In die tijd ontwikkelde Jezus de eigenschappen die hem tot een goede medewerker maakten van degenen met wie hij op aarde omging. Het is goed je te verdiepen in zijn voorbeeld. Je zult dan drie principes ontdekken die je kunnen helpen een goede collega te zijn. Ze zullen je in staat stellen nog beter in eenheid met je broeders en zusters samen te werken.

Een goede collega is nederig. Hij waardeert zijn collega’s en loopt niet te koop met wat hij kan. Jezus leerde zo’n nederige aanpak van zijn Vader. Hoewel alleen Jehovah het waard is Schepper te worden genoemd, richtte hij de aandacht op de rol die zijn Zoon en medewerker speelde. Dat blijkt wel uit zijn woorden: ‘Laten wij de mens maken naar ons beeld’ (Gen. 1:26). Ongetwijfeld had Jezus waardering voor die nederigheid van Jehovah (Ps. 18:35).

Op aarde liet Jezus zien dat ook hij nederig was. Als hij complimenten kreeg voor wat hij deed, gaf hij de eer aan degene die het toekomt (Mark. 10:17, 18; Joh. 7:15, 16). Jezus deed moeite om de vrede te bewaren met zijn discipelen en bezag ze als vrienden in plaats van slaven (Joh. 15:15). Hij waste zelfs hun voeten om ze een les in nederigheid te leren (Joh. 13:5, 12-14). Probeer net als hij waardering te tonen voor degenen met wie je samenwerkt. Stel niet je eigen  belangen boven die van hen. We kunnen veel meer bereiken als we ‘elkaar eren’ en ons niet druk maken om wie erkenning krijgt (Rom. 12:10).

Wie nederig is begrijpt dat er ‘met veel raadgevers iets tot stand komt’ (Spr. 15:22). Hoeveel ervaring je ook hebt of wat je capaciteiten ook zijn, bedenk dat niemand alles weet. Zelfs Jezus erkende dat er dingen waren die hij niet wist (Matth. 24:36). Hij was geïnteresseerd in wat zijn onvolmaakte discipelen wisten of dachten (Matth. 16:13-16). Geen wonder dat anderen zich bij hem op hun gemak voelden. Wees dus nederig en bedenk dat je niet alles weet. Luister naar de ideeën van anderen. Op die manier bevorder je de vrede en breng je samen met anderen ‘iets tot stand’.

Het is vooral belangrijk dat ouderlingen Jezus navolgen als ze samenwerken. Ze moeten in gedachte houden dat de heilige geest kan inwerken op elke ouderling in het lichaam. Als er op ouderlingenvergaderingen een sfeer is waarin iedereen zich vrij voelt iets bij te dragen, zullen ze samen tot beslissingen komen die goed zijn voor de hele gemeente.

Een goede collega is redelijk als hij met anderen samenwerkt. Hij is flexibel en inschikkelijk. Jezus heeft vaak kunnen zien hoe redelijk zijn Vader is. Jehovah stuurde hem bijvoorbeeld om de mensen te verlossen van de doodstraf die ze verdienden (Joh. 3:16).

Jezus was waar nodig en waar mogelijk inschikkelijk. Denk maar aan de Fenicische vrouw die hij hielp ook al was hij alleen naar het huis van Israël gestuurd (Matth. 15:22-28). Hij was ook redelijk in wat hij van zijn discipelen verwachtte. Toen zijn goede vriend Petrus openlijk zei dat hij hem niet kende, was Jezus bereid hem te vergeven. Later gaf hij hem grote verantwoordelijkheden (Luk. 22:32; Joh. 21:17; Hand. 2:14; 8:14-17; 10:44, 45). Zoals Jezus’ voorbeeld duidelijk laat zien, moet je ‘je redelijkheid bij alle mensen bekend laten worden’ door inschikkelijk te zijn (Fil. 4:5).

Redelijkheid zal je ook motiveren flexibel te zijn zodat je met allerlei mensen eensgezind kunt samenwerken. Jezus ging zo goed met anderen om dat zijn jaloerse vijanden  hem bestempelden als ‘een vriend van belastinginners en zondaars’. Dat waren mensen die goed op zijn boodschap reageerden (Matth. 11:19). Kun jij net als Jezus goed samenwerken met personen die anders zijn? Louis, een broeder die in de kringdienst en op Bethel heeft samengewerkt met personen van allerlei achtergronden, vertelt: ‘Elke groep personen met wie ik samenwerkte, vergeleek ik met een muur die is opgebouwd uit stenen in alle vormen en maten. Door sommige stenen een andere plek te geven, krijg je uiteindelijk een rechte muur. Ik heb ook zelf geprobeerd me aan te passen zodat ik kon bijdragen aan de rechte muur.’ Wat een goede instelling!

Hoe kun je in je eigen gemeente laten zien dat je redelijk bent? Denk eens aan de samenwerking in je velddienstgroep. De verkondigers zitten misschien in heel andere gezinsomstandigheden of hebben een andere leeftijd dan jij. Je kunt proberen flexibel te zijn door je tempo of stijl aan te passen zodat je ze kunt helpen meer vreugde uit de dienst te halen.

Een goede collega is ‘bereid om te delen’ (1 Tim. 6:18). Jezus moet tijdens de samenwerking met zijn Vader hebben gemerkt dat Jehovah nooit gesloten was of geheimzinnig deed. Toen Jehovah ‘de hemel maakte’, was Jezus erbij om van hem te leren (Spr. 8:27). Later deelde Jezus wat hij van zijn Vader had gehoord graag met zijn discipelen (Joh. 15:15). Je kunt dat voorbeeld volgen door je kennis en ervaring met je broeders en zusters te delen. Een goede collega houdt geen nuttige of essentiële informatie achter omdat hij bang is de controle te verliezen. Hij deelt juist graag met anderen wat hij allemaal heeft geleerd.

Je kunt ook opbouwende gedachten met anderen delen. Geeft het jou geen goed gevoel als iemand ziet wat je doet en oprecht dankjewel zegt? Jezus nam de tijd om anderen te vertellen welke goede dingen hij in hen had gezien. (Vergelijk Mattheüs 25:19-23 en Lukas 10:17-20.) Hij zei zelfs tegen ze dat ze ‘nog grotere dingen zouden doen’ dan hij (Joh. 14:12). Op de avond voor zijn dood gaf hij zijn trouwe apostelen het mooie compliment: ‘Jullie zijn degenen die tijdens mijn beproevingen steeds bij me zijn gebleven’ (Luk. 22:28). Denk je eens in wat die woorden met ze deed! Het zal ze echt hebben gemotiveerd. Als jij ook de tijd neemt om je collega’s te prijzen, zul je ze gelukkig maken en worden ze waarschijnlijk productiever.

‘Een goede collega hoeft niet volmaakt te zijn’, zegt een broeder die Kayode heet. ‘Hij straalt vreugde uit en maakt het werk prettiger voor de mensen om hem heen.’ Ben jij zo’n collega voor je broeders en zusters? Je zou bij sommigen van hen kunnen polsen wat ze in dit opzicht van je vinden. Als ze graag met je samenwerken zoals de discipelen graag met Jezus samenwerkten, kun je net als Paulus zeggen: ‘We zijn medewerkers voor jullie vreugde’ (2 Kor. 1:24).