Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Waar zijn je ogen op gericht?

Waar zijn je ogen op gericht?

‘Naar u sla ik mijn ogen op, naar u die in de hemel troont.’ — PS. 123:1.

LIEDEREN: 143, 124

1, 2. Wat houdt het in je ogen op Jehovah gericht te hebben?

WE LEVEN in ‘zware tijden (...) die moeilijk te doorstaan zijn’ (2 Tim. 3:1). En het leven zal alleen maar moeilijker worden voordat er een nieuwe tijd aanbreekt en ware vrede op aarde hersteld wordt. Daarom is het goed je af te vragen: waar zoek ik hulp en leiding? Misschien dat je dan direct zegt: ‘Bij Jehovah.’ En dat is ook het beste antwoord.

2 Eeuwen geleden erkende de psalmist dat we onze ogen moeten opslaan naar Jehovah als we in moeilijke tijd hulp nodig hebben. (Lees Psalm 123:1-4.) Wat houdt het in je ogen op Jehovah gericht te hebben? De psalmist vergeleek het kijken naar Jehovah met de manier waarop een slaaf zijn ogen op zijn meester gericht hield. Wat bedoelde hij daarmee? Een slaaf hield zijn ogen op zijn meester gericht omdat hij van hem voedsel en bescherming verwachtte. Maar hij moest ook constant op hem letten om erachter te komen wat hij voor hem moest doen. Op dezelfde manier moeten wij elke dag in Gods Woord op zoek gaan naar wat Jehovah’s wil voor ons persoonlijk is en die leiding dan ook opvolgen. Alleen in dat geval kunnen we er zeker van zijn dat Jehovah ons gunst zal tonen als we het moeilijk hebben (Ef. 5:17). Hoe kunnen we in moeilijke tijd onze ogen op hem gericht houden?

3. Wat zou ons kunnen afleiden waardoor we onze ogen niet meer op Jehovah gericht hebben?

3 Hoewel we weten dat het belangrijk is onze blik altijd op Jehovah te richten, kunnen we soms afgeleid worden. Dat gebeurde met Martha, een goede vriendin van Jezus. Zij ‘was afgeleid omdat ze druk bezig was om voor alles te zorgen’ (Luk. 10:40-42). Als dat al kon gebeuren met iemand die zo trouw was en die dicht bij Jezus was, moet het ons niet verbazen als ons hetzelfde overkomt. Wat zou ons kunnen afleiden waardoor we onze ogen niet meer op Jehovah gericht hebben? In dit artikel gaan we kijken hoe de daden van anderen ons kunnen afleiden. We zullen ook leren hoe we gefocust kunnen blijven op Jehovah.

EEN GETROUWE MAN VERLIEST EEN VOORRECHT

4. Waarom zou het ons kunnen verbazen dat Mozes het beloofde land niet in mocht?

4 Mozes had zijn ogen gericht op Jehovah en vertrouwde op zijn leiding. Over hem wordt gezegd: ‘Hij bleef standvastig, alsof hij de Onzichtbare zag.’ (Lees Hebreeën 11:24-27.) De Bijbel zegt ook dat er ‘in Israël nooit meer een profeet is opgestaan zoals Mozes, met wie Jehovah zo vertrouwelijk omging’ (Deut. 34:10). Maar ook al had Mozes zo’n hechte band met Jehovah, toch verloor hij het voorrecht het beloofde land binnen te gaan (Num. 20:12). Wat ging er mis?

5-7. Welk probleem ontstond er kort na het vertrek van de Israëlieten uit Egypte, en hoe pakte Mozes de situatie aan?

5 Nog geen twee maanden na het vertrek van de Israëlieten uit Egypte en nog voordat ze bij de berg Sinaï waren, ontstond er een groot probleem. Het volk begon tegen Mozes te klagen dat er geen water was. De situatie werd zo ernstig dat Mozes tot Jehovah riep: ‘Wat moet ik toch met dit volk beginnen? Nog even en ze gaan me stenigen!’ (Ex. 17:4) Jehovah gaf Mozes toen duidelijke instructies. Hij moest met zijn staf op de rots in Horeb slaan en dan zou er water uit stromen. De Bijbel zegt: ‘Dat deed Mozes terwijl de oudsten van Israël toekeken.’ De Israëlieten konden drinken zo veel ze wilden en het probleem was opgelost (Ex. 17:5, 6).

6 Het geïnspireerde verslag vertelt verder dat Mozes ‘die plaats Massa en Meriba noemde, omdat de Israëlieten ruzie hadden gemaakt en Jehovah op de proef hadden gesteld door te zeggen: “Is Jehovah in ons midden of niet?”’ (Ex. 17:7) Die namen waren toepasselijk want ze betekenen ‘op de proef stellen’ en ‘ruzie’.

7 Wat vond Jehovah van wat er bij Meriba gebeurde? In zijn ogen kwamen de Israëlieten in opstand tegen hem en zijn autoriteit, niet alleen tegen Mozes. (Lees Psalm 95:8, 9.) De Israëlieten zaten duidelijk fout. Maar Mozes reageerde goed. Hij hield zijn ogen op Jehovah gericht en volgde zijn instructies precies op.

8. Welk probleem ontstond er aan het eind van de tocht door de woestijn?

8 Maar wat gebeurde er in een soortgelijke situatie ongeveer 40 jaar later, aan het eind van de tocht door de woestijn? De Israëlieten kwamen bij een plek in de buurt van Kades, dicht bij de grens van het beloofde land. Ook deze plek kreeg de naam Meriba. * De Israëlieten begonnen opnieuw te klagen dat er geen water was (Num. 20:1-5). Maar deze keer reageerde Mozes anders.

9. Welke instructies kreeg Mozes, maar wat deed hij? (Zie beginplaatje.)

9 Wat deed Mozes toen het volk in opstand kwam? Ook nu had hij zijn ogen gericht op Jehovah en zocht hij zijn leiding. Maar deze keer zei Jehovah niet dat hij op de rots moest slaan. Mozes moest zijn staf nemen, het volk bij de rots verzamelen en dan tegen de rots spreken (Num. 20:6-8). Maar Mozes sprak niet tegen de rots. Hij was zo gefrustreerd dat hij tegen het volk riep: ‘Luister, opstandig volk! Moeten wij voor jullie uit deze rots water laten komen?’ Daarna sloeg hij niet één maar zelfs twee keer op de rots (Num. 20:10, 11).

10. Hoe reageerde Jehovah op wat Mozes deed?

10 Jehovah werd kwaad op Mozes, woedend zelfs (Deut. 1:37; 3:26). Waarom reageerde Jehovah zo? Er kunnen verschillende factoren hebben meegespeeld. Misschien werd hij boos omdat Mozes de nieuwe instructies niet opvolgde.

11. Waarom kunnen we zeggen dat Mozes met het slaan op de rots afbreuk deed aan het wonder van Jehovah?

11 Er is nog een mogelijkheid. Bij het eerste Meriba zijn de rotsen van massief graniet. Hoe hard je daar ook op slaat, niemand verwacht dat er water uit zal stromen. Maar bij het tweede Meriba zijn de rotsen heel anders. Die zijn meestal van kalksteen, dat veel zachter is. Omdat kalksteen poreus is, zijn er in zulke gebieden vaak ondergrondse waterreservoirs die als waterbron aangeboord kunnen worden. Kan het zijn dat toen Mozes twee keer op zo’n poreuze rots sloeg, de Israëlieten dachten dat het water er door een natuurlijke oorzaak uit stroomde en niet door een wonder van Jehovah? Maakte Mozes door op de rots te slaan in plaats van ertegen te spreken, het wonder een beetje minder wonderbaarlijk? * Dat weten we niet zeker.

MOZES’ ONGEHOORZAAMHEID

12. Wat kan nog een reden zijn geweest waarom Jehovah kwaad werd op Mozes en Aäron?

12 Er kan nog een andere reden zijn waarom Jehovah kwaad werd op Mozes en Aäron. Mozes zei tegen het volk: ‘Moeten wij voor jullie uit deze rots water laten komen?’ Met ‘wij’ bedoelde Mozes waarschijnlijk zichzelf en Aäron. Uit die woorden bleek een groot gebrek aan respect voor Jehovah als degene die het wonder had gedaan. Die mogelijkheid lijkt bevestigd te worden door wat in Psalm 106:32, 33 staat: ‘Ze tergden Hem bij het water van Meriba en brachten Mozes in moeilijkheden. Ze verbitterden zijn geest en hij sprak overhaast met zijn lippen’ (Num. 27:14). * Door wat Mozes deed, kreeg Jehovah in elk geval niet de eer die hem toekwam. Jehovah zei tegen Mozes en Aäron: ‘Jullie zijn allebei ongehoorzaam geweest aan mijn bevel’ (Num. 20:24). Dat was inderdaad een ernstige zonde!

13. Waarom was de straf die Jehovah Mozes gaf terecht en consequent?

13 Omdat Mozes en Aäron de leiding hadden over Jehovah’s volk, waren ze meer verantwoording verschuldigd (Luk. 12:48). Eerder had Jehovah bepaald dat een hele generatie Israëlieten het land Kanaän niet mocht binnengaan omdat ze in opstand waren gekomen (Num. 14:26-30, 34). Het was dus terecht en consequent dat Jehovah Mozes dezelfde straf gaf voor zijn opstandigheid. Net als de andere opstandelingen mocht hij het beloofde land niet binnengaan.

DE OORZAAK VAN HET PROBLEEM

14, 15. Hoe kwam het dat Mozes een opstandige houding kreeg?

14 Hoe kwam het dat Mozes zo’n opstandige houding kreeg? Kijk nog eens naar Psalm 106:32, 33: ‘Ze tergden Hem bij het water van Meriba en brachten Mozes in moeilijkheden. Ze verbitterden zijn geest en hij sprak overhaast met zijn lippen.’ De Israëlieten tergden Jehovah, maar Mozes was degene die verbitterd raakte. Hij had niet genoeg zelfbeheersing en sprak zonder stil te staan bij de gevolgen.

15 Mozes liet zich afleiden door wat anderen deden, zodat Jehovah even uit beeld raakte. Hij had de eerste situatie goed aangepakt (Ex. 7:6). Maar nu had hij tientallen jaren met de opstandige Israëlieten te maken gehad. Het kan zijn dat hij daardoor moe en gefrustreerd was geworden. Was Mozes meer bezig met zijn eigen frustraties dan met het eren van Jehovah?

16. Waarom moeten we stilstaan bij wat Mozes deed?

16 Als zo’n trouwe profeet als Mozes afgeleid kon worden en kon struikelen, kan dat ook makkelijk met ons gebeuren. Net als Mozes staan we op het punt een ‘land’ binnen te gaan: de nieuwe wereld die Jehovah ons heeft beloofd (2 Petr. 3:13). Niemand van ons wil dat speciale voorrecht mislopen. Om ons doel te bereiken, moeten we onze ogen op Jehovah gericht houden en altijd proberen zijn wil te doen (1 Joh. 2:17). Welke lessen kunnen we van Mozes’ fout leren?

LAAT JE NIET AFLEIDEN DOOR WAT ANDEREN DOEN

17. Wat zal je helpen je niet te laten meeslepen door frustratie?

17 Laat je niet meeslepen door frustratie. Zelfs als we steeds weer geconfronteerd worden met dezelfde problemen, moeten we ‘er nooit mee ophouden het goede te doen, want te zijner tijd zullen we oogsten als we het niet opgeven’ (Gal. 6:9; 2 Thess. 3:13). Als je te maken krijgt met frustrerende situaties of botsende persoonlijkheden, houd je dan je ‘lippen in bedwang’ en blijf je kalm? (Spr. 10:19; 17:27; Matth. 5:22) Als je door anderen wordt geprovoceerd, moet je leren ‘ruimte te laten voor de woede’. Wiens woede? Die van Jehovah. (Lees Romeinen 12:17-21.) Als je je ogen op Jehovah gericht houdt, geef je hem het respect dat hij verdient door ruimte te laten voor zijn woede en geduldig te wachten totdat hij in actie komt wanneer hij dat nodig vindt. Als je in plaats daarvan op de een of andere manier wraak neemt, zou dat neerkomen op een gebrek aan respect voor Jehovah.

18. Wat moeten we voor ogen houden als het gaat om nieuwe richtlijnen?

18 Volg de nieuwste richtlijnen goed op. Houd je je trouw aan de nieuwste richtlijnen die we van Jehovah krijgen? Dan zul je de dingen niet altijd blijven doen zoals je gewend was. In plaats daarvan zul je meteen elke nieuwe richtlijn opvolgen die Jehovah via zijn organisatie geeft (Hebr. 13:17). Maar bedenk ook: ‘Ga niet buiten de dingen die geschreven staan’ (1 Kor. 4:6). Op die manier houd je je ogen gericht op Jehovah.

Wat leren we van Mozes’ reactie op de fouten van anderen? (Zie alinea 19)

19. Hoe kunnen we voorkomen dat de fouten van anderen onze band met Jehovah beschadigen?

19 Laat niet toe dat de fouten van anderen je band met Jehovah beschadigen. Als je je figuurlijke ogen op Jehovah gericht hebt, zul je niet toelaten dat de daden van anderen je verbitterd maken of je band met hem beschadigen. Dat is vooral belangrijk als je net als Mozes een mate van verantwoordelijkheid hebt in Gods organisatie. Natuurlijk moeten we allemaal ‘met vrees en beven aan onze eigen redding blijven werken’ (Fil. 2:12). Maar bedenk dat Jehovah ons niet oordeelt naar één starre, onbuigzame norm. Hoe meer gezag we hebben, hoe meer we te verantwoorden hebben (Luk. 12:48). Maar als we echt van Jehovah houden, zal niets ons tot struikelen brengen of scheiden van zijn liefde (Ps. 119:165; Rom. 8:37-39).

20. Waartoe worden we aangemoedigd?

20 Laten we in deze moeilijke tijd steeds onze ogen opslaan naar degene ‘die in de hemel troont’, zodat we weten wat zijn wil is. Laat nooit toe dat de daden van anderen een negatieve uitwerking hebben op je band met Jehovah. Wat er met Mozes gebeurde laat zien hoe belangrijk dat is. Reageer niet te sterk op de onvolmaaktheden van personen in je omgeving, maar houd je ‘ogen gericht op Jehovah, onze God, totdat hij je gunst toont’ (Ps. 123:1, 2).

^ ¶8 Dit was een andere plek dan het Meriba bij Rafidim dat ook Massa werd genoemd. Maar beide plaatsen kregen de naam Meriba omdat de Israëlieten er ruzie hadden gemaakt. (Zie de kaart in Appendix B3 in de Nieuwewereldvertaling.)

^ ¶11 Professor John Beck zegt over dit verslag: ‘Volgens een Joodse traditie bekritiseerden de opstandelingen Mozes met de woorden: “Mozes kent de eigenschappen van deze rots! Als hij wil laten zien dat hij wonderen kan doen, dan moet hij voor ons water uit die andere rots laten komen.”’ Natuurlijk is dat alleen maar een traditie.

^ ¶12 Zie ‘Vragen van lezers’ in De Wachttoren van 15 oktober 1987.