Klaagliederen 5:1-22

  • Volk bidt om herstel

    • ‘Denk aan wat er met ons is gebeurd’ (1)

    • ‘Wee ons, we hebben gezondigd’ (16)

    • ‘Breng ons terug, o Jehovah’ (21)

    • ‘Maak onze dagen zoals vroeger’ (21)

5  O Jehovah, denk aan wat er met ons is gebeurd. Kijk toch en zie onze schande.+   Vreemdelingen hebben ons erfdeel gekregen, buitenlanders onze huizen.+   We zijn geworden als wezen, zonder vader; onze moeders zijn als weduwen.+   We moeten betalen om ons eigen water te drinken,+ ons eigen hout moeten we kopen.   Onze achtervolgers zitten vlak achter ons. We zijn uitgeput, maar we krijgen geen rust.+   We houden onze hand op bij Egypte+ en Assyrië+ om genoeg brood te krijgen.   Onze voorouders die gezondigd hebben, zijn er niet meer, maar wij moeten hun schuld dragen.   Nu heersen slaven over ons, en er is niemand die ons uit hun hand bevrijdt.   We halen ons brood binnen met gevaar voor eigen leven,*+ vanwege het zwaard van de woestijn. 10  Onze huid gloeit als een oven, vanwege de teisterende honger.+ 11  Ze hebben de vrouwen in Sion vernederd,* de maagden in de steden van Juda.+ 12  Leiders zijn aan hun hand opgehangen,+ en oudsten kregen geen respect.+ 13  Jonge mannen dragen de handmolen, jongens wankelen onder vrachten hout. 14  De oudsten zijn uit de stadspoort verdwenen,+ jonge mannen maken geen muziek meer.+ 15  Blijdschap is uit ons hart verdwenen. We dansen niet meer, maar rouwen.+ 16  De kroon is van ons hoofd gevallen. Wee ons, want we hebben gezondigd! 17  Daarom is ons hart ziek geworden,+en vanwege die dingen zijn onze ogen dof geworden,+ 18  vanwege de berg Sion, die een woestenij is;+ vossen dolen er rond. 19  Maar u, o Jehovah, u zit voor altijd op uw troon. Uw troon is van generatie op generatie.+ 20  Waarom vergeet u ons voor altijd en laat u ons zo lang in de steek?+ 21  Breng ons bij u terug, o Jehovah, dan zullen wij meteen bij u terugkomen.+ Maak onze dagen weer zoals vroeger.+ 22  Maar u hebt ons totaal verworpen. U blijft verschrikkelijk kwaad op ons.+

Voetnoten

Of ‘ziel’.
Of ‘verkracht’.