1. Welk voorbeeld gaf Jezus zijn volgelingen, en hoe reageerden ze? (Zie cover.)

JEZUS had tijdens zijn dienst op aarde altijd een positieve instelling. Hij wil dat ook zijn volgelingen een positieve kijk op de dienst behouden (Joh. 4:35, 36). Toen Jezus nog op aarde was, waren zijn discipelen enthousiast over de prediking (Luk. 10:1, 5-11, 17). Maar toen Jezus was gearresteerd en gedood, zagen ze het even niet meer zitten (Joh. 16:32). Na zijn opstanding spoorde hij ze aan zich op de prediking te focussen. En na zijn hemelvaart predikten ze met zo veel ijver dat hun vijanden klaagden: ‘Jullie hebben Jeruzalem overspoeld met jullie leer’ (Hand. 5:28).

2. Hoe heeft Jehovah de prediking gezegend?

² Jezus gaf leiding aan het werk dat christenen in de eerste eeuw deden en Jehovah zegende ze met toename. Met Pinksteren 33 werden bijvoorbeeld ongeveer 3000 personen gedoopt (Hand. 2:41). En het aantal discipelen bleef sterk toenemen (Hand. 6:7). Toch voorspelde Jezus dat de prediking in de laatste dagen nog meer succes zou hebben (Joh. 14:12; Hand. 1:8).

3-4. Wat maakt de prediking voor velen lastig, en waar gaat dit artikel over?

³ We proberen allemaal een positieve kijk op de dienst te hebben. In sommige landen is dat heel makkelijk. Daar zijn namelijk zo veel mensen die Bijbelstudie willen dat sommigen op een wachtlijst komen tot er een Getuige  beschikbaar is. Maar in andere landen is de prediking een stuk lastiger voor verkondigers. De mensen zijn bijna nooit thuis en degenen die thuis zijn hebben geen belangstelling.

⁴ Als jij in een gebied woont waar de prediking een uitdaging is, heb je waarschijnlijk veel aan de suggesties in dit artikel. We zullen zien wat sommigen hebben gedaan om met meer mensen in contact te komen. En we gaan bekijken waarom je positief kunt zijn ongeacht de reactie van mensen.

5. Wat zijn voor veel Getuigen de uitdagingen?

⁵ Veel Getuigen vinden het steeds moeilijker mensen thuis te treffen. In sommige gebieden staan veel gesloten flats of zijn zelfs hele wijken afgesloten. Soms is er een portier of beveiliger die iedereen zonder uitnodiging van een specifieke huisbewoner de toegang weigert. Op andere plekken kunnen verkondigers wel van huis tot huis gaan maar is er bijna niemand thuis. Er zijn ook verkondigers die prediken in landelijke of afgelegen gebieden waar maar weinig mensen wonen. Ze moeten misschien grote afstanden afleggen om bij een huis te komen, om er dan achter te komen dat er niemand thuis is! Als je met dat soort uitdagingen te maken krijgt, geef dan de moed niet op. Wat kun je doen om productiever te zijn in je dienst?

6. Waarom zijn predikers te vergelijken met vissers?

⁶ Jezus vergeleek de prediking met het werk van een visser (Mark. 1:17). Soms vangen vissers dagenlang niets. Maar ze geven het niet op. Ze passen zich aan. Ze kiezen voor een andere tijd, locatie of methode. Dat soort veranderingen kunnen wij ook doorvoeren in onze dienst. Hier volgen een paar suggesties.

7. Wat kan het resultaat zijn als je op andere tijden predikt?

⁷ Probeer andere tijden uit. Je zult meer mensen bereiken als je predikt wanneer de kans groot is dat ze thuis zijn. Iedereen komt uiteindelijk een keer thuis! Veel broeders en zusters hebben gemerkt dat ze ’s middags of ’s avonds meer mensen thuis treffen. Bovendien zijn ze dan vaak relaxter en eerder bereid te praten. Of misschien kun je hetzelfde doen als een ouderling die David heet. Als hij met zijn partner in een gebied heeft gepredikt, gaan ze op een later tijdstip terug naar degenen die niet thuis waren. Hij zegt: ‘Het verbaast me hoeveel mensen thuis zijn als we de tweede keer aanbellen.’ *

8. Hoe kun je Prediker 11:6 toepassen op je dienst?

⁸ Geef het niet op. De thematekst herinnert ons aan de instelling die we moeten hebben. (Lees Prediker 11:6.) De eerder genoemde David gaf het niet op. Bij één huis trof hij na een aantal pogingen eindelijk iemand thuis. De man wilde graag over de Bijbel praten en zei: ‘Ik woon hier al een jaar of acht, maar ik heb in die tijd nog nooit een van Jehovah’s Getuigen aan de deur gehad.’ David zegt: ‘Ik heb gemerkt dat als je mensen uiteindelijk thuis treft, ze vaak wel willen luisteren naar onze boodschap.’

