Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De waarheid brengt geen vrede maar een zwaard

De waarheid brengt geen vrede maar een zwaard

‘Denk niet dat ik gekomen ben om vrede op aarde te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen maar een zwaard.’ — MATTH. 10:34.

LIEDEREN: 123, 128

1, 2. (a) Wat voor vrede kunnen we nu hebben? (b) Waarom kunnen we in deze tijd geen volledige vrede hebben? (Zie beginplaatje.)

WIJ allemaal willen vrede in ons leven hebben en vrij van zorgen zijn. Wat kunnen we Jehovah dankbaar zijn dat hij ons ‘de vrede van God’ geeft, een innerlijke kalmte die ons kan beschermen tegen angstige gedachten en gevoelens! (Fil. 4:6, 7) Omdat we ons aan Jehovah hebben opgedragen, hebben we ook ‘vrede met God’, oftewel een goede band met hem (Rom. 5:1).

2 Maar Gods tijd om volledige vrede te brengen is nog niet aangebroken. Deze laatste dagen zijn vol met conflicten, en veel mensen hebben een houding die ruzie in de hand werkt (2 Tim. 3:1-4). Als christenen moeten we een geestelijke oorlog voeren tegen Satan en de valse leringen die hij propageert (2 Kor. 10:4, 5). Maar de grootste bedreiging voor onze vrede kan van familieleden komen die geen Getuigen zijn. Sommigen maken misschien ons geloof belachelijk, beschuldigen ons ervan verdeeldheid in de familie te veroorzaken of dreigen ons te verstoten als we ons geloof niet de rug toekeren. Hoe moeten we tegenstand van familieleden bezien? Hoe kunnen we ermee omgaan?

TEGENSTAND VAN FAMILIELEDEN VOORSPELD

3, 4. (a) Wat voor effect heeft Jezus’ onderwijs? (b) Wanneer is het vooral een uitdaging om Jezus te volgen?

3 Jezus wist dat zijn onderwijs verdeeldheid zou veroorzaken en dat degenen die hem volgden moed nodig zouden hebben als ze tegenstand kregen. Die tegenstand kon een negatief effect hebben op de band tussen familieleden. Jezus zei: ‘Denk niet dat ik gekomen ben om vrede op aarde te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen maar een zwaard. Ik ben gekomen om verdeeldheid te veroorzaken tussen een zoon en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder, en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder. Je eigen huisgenoten zullen je vijanden zijn’ (Matth. 10:34-36).

4 Wat bedoelde Jezus toen hij zei: ‘Denk niet dat ik gekomen ben om vrede op aarde te brengen’? Dat sommigen die naar hem luisterden, moesten nadenken over de consequenties als ze hem zouden volgen. Zijn boodschap kon verdeeldheid veroorzaken. Natuurlijk was het niet Jezus’ bedoeling om relaties kapot te maken. Hij wilde Gods boodschap van waarheid bekendmaken (Joh. 18:37). Maar het zou voor iemand een uitdaging worden om zich aan Jezus’ leringen te houden als familieleden of goede vrienden de waarheid afwezen.

5. Wat hebben Jezus’ volgelingen meegemaakt?

5 Jezus noemde tegenstand van familieleden als een van de dingen die zijn volgelingen bereid moesten zijn te verduren (Matth. 10:38). Om de Christus waardig te zijn, moesten zijn discipelen spot of zelfs vervreemding van hun familie verduren. Maar ze kregen veel meer dan ze verloren. (Lees Markus 10:29, 30.)

6. Wat moeten we in gedachte houden als familieleden onze aanbidding tegenstaan?

6 Zelfs als familieleden onze aanbidding tegenstaan, blijven we van ze houden. Maar houd in gedachte dat onze liefde voor God en Jezus op de eerste plaats komt (Matth. 10:37). Bedenk ook dat Satan onze liefde voor onze familie wil gebruiken om ons zover te krijgen dat we ontrouw aan Jehovah worden. We gaan nu bespreken hoe we kunnen omgaan met enkele situaties die moeilijk kunnen zijn.

