Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

A7-C

Belangrijkste gebeurtenissen uit Jezus’ leven op aarde: Jezus’ grote bediening in Galilea (deel 1)

WANNEER

WAAR

GEBEURTENIS

MATTHEÜS

MARKUS

LUKAS

JOHANNES

30

Galilea

Jezus maakt voor het eerst bekend dat ‘het Koninkrijk van de hemel nabij is’

4:17

1:14, 15

4:14, 15

4:44, 45

Kana; Nazareth; Kapernaüm

Geneest zoon hofbeambte; leest uit Jesaja; naar Kapernaüm

4:13-16

 

4:16-31

4:46-54

Meer van Galilea, bij Kapernaüm

Roept vier discipelen: Simon en Andreas, Jakobus en Johannes

4:18-22

1:16-20

5:1-11

 

Kapernaüm

Geneest Simons schoonmoeder en anderen

8:14-17

1:21-34

4:31-41

 

Galilea

Eerste tocht door Galilea, met de vier

4:23-25

1:35-39

4:42, 43

 

Geneest melaatse; menigten volgen

8:1-4

1:40-45

5:12-16

 

Kapernaüm

Geneest verlamde man

9:1-8

2:1-12

5:17-26

 

Nodigt Mattheüs uit; eet met belastinginners; vraag over vasten

9:9-17

2:13-22

5:27-39

 

Judea

Predikt in synagogen

   

4:44

 

31, Pascha

Jeruzalem

Geneest zieke man bij Bethzatha; Joden willen hem doden

     

5:1-47

Op de terugweg uit Jeruzalem (?)

Discipelen plukken aren op de sabbat; Jezus ‘Heer van de sabbat’

12:1-8

2:23-28

6:1-5

 

Galilea; Meer van Galilea

Geneest hand van man op de sabbat; menigten volgen; meer genezingen

12:9-21

3:1-12

6:6-11

 

Berg bij Kapernaüm

Kiest 12 apostelen uit

 

3:13-19

6:12-16

 

Bij Kapernaüm

Houdt Bergrede

5:1–7:29

 

6:17-49

 

Kapernaüm

Geneest dienaar van legerofficier

8:5-13

 

7:1-10

 

Naïn

Wekt zoon van weduwe op

   

7:11-17

 

Tiberias; Galilea (Naïn of er dichtbij)

Johannes stuurt discipelen naar Jezus; waarheid aan kinderen onthuld; juk makkelijk te dragen

11:2-30

 

7:18-35

 

Galilea (Naïn of er dichtbij)

Zondige vrouw giet olie over zijn voeten; illustratie schuldenaars

   

7:36-50

 

Galilea

Tweede predikingstocht, met de 12

   

8:1-3

 

Werpt demonen uit; zonde tegen geest

12:22-37

3:19-30

   

Geeft geen teken dan dat van Jona

12:38-45

     

Zijn moeder en broers komen; zegt dat discipelen zijn familieleden zijn

12:46-50

3:31-35

8:19-21