Psalmen 102:1-28
Een gebed van de onderdrukte die wanhopig is* en zijn bezorgdheid voor Jehovah uitstort.+
102 O Jehovah, hoor mijn gebed,+laat mijn hulpgeroep u bereiken.+
2 Verberg uw gezicht niet voor mij nu ik in nood zit.+
Open uw oor voor* mij.
Antwoord mij snel als ik roep.+
3 Want mijn dagen vervliegen als rooken mijn botten gloeien* als een haard.+
4 Mijn hart is geslagen en verdord als gras,+want ik vergeet te eten.
5 Door mijn luide gekreun+ben ik vel over been geworden.*+
6 Ik lijk op een pelikaan in de woestijn,op een steenuil tussen de ruïnes.
7 Ik lig wakker,*ik ben als een eenzame vogel op het dak.+
8 De hele dag belasteren mijn vijanden me.+
Zij die me bespotten,* gebruiken mijn naam als een vloek.
9 As eet ik als brood+en wat ik drink is vermengd met tranen+
10 vanwege uw woede en verontwaardiging,want u hebt me alleen maar opgetild om me weg te werpen.
11 Mijn dagen zijn als een verdwijnende* schaduw+en ik ben als gras dat verdort.+
12 Maar u, Jehovah, blijft voor eeuwig,+in alle generaties houdt uw roem* aan.+
13 U zult beslist opstaan en Sion barmhartig zijn,+want het is tijd om haar uw gunst te tonen,+de vastgestelde tijd is gekomen.+
14 Uw dienaren vinden vreugde in haar stenen+en koesteren zelfs haar stof.+
15 De volken zullen ontzag hebben voor de naam van Jehovah,alle koningen van de aarde voor uw majesteit.+
16 Want Jehovah zal Sion herbouwen,+hij zal verschijnen in zijn majesteit.+
17 Hij zal luisteren naar het gebed van de behoeftigen,+hij zal hun gebed niet verachten.+
18 Dit wordt opgeschreven voor de toekomstige generatie,+zodat een volk dat nog voortgebracht* moet worden Jah zal loven.
19 Want hij ziet neer vanaf zijn heilige hoogte,+vanuit de hemel kijkt Jehovah naar de aarde
20 om het gezucht van de gevangene te horen,+om te bevrijden wie ter dood veroordeeld zijn.+
21 Dan wordt Jehovah’s naam bekendgemaakt in Sion+en zijn lof in Jeruzalem
22 als de volken en koninkrijkensamenkomen om Jehovah te dienen.+
23 Hij heeft me vroegtijdig beroofd van mijn kracht,hij heeft mijn dagen verkort.
24 Ik zei: ‘Mijn God,vaag mij niet midden in het leven weg.
Uw jaren strekken zich over alle generaties uit.+
25 Lang geleden hebt u de fundamenten gelegd van de aarde,en de hemel is het werk van uw handen.+
26 Die zullen vergaan, maar u zult blijven bestaan.
Ze zullen allemaal verslijten net als kleding.
Net als kleding zult u ze vervangen en ze zullen verdwijnen.
27 Maar u blijft dezelfde, en uw jaren zullen nooit eindigen.+
28 De kinderen van uw dienaren zullen veilig wonen,hun nageslacht zal voor uw ogen gevestigd worden.’+