EEN HUWELIJKSPARTNER DIE GEEN GETUIGE IS

7. Hoe moeten degenen die een ongelovige huwelijkspartner hebben, hun situatie bezien?

7 De Bijbel waarschuwt dat degenen die trouwen ‘zich problemen op de hals halen’ (1 Kor. 7:28). Als je een ongelovige huwelijkspartner hebt, heb je misschien meer spanning en stress in je huwelijk dan anderen. Toch is het belangrijk dat je je situatie beziet zoals Jehovah dat doet. Puur het feit dat je huwelijkspartner Jehovah niet dient, is geen geldige reden voor uiteengaan of echtscheiding (1 Kor. 7:12-16). Als je man Jehovah niet dient en niet de leiding neemt in geestelijke zaken, moet je hem nog steeds respecteren vanwege zijn positie als hoofd van het gezin. En als je vrouw Jehovah niet dient, moet je haar toch liefdevol en teder behandelen (Ef. 5:22, 23, 28, 29).

8. Wat kun je je afvragen als je huwelijkspartner je beperkingen oplegt in verband met je aanbidding?

8 Wat als je huwelijkspartner je beperkingen oplegt in verband met je aanbidding? Een zuster mocht van haar man bijvoorbeeld alleen op bepaalde dagen van de week in de velddienst. Als jij in een soortgelijke situatie zit, vraag je dan af: Eist mijn partner dat ik ermee ophoud Jehovah te dienen? Zo niet, kan ik dan aan zijn wensen tegemoetkomen? Als we redelijk zijn, kan dat helpen onnodige conflicten in het huwelijk te voorkomen (Fil. 4:5).

9. Hoe kunnen christenen hun kinderen leren om een ouder te eren die geen Getuige is?

9 Als je huwelijkspartner geen Getuige is, kan het opvoeden van kinderen extra moeilijk zijn. Je wilt bijvoorbeeld je kinderen leren het Bijbelse gebod te gehoorzamen: ‘Eer je vader en je moeder’ (Ef. 6:1-3). Maar wat als je huwelijkspartner zich niet aan de hoge Bijbelse normen houdt? Geef zelf het goede voorbeeld door je huwelijkspartner te eren. Focus op zijn of haar goede eigenschappen en laat merken dat je hem of haar waardeert. Zeg geen negatieve dingen over je partner waar je kinderen bij zijn. Leg ze in plaats daarvan uit dat iedereen moet kiezen of hij Jehovah wel of niet gaat dienen. Door het goede gedrag van je kinderen kan je partner zich aangetrokken gaan voelen tot de ware aanbidding.

Leer je kinderen de Bijbelse waarheid wanneer dat maar kan (Zie alinea 10)

10. Hoe kan een christelijke ouder in een religieus verdeeld gezin de Bijbelse waarheid aan de kinderen onderwijzen?

10 Een ouder die geen Getuige is wil misschien dat de kinderen met heidense vieringen meedoen of valsreligieuze leringen onderwezen krijgen. Sommige mannen verbieden hun vrouw om de kinderen over de Bijbel te leren. Toch zal een zuster doen wat ze kan om de kinderen Bijbelse waarheden te onderwijzen (Hand. 16:1; 2 Tim. 3:14, 15). Stel bijvoorbeeld dat een man zijn vrouw verbiedt om hun minderjarige kinderen Bijbelstudie te geven of ze mee te nemen naar de vergaderingen. De zuster zal zijn beslissingen respecteren, maar ze kan wel met haar kinderen over haar geloof praten als de gelegenheid zich voordoet. Op die manier kunnen haar kinderen toch over Jehovah en zijn normen leren (Hand. 4:19, 20). Natuurlijk is het uiteindelijk aan de kinderen zelf of ze Jehovah wel of niet gaan dienen (Deut. 30:19, 20). *

FAMILIELEDEN DIE DE WARE AANBIDDING TEGENSTAAN

11. Wat kan problemen veroorzaken tussen ons en familieleden die geen Getuigen zijn?

11 Toen we met Jehovah’s Getuigen de Bijbel begonnen te bestuderen, hebben we dat onze familie misschien niet direct verteld. Maar hoe meer geloof we kregen, hoe meer we de drang voelden om over ons geloof te praten (Mark. 8:38). Als je moedige standpunt problemen heeft veroorzaakt tussen jou en je familie, kijk dan naar enkele stappen die je kunt nemen om conflicten te sussen en toch trouw te blijven aan Jehovah.

