Een openbaring aan Johannes 19:1-21

  • Loof Jah om zijn oordelen (1-10)

    • Bruiloft van het Lam (7-9)

  • Ruiter op wit paard (11-16)

  • Gods grote feestmaal (17, 18)

  • Wilde beest verslagen (19-21)

19  Daarna hoorde ik iets dat klonk als een luide stem van een grote menigte in de hemel. Ze zeiden: ‘Loof Jah!*+ De redding en de eer en de kracht zijn van onze God, 2  want zijn oordelen zijn betrouwbaar en rechtvaardig.+ Hij heeft het oordeel voltrokken aan de grote hoer die de aarde met haar seksuele immoraliteit* heeft verdorven. Hij heeft wraak genomen voor het bloed van zijn slaven dat aan haar handen kleeft.’*+ 3  En meteen zeiden ze voor de tweede keer: ‘Loof Jah!+ Haar rook blijft voor altijd en eeuwig opstijgen.’+ 4  De 24 oudsten*+ en de vier levende wezens+ vielen neer en aanbaden God, die op de troon zit, en zeiden: ‘Amen! Loof Jah!’+ 5  En er kwam een stem vanaf de troon die zei: ‘Loof onze God! Laat al zijn slaven,+ die ontzag voor hem hebben, van klein tot groot hem loven.’+ 6  En ik hoorde iets dat klonk als een stem van een grote menigte en als bulderend water en als zware donderslagen. Ze zeiden: ‘Loof Jah,+ want Jehovah,* onze God, de Almachtige,+ is als koning gaan regeren!+ 7  Laten we blij zijn en juichen en hem eren, want de bruiloft van het Lam is aangebroken en zijn vrouw heeft zich klaargemaakt. 8  Ze mag zich kleden in glanzend, zuiver, fijn linnen — want het fijne linnen staat voor de rechtvaardige daden van de heiligen.’+ 9  Hij zei tegen me: ‘Schrijf op: gelukkig zijn degenen die zijn uitgenodigd voor het feestmaal van de bruiloft van het Lam.’+ Ook zei hij: ‘Dit zijn de betrouwbare woorden van God.’ 10  Toen viel ik aan zijn voeten om hem te aanbidden. ‘Pas op! Doe dat niet!’,+ zei hij. ‘Ik ben maar een slaaf net als jij en je broeders, die de taak hebben over Jezus te getuigen.+ Aanbid God!+ Want het getuigenis over Jezus is wat inspireert tot profeteren.’+ 11  Ik zag de hemel geopend en er was een wit paard.+ Degene die erop zat, wordt Trouw+ en Waarachtig+ genoemd. Hij oordeelt en strijdt rechtvaardig.+ 12  Zijn ogen zijn een vlammend vuur+ en op zijn hoofd heeft hij veel diademen.* Hij heeft een geschreven naam die niemand kent, alleen hijzelf. 13  Hij draagt kleding die met bloed bevlekt* is. Zijn naam is: Het Woord+ van God. 14  En de legers in de hemel volgden hem op witte paarden. Ze waren gekleed in wit, zuiver, fijn linnen. 15  Uit zijn mond komt een scherp, lang zwaard+ om de volken neer te slaan. Hij zal ze hoeden met een ijzeren staf.+ Ook treedt hij de wijnpers van de razende woede van God de Almachtige.+ 16  Op zijn kleding, op zijn dij, staat een naam geschreven: Koning der koningen en Heer der heren.+ 17  Ik zag ook een engel in de zon staan. Hij riep met luide stem naar alle vogels die in het midden van de hemel* vliegen: ‘Kom hier, kom allemaal naar Gods grote feestmaal,+ 18  om het vlees te eten van koningen, het vlees van legerofficieren, het vlees van sterke mannen,+ het vlees van paarden en hun ruiters,+ het vlees van iedereen, vrijen en slaven, klein en groot.’ 19  En ik zag dat het wilde beest en de koningen van de aarde en hun legers verzameld waren om oorlog te voeren tegen degene die op het paard zat en tegen zijn leger.+ 20  Het wilde beest werd gegrepen en met hem de valse profeet,+ die voor zijn ogen de tekenen had gedaan waarmee hij degenen had misleid die het merkteken van het wilde beest+ hadden gekregen en die zijn beeld aanbaden.+ Ze werden allebei levend in het vurige meer gegooid dat met zwavel brandt.+ 21  Maar de anderen werden gedood met het lange zwaard dat uit de mond kwam van degene die op het paard zat.+ En alle vogels aten zich vol aan hun vlees.+

Voetnoten

Of ‘Hallelujah!’ ‘Jah’ is een verkorte vorm van de naam Jehovah.
Grieks: porneia. Zie Woordenlijst.
Lett.: ‘van haar hand’.
Of ‘ouderlingen’.
Of ‘koninklijke hoofdbanden’.
Of mogelijk ‘besprenkeld’.
Of ‘in de lucht’, ‘boven het hoofd’.