MILES NORTHOVER | LEVENSVERHAAL
Jehovah heeft het werk van mijn handen beloond
Mijn ouders hebben Jehovah’s organisatie altijd gesteund. Toen Bethel in Londen bijvoorbeeld melk wilde gaan produceren voor de Bethelfamilie, gaf mijn vader ze een kalf van onze enige Jersey-koe. We zeiden altijd voor de grap dat die jonge koe de eerste in ons ‘gezin’ was die op Bethel diende. Door het goede voorbeeld van mijn ouders kreeg ik het verlangen om zo veel mogelijk voor Jehovah te doen en nooit ‘mijn handen te laten rusten’ (Prediker 11:6). Nou, Jehovah gaf me de kans om op een heel onverwachte manier mijn handen in zijn dienst te gebruiken. En hij beloonde me voor mijn werk. Ik zal je vertellen hoe.
Ik groeide samen met mijn oudere zus en broer op in de buurt van de stad Bicester, op het Engelse platteland. Daar huurden mijn ouders een cottage op het erf van een boerderij. Toen ik 19 was, ging ik net als mijn zus en broer pionieren. Later werd ik als speciale pionier aan Schotland toegewezen. En in 1970, toen ik 23 was, kreeg ik de uitnodiging om op Bethel in Londen te komen dienen. Daar ‘ontdekte’ ik gebarentaal. Daardoor kreeg mijn leven een andere wending, een wending die tot veel zegeningen en voldoening leidde.
Gebarentaal leren
Op Bethel werd ik toegewezen aan de gemeente Mill Hill, waar ik verschillende dove Getuigen ontmoette. Ik wilde niet dat de taalbarrière tussen ons in zou komen staan, dus besloot ik tijdens de vergadering bij de dove broeders en zusters te gaan zitten.
In die tijd waren er geen gebarentaalgemeenten in Groot-Brittannië. Dove broeders en zusters woonden Engelstalige bijeenkomsten bij. Horende broeders en zusters tolkten dan het programma via gebaren die vrijwel woord voor woord de Engelse taal en grammatica volgden. Maar terwijl de dove broeders en zusters me geduldig leerden gebaren, ging ik beseffen dat hun taal een eigen grammatica en zinsbouw heeft. Engels was eigenlijk een vreemde taal voor ze! Toen ik dat eenmaal doorhad, kreeg ik nog meer waardering en respect voor mijn dove broeders en zusters en voor het feit dat ze toch trouw de bijeenkomsten bijwoonden. Ik ging ook meer mijn best doen om gebarentaal te leren.
In Groot-Brittannië is Britse Gebarentaal, of BSL, de officiële taal van de doven. Na verloop van tijd leerden de tolken op onze bijeenkomsten die goed ontwikkelde taal gebruiken in plaats van wat Sign Supported English (door gebaren ondersteund Engels) wordt genoemd. Als gevolg daarvan leerden de dove broeders en zusters veel meer op de bijeenkomsten. Ook verbeterde hun band met de horende broeders en zusters. Als ik terugkijk op de afgelopen 50 jaar heeft Jehovah het gebarentaalveld overvloedig gezegend. En Jehovah gaf mij het voorrecht om aan enkele van de belangrijkste ontwikkelingen mee te helpen. Ik zal er eens wat meer over vertellen.
Het gebarentaalveld groeit
In 1973, ongeveer een jaar nadat ik als ouderling was aangesteld, vroeg Michael Eagers, een dove broeder, of we af en toe een bijeenkomst in BSL konden gaan houden. Het bijkantoor gaf mij en een andere ouderling toestemming om een maandelijkse gebarentaalbijeenkomst te houden in Deptford, in het zuidoosten van Londen.
Het resultaat was verbluffend. Dove Getuigen uit Londen en andere delen van het zuidoosten van Engeland woonden de eerste BSL-bijeenkomst bij. Eindelijk kregen de dove broeders en zusters en geïnteresseerden geestelijk onderwijs in hun eigen taal. Na het programma vertelden we ervaringen en genoten we van wat eten en drinken. Ik kon ook wat broodnodig herderlijk werk doen.
Na verloop van tijd werden er ook gebarentaalbijeenkomsten gehouden in Birmingham en Sheffield. Diverse horende broeders en zusters die BSL wilden leren, woonden de bijeenkomsten bij. Veel van die bereidwillige broeders en zusters hebben later geholpen de dienst in het gebarentaalveld over het hele land uit te breiden.
Ik vind een partner voor het leven
In 1974 ontmoette ik Stella Barker, een lieve zuster die als speciale pionier in een gemeente in de buurt van Bethel diende. We werden verliefd en trouwden in 1976. Daarna gingen we samen als speciale pioniers dienen. We werden toegewezen aan de gemeente Hackney (Noord-Londen). Daar gingen we samen het gebarentaalveld ondersteunen. Als ik eraan terugdenk, was het pionieren als echtpaar een heel goed begin van ons huwelijk.