12. Waarom zouden ongelovige familieleden ons kunnen tegenstaan, maar hoe kunnen we medegevoel tonen?

12 Heb medegevoel met ongelovige familieleden. Terwijl wij misschien heel blij zijn met de Bijbelse waarheden die we hebben geleerd, kan onze familie denken dat we zijn misleid of dat we lid zijn geworden van een sekte. Ze denken misschien dat we niet meer van ze houden omdat we niet meedoen met de feestdagen. Misschien zijn ze zelfs bang voor wat er met ons zal gebeuren na de dood. Probeer daarom te begrijpen wat hun kijk is en luister goed naar ze zodat je weet waarom ze zich zorgen maken (Spr. 20:5). De apostel Paulus deed moeite om ‘alle soorten mensen’ te begrijpen zodat hij het goede nieuws met ze kon delen. Die aanpak kan ook nuttig zijn als we onze familie proberen te helpen (1 Kor. 9:19-23).

13. Hoe moeten we met ongelovige familieleden praten?

13 Wees vriendelijk. ‘Laat je woorden altijd vriendelijk zijn’, zegt de Bijbel (Kol. 4:6). We kunnen Jehovah om zijn heilige geest vragen zodat die ons helpt vriendelijk te zijn als we met familieleden praten. Probeer niet over al hun valsreligieuze opvattingen te discussiëren. Als ze ons kwetsen door wat ze zeggen of doen, kunnen we het voorbeeld van de apostelen volgen. Paulus schreef: ‘Worden we beledigd, dan zegenen we. Worden we vervolgd, dan verdragen we het geduldig. Worden we belasterd, dan antwoorden we vriendelijk’ (1 Kor. 4:12, 13).

14. Wat zijn de voordelen van goed gedrag?

14 Let op je gedrag. Hoewel vriendelijke woorden nuttig zijn in onze omgang met familieleden, kan ons goede gedrag nog veel meer zeggen. (Lees 1 Petrus 3:1, 2, 16.) Laat je familie door je voorbeeld zien dat Jehovah’s Getuigen gelukkige huwelijken hebben, goed voor hun kinderen zorgen, zich aan hoge normen houden en een rein, zinvol leven leiden. Zelfs als je familie de waarheid niet aanvaardt, kun je de voldoening hebben dat je goede gedrag Jehovah blij maakt.

15. Hoe kunnen we anticiperen op situaties die tot conflicten kunnen leiden?

15 Denk vooruit. Probeer te bedenken welke situaties tot conflicten kunnen leiden en hoe je ermee om kunt gaan (Spr. 12:16, 23). Een zuster uit Australië zegt: ‘Mijn schoonvader was fel tegen de waarheid. Voordat we hem belden om te vragen hoe het met hem ging, vroegen mijn man en ik Jehovah altijd om ons te helpen niet kwaad te reageren als hij boos werd. We probeerden altijd onderwerpen te bedenken om over te praten zodat we het gesprek vriendelijk konden houden. We stelden een tijdslimiet voor het telefoontje om lange gesprekken te voorkomen die alleen maar tot verhitte discussies over religie zouden leiden.’

