Psalmen 92:1-15
Een psalm. Een lied voor de sabbat.
92 Het is goed om u te danken, Jehovah,+en om uw naam te bezingen,* o Allerhoogste,
2 om in de morgen uw loyale liefde+ bekend te makenen in de nacht uw trouw,
3 begeleid door een tiensnarig instrument en een luit,door het melodieuze geluid van een harp.+
4 Want u geeft mij vreugde, o Jehovah, met uw daden,ik juich van vreugde om de werken van uw handen.
5 Hoe groot zijn uw werken, Jehovah!+
Hoe diep zijn uw gedachten!+
6 De dommen kunnen die niet kennen.
En de dwazen kunnen dit niet begrijpen:+
7 de slechten schieten op als onkruid*en alle boosdoeners gedijen —alleen om voor altijd vernietigd te worden.+
8 U komt voor eeuwig lof toe, o Jehovah.
9 Zie de ondergang van uw vijanden, Jehovah,zie hoe uw vijanden vergaan.
Alle boosdoeners worden verstrooid.+
10 Maar mij zult u de kracht* van een wilde stier geven.
Ik zal mijn huid inwrijven met frisse olie.+
11 Mijn ogen zullen de ondergang van mijn vijanden zien,+mijn oren zullen horen over de val van mijn belagers.
12 Maar de rechtvaardigen zullen gedijen als een palmboomen zo groot worden als een ceder op de Libanon.+
13 Ze zijn geplant in het huis van Jehovah,ze gedijen in de voorhoven van onze God.+
14 Zelfs op hoge leeftijd* zullen ze nog floreren,+ze zullen energiek* en fris blijven.+
15 Ze zullen vertellen dat Jehovah oprecht is.
Hij is mijn Rots,+ in hem is geen onrechtvaardigheid.