Al gauw werden Stella en ik gevraagd om als Bethelcommuters te gaan dienen. We hadden een druk leven. Ik zat ook in de vervangende kringdienst, leidde Koninkrijksbedieningsscholen voor ouderlingen en hielp later bij de regeling voor het tolken van gebarentaal op Engelstalige regionale congressen. Het was een vermoeiende tijd, maar ook heel vreugdevol en opbouwend (Mattheüs 11:28-30).
In 1979 en 1982 werden onze twee zonen, Simon en Mark, geboren. We waren heel blij, maar dat betekende weer een nieuwe verantwoordelijkheid: het ouderschap. Hoe moesten we dat allemaal combineren? Stella en ik besloten dat als ik vanwege mijn theocratische toewijzingen van huis moest, we als gezin zouden gaan en dan ook iets ontspannends zouden gaan doen. We wilden dat onze jongens zouden zien dat het ons gelukkig maakte om Jehovah te dienen. Dat leidde ertoe dat ze toen ze wat ouder waren gebarentaal leerden en begonnen met pionieren. En 40 jaar nadat het kalf van mijn ouders aan haar ‘Betheldienst’ was begonnen, begonnen Simon en Mark aan die van hen. Wat waren we blij!
De doven helpen
Tot in de jaren 90 waren er geen dove ouderlingen in Groot-Brittannië. Maar er waren wel enkele dienaren. Horende ouderlingen die niet konden gebaren, moesten dus bepalen of die broeders ‘een goede onderwijzer’ waren en als ouderling konden dienen (1 Timotheüs 3:2). Bernard Austin, een van de dove dienaren, zat in een plaatselijke Engelstalige gemeente. Hij had een hele goede reputatie als een broeder die echt om Jehovah’s schapen gaf. Ik was erg blij toen ik hoorde dat Bernard als ouderling was aangesteld. Hij was daarmee de eerste dove ouderling in Groot-Brittannië.
In 1996 vond er iets gedenkwaardigs plaats: het bijkantoor gaf goedkeuring voor het oprichten van de eerste gebarentaalgemeente in Groot-Brittannië. De gemeente bevond zich in Ealing (West-Londen). Daarna volgden meer ontwikkelingen.
Alle bijeenkomsten in gebarentaal
In de jaren 80 en 90 werkte ik vanuit huis voor de Dienstafdeling op Bethel. Ik beantwoordde vragen over het gebarentaalveld. Broeders schreven soms naar het bijkantoor om te vragen hoe ze dove broeders en zusters konden helpen de lezingen op Engelstalige bijeenkomsten, kringvergaderingen en congressen te begrijpen. In het begin waren er geen officiële regelingen voor gebarentaal op grotere bijeenkomsten, en er waren geen publicaties voor doven. Dus kon ik de broeders (horend en doof) vaak alleen maar aanmoedigen om geduldig te zijn en op Jehovah te wachten.
Ons geduld werd beloond! Al snel begon het bijkantoor met het regelen van gebarentolken op bijeenkomsten en kringvergaderingen in het Engels. Bovendien mochten de doven vooraan zitten, zodat ze de spreker en de tolk duidelijk konden zien. Toen wisten de dove broeders en zusters dat Jehovah echt van ze houdt en dat ze een belangrijk deel van zijn geestelijke gezin zijn.
Op 1 april 1995 werd in de congreshal in Dudley (West Midlands) de eerste speciale dagvergadering in gebarentaal gehouden. Ik hielp broeder David Merry, een voormalige kringopziener, de dagvergadering te organiseren. Sommige Getuigen reisden honderden kilometers, helemaal vanuit Schotland in het noorden en Cornwall in het zuidwesten, om het programma bij te wonen. Ik weet nog hoe enthousiast we waren dat meer dan 1000 personen deze gedenkwaardige bijeenkomst bijwoonden.
In 2001 vroeg het bijkantoor aan broeder Merry en mij om een regionaal BSL-congres te organiseren voor het jaar daarop. Dat was veel werk! Maar Jehovah zegende de inspanningen van de vele vrijwilligers. Het was een geslaagd en onvergetelijk congres. Daarna had ik het voorrecht om meerdere jaren kringvergaderingen en congressen in gebarentaal te helpen organiseren, totdat Jehovah bekwame jonge broeders opleidde om het werk te doen.
Video’s voor doven
In 1998 gaf Jehovah’s organisatie de eerste van een reeks gebarentaalpublicaties in BSL uit: de brochure Wat verlangt God van ons? — Op videocassette. Daar waren we enorm blij mee, en we hebben er heel wat Bijbelstudies mee geleid.
Op het congres in 2002 werden voor het eerst Koninkrijksliederen in BSL getolkt. De dove broeders en zusters konden nu samen met de tolk de mooie woorden ‘zingen’ en het ritme van de muziek beleven. Ik weet nog goed dat een dove ouderling huilde van vreugde toen hij voor het eerst ‘meezong’.
Er vond nog iets historisch plaats op het congