1. Wat doen zusters voor de organisatie, en met welke uitdagingen krijgen velen te maken? (Zie cover.)

WAT zijn we blij met alle hardwerkende zusters in de gemeente! Ze hebben bijvoorbeeld een aandeel aan de vergaderingen en de velddienst. Sommige helpen mee met het onderhoud van de Koninkrijkszaal. En ze hebben persoonlijke aandacht voor hun broeders en zusters. Maar ze krijgen ook met uitdagingen te maken. Sommige moeten voor bejaarde ouders zorgen. Andere krijgen tegenstand van familieleden. En er zijn alleenstaande moeders die hard moeten werken om voor hun kinderen te zorgen.

2. Waarom moeten we zusters steunen?

² Waarom moeten we speciaal steun geven aan zusters? Omdat in de wereld vrouwen niet altijd worden behandeld met het respect dat ze verdienen. Bovendien moedigt de Bijbel ons aan ze te steunen. Paulus gaf de gemeente in Rome bijvoorbeeld de dringende raad Febe goed te ontvangen en haar ‘alle hulp die ze nodig heeft’ te geven (Rom. 16:1, 2). Als farizeeër was hij waarschijnlijk ondergedompeld in een cultuur waarin vrouwen als inferieur werden behandeld. Maar nu hij christen was, volgde hij Jezus na en behandelde hij vrouwen vriendelijk en respectvol (1 Kor. 11:1).

3. Hoe ging Jezus met vrouwen om, en hoe bezag hij vrouwen die Gods wil deden?

³ Jezus behandelde alle vrouwen met respect (Joh. 4:27). Hij had een andere kijk op ze dan de Joodse religieuze leiders in zijn tijd. Een Bijbels naslagwerk zegt: ‘Jezus’  woorden zijn nooit vrouwonvriendelijk of denigrerend.’ Maar Jezus had zelfs nog meer respect voor vrouwen die de wil van zijn Vader deden. Hij bezag ze als zussen en rekende ze net als mannen tot zijn geestelijke familie (Matth. 12:50).

4. Wat gaan we in dit artikel bespreken?

⁴ Jezus stond altijd klaar om zijn geestelijke zussen te helpen. Hij waardeerde ze en kwam voor ze op. Laten we eens kijken hoe we in navolging van Jezus rekening kunnen houden met onze zusters.

5. Waarom is het voor sommige zusters moeilijk goede omgang te hebben?

⁵ Wij allemaal, broeders en zusters, hebben behoefte aan goede omgang. Maar soms kan het voor zusters moeilijk zijn om aan die behoefte te voldoen. Dat blijkt wel uit wat sommigen zeggen. Een zuster die Jordan * heet vertelt: ‘Omdat ik niet getrouwd ben, voel ik me vaak niet thuis in de gemeente, alsof ik er niet echt bij hoor.’ Kristen, een pionierster die is verhuisd om haar dienst uit te breiden, zegt: ‘Als je nieuw bent in een gemeente, kun je je echt alleen voelen.’ Dat geldt natuurlijk ook voor sommige broeders. Wie in een religieus verdeeld gezin leeft, kan zich soms wat afgescheiden voelen van zijn vleselijke familie maar ook afgesloten van zijn geestelijke familie. Daarnaast kunnen degenen die aan huis gebonden zijn zich eenzaam voelen, net als degenen die voor zieke familieleden moeten zorgen. Annette zegt: ‘Ik moest altijd alle uitnodigingen afslaan omdat ik de mantelzorger voor mijn moeder was.’

6. Hoe hielp Jezus Martha en Maria, zoals blijkt uit Lukas 10:38-42?

⁶ Jezus bracht tijd door met zijn geestelijke zussen. Hij was een echte vriend voor ze. Neem zijn vriendschap met Maria en Martha, die blijkbaar allebei niet getrouwd waren. (Lees Lukas 10:38-42.) Het is duidelijk dat ze zich door wat Jezus zei en deed bij hem op hun gemak voelden. Maria zat graag als een leerling aan zijn voeten. * En Martha, geërgerd omdat Maria haar niet hielp, voelde zich vrij om Jezus te vertellen wat ze dacht. In die informele setting kon Jezus beide vrouwen geestelijk helpen. En hij toonde zijn zorg voor deze vrouwen en hun broer, Lazarus, door ze verschillende keren te bezoeken (Joh. 12:1-3). Het is dus niet zo vreemd dat Maria en Martha wisten dat ze Jezus om hulp konden vragen toen Lazarus ernstig ziek werd (Joh. 11:3, 5).

7. Hoe kun je je zusters aanmoedigen?

⁷ Voor sommige zusters zijn de vergaderingen de voornaamste gelegenheid voor omgang met broeders en zusters. Gebruik de vergaderingen dan ook om ze te verwelkomen, met ze te praten en ze te laten merken dat je om ze geeft. Jordan zegt: ‘Het betekent heel veel voor me als anderen m’n antwoorden opmerken, een afspraak met me maken voor de dienst of op een andere manier aandacht tonen.’ Laat je zusters weten dat ze belangrijk voor je zijn. ‘Als ik een vergadering mis,’ zegt Kia, ‘dan weet ik dat iemand me een berichtje zal sturen om te zien of alles oké  is. Daardoor weet ik dat de broeders en zusters om me geven.’

8. Op welke manieren kun je Jezus navolgen?

⁸ Net als Jezus kunnen we tijd met zusters doorbrengen. Misschien kun je ze uitnodigen voor een eenvoudige maaltijd of voor wat ontspanning. Het is goed om de gesprekken dan opbouwend te houden (Rom. 1:11, 12). Ouderlingen moeten dezelfde houding hebben als Jezus. Hij wist dat sommigen het niet makkelijk vinden alleen te zijn, maar hij liet duidelijk weten dat trouwen of kinderen krijgen niet essentieel is voor blijvend geluk (Luk. 11:27, 28). Echt gelukkig word je als je Jehovah’s dienst op de eerste plaats stelt (Matth. 19:12).

9. Wat kunnen ouderlingen doen om zusters te helpen?

⁹ Vooral ouderlingen moeten christelijke vrouwen behandelen als hun zussen en moeders (1 Tim. 5:1, 2). Ze doen er goed aan voor en na de vergaderingen tijd vrij te maken om met de zusters te praten. ‘Een ouderling zag dat ik het heel druk had en wilde weten hoe m’n schema eruitzag’, zegt Kristen. ‘Ik waardeerde z’n oprechte bezorgdheid.’ Als ouderlingen geregeld tijd vrijmaken om met hun geestelijke zussen te praten, laten ze zien dat ze om hen  geven. * Annette vertelt waarom het goed is vaak met de ouderlingen te praten: ‘Ik leer ze beter kennen en zij leren mij kennen. Als ik het dan moeilijk heb, vind ik het makkelijker ze om hulp te vragen.’

10. Waar worden onze zusters blij van?

¹⁰ Iedereen bloeit op als anderen zijn talenten erkennen en waardering uiten voor het werk dat hij doet. Dat geldt voor zowel mannen als vrouwen. Maar als je talenten en werk als vanzelfsprekend worden gezien, raak je ontmoedigd. Een alleenstaande pionierster die Abigail heet, geeft toe dat ze zich soms genegeerd voelt: ‘Ik word alleen maar gezien als de zus van of de dochter van. Soms voel ik me onzichtbaar.’ Pam is een ongehuwde zuster die na jaren zendingsdienst terug naar huis moest om voor haar ouders te zorgen. Ze is nu in de 70, maar ze pioniert nog steeds. Ze zegt: ‘Wat me het meest helpt, is als anderen me vertellen dat ze me waarderen.’

11. Hoe liet Jezus zien dat hij waardering had voor de vrouwen die in zijn bediening met hem meegingen?

¹¹ Jezus had waardering voor de hulp die hij kreeg van godvrezende vrouwen ‘die hun eigen middelen gebruikten om hen van dienst te zijn’ (Luk. 8:1-3). Hij gunde ze dat voorrecht en onderwees ze diepe geestelijke waarheden. Hij vertelde ze bijvoorbeeld dat hij zou sterven en zou worden opgewekt (Luk. 24:5-8). Hij bereidde niet alleen de apostelen maar ook deze vrouwen voor op de beproevingen die ze zouden meemaken (Mark. 9:30-32; 10:32-34). En hoewel de apostelen vluchtten toen Jezus werd gearresteerd, waren sommige vrouwen die hem hadden ondersteund bij hem toen hij aan de martelpaal stierf (Matth. 26:56; Mark. 15:40, 41).

