Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Ken je Jehovah zoals Noach, Daniël en Job hem kenden?

Ken je Jehovah zoals Noach, Daniël en Job hem kenden?

‘Slechte mensen begrijpen niets van het recht, maar wie Jehovah zoeken kunnen alles begrijpen.’ — SPR. 28:5.

LIEDEREN: 126, 150

1-3. (a) Wat zal ons helpen om in deze laatste dagen God trouw te blijven? (b) Wat gaan we in dit artikel bespreken?

TERWIJL het einde van de laatste dagen dichterbij komt, zien we dat slechte mensen ‘opschieten als onkruid’ (Ps. 92:7). Het is dan ook niet vreemd dat veel mensen morele normen laten varen. Hoe kunnen we in zo’n omgeving ‘kinderen in het slechte’ zijn maar toch ‘volwassen in [ons] denken’? — 1 Kor. 14:20.

2 Onze thematekst geeft het antwoord: ‘Wie Jehovah zoeken kunnen alles begrijpen’, dat wil zeggen alles wat nodig is om hem blij te maken (Spr. 28:5). Een vergelijkbare gedachte vinden we in Spreuken 2:7, 9, waar staat dat Jehovah ‘een schat aan praktische wijsheid voor de oprechten heeft’. Hierdoor kunnen ze ‘begrijpen wat rechtvaardig, eerlijk en oprecht is, wat de goede weg is’.

3 Noach, Daniël en Job hadden die wijsheid (Ezech. 14:14). En dat geldt ook voor Gods aanbidders in deze tijd. Hoe zit het met jou? ‘Begrijp jij alles’ wat nodig is om Jehovah blij te maken? Het komt erop aan hem goed te kennen. Laten we met dat in gedachten eens bekijken (1) hoe Noach, Daniël en Job God leerden kennen, (2) hoe die kennis ze heeft geholpen en (3) hoe je net zo’n geloof kunt ontwikkelen als zij.

NOACH WANDELDE MET GOD IN EEN SLECHTE WERELD

4. Hoe leerde Noach Jehovah kennen, en hoe heeft nauwkeurige kennis hem geholpen?

4 Hoe Noach Jehovah leerde kennen. Al vanaf het begin van de menselijke geschiedenis komen mensen op drie manieren meer over God te weten: door de schepping te observeren, door te leren van andere godvrezende mensen en door te ervaren hoe God ze zegent als ze naar zijn rechtvaardige normen en principes leven (Jes. 48:18). Door de schepping te observeren kon Noach veel bewijzen zien van Gods bestaan en van zijn onzichtbare eigenschappen, zoals ‘zijn eeuwige kracht en Godheid’ (Rom. 1:20). Hierdoor ontwikkelde Noach een sterk geloof in hem.

5. Hoe leerde Noach wat Gods voornemen met de mensheid was?

5 Geloof volgt ‘op wat wordt gehoord’ (Rom. 10:17). Van wie heeft Noach over Jehovah gehoord? Ongetwijfeld van familieleden, zoals zijn vader Lamech, een gelovige man wiens leven dat van Adam overlapte. (Zie beginplaatje.) En dan had je nog zijn grootvader Methusalah en zijn betovergrootvader Jered, wiens leven 366 jaar overlapte met dat van Noach (Luk. 3:36, 37). * Misschien heeft Noach van deze mannen en mogelijk ook van hun vrouwen geleerd over het begin van de mensheid, over Gods voornemen om de aarde te vullen met rechtvaardige mensen en over de opstand in Eden, waarvan hij de resultaten met eigen ogen kon zien (Gen. 1:28; 3:16-19, 24). Wat Noach leerde, raakte zijn hart en zette hem ertoe aan God te dienen (Gen. 6:9).

6, 7. Welke hoop heeft Noachs geloof versterkt?

6 Geloof wordt versterkt door hoop. Stel je voor hoe Noach zich gevoeld moet hebben toen hij erachter kwam dat de gedachte van hoop lag opgesloten in zijn naam, die waarschijnlijk ‘rust’ of ‘troost’ betekent! (Gen. 5:29, vtn.) Lamech zei onder inspiratie over Noach: ‘Hij zal ons verlichting geven bij het werken en zwoegen op de grond die door Jehovah vervloekt is.’ Noach hoopte op God. Hij geloofde, net als Abel en Henoch vóór hem, in het ‘nageslacht’ dat de kop van de slang zou verbrijzelen (Gen. 3:15).

