ik spijt van heb, is dat ik zo veel tijd heb verspild voordat ik besefte dat je veel gelukkiger wordt van het dienen van Jehovah dan van het amusement dat deze wereld te bieden heeft.’

13. (a) Illustreer het gevaar van te veel tijd aan ontspanning besteden. (b) Hoe kunnen we bepalen of we een evenwichtige kijk op ontspanning hebben?

13 Het doel van ontspanning is dat het je verkwikt en nieuwe energie geeft. Hoeveel tijd moeten we aan ontspanning besteden om dat doel te bereiken? Denk hier eens aan: Veel mensen vinden het lekker om af en toe een toetje te eten. Maar we snappen allemaal dat als we alleen op taart en snoep zouden leven, we onze gezondheid zouden schaden. Daarom eten we voornamelijk gezonde dingen. Hetzelfde geldt voor onze geestelijke gezondheid. Als we alleen op ontspanning en amusement zouden leven, zouden we onze geestelijke gezondheid schaden. Om dat te voorkomen, besteden we regelmatig tijd aan geestelijke activiteiten. Hoe kun je erachter komen of je een evenwichtige kijk op ontspanning hebt? Je zou een week lang kunnen bijhouden hoeveel tijd je besteedt aan geestelijke activiteiten, zoals vergaderingen, velddienst, gezinsaanbidding en persoonlijke studie. Die hoeveelheid kun je dan vergelijken met de hoeveelheid tijd die je besteedt aan ontspanning, zoals sport, hobby’s, tv-kijken of gamen. En? Moet je misschien wat minder ‘toetjes’ nemen? (Lees Efeziërs 5:15, 16.)

14. Waardoor moeten we ons laten leiden als het gaat om ontspanning en amusement?

14 Jehovah laat ons vrij in onze keuze van ontspanning. Gezinshoofden kunnen kiezen wat voor ontspanning ze voor hun gezin geschikt vinden. Maar de keuze van ontspanning moet wel in harmonie zijn met Bijbelse principes. * Gezonde ontspanning is een ‘gave Gods’ (Pred. 3:12, 13). Natuurlijk kiest niet iedereen voor dezelfde soort ontspanning (Gal. 6:4, 5). Maar wat we ook kiezen, het is belangrijk om evenwichtig te zijn in de hoeveelheid tijd die we eraan besteden. Jezus zei: ‘Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn’ (Matth. 6:21). Onze oprechte liefde voor Jezus zal ons motiveren om onze gedachten, onze woorden en ons gedrag vooral op het Koninkrijk te richten, en niet op de gewone dingen van het leven (Fil. 1:9, 10).

ONS GEVECHT TEGEN MATERIALISME

15, 16. (a) Wanneer kan materie een strik worden? (b) Welke wijze raad gaf Jezus over materiële dingen?

15 Veel mensen zijn tegenwoordig heel erg bezig met de nieuwste mode, smartphones enzovoorts. Daarom is het goed om jezelf op dat terrein te onderzoeken. Vraag je af: Hoe belangrijk zijn spullen voor me geworden? Verdiep ik me zo in de nieuwste auto’s of mode dat ik daar meer tijd aan besteed dan aan vergaderingen voorbereiden? Heb ik het zo druk met de gewone dingen van het leven dat ik minder tijd besteed aan bidden of Bijbellezen? Als je merkt dat je liefde voor spullen je liefde voor de Christus overschaduwt, denk dan na over Jezus’ woorden: ‘Hoedt u voor elke soort van hebzucht’ (Luk. 12:15). Waarom gaf Jezus die waarschuwing?

16 Jezus zei: ‘Niemand kan twee meesters als slaaf dienen.’ Hij voegde eraan toe: ‘Gij kunt niet God en de Rijkdom als slaaf dienen.’ Waarom niet? Omdat beide ‘meesters’ volledige toewijding vragen. We zullen ‘óf de een haten en de ander liefhebben, óf ons aan de een hechten en de ander verachten’ (Matth. 6:24). Als onvolmaakte mensen moeten we allemaal blijven vechten tegen ‘de begeerten van ons vlees’, waaronder materialisme (Ef. 2:3).

17. (a) Waarom vinden vleselijk ingestelde mensen het moeilijk een evenwichtige kijk te hebben op materie? (b) Wat zal ons helpen te vechten tegen materialisme?

17 Mensen die op vleselijke dingen gericht zijn, vinden het moeilijk een evenwichtige kijk te hebben op materie. Hoe komt dat? Omdat ze in geestelijk opzicht afgestompt zijn. (Lees 1 Korinthiërs 2:14.) Hun waarnemingsvermogen is vertroebeld, waardoor het moeilijker wordt te onderscheiden wat goed of slecht is (Hebr. 5:11-14). Daardoor ontwikkelen sommigen een onbeheerst verlangen naar materie — een verlangen dat nooit verzadigd zal worden (Pred. 5:10). Om te voorkomen dat je vergiftigd raakt door materialisme, is er gelukkig een tegengif: een regelmatige inname van een gezonde dosis Bijbellezen (1 Petr. 2:2). Net zoals mediteren over Jehovah’s wijsheid Jezus hielp verleidingen te weerstaan, zo zal het toepassen van Bijbelse principes ons helpen te vechten tegen materialisme (Matth. 4:8-10). Als we dat doen, laten we zien dat we meer liefde voor Jezus hebben dan voor materie.

Wat komt in jouw leven op de eerste plaats? (Zie alinea 18)

18. Waartoe heeft dit artikel je aangemoedigd?

18 Met de vraag ‘Hebt gij mij meer lief dan deze?’ herinnerde Jezus Petrus eraan dat geestelijke dingen het belangrijkst in zijn leven moesten zijn. Petrus, wat ‘een stuk rots’ betekent, deed zijn naam eer aan, want hij ontwikkelde zich tot iemand die als een rots in de branding was (Hand. 4:5-20). Houd ook jij je liefde voor Christus sterk? Je kunt je liefde voor hem tonen door een juiste kijk te hebben op je baan, ontspanning en materie. Laat door de keuzes die je maakt zien dat je dezelfde gevoelens hebt als Petrus, die tegen Jezus zei: ‘Heer, gij weet dat ik genegenheid voor u heb.’

^ Zie het artikel ‘Wat voor ontspanning kies jij?’ in De Wachttoren van 15 oktober 2011, blz. 9-12 ¶6-15.