12. Welk werk vertrouwde Jezus aan vrouwen toe?

¹² Jezus vertrouwde vrouwen belangrijk werk toe. Zo waren godvrezende vrouwen de eerste getuigen van zijn opstanding en vroeg hij hen om de apostelen te vertellen dat hij uit de dood was opgewekt (Matth. 28:5, 9, 10). Met Pinksteren 33 waren er misschien vrouwen bij toen de heilige geest werd uitgestort. In dat geval hebben die pas gezalfde zusters misschien ook het vermogen gekregen om vreemde talen te spreken en anderen over ‘de grote daden van God’ te vertellen (Hand. 1:14; 2:2-4, 11).

13. Wat doen zusters zoal, en hoe kun je waardering tonen voor wat ze doen?

¹³ Onze zusters verdienen een compliment voor alles wat ze in Jehovah’s dienst doen. Ze helpen bij bouw- en onderhoudsprojecten, ondersteunen anderstalige groepen en werken op Bethel. Daarnaast dienen ze als pionier en zendeling en helpen ze bij hulpacties na rampen en bij het vertalen van onze publicaties. Net als broeders gaan ze naar de Pioniersschool, de School voor Koninkrijkspredikers en Gilead. Ook staan veel vrouwen hun man bij zodat die een zware last kan dragen in de gemeente en de organisatie. Zonder de steun van hun vrouw zouden die verantwoordelijke broeders als ‘gaven in mensen’ nooit zo veel kunnen doen (Ef. 4:8). Kun jij manieren bedenken waarop je zusters kunt steunen in het werk dat ze doen?

14. Wat doen verstandige ouderlingen in het licht van de woorden in Psalm 68:11?

¹⁴ Verstandige ouderlingen beseffen dat zusters ‘een groot leger’ bereidwillige  werkers zijn en dat ze vaak de beste predikers van het goede nieuws zijn. (Lees Psalm 68:11.) Daarom doen de ouderlingen hun voordeel met de ervaring van de zusters. Abigail waardeert het als broeders haar vragen wat zij een goede manier vindt om een gesprek te beginnen met mensen in het gebied. Ze zegt: ‘Daardoor besef ik dat Jehovah een plaats voor me heeft in zijn organisatie.’ Ouderlingen erkennen ook dat trouwe, rijpe zusters een goede hulp kunnen zijn voor jonge zusters die problemen hebben (Tit. 2:3-5). Onze zusters verdienen absoluut onze liefde en waardering!

15. Wanneer hebben zusters iemand nodig die voor ze opkomt?

¹⁵ Soms hebben zusters iemand nodig die het voor ze opneemt als ze met een specifieke uitdaging te maken krijgen (Jes. 1:17). Zo heeft een weduwe of een gescheiden zuster misschien iemand nodig die haar woordvoerder is en haar helpt voor bepaalde taken te zorgen die haar man voorheen deed. Een oudere zuster heeft misschien hulp nodig als ze met artsen moet spreken. Een pionierster die met andere theocratische projecten meehelpt heeft misschien iemand nodig die voor haar opkomt als anderen kritiek op haar hebben omdat ze niet zo vaak in de dienst is als andere pioniers. Hoe kunnen we onze zusters nog meer helpen? Laten we opnieuw kijken naar het voorbeeld van Jezus.