7 Noach begreep misschien niet alle details van de profetie in Genesis 3:15, maar ongetwijfeld zag hij er wel de hoop op bevrijding in. Henoch had een boodschap gepredikt die vergelijkbaar was met die Edense belofte en had gezegd dat Jehovah de goddelozen zou vernietigen (Jud. 14, 15). Henochs boodschap, die in Armageddon een definitieve vervulling zal krijgen, heeft Noachs geloof en hoop beslist versterkt!

8. Hoe heeft nauwkeurige kennis Noach beschermd?

8 Hoe nauwkeurige kennis van God Noach heeft geholpen. Dankzij nauwkeurige kennis ontwikkelde Noach geloof en wijsheid. Dat heeft hem beschermd, vooral tegen geestelijk gevaar. Noach ‘wandelde’ bijvoorbeeld ‘met de ware God’, en dus wandelde hij niet, of had hij geen omgang, met goddeloze mensen. Hij liet zich niet voor de gek houden door ongehoorzame gematerialiseerde engelen. Lichtgelovige mensen raakten wel onder de indruk van hun bovenmenselijke krachten, misschien zelfs zozeer dat ze hen gingen verafgoden (Gen. 6:1-4, 9). Noach wist ook dat mensen de opdracht hadden gekregen om zich voort te planten en de aarde te vullen (Gen. 1:27, 28). Hij moet dus hebben geweten dat seks tussen vrouwen en gematerialiseerde geesten onnatuurlijk en verkeerd was. Die conclusie werd ongetwijfeld bevestigd toen de vrouwen kinderen kregen die abnormaal groot en sterk waren. Uiteindelijk waarschuwde God Noach dat hij een vloed over de aarde ging brengen. Noachs geloof in die waarschuwing zette hem ertoe aan de ark te bouwen, waardoor hij en zijn gezin werden gered (Hebr. 11:7).

9, 10. Hoe kunnen we Noachs geloof navolgen?

9 Hoe je net zo’n geloof kunt ontwikkelen als Noach. Bestudeer Gods Woord goed, laat wat je leert tot je hart doordringen en laat je door die kennis vormen en leiden (1 Petr. 1:13-15). Dan zullen geloof en wijsheid je beschermen tegen Satans sluwe tactieken en tegen de slechte geest van de wereld (2 Kor. 2:11). Die geest stimuleert liefde voor geweld en immoraliteit, en zet mensen ertoe aan zich te focussen op vleselijke verlangens (1 Joh. 2:15, 16). Geestelijk zwakke personen gaan hierdoor misschien zelfs de bewijzen negeren dat Gods grote dag dichtbij is. Vergeet niet dat toen Jezus onze tijd met die van Noach vergeleek, hij het niet over geweld en immoraliteit had maar over het gevaar afgeleid te worden. (Lees Mattheüs 24:36-39.)

10 Vraag je af: Blijkt uit mijn levenswijze dat ik Jehovah echt ken? Zet mijn geloof me ertoe aan om naar Gods rechtvaardige normen te leven en ze ook bekend te maken? Je antwoord op die vragen kan je helpen te weten of ook jij ‘met de ware God wandelt’.

DANIËL GAF BLIJK VAN WIJSHEID IN HET HEIDENSE BABYLON

11. (a) Wat laat Daniëls toewijding aan God als jongere zien over zijn opvoeding? (b) Welke eigenschappen van Daniël zou je graag navolgen?

11 Hoe Daniël Jehovah leerde kennen. Daniël was kennelijk goed opgeleid door zijn ouders, die hem liefde voor Jehovah en zijn Woord hadden bijgebracht. Die liefde heeft Daniël zijn hele leven behouden. Ook toen hij oud was, verdiepte hij zich nog in de Schrift (Dan. 9:1, 2). Dat Daniël God zo goed kende en wist wat Hij voor Israël had gedaan, blijkt heel mooi uit zijn oprechte en nederige gebed in Daniël 9:3-19. Lees dat gebed nog eens en mediteer erover. Let er dan speciaal op wat het je vertelt over Daniël als persoon.