9. Hoe hebben sommige verkondigers mensen bereikt die vaak niet thuis zijn?

 ⁹ Probeer een andere locatie uit. Om mensen te bereiken die vaak niet thuis zijn, zijn sommige verkondigers op andere plekken gaan prediken. Straatwerk en het werken met de mobiele lectuurstands blijken goede methoden om mensen te bereiken die in grote gesloten flats wonen. Daardoor is er persoonlijk contact mogelijk met mensen die anders niet te bereiken zijn. Veel verkondigers hebben ook gemerkt dat mensen in parken, op markten en in zakenwijken eerder bereid zijn te praten of lectuur te aanvaarden. Floiran, een kringopziener in Bolivia, zegt: ‘We gaan tussen één en drie uur ’s middags naar markten en bedrijven omdat de verkopers het dan niet zo druk hebben. Meestal hebben we dan goede gesprekken en we kunnen zelfs Bijbelstudies beginnen.’

10. Welke methoden kun je gebruiken om mensen te bereiken?

¹⁰ Probeer een andere aanpak. Stel dat je al meerdere keren hebt geprobeerd iemand te bereiken. Je hebt op verschillende tijden aangebeld maar hem niet thuis getroffen. Wat zou je dan kunnen doen? Katarína zegt: ‘Ik schrijf een persoonlijke brief aan degenen die ik nooit thuis tref. Daarin zeg ik wat ik ze eigenlijk persoonlijk wilde vertellen.’ Waar het om gaat is dat je in je dienst op de een of andere manier iedereen in je gebied probeert te bereiken.

11. Waarom staat niet iedereen open voor onze boodschap?

¹¹ Niet iedereen staat open voor onze boodschap. Mensen vinden niet dat ze God of de Bijbel nodig hebben. Ze geloven niet in God omdat er zo veel lijden in de wereld is. Ze willen niets van de Bijbel weten omdat ze zien hoe hypocriet de religieuze leiders zijn die beweren naar dat boek te leven. Of ze zijn vooral bezig met hun werk, familie of persoonlijke problemen en zien niet in wat ze aan de Bijbel hebben. Hoe kun je je vreugde behouden als de mensen tot wie je predikt onze boodschap niet belangrijk vinden?

12. Wat zijn de voordelen als je Filippenzen 2:4 toepast?

¹² Toon persoonlijke belangstelling. Veel mensen die in eerste instantie geen interesse hadden, hebben later goed op het goede nieuws gereageerd toen ze het gevoel kregen dat een verkondiger echt aandacht voor ze had. (Lees Filippenzen 2:4.) De eerder genoemde David zegt: ‘Als iemand zegt dat hij geen interesse heeft, doe ik mijn bijbel of lectuur weg en zeg ik: “Ik ben benieuwd waarom u er zo over denkt.”’ Mensen voelen het als je aandacht voor ze hebt. Misschien vergeten ze wat je precies hebt gezegd, maar vaak blijft ze wel bij welk gevoel je ze hebt gegeven. Zelfs als een huisbewoner niet naar je wil luisteren, kun je met je houding en gezichtsuitdrukking laten zien dat je om hem geeft.

13. Hoe kun je je boodschap interessanter maken voor mensen?

¹³ Je kunt persoonlijke belangstelling tonen door je boodschap aan te passen aan wat de huisbewoner nodig heeft en bezighoudt. Kun je bijvoorbeeld zien dat er kinderen in het huis wonen? Misschien zijn de ouders geïnteresseerd in het Bijbelse advies over het opvoeden van kinderen of in praktische suggesties voor een gelukkiger gezinsleven. Zie je meerdere sloten op een deur? Dan zou je iets kunnen zeggen over de misdaad en angst in de wereld. Misschien wil de huisbewoner wel weten wat de permanente oplossing is voor alle misdaad. Probeer in elk geval mensen te laten zien wat ze aan het advies uit de Bijbel hebben. De eerder genoemde Katarína zegt: ‘Ik denk eraan hoe de waarheid  mijn leven heeft verbeterd.’ Daardoor kan Katarína met overtuiging spreken, en ongetwijfeld merken de mensen dat.

14. Hoe kunnen partners in de dienst elkaar helpen, in lijn met Spreuken 27:17?

¹⁴ Schakel de hulp van anderen in. In de eerste eeuw leerde Paulus zijn werkwijze in de prediking aan Timotheüs, die er op zijn beurt weer anderen mee kon helpen (1 Kor. 4:17). Net als Timotheüs kun jij je voordeel doen met de ervaring van anderen in de gemeente. (Lees Spreuken 27:17.) Neem het voorbeeld van Shawn, een broeder die een tijd heeft gepionierd in een landelijk gebied waar de meeste mensen tevreden waren met hun eigen geloof. Hoe behield hij zijn vreugde? ‘Als het kon, werkte ik met een partner samen’, vertelt hij. ‘We gebruikten de reistijd tussen twee huizen om elkaar te helpen betere predikers te worden. We hadden het bijvoorbeeld over hoe het vorige gesprek was gegaan en hoe we dezelfde situatie nog beter konden aanpakken.’

