Lees Genesis 37:23-28 en 39:17-23 om erachter te komen welk onrecht Jozef meemaakte.

Analyseer de context. Wat leidde tot het onrecht dat Jozef meemaakte? (Gen. 37:3-11; 39:1, 6-10) Hoelang moest Jozef onrecht ondergaan? (Gen. 37:2; 41:46) Wat deed Jehovah in die tijd voor Jozef en wat deed hij niet? (Gen. 39:2, 21; w23.01 17 ¶13)

Graaf dieper. In de Bijbel staat niet dat Jozef zich tegen de valse beschuldiging van Potifars vrouw verdedigde. Hoe helpen de volgende Bijbelteksten je te begrijpen waarom Jozef er misschien voor koos te zwijgen en waarom je niet hoeft te verwachten dat alle details in de Bijbel staan? (Spr. 20:2; Joh. 21:25; Hand. 21:37) Welke eigenschappen hebben Jozef misschien geholpen onrecht te verduren? (Micha 7:7; Luk. 14:11; Jak. 1:2, 3)

Ontdek welke lessen erin zitten. Vraag je af:

• Welk onrecht kan ik verwachten mee te maken als discipel van Jezus? (Luk. 21:12, 16, 17; Hebr. 10:33, 34)

• Wat kan ik als voorbereiding doen om goed met onrecht om te gaan? (Ps. 62:7, 8; 105:17-19; w19.07 2-7)