12-14. (a) Hoe gaf Daniël van wijsheid blijk? (b) Hoe werd Daniël gezegend voor zijn moed en trouw aan God?

12 Hoe nauwkeurige kennis van God Daniël heeft geholpen. Voor een trouwe Jood was het leven in het heidense Babylon niet makkelijk. Jehovah zei bijvoorbeeld tegen de Joden: ‘Draag bij aan de vrede in de stad waarheen ik jullie heb verbannen’ (Jer. 29:7). Maar tegelijkertijd eiste hij volledige toewijding (Ex. 34:14). Wat hielp Daniël evenwicht te vinden tussen die twee vereisten? Wijsheid van God hielp hem om het principe van relatieve onderworpenheid aan de autoriteiten te begrijpen. Eeuwen later onderwees Jezus datzelfde principe (Luk. 20:25).

13 Denk eens aan wat Daniël deed toen er een officieel besluit kwam dat men 30 dagen lang tot niemand anders mocht bidden dan tot de koning. (Lees Daniël 6:7-10.) Daniël had een excuus kunnen verzinnen en kunnen zeggen: ‘Het zijn maar 30 dagen.’ Maar hij weigerde een koninklijk besluit zwaarder te laten wegen dan zijn aanbidding van God. Natuurlijk had hij discreet kunnen bidden zodat niemand het zag. Maar hij wist dat zijn dagelijkse gewoonte overal bekend was. Hij besloot dan ook om zelfs niet de indruk te wekken dat hij concessies deed als het ging om zijn aanbidding, ook al riskeerde hij daarmee zijn leven.

14 Jehovah zegende Daniëls gewetensvolle en moedige beslissing. Hij liet hem door een wonder ontsnappen aan een wrede dood. Die afloop leidde zelfs tot een schitterend getuigenis over Jehovah dat alle uithoeken van Medië-Perzië bereikte (Dan. 6:25-27).

15. Hoe kunnen we net zo’n geloof ontwikkelen als Daniël?

15 Hoe je net zo’n geloof kunt ontwikkelen als Daniël. Om een sterk geloof te krijgen moet je meer doen dan alleen Gods Woord lezen. Je moet ‘de betekenis ervan begrijpen’ (Matth. 13:23). We willen net zo over dingen denken als Jehovah, en daarvoor moeten we Bijbelse principes begrijpen. Mediteer daarom over wat je leest. Ook is het belangrijk geregeld te bidden, vooral als je met moeilijkheden te maken krijgt. Als je vol geloof om wijsheid en kracht bidt, zal Jehovah je die gul geven (Jak. 1:5).

JOB PASTE GODS PRINCIPES TOE IN VOOR- EN TEGENSPOED

16, 17. Hoe heeft Job God leren kennen?

16 Hoe Job Jehovah leerde kennen. Job was geen Israëliet. Maar hij was wel verre familie van Abraham, Isaäk en Jakob, en aan hen had Jehovah dingen over zichzelf en zijn voornemen met de mens onthuld. Op een of andere manier is Job veel van die kostbare waarheden te weten gekomen (Job 23:12). ‘Mijn oren hebben over u gehoord’, zei hij (Job 42:5). En Jehovah had zelf gezegd dat Job de waarheid over hem had gesproken (Job 42:7, 8).

Ons geloof kan versterkt worden als we Gods onzichtbare eigenschappen in de zichtbare schepping waarnemen (Zie alinea 17)

17 Verder leerde Job Jehovah’s onzichtbare eigenschappen kennen door naar de zichtbare schepping te kijken (Job 12:7-9, 13). Later gebruikte zowel Elihu als Jehovah aspecten van de schepping om Job eraan te herinneren hoe klein de mens is in vergelijking met Gods grootheid (Job 37:14; 38:1-4). Jehovah’s woorden raakten Job, want hij zei nederig tegen God: ‘Nu weet ik dat u alles kunt en dat niets wat u van plan bent onmogelijk is voor u. (...) Ik heb berouw in stof en as’ (Job 42:2, 6).

18, 19. Hoe liet Job zien dat hij Jehovah echt kende?

