Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

TERUGBLIK OP HET AFGELOPEN JAAR

Animatiefilmpjes raken hun hart

Animatiefilmpjes raken hun hart

David, het jongetje in de filmpjesserie op jw.org Word Jehovah’s vriend, is nu overal op de wereld bekend. Het eerste filmpje over dit aardige kereltje is al in meer dan 130 talen vertaald en er zijn honderden brieven ontvangen over deze serie.

De volgende brief kwam van een elfjarig meisje en haar zusje van acht: „We willen een bijdrage geven voor het wereldwijde predikingswerk. We hebben dit geld verdiend met het grootbrengen van twee mestkalveren, die we verkocht hebben. Ze heetten Big Red en Earl. We wilden u dit geld geven omdat we dachten dat u het zou kunnen gebruiken om meer Word Jehovah’s vriend-filmpjes te maken. We dachten dat het cool zou zijn als David nog een zusje zou krijgen en er moeite mee had dat zij nu alle aandacht kreeg. De film over David is onze lievelingsfilm!”

Veel kinderen hebben het hele filmpje van buiten geleerd, ook het lied en zelfs de opmerkingen van de verteller. Een zuster schreef dat er in haar gemeente van honderd verkondigers veertig kinderen zitten, van wie de meeste onder de tien zijn. Ze zat op de derde rij toen lied 120 aan het eind van een vergadering werd gezongen. De tranen sprongen haar in de ogen toen ze alle kinderen zo enthousiast „hun lied” hoorde zingen.

Een oma vertelde dat toen haar kleindochter het filmpje twee keer had gezien, ze aankondigde: „Ik moet mijn kamer opruimen; dan valt er niemand over mijn speelgoed en doen ze zich geen pijn.” Ze was zo vol van haar taak dat ze erop stond haar kamer op te ruimen voordat ze ging zitten om te eten.

In een dorp in Zuid-Afrika was het bij het huis van Getuigen elke dag een komen en gaan van heel wat kinderen. Sommige mensen dachten dat het kwam doordat het gezin snoepgoed verkocht. Maar de dorpskinderen waren door andere kinderen uitgenodigd om naar Luister en maak Jehovah blij te komen kijken in hun taal: Xhosa. Op een keer waren er wel elf kinderen, en ze hadden allemaal de woorden van het lied uit hun hoofd geleerd.

In Ecuador spaarden de achtjarige Isaac en zijn vijfjarige broertje Saul, twee Quichuasprekende jongens die niet uit een Getuigengezin komen, altijd hun dagelijkse snoepgeld om er speelgoedgeweren en -zwaarden en actiefiguren van te kopen. Op een dag vroeg hun moeder ze hun kamer op te ruimen en al hun speelgoed in een doos onder het bed te doen. Later kregen de jongens de nieuwe Word Jehovah’s vriend-dvd cadeau en ze keken er samen naar. Toen de moeder een week later het huis schoonmaakte, zag ze dat de doos onder het bed leeg was op een speelgoedautootje na. Ze vroeg de jongens: „Waar is het speelgoed?”, waarop ze antwoordden: „Jehovah houdt niet van dat speelgoed, dus we hebben het in de vuilnisbak gegooid.” Als andere kinderen uit de buurt nu met speelgoedwapens spelen, zegt Isaac: „Daar moet je niet mee spelen. Dat vindt Jehovah niet goed!”

Kroatië: Koninkrijksliederen raken het hart van onze kinderen