1. Welk nuttige doel kun je nastreven als je op leeftijd bent?

ALS je op leeftijd bent, kun je bang zijn dat je voor Jehovah niet meer zo bruikbaar bent als voorheen. Maar ook al heb je minder energie dan vroeger, je kunt met je wijsheid en ervaring jonge personen helpen het beste uit zichzelf te halen en nieuwe verantwoordelijkheden op zich te nemen. Een ervaren ouderling zei: ‘Toen ik begon te voelen dat ik ouder werd, was ik dankbaar dat er bekwame jonge broeders waren die het werk konden doen.’

2. Wat gaan we in dit artikel bespreken?

² Het vorige artikel liet uitkomen hoe jonge broeders en zusters kunnen profiteren van vriendschap met ouderen. In dit artikel zullen we bekijken hoe nederigheid, bescheidenheid, dankbaarheid en vrijgevigheid ouderen kunnen helpen met jongere verkondigers samen te werken tot zegen van de hele gemeente.

3. Waar is nederigheid in Filippenzen 2:3, 4 aan gelinkt, en welke invloed heeft dat op een christen?

³ Ouderen moeten nederig zijn om jonge verkondigers te kunnen helpen. Als je nederig bent, bezie je anderen als superieur aan jezelf. (Lees Filippenzen 2:3, 4.) Ouderen die nederig zijn, beseffen dat er in veel gevallen meer dan één Bijbelse en effectieve manier is om een taak uit te voeren. Dat geeft ze een realistische kijk op hoe ze het in het verleden zelf deden (Pred. 7:10). Hoewel ze  hun waardevolle ervaring met de nieuwe generatie kunnen delen, weten ze ook dat ‘het toneel van deze wereld aan het veranderen is’ en dat het soms nodig is zich aan nieuwe omstandigheden aan te passen (1 Kor. 7:31).

4. Hoe laat de houding van kringopzieners zich vergelijken met die van de Levieten?

⁴ Nederige personen beseffen dat als ze ouder worden, ze niet meer zo veel kunnen doen als voorheen. Neem de kringopzieners, die een andere toewijzing krijgen zodra ze 70 worden. Dat kan best moeilijk zijn. Ze vonden het altijd fijn hun broeders en zusters te mogen dienen. Ze hielden echt van hun toewijzing, en in hun hart willen ze dat werk nog even graag doen. Maar ze begrijpen dat jongere handen het werk moeten overnemen. Ze laten zien dat ze net zo’n houding hebben als de Levieten in Israël, die op 50-jarige leeftijd met hun dienst bij de tabernakel moesten stoppen. De vreugde van die oudere Levieten was niet afhankelijk van een specifiek voorrecht. Ze deden ijverig wat ze nog konden en hielpen de jongere Levieten (Num. 8:25, 26). Hoewel een voormalige kringopziener niet meer alle gemeenten in een kring van dienst kan zijn, is hij echt een zegen voor de gemeente waaraan hij is toegewezen.

5. Wat kun je leren van het voorbeeld van Dan en Katie?

 ⁵ Dan is 23 jaar kringopziener geweest. Toen hij 70 werd, kregen hij en zijn vrouw, Katie, een toewijzing als speciale pionier. Hoe hebben ze zich aangepast aan hun nieuwe omstandigheden? Dan zegt dat hij het nu drukker heeft dan ooit! Hij heeft zijn verantwoordelijkheden in de gemeente, leidt broeders op om als dienaar te mogen dienen en geeft anderen opleiding om getuigenis te geven in grote steden en in gevangenissen. Als je al wat ouder bent, kun je veel doen om anderen te helpen, of je nu in de volletijddienst bent of niet. Leer het beste te maken van je veranderde omstandigheden, stel nieuwe doelen en focus op wat je nog wel kunt doen in plaats van wat je niet meer kunt doen.

6. Waarom is het wijs bescheiden te zijn? Illustreer.

⁶ Als je bescheiden bent, besef je wat je beperkingen zijn (Spr. 11:2). Bescheidenheid maakt dat je niet méér van jezelf verwacht dan je aankunt. Daardoor zul je gelukkig en productief blijven. Je zou het kunnen vergelijken met iemand die in een auto bergop rijdt. Hij zal moeten terugschakelen wil hij omhoog komen. Het gaat misschien wat langzamer, maar hij blijft tenminste vooruitgaan. Zo is het ook met iemand die bescheiden is. Hij weet wanneer het tijd is om ‘terug te schakelen’ zodat hij vooruit kan blijven gaan in Jehovah’s dienst (Fil. 4:5).

