Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

TERUGBLIK OP HET AFGELOPEN JAAR

Juridisch verslag

Juridisch verslag

De apostel Paulus deed christenen het dringende verzoek: „Denkt aan hen die in gevangenisboeien zijn, als waart gij met hen geboeid” (Hebr. 13:3). Als aanbidders van Jehovah blijven we aan onze trouwe broeders en zusters denken en bidden we ten behoeve van „allen die een hoge positie bekleden, opdat wij een kalm en rustig leven mogen blijven leiden met volledige godvruchtige toewijding en ernst” (1 Tim. 2:1, 2; Ef. 6:18).

Hier volgen enkele juridische kwesties waarmee Jehovah’s Getuigen het afgelopen jaar te maken hebben gehad:

Onze broeders en zusters in Rusland blijven ’zonder ophouden onderwijzen en het goede nieuws bekendmaken’, ondanks een aanhoudende campagne van de Russisch-orthodoxe kerk en sommige regeringsfunctionarissen om onze activiteit een halt toe te roepen (Hand. 5:42). De Russische autoriteiten volharden in een verkeerde toepassing van een vage wet tegen het extremisme die oorspronkelijk werd ingevoerd om het terrorisme te bestrijden en die nu op onze publicaties en onze broeders en zusters wordt toegepast. Als gevolg daarvan hebben Russische rechtbanken verklaard dat zo’n zeventig van onze publicaties ’extremistische’ uitdrukkingen bevatten, en regeringsfunctionarissen hebben deze publicaties op een nationale lijst van verboden extremistische lectuur gezet. Op grond van dit zogenaamde gevaar doen sommige plaatselijke autoriteiten invallen in Koninkrijkszalen en in de huizen van onze broeders en zusters om de publicaties te zoeken. De politie arresteert veel Getuigen die in de velddienst zijn, maakt foto’s en vingerafdrukken, en doet vaak pogingen om hen te intimideren als ze op het politiebureau worden vastgehouden.

Begin mei 2013 stonden zestien broeders en zusters in de stad Taganrog terecht wegens het organiseren en bijwonen van christelijke vergaderingen en deelname eraan, en wegens hun prediking. Dit is de eerste keer sinds de val van de Sovjet-Unie dat Getuigen van criminaliteit beschuldigd worden omdat ze hun geloof uitoefenen. Functionarissen elders in Rusland proberen de rechtbanken ertoe te brengen onze lectuur ’extremistisch’ te verklaren en onze broeders en zusters aan te klagen als misdadigers die zich schuldig maken aan aanzetten tot religieuze haat.

De omstandigheden voor onze broeders en zusters in Eritrea zijn niet verbeterd. In juli 2013 zaten er 52 in de gevangenis, onder wie acht broeders van boven de zeventig en ook zes zusters. Drie broeders, Paulos Eyassu, Isaac Mogos en Negede Teklemariam, worden al sinds 24 september 1994 gevangengehouden wegens hun neutrale standpunt inzake militaire dienst.

Ruim de helft van de gevangenen zit in het strafkamp Meiter, dat in de woestijn ten noorden van de hoofdstad Asmara ligt. Van oktober 2011 tot augustus 2012 straften de autoriteiten 25 van onze broeders door hen in een gebouw van golfplaten te zetten dat half onder de grond ligt. In de zomermaanden laten de bewakers de gevangenen er overdag uit vanwege de intense hitte in het gebouw. Maar ze krijgen slecht voedsel en onvoldoende water, zodat de gezondheid van de broeders zwaar te lijden heeft. Helaas is Yohannes Haile, een 68-jarige broeder, in augustus 2012 gestorven door die slechte behandeling, evenals broeder Misghina Gebretinsae in 2011.