Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOE DONATIES WORDEN GEBRUIKT

Godsdienstvrijheid verdedigen in inheemse gemeenschappen

Godsdienstvrijheid verdedigen in inheemse gemeenschappen

1 MEI 2021

 Van de honderden miljoenen mensen die in Latijns-Amerika wonen, hebben miljoenen hun eigen inheemse taal en gebruiken. Velen van deze inheemse bevolking zijn onze broeders en zusters, die veel waarde hechten aan hun cultuur. Om mensen geestelijk te helpen, vertalen en distribueren zij publicaties van Jehovah’s Getuigen in ruim 130 inheemse talen in Latijns-Amerika. a Maar sommigen van hen hebben te maken met tegenstand omdat ze ervoor kiezen Jehovah te dienen en weigeren deel te nemen aan on-Bijbelse tradities in hun gemeenschap. Hoe zijn jullie donaties gebruikt om ze te helpen?

Terug naar huis

 Broeders en zusters in een Huichol-gemeenschap in de bergen van de staat Jalisco (Mexico) weigerden beleefd om deel te nemen aan religieuze gebruiken die tegen hun geweten ingingen. b Dat viel niet goed bij sommigen in de gemeenschap. Op 4 december 2017 viel een agressieve menigte een groep Getuigen en anderen die bij hen waren aan. De menigte dwong hen de gemeenschap te verlaten, verwoestte hun eigendommen en dreigde iedereen die probeerde terug te komen te vermoorden.

 Getuigen uit de omgeving voorzagen in de onmiddellijke behoeften van de broeders en zusters. Maar hoe konden ze hen helpen weer naar huis terug te keren? Een broeder genaamd Agustín zegt: ‘We hadden geen geld om een advocaat in te schakelen, en we wisten niet waar we juridisch advies konden krijgen.’

 Omdat de vrijheid van aanbidding van onze broeders en zusters in gevaar kwam, kwam het bijkantoor van Midden-Amerika meteen in actie. Allereerst werd plaatselijke autoriteiten gevraagd de misdaden te onderzoeken. Vervolgens ontving het bijkantoor toestemming van het Coördinatorscomité van het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen om met de Juridische Afdeling op het internationale hoofdkantoor samen te werken en namens onze Huichol broeders en zusters een rechtszaak aan te spannen. De rechtszaak kwam uiteindelijk terecht bij het Hooggerechtshof van Mexico.

 Een internationaal team van advocaten bereidde een helder pleidooi voor waarin werd beargumenteerd dat net zoals anderen de cultuur van inheemse gemeenschappen moeten respecteren, de gemeenschappen zelf de vrijheid van al hun leden moeten respecteren en beschermen. Mensenrechten zijn niet aan grenzen gebonden.

 Op 8 juli 2020 besliste het Hooggerechtshof unaniem in het voordeel van Jehovah’s Getuigen. Ze beslisten dat degenen die waren verbannen weer naar hun gemeenschap terug moesten kunnen keren. De eerder genoemde Agustín vertelt hoe dankbaar hij en anderen zijn: ‘We zijn ontzettend dankbaar voor wat de broeders voor ons hebben gedaan. Zonder die hulp hadden we niets kunnen doen.’

‘Zo veel voor zo weinigen’

 Onze broeders en zusters in San Juan de Ilumán, een dorp in het Otavalo-dal in Ecuador waar veel inheemse mensen wonen, hadden met vergelijkbare tegenstand te maken. In 2014 begonnen ze een Koninkrijkszaal te bouwen nadat ze de benodigde vergunningen hadden gekregen. Een menigte van ruim 100 personen, aangevoerd door een geestelijke, dwong ze echter om te stoppen met de bouw. Vervolgens mochten de Getuigen van de gemeenschap niet meer samenkomen voor aanbidding.

 De juridische afdeling op het bijkantoor in Ecuador en die op het internationale hoofdkantoor bundelden hun krachten om de gemeente tegen deze schending van hun vrijheid van aanbidding te beschermen. Er werd een rechtszaak aangespannen. Daardoor krabbelde de gemeenschap terug en mocht de gemeente hun bijeenkomsten hervatten en doorgaan met de bouw van de Koninkrijkszaal. Maar om de rechten van onze broeders en zusters in de toekomst te beschermen, vroegen onze vertegenwoordigers het hooggerechtshof een beslissing te nemen over een fundamenteel vraagstuk: moeten inheemse gemeenschappen internationale mensenrechten respecteren?

 Op 16 juli 2020 werd de zaak behandeld door het Constitutionele Hof van Ecuador, het hoogste rechtscollege in het land. Broeders die in Ecuador als advocaat werken, vertegenwoordigden de gemeente. Daarnaast spraken vier broeders die ervaren internationale advocaten zijn, de rechter toe. Vanwege de COVID-19-maatregelen woonden ze de rechtszaak vanuit diverse landen via videoconferentie bij. Dat was de eerste keer dat een rechtscollege een juridisch team dat wereldwijd Jehovah’s Getuigen vertegenwoordigt, toestemming gaf om op die manier een pleidooi te houden. c Het team citeerde internationale rechtsinstanties om te benadrukken dat inheemse personen hun individuele mensenrechten niet opgeven simpelweg omdat ze deel uitmaken van een inheemse gemeenschap.

Een internationaal team van advocaten verdedigt de rechten van onze broeders en zusters via videoconferentie

 Onze broeders en zusters in het Otavalo-dal wachten in spanning op de uitspraak van het Constitutionele Hof. Ze zijn heel dankbaar voor de hulp die ze hebben ontvangen. César, een ouderling in de gemeente Ilumán Quichua, zegt: ‘Alleen Jehovah, via zijn organisatie, zou zo veel doen voor zo weinigen.’

 De bij het proces betrokken advocaten zijn allemaal Getuigen van Jehovah, en ze delen met alle liefde gratis hun juridische kennis. Toch kost het tijd en geld om zulke zaken aan te spannen, voor te bereiden en voor de rechter te bepleiten. Onze advocaten en andere broeders en zusters hebben voor de rechtszaak in Mexico ruim 380 uur besteed aan het voorbereiden van het pleidooi en nog eens 240 uur aan het vertalen van documenten. Bijna 40 advocaten van over de hele wereld hebben honderden uren aan de zaak in Ecuador besteed. Hoe hebben we de verdediging van onze broeders en zusters kunnen bekostigen? Door jullie donaties via de diverse methoden op donate.pr418.com. We zijn heel blij met jullie gulheid.

a Jehovah’s Getuigen verzorgen ook vertalingen in veel Latijns-Amerikaanse talen met Indo-Europese invloeden en diverse gebarentalen die alleen in die regio voorkomen.

b De Huichol worden ook wel Wixáritari genoemd en hun taal Wixárika.

c Hoewel onze internationale organisatie niet deelnam aan deze zaak, stonden de rechters onze broeders toe voor het gerecht te verschijnen als amicus curiae, als ‘vriend van de rechtbank’.