7. Waaruit blijkt dat Barzillai bescheiden was?

⁷ Barzillai was 80 toen David hem vroeg lid te worden van zijn hofhouding. Bescheiden sloeg hij dat aanbod van de koning af. Omdat hij besefte dat hij door zijn leeftijd niet meer zo veel kon, stelde hij voor dat Kimham zijn plaats innam (2 Sam. 19:35-37). In navolging van Barzillai geven oudere broeders jonge mannen graag de gelegenheid het werk over te nemen.

8. Hoe liet David met de bouw van de tempel zien dat hij bescheiden was?

⁸ Ook koning David gaf een mooi voorbeeld van bescheidenheid. Wat wilde hij graag een huis bouwen voor Jehovah! Maar toen Jehovah hem liet weten dat dat voorrecht naar de jonge Salomo zou gaan, legde hij zich bij dat besluit neer en gaf hij zijn volledige steun aan het project (1 Kron. 17:4; 22:5). Hij dacht niet dat hij de taak veel beter zou aankunnen omdat Salomo nog ‘jong en onervaren’ was (1 Kron. 29:1). Of het project zou slagen, hing af van Jehovah’s zegen en niet van de leeftijd of ervaring van de leidinggevenden. En dat wist David. Ouderen in deze tijd blijven net als David actief, ook al verandert hun rol. En ze weten dat Jehovah zijn zegen zal geven aan de jonge broeders en zusters die het werk doen dat zij ooit deden.

9. Hoe liet een bijkantoorcomitélid zien dat hij bescheiden was?

⁹ Een recenter voorbeeld van bescheidenheid is Shigeo, een broeder die in 1976 op zijn 30ste lid van een bijkantoorcomité werd en in 2004 als de coördinator ervan werd aangesteld. Later ging hij beseffen dat hij het fysiek niet meer aankon zijn werk prompt af te handelen. Gebedsvol dacht hij na over de voordelen die het zou hebben als een jongere broeder de verantwoordelijkheden zou  overnemen. Hoewel hij geen coördinator meer is, dient hij nog wel als comitélid. Het voorbeeld van Barzillai, koning David en Shigeo leert ons een mooie les: wie nederig en bescheiden is, focust zich bij jonge mensen niet op hun gebrek aan ervaring maar op hun sterke punten. Hij ziet ze niet als rivalen maar als collega’s (Spr. 20:29).

10. Welke houding hebben ouderen als het gaat om de jonge verkondigers in de gemeente?

¹⁰ Ouderen bezien jonge broeders en zusters als gaven van Jehovah en zijn dankbaar voor wat ze doen. Terwijl hun energie afneemt, zijn ze dankbaar dat er jonge personen zijn die hun kracht willen en kunnen gebruiken om het gat op te vullen en de gemeente te dienen.

11. Hoe laat Ruth 4:13-16 uitkomen dat het voor ouderen goed is de hulp van jonge personen te accepteren?

¹¹ De Bijbelse Naomi is een goed voorbeeld van een oudere die dankbaar de hulp van een jonger persoon accepteerde. Na de dood van haar zoon drong ze er bij haar schoondochter Ruth op aan terug te gaan naar haar familie. Maar toen Ruth erop stond met haar mee te gaan naar Bethlehem, accepteerde ze haar loyale hulp (Ruth 1:7, 8, 18). Wat was dat een zegen voor beide vrouwen! (Lees Ruth 4:13-16.) Nederigheid zal ouderen ertoe aanzetten het voorbeeld van Naomi te volgen.

12. Waar uitte Paulus zijn waardering voor?

¹² Paulus was dankbaar voor de hulp die hij kreeg. Hij bedankte bijvoorbeeld de christenen in Filippi voor de gift die  ze hadden gestuurd (Fil. 4:16). Hij uitte zijn waardering voor de hulp die Timotheüs hem had gegeven (Fil. 2:19-22). En hij dankte God voor de personen die waren gekomen om hem aan te moedigen toen hij als gevangene naar Rome werd gebracht (Hand. 28:15). Paulus was een man met een dynamische persoonlijkheid die duizenden kilometers had gereisd om te prediken en de gemeenten aan te moedigen. Toch was hij niet te trots om de steun van zijn broeders en zusters te accepteren.

