Jehovah’s Getuigen doen een beroep op internationale organisaties om zich uit te spreken tegen de onterechte detentie van Irina Zachartsjenko en Valida Dzjabrajilova. Beide vrouwen zitten sinds 17 februari 2015 gevangen. Op die datum veroordeelde de districtsrechtbank van Sabail hen namelijk tot drie maanden voorlopige hechtenis voor de ‘ongeoorloofde verspreiding van religieuze lectuur’. Het hof verlengde de detentie onlangs nog met twee maanden.

Op 5 december 2014 werden Irina Zachartsjenko en Valida Dzjabrajilova door de politie aangehouden terwijl ze met de bewoners van een appartementencomplex in Bakoe spraken over hun op de Bijbel gebaseerde geloofsopvattingen. Ze werden een paar uur later weer vrijgelaten maar daarna verschillende keren gesommeerd zich voor verhoor te melden. Op 17 februari 2015 namen agenten van het Ministerie van Nationale Veiligheid (MNV) de vrouwen onverwacht mee naar een besloten hoorzitting, waar ze in staat van beschuldiging werden gesteld. In een poging hun voorlopige hechtenis te rechtvaardigen, noemde de rechter hen een ‘gevaar voor de samenleving’. Vervolgens werden Irina en Valida meteen gevangengezet in het hoofdkwartier van het MNV, dat hierboven te zien is.

Sindsdien hebben MNV-agenten hun huizen uitgebreid doorzocht, waarbij ze religieuze lectuur, persoonlijke notitieboekjes, een laptop en een mobiele telefoon in beslag hebben genomen. Het hof heeft alle verzoeken voor de twee vrouwen afgewezen en weigert in te stemmen met huisarrest als alternatief voor de voorlopige hechtenis.

Advocaten, familie en vrienden maken zich zorgen over de gezondheid en het algehele welzijn van de twee vrouwen. Volgens hen is daarin een verslechtering opgetreden. Irina Zachartsjenko is 55 jaar oud. Volgens haar artsen is ze voor 80 procent arbeidsongeschikt vanwege ernstige artritis en oud letsel aan haar rechterbeen.

Er bestaan vooral zorgen om de emotionele gezondheid van de vrouwen. Ze mogen van het MNV alleen bezocht worden door hun advocaten. Familieleden mogen maar één keer per maand benodigdheden als kleding, medicijnen en zeep sturen. In een poging Irina en Valida te troosten hebben familieleden geprobeerd ze van een Bijbel te voorzien, maar het MNV heeft dit geweigerd.

In het kader van het onderzoek naar Irina Zachartsjenko en Valida Dzjabrajilova heeft het MNV ten minste twintig andere Getuigen opgeroepen voor verhoor en ten minste tien huiszoekingen verricht. Bovendien hebben MNV-functionarissen, agenten van het Staatscomité voor Werk met Religieuze Verenigingen en de politie de Koninkrijkszaal doorzocht waar de vrouwen met hun geloofsgenoten samenkomen voor aanbidding.

Aangezien de Azerbeidzjaanse overheid geen alternatieven biedt, hebben Jehovah’s Getuigen een verzoek ingediend bij het Kantoor van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten. Bovendien is er met een aantal internationale organisaties contact opgenomen om de aandacht te vestigen op de onterechte detentie en behandeling van Irina Zachartsjenko en Valida Dzjabrajilova. Azerbeidzjan heeft internationale toezeggingen gedaan om mensenrechten en basisvrijheden te bevorderen en beweert met trots te staan voor religieuze verdraagzaamheid.

Jehovah’s Getuigen vragen de regering van Azerbeidzjan respectvol haar verplichtingen op het gebied van mensenrechten na te komen en de Getuigen ongemoeid te laten bij hun aanbidding. Bovendien verzoeken ze de regering van Azerbeidzjan de twee onschuldige vrouwen meteen vrij te laten.