Lied 14

God maakt alles nieuw

God maakt alles nieuw

(Openbaring 21:1-5)

1. De tekenen tonen: God heerst op zijn troon.

Met glorie regeert nu Jehovah’s Zoon.

Hij streed in de hemel, kon Satan slaan.

Op aarde wordt spoedig Gods wil gedaan.

(REFREIN)

Wees blij, Gods tent is bij de mens.

Hij blijft bij hen, vervult hun wens.

Hij droogt hun tranen, stilt hun pijnen.

Geschreeuw en rouw en dood verdwijnen,

want God maakt alles nieuw en wonderbaar!

Dit woord is getrouw en waar.

2. Het Nieuwe Jeruzalem — zie toch haar tooi!

De bruid van het Lam schittert wondermooi:

met kostbaar gesteente gesierd en rein.

Jehovah alleen zal haar licht steeds zijn.

(REFREIN)

Wees blij, Gods tent is bij de mens.

Hij blijft bij hen, vervult hun wens.

Hij droogt hun tranen, stilt hun pijnen.

Geschreeuw en rouw en dood verdwijnen,

want God maakt alles nieuw en wonderbaar!

Dit woord is getrouw en waar.

3. Die heerlijke stad wordt met vreugde verwacht.

Haar poorten staan open, bij dag en nacht.

Haar glorie, zo groots, biedt ons helder zicht.

O dienaars van God, kom, weerkaats haar licht!

(REFREIN)

Wees blij, Gods tent is bij de mens.

Hij blijft bij hen, vervult hun wens.

Hij droogt hun tranen, stilt hun pijnen.

Geschreeuw en rouw en dood verdwijnen,

want God maakt alles nieuw en wonderbaar!

Dit woord is getrouw en waar.