13. Hoe kunnen ouderen hun waardering voor jonge verkondigers tonen?

¹³ Als je al wat ouder bent, kun je op veel manieren laten zien hoeveel waardering je hebt voor de jongere verkondigers in je gemeente. Aanvaard dankbaar hun hulp als ze bijvoorbeeld vervoer aanbieden of boodschappen voor je willen doen. Bedenk dat hun hulp een uiting is van Jehovah’s liefde. Misschien worden degenen die je helpen zelfs je goede vrienden. Heb altijd aandacht voor hun geestelijke groei en vertel ze hoe blij je bent te zien dat jonge mensen zich beschikbaar stellen om meer te doen in de gemeente. Wees bereid tijd met ze door te brengen en te vertellen wat je in je leven allemaal hebt meegemaakt. Zo kun je Jehovah ‘laten zien dat je dankbaar bent’ voor de jonge mensen die hij tot zijn gemeente heeft getrokken (Kol. 3:15; Joh. 6:44; 1 Thess. 5:18).

14. Waaruit blijkt dat David vrijgevig was?

¹⁴ David had nog een eigenschap die belangrijk is voor ouderen: vrijgevigheid. Hij gaf van zijn eigen bezittingen een behoorlijke bijdrage voor de bouw van de tempel (1 Kron. 22:11-16; 29:3, 4). En dat terwijl de eer voor het project voornamelijk naar zijn zoon Salomo zou gaan. Als je niet meer de fysieke kracht hebt om met theocratische bouwprojecten mee te helpen, kun je ze waar mogelijk nog wel steunen met je bijdragen. En je kunt jongere broeders en zusters misschien helpen met de ervaring die je in de loop van de jaren hebt opgedaan.

15. Welke waardevolle gave deelde Paulus met Timotheüs?

¹⁵ Ook Paulus was royaal met wat hij gaf. Toen hij Timotheüs meevroeg op zijn zendingsreizen, deelde hij graag zijn werkwijze in de prediking met hem. Dankzij die opleiding werd Timotheüs een effectieve prediker en onderwijzer. En Timotheüs gebruikte de werkwijze van Paulus dan weer om anderen op te leiden (Hand. 16:1-3; 1 Kor. 4:17).

16. Waarom heeft Shigeo anderen opgeleid?

¹⁶ Oudere broeders in deze tijd zijn niet bang dat ze niet meer bruikbaar zullen zijn als ze anderen opleiden voor het werk dat zij altijd in de gemeente deden. Zo heeft de eerder genoemde Shigeo in de loop van de tijd praktische opleiding gegeven aan jongere leden van het bijkantoorcomité. Dat deed hij met het oog op het Koninkrijkswerk in het land waar hij dient. En daardoor was er te zijner tijd een goed opgeleide broeder beschikbaar om hem als coördinator te vervangen. Ook nu nog deelt Shigeo zijn ruim 45 jaar aan ervaring in het bijkantoorcomité met jongere broeders. Wat zijn zulke personen een zegen voor Gods volk!

17. Wat kunnen ouderen aan anderen geven? (Lukas 6:38)

 ¹⁷ Oudere broeders en zusters vormen het levende bewijs dat trouwe, loyale dienst voor Jehovah de beste manier van leven is. Als oudere laat je met je voorbeeld zien dat het de moeite waard is Bijbelse principes in je leven toe te passen. Je weet uit ervaring hoe de dingen vroeger werden gedaan, maar je begrijpt ook hoe belangrijk het is je aan veranderende omstandigheden aan te passen. Ook als je een oudere bent die nog maar pas gedoopt is, kun je anderen veel geven. Je kunt ze bijvoorbeeld vertellen hoe gelukkig je bent dat je Jehovah later in je leven nog hebt leren kennen. Jongere verkondigers zullen blij zijn te horen wat je hebt meegemaakt en welke lessen je hebt geleerd. Als je uit je voorraadschuur van ervaring ‘blijft geven’ aan anderen, zal Jehovah je rijk zegenen. (Lees Lukas 6:38.)

18. Hoe kunnen jong en oud elkaar helpen?

¹⁸ Als jullie, lieve ouderen, dichter naar jongere broeders en zusters toe groeien, zullen jullie elkaar kunnen steunen (Rom. 1:12). Elk van beide groepen heeft iets nuttigs dat de andere niet heeft. Ouderen hebben de wijsheid en ervaring die met de jaren komt. Jongere personen hebben energie en kracht. Wanneer jong en oud als vrienden samenwerken, is dat tot eer van onze liefdevolle hemelse Vader en tot voordeel van iedereen in de gemeente.