16. Wat kun je doen als je je schuldig voelt over meningsverschillen met familieleden?

16 Natuurlijk kun je niet verwachten dat je elk meningsverschil met ongelovige familieleden kunt vermijden. Je zou je schuldig kunnen voelen over zulke conflicten, vooral omdat je veel van je familie houdt en altijd hebt geprobeerd het ze naar de zin te maken. Als jij dat gevoel hebt, doe dan moeite om je trouw aan Jehovah boven je liefde voor je familie te stellen. Zo’n standpunt zou je familie weleens kunnen helpen inzien dat de Bijbelse waarheid een kwestie van leven en dood is. Bedenk in elk geval dat je anderen niet kunt dwingen de waarheid te aanvaarden. Laat ze in plaats daarvan zien welke voordelen het volgen van Jehovah’s weg voor jou heeft gehad. Onze liefdevolle God biedt hun net als ons de kans om te kiezen welk pad ze zullen volgen (Jes. 48:17, 18).

ALS EEN FAMILIELID JEHOVAH VERLAAT

17, 18. Wat kan je helpen als een familielid Jehovah verlaat?

17 Als een familielid wordt uitgesloten of zich terugtrekt uit de gemeente, kan dat voelen als de steek van een zwaard. Hoe kun je omgaan met de pijn die het gevolg is?

18 Behoud je geestelijke routine. Bouw jezelf op door geregeld de Bijbel te lezen, je op de vergaderingen voor te bereiden en ze te bezoeken, in de velddienst te gaan en te bidden om de kracht om te volharden (Jud. 20, 21). Maar wat als je het gevoel hebt dat je hart er niet bij betrokken is, dat je alles op de automatische piloot doet? Geef het niet op! Een goede geestelijke routine kan je helpen je gedachten en gevoelens onder controle te houden. Denk aan de ervaring van de schrijver van Psalm 73. Hij had een verkeerde kijk ontwikkeld en had het heel moeilijk, maar toen hij Gods plaats van aanbidding binnenging kon hij zijn gedachten corrigeren (Ps. 73:16, 17). Als je Jehovah trouw blijft aanbidden, kan dat je helpen hetzelfde te doen.

19. Hoe kun je respect tonen voor Jehovah’s regeling van correctie?

19 Heb respect voor de correctie van Jehovah. Zijn regeling kan op de lange termijn voor iedereen, ook voor de kwaaddoener, de beste uitkomst hebben, al is het onmiddellijke effect pijnlijk. (Lees Hebreeën 12:11.) Jehovah geeft ons bijvoorbeeld de instructie dat we ‘niet meer om moeten gaan’ met kwaaddoeners die geen berouw hebben (1 Kor. 5:11-13). Hoewel dat pijn kan doen, moeten we onnodig contact met een uitgesloten familielid via de telefoon, berichtjes, brieven, e-mails of sociale media vermijden.

20. Waar kunnen we op blijven hopen?

20 Geef de hoop nooit op! Liefde ‘hoopt alles’, ook dat degenen die Jehovah hebben verlaten weer bij hem terug zullen komen (1 Kor. 13:7). Als je bewijzen ziet dat de houding van een naast familielid aan het veranderen is, zou je kunnen bidden of hij of zij kracht mag krijgen uit de Bijbel en ingaat op Jehovah’s dringende verzoek: ‘Kom bij me terug’ (Jes. 44:22).

21. Wat moet je doen als er in je familie verdeeldheid is omdat je Jezus volgt?

21 Jezus zei dat we hem niet waard zouden zijn als we meer aan mensen gehecht zouden zijn dan aan hem. Maar hij was vol vertrouwen dat zijn discipelen de moed zouden hebben om hem trouw te blijven ondanks tegenstand van familie. Als er ‘een zwaard’ in je familie is gekomen omdat je Jezus volgt, vertrouw er dan op dat Jehovah je zal helpen goed met de uitdagingen om te gaan (Jes. 41:10, 13). Jehovah en Jezus zijn blij met je en zullen je loyaliteit belonen. Als je dat voor ogen houdt, zal dat je gelukkig maken.

^ ¶10 Zie ‘Vragen van lezers’ in De Wachttoren van 15 augustus 2002 voor meer informatie over de opvoeding van kinderen in een religieus verdeeld gezin.