Psalmen 103:1-22

  • ‘Ik zal Jehovah loven’

    • God verwijdert zonden ver van ons (12)

    • Gods vaderlijke barmhartigheid (13)

    • God vergeet niet dat we stof zijn (14)

    • Jehovah’s troon en koningschap (19)

    • Engelen voeren Gods woord uit (20)

Van David. 103  Ik* zal Jehovah loven. Alles wat in mij is, looft zijn heilige naam.  2  Ik* zal Jehovah loven. Mag ik nooit vergeten wat hij allemaal heeft gedaan.+  3  Hij vergeeft al je fouten+en geneest al je kwalen.+  4  Hij eist je leven op uit de kuil*+en kroont je met zijn loyale liefde en barmhartigheid.+  5  Hij overlaadt je met het goede,+ heel je leven. Je jeugd vernieuwt zich als die van een arend.+  6  Jehovah doet wat rechtvaardig+ en recht isvoor alle onderdrukten.+  7  Hij maakte aan Mozes zijn wegen bekend,+aan de zonen van Israël zijn daden.+  8  Jehovah is barmhartig en meelevend,*+hij wordt niet snel kwaad en is vol loyale liefde.*+  9  Hij zal ons niet voor altijd op onze fouten wijzen+en niet voor eeuwig wrok koesteren.+ 10  Hij straft ons niet naar onze zonden,+geeft ons niet het verdiende loon voor onze fouten.+ 11  Want zoals de hemel hoog boven de aarde is,is zijn loyale liefde groot voor wie ontzag voor hem hebben.+ 12  Zover als de zonsopgang is van de zonsondergang,zover heeft hij onze overtredingen van ons verwijderd.+ 13  Zoals een vader barmhartig is voor zijn zonen,is Jehovah barmhartig voor wie ontzag voor hem hebben.+ 14  Want hij weet heel goed hoe we zijn gevormd,+hij vergeet niet dat we stof zijn.+ 15  Als gras zijn de dagen van de sterfelijke mens,+als een bloem in het veld is hij.+ 16  Maar de wind waait en weg is hij,alsof hij er nooit is geweest.* 17  Voor altijd en eeuwig* toont Jehovah loyale liefdevoor wie ontzag voor hem hebben.+ Hij is rechtvaardig voor de kinderen van hun kinderen,+ 18  voor wie zich aan zijn verbond houden+en zijn bevelen strikt opvolgen. 19  Jehovah heeft zijn troon in de hemel gefundeerd,+hij regeert als koning over alles.+ 20  Loof Jehovah, al zijn engelen,+ sterk in kracht,die zijn woord uitvoeren+ en zijn stem gehoorzamen.* 21  Loof Jehovah, al zijn legermachten,+dienaren die zijn wil doen.+ 22  Loof Jehovah, al zijn werken,overal waar hij regeert.* Met heel mijn wezen* zal ik Jehovah loven.

Voetnoten

Of ‘mijn ziel’.
Of ‘mijn ziel’.
Of ‘het graf’.
Of ‘goedgunstig’.
Of ‘liefderijke goedheid’.
Lett.: ‘en zijn plaats kent hem niet langer’.
Of ‘van eeuwigheid tot eeuwigheid’.
Lett.: ‘de stem (het geluid) van zijn woord horen’.
Of ‘op alle plaatsen van zijn soevereiniteit’.
Of ‘mijn ziel’.