WEET je wie dat baby’tje is? Ja, het is Jezus. Hij is net in een stal geboren. In een stal horen dieren thuis. Maria legt Jezus in de kribbe. Dat is de voerbak voor de ezels en de andere dieren. Maar waarom zijn Maria en Jozef hier bij de dieren? Dat is toch geen geschikte plaats om een baby te krijgen?

Nee, zeker niet! Maar dat komt zo: Keizer Augustus van Rome heeft bevolen dat iedereen naar zijn geboortestad moet terugkeren om zijn naam in een boek te laten schrijven. Nu werd Jozef hier in Bethlehem geboren. Maar toen hij daar met Maria aankwam, was er nergens meer plaats voor hen, alleen nog hier bij de dieren. En net op deze dag wordt Jezus geboren! Maar alles is goed met hem, zoals je ziet.

Zie je de herders die naar Jezus komen kijken? Zij waren ’s nachts in het veld hun schapen aan het hoeden. Toen scheen er plotseling een helder licht om hen heen. Het was een engel! De herders waren erg bang. Maar de engel zei: ’Vrees niet! Ik heb goed nieuws voor jullie. Vandaag is in Bethlehem Christus de Heer geboren. Hij zal de mensen redden! Jullie zullen hem in doeken gewikkeld in een kribbe vinden.’ Plotseling kwamen er veel engelen en zij begonnen God te loven. De herders gingen meteen op weg om Jezus te zoeken en nu zie je hoe zij hem hier in deze stal hebben gevonden.

Weet je waarom Jezus zo bijzonder is? Weet je wie hij werkelijk is? In het eerste verhaal van dit boek werd over Gods eerste Zoon gesproken, weet je nog? Hij had samen met Jehovah de hemel en de aarde en alle andere dingen gemaakt. Die Zoon is Jezus!

Ja, Jehovah nam het leven van zijn Zoon uit de hemel en legde het in Maria. Onmiddellijk begon er in haar buik een baby te groeien, net als bij andere moeders. Maar deze baby was Gods Zoon. Ten slotte werd Jezus hier in een stal in Bethlehem geboren. Begrijp je nu waarom de engelen zo blij waren dat zij de mensen konden vertellen dat Jezus geboren was?