18 Hoe nauwkeurige kennis van God Job heeft geholpen. Job had een uitstekend begrip van Gods principes. Hij kende Jehovah echt en handelde naar die kennis. Hij wist bijvoorbeeld dat hij niet kon beweren van God te houden als hij tegelijk onvriendelijk was tegen zijn medemens (Job 6:14). Hij verhief zich niet boven anderen maar behandelde iedereen, arm of rijk, als familie. Hij zei: ‘Degene die mij in de schoot vormde, heeft toch ook hen gemaakt?’ (Job 31:13-22) Job had duidelijk niet toegelaten dat zijn vroegere status en rijkdom hem trots maakten en hij zich daardoor beter ging voelen dan anderen. Wat een contrast met veel van de machtige en rijke mensen in deze wereld!

19 Job verwierp elke vorm van afgoderij — ook in zijn hart. Hij wist dat valse aanbidding, waaronder toewijding aan rijkdom, zou neerkomen op ontrouw aan ‘de ware God daarboven’. (Lees Job 31:24-28.) Hij bezag het huwelijk als een heilige verbintenis tussen een man en een vrouw. Hij had zelfs een verbond gesloten met zijn ogen om niet immoreel naar jonge vrouwen te kijken (Job 31:1). Houd in gedachte dat God in die tijd polygamie tolereerde. Job had dus een tweede vrouw kunnen nemen als hij dat had gewild. * Maar blijkbaar nam hij een voorbeeld aan de huwelijksverbintenis die God in Eden had ingesteld en maakte hij dat voor zichzelf tot een wet (Gen. 2:18, 24). Zo’n 1600 jaar later onderwees Jezus dezelfde rechtvaardige principes voor het huwelijk en seks (Matth. 5:28; 19:4, 5).

20. Hoe helpt nauwkeurige kennis van Jehovah en van zijn normen ons om goede vrienden en ontspanning te kiezen?

20 Hoe je net zo’n geloof kunt ontwikkelen als Job. Opnieuw gaat het erom dat we Jehovah goed leren kennen en ons op elk terrein van het leven door die kennis laten leiden. David zegt bijvoorbeeld dat Jehovah ‘iedereen haat die van geweld houdt’ en hij waarschuwt voor omgang met ‘bedriegers’. (Lees Psalm 11:5; 26:4.) Wat leren die teksten je over Gods manier van denken? Welke invloed moet dat hebben op je prioriteiten? Op wat je bekijkt op internet? Op je keuze van vrienden en ontspanning? Je antwoord op die vragen kan je helpen te bepalen hoe goed je Jehovah kent. Om in deze complexe en slechte wereld rein te blijven, moeten we ons ‘waarnemingsvermogen’ oefenen om te kunnen onderscheiden wat goed is of slecht, en wat wijs is of dwaas (Hebr. 5:14; Ef. 5:15).

21. Wat zal ons helpen ‘alles te begrijpen’ wat we moeten weten om onze hemelse Vader blij te maken?

21 Noach, Daniël en Job zochten Jehovah met heel hun hart en daarom liet hij zich door hen vinden. Hij hielp ze om ‘alles te begrijpen’ wat nodig is om hem blij te maken. Zo werden ze een voorbeeld van rechtvaardigheid, en ze leidden een leven dat echt succesvol was (Ps. 1:1-3). Vraag je dus af: ken ik Jehovah net zo goed als Noach, Daniël en Job hem kenden? Eigenlijk kun je hem dankzij het toegenomen geestelijke licht zelfs nog beter kennen! (Spr. 4:18) Graaf dus diep in Gods Woord. Mediteer erover. En bid om heilige geest. Dan zul je een steeds hechtere band met je hemelse Vader krijgen. En je zult in deze goddeloze wereld blijk geven van inzicht en wijsheid (Spr. 2:4-7).

^ ¶5 Ook Noachs overgrootvader Henoch ‘wandelde met de ware God’. Maar 69 jaar voor Noachs geboorte ‘nam God hem weg’ (Gen. 5:23, 24).

^ ¶19 Hetzelfde kan gezegd worden over Noach. Hij had maar één vrouw, ook al begon polygamie al kort na de opstand in Eden voor te komen (Gen. 4:19).