Aan de Hebreeën 13:1-25
13 Blijf broederlijke liefde tonen.+
2 Vergeet niet gastvrij te zijn,*+ want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen gastvrij ontvangen.+
3 Denk aan degenen die in de gevangenis zitten*+ alsof jullie samen met hen gevangenzitten.+ En denk aan degenen die slecht behandeld worden, aangezien jullie zelf ook in het lichaam zijn.*
4 Iedereen moet het huwelijk als kostbaar* bezien en het huwelijksbed moet rein blijven,+ want God zal overspelige en seksueel immorele* mensen oordelen.+
5 Laat je leven vrij zijn van de liefde voor geld+ en wees tevreden met wat je hebt.*+ Want hij heeft gezegd: ‘Ik zal je nooit in de steek laten en ik zal je nooit verlaten.’+
6 We kunnen dus vol goede moed zijn en zeggen: ‘Jehovah* is mijn helper, ik zal niet bang zijn. Wat kan een mens mij doen?’+
7 Denk aan degenen die bij jullie de leiding nemen,+ die het woord van God aan jullie hebben onderwezen. Let goed op de resultaten van hun gedrag en volg hun geloof na.+
8 Jezus Christus is gisteren en vandaag en voor eeuwig dezelfde.
9 Laat je niet misleiden door allerlei vreemde leringen, want het is beter dat het hart wordt gesterkt door onverdiende goedheid dan door voedsel,* waar degenen die zich ermee bezighouden niets aan hebben.+
10 Wij hebben een altaar waarvan zij die in de tent heilige dienst doen niet mogen eten.+
11 Het bloed van de offerdieren wordt door de hogepriester als zondeoffer in de heilige plaats gebracht, en de lichamen worden buiten het kamp verbrand.+
12 Daarom heeft ook Jezus buiten de stadspoort geleden+ om met zijn eigen bloed het volk te heiligen.+
13 Laten we dus naar hem toe gaan buiten het kamp en de schande dragen die hij heeft gedragen.+
14 We hebben hier toch geen blijvende stad en zien juist verlangend uit naar de toekomstige stad.+
15 Laten we via hem altijd een slachtoffer van lof aan God brengen,+ namelijk de vrucht van onze lippen+ die zijn naam in het openbaar bekendmaken.+
16 Vergeet bovendien niet om goed te doen en met anderen te delen wat je hebt,+ want God is blij met zulke slachtoffers.+
17 Gehoorzaam degenen die bij jullie de leiding nemen+ en wees onderdanig,+ want ze waken over jullie* en moeten daar verantwoording voor afleggen.+ Zorg ervoor dat ze dat met vreugde kunnen doen en niet met zuchten, want dat zou nadelig voor jullie zijn.
18 Blijf voor ons bidden. Want we zijn ervan overtuigd dat we een goed* geweten hebben en we willen ons in alle dingen eerlijk gedragen.+
19 Maar ik vraag jullie vooral om te bidden zodat ik des te eerder bij jullie word teruggebracht.
20 Mag de God van vrede, die de grote herder van de schapen,+ onze Heer Jezus, met het bloed van een eeuwig verbond uit de dood heeft teruggebracht,
21 jullie toerusten met al het goede om zijn wil te doen, en mag hij via Jezus Christus in ons tot stand brengen wat in zijn ogen aangenaam is. Hem komt de eer toe, voor altijd en eeuwig. Amen.
22 Ik vraag jullie dringend, broeders, geduldig te luisteren naar deze woorden van aanmoediging, want het is een korte brief die ik jullie heb geschreven.
23 Ik wil jullie laten weten dat onze broeder Timotheüs is vrijgelaten. Als hij snel komt, zullen we jullie samen bezoeken.
24 Breng mijn groeten over aan al degenen die bij jullie de leiding nemen en aan alle andere heiligen. Degenen die in Italië zijn,+ doen jullie de groeten.
25 Mag de onverdiende goedheid met jullie allemaal zijn.