Doorgaan naar inhoud

IS HET ONTWORPEN?

De echolocatie van de vleermuis

De echolocatie van de vleermuis

 Vleermuizen zijn niet blind, maar om ’s nachts in het donker hun omgeving waar te nemen maken de meeste soorten gebruik van echolocatie: ze bepalen de afstand tot een voorwerp met behulp van weerkaatst geluid. Zo kunnen sommige vleermuizen een mug van een kever onderscheiden aan de snelheid van de vleugelslag.

 Sta hier eens bij stil: De meeste vleermuizen produceren in hun strottenhoofd geluidstrillingen die ze uitstoten via hun bek of neus. Als de geluidsgolven op voorwerpen terugkaatsen, vangt de vleermuis met zijn grote oren de weerkaatsing of echo op. Met die echo’s kan hij in zijn hersenen een 3D-beeld van zijn omgeving tekenen. De vleermuis is in staat de locatie van voorwerpen te bepalen en zich te oriënteren, zelfs tussen het ‘lawaai’ van andere vleermuizen.

 Echolocatie vraagt om uiterste precisie. Met een foutje van slechts een milliseconde (een duizendste van een seconde) zit de vleermuis al gauw 17 centimeter naast zijn doelwit. Een hogere precisie dan één milliseconde ‘lijkt onmogelijk’, aldus sommige onderzoekers. Toch laten experimenten zien dat vleermuizen de echotijd kunnen meten met een precisie van 10 nanoseconden (een 100.000.000ste van een seconde). Daardoor kunnen ze afstanden bepalen tot op een millimeter, of zelfs nog nauwkeuriger!

 Onderzoekers hebben een elektronische blindenstok ontwikkeld waarin echolocatietechniek is ingebouwd. Daarmee kunnen blinden hun omgeving visualiseren en zelfs obstakels op ooghoogte, zoals een uitstekende tak, uit de weg gaan. ‘De indrukwekkende echolocatie van vleermuizen was een belangrijke inspiratiebron voor ons werk’, zeggen Brian Hoyle en Dean Waters, die hebben meegewerkt aan de ontwikkeling van de zogeheten Batcane.

 Wat denkt u? Is de bijzondere echolocatie van de vleermuis door evolutie ontstaan? Of is die ontworpen?