16. Hoe kwam Jezus Maria te hulp, zoals blijkt uit Markus 14:3-9?

¹⁶ Jezus kwam meteen voor zijn geestelijke zussen op als ze verkeerd begrepen werden. Zo verdedigde hij Maria toen Martha kritiek op haar had (Luk. 10:38-42). En hij kwam een tweede keer voor Maria op toen anderen kritiek op haar hadden omdat ze vonden dat ze een verkeerde beslissing had genomen. (Lees Markus 14:3-9.) Jezus begreep wat Maria’s motieven waren en prees haar: ‘Ze heeft iets goeds voor mij gedaan. (...) Ze heeft gedaan wat ze kon.’ Hij profeteerde zelfs dat ‘overal in de wereld waar het goede nieuws wordt gepredikt’ over haar goede daad zou worden gesproken, zoals dat nu ook in dit artikel wordt gedaan. Wat is het bijzonder dat Jezus de wereldwijde prediking in verband bracht met de onzelfzuchtige daad van die vrouw! Zijn woorden moeten Maria echt hebben gesterkt nadat ze verkeerd beoordeeld was.

17. Geef een voorbeeld van wanneer het nodig is voor een zuster op te komen.

¹⁷ Kom jij voor je geestelijke zussen op als dat nodig is? Stel je het volgende scenario eens voor. Een paar verkondigers hebben gemerkt dat een zuster in een verdeeld gezin vaak te laat komt op de vergaderingen en meteen na afloop weer weggaat. Ze merken op dat ze zelden haar kinderen meeneemt. Ze hebben kritiek op haar omdat ze vinden dat ze een krachtiger standpunt moet innemen tegen haar ongelovige man. Maar de realiteit is dat de zuster doet wat ze kan. Ze is niet helemaal vrij om haar dag in te delen en ze heeft niet de beslissende stem over haar kinderen. Wat zou jij kunnen doen? Je kunt misschien het negatieve gepraat stoppen door de zuster te prijzen en anderen te vertellen wat ze goed doet.

18. Op welke andere manieren kun je je zusters helpen?

¹⁸ Je kunt je zusters laten zien hoeveel je om ze geeft door praktische hulp te bieden  (1 Joh. 3:18). Annette, de zuster die voor haar zieke moeder zorgde, zegt: ‘Sommige broeders en zusters kwamen bij me langs om de zorg even over te nemen of om voedsel te brengen. Dat gaf me het gevoel dat ze van me houden en dat ik een deel van de gemeente ben.’ Ook Jordan kreeg hulp. Een broeder gaf haar tips over het onderhoud van haar auto. Ze zegt: ‘Het is fijn om te weten dat m’n broeders en zusters m’n veiligheid belangrijk vinden.’

19. Op welke manieren kunnen ouderlingen zusters helpen?

¹⁹ Ook ouderlingen doen hun best de zusters te helpen. Ze weten dat Jehovah wil dat ze goed behandeld worden (Jak. 1:27). Daarom proberen ze net als Jezus redelijk te zijn. Ze maken geen regels wanneer het passender is uitzonderingen te maken (Matth. 15:22-28). Zusters voelen zich gesteund als ouderlingen het initiatief nemen ze te helpen. Toen Kia’s groepsopziener te weten kwam dat ze ging verhuizen, regelde hij meteen hulp voor haar. ‘Dat nam heel veel stress weg’, vertelt Kia. ‘Met hun opbouwende woorden en hun praktische hulp hebben de ouderlingen echt laten zien dat ik een belangrijk deel van de gemeente ben en dat ik niet alleen sta als ik in een moeilijke situatie kom.’

20-21. Hoe kun je laten zien dat je van al je zusters houdt?

²⁰ Als je rondkijkt in je gemeente, vind je heel wat voorbeelden van hardwerkende zusters die je steun verdienen. Jezus’ voorbeeld laat zien dat je ze kunt helpen door tijd met ze door te brengen en ze te leren kennen. Je kunt waardering tonen voor wat ze doen in Gods dienst. En je kunt voor ze opkomen als dat nodig is.

²¹ Aan het eind van zijn brief aan de Romeinen noemde Paulus negen christelijke vrouwen (Rom. 16:1, 3, 6, 12, 13, 15). Die vrouwen voelden zich ongetwijfeld opgebouwd toen ze zijn groeten en prijzende woorden hoorden. Ook wij moeten al onze zusters in de gemeente steunen. Zo laten we zien dat we van ze houden als deel van onze geestelijke familie.