15. Waarom is gebed zo belangrijk voor je dienst?

¹⁵ Vraag Jehovah in gebed om hulp. Doe dat elke keer dat je in de dienst gaat. Niemand van ons zou ook maar iets bereiken zonder de hulp van Jehovah’s machtige heilige geest (Ps. 127:1; Luk. 11:13). Wees specifiek als je Jehovah om hulp vraagt. Vraag hem bijvoorbeeld of hij je wil leiden naar iemand die de goede instelling heeft en wil luisteren. Handel vervolgens naar je gebed door te prediken tot iedereen die je treft.

16. Waarom is persoonlijke studie belangrijk voor je dienst?

¹⁶ Ruim tijd in voor persoonlijke studie. In Gods Woord staat: ‘Ga na wat de goede en aanvaardbare en volmaakte wil van God is’ (Rom. 12:2). Hoe meer je zelf overtuigd bent dat je de waarheid over God kent, hoe meer je met overtuiging kunt spreken in de dienst. Katarína vertelt: ‘Een tijdje geleden ging ik beseffen dat ik m’n geloof in bepaalde basisleerstellingen moest versterken. Dus toen heb ik een grondige studie gemaakt van de bewijzen dat er een Schepper is, dat de Bijbel echt Gods Woord is en dat God in deze tijd een organisatie heeft.’ Katarína zegt dat ze door haar persoonlijke studie nu een sterker geloof heeft en meer vreugde in de dienst.

17. Waarom bleef Jezus positief in de dienst?

¹⁷ Jezus bleef altijd positief en ging door met prediken ook al wilden velen niet luisteren. Waarom? Omdat hij wist dat mensen de waarheid moesten weten en hij zo veel mogelijk mensen een kans wilde geven om zijn boodschap over het Koninkrijk te accepteren. Hij wist ook dat mensen die in eerste instantie geen interesse hadden later toch zouden luisteren. Ga maar na wat er in zijn eigen familie gebeurde. Tijdens de drieënhalf jaar dat hij predikte werd geen van zijn broers een discipel (Joh. 7:5). Maar na zijn opstanding werden ze christenen (Hand. 1:14).

18. Waarom gaan we door met prediken?

¹⁸ We weten niet wie uiteindelijk een aanbidder van Jehovah zal worden. De een reageert eerder op onze boodschap dan de ander. Zelfs de mensen die niet  naar ons willen luisteren, zien ons goede gedrag en onze positieve houding, en misschien gaan ze uiteindelijk ‘God eren’ (1 Petr. 2:12).

19. Wat moeten we volgens 1 Korinthiërs 3:6, 7 in gedachte houden?

¹⁹ Terwijl we planten en begieten, moeten we in gedachte houden dat ook God een rol speelt. (Lees 1 Korinthiërs 3:6, 7.) Getahun, een broeder die in Ethiopië dient, zegt: ‘Meer dan 20 jaar lang was ik de enige Getuige in een gebied dat zelden werd bewerkt. Maar nu zijn er 14 verkondigers. Dertien van hen zijn gedoopt, onder wie mijn vrouw en drie kinderen. Er zijn gemiddeld 32 aanwezigen op de vergadering.’ Getahun is blij dat hij is blijven prediken terwijl hij geduldig wachtte totdat Jehovah oprechte mensen tot zijn organisatie trok (Joh. 6:44).

20. In welk opzicht zijn we als reddingswerkers?

²⁰ Voor Jehovah is elk mensenleven kostbaar. Hij geeft ons het voorrecht met zijn Zoon samen te werken bij het verzamelen van mensen uit alle volken voordat het einde komt (Hag. 2:7). Onze prediking is te vergelijken met een reddingsactie. Wij zijn als de leden van een reddingsploeg die mensen moeten bevrijden uit een mijn. Hoewel misschien maar een paar reddingswerkers iemand vinden, doen ze allemaal belangrijk werk. Hetzelfde geldt voor onze dienst. We weten niet hoeveel mensen er nog gered worden uit Satans wereld. Maar Jehovah kan elk van ons gebruiken om ze te helpen. Andreas, die in Bolivia woont, zegt: ‘Als iemand de waarheid leert kennen en gedoopt wordt, bezie ik dat als het resultaat van teamwerk.’ Behoud dezelfde positieve kijk op je dienst. Dan zal Jehovah je zegenen en zul je in de dienst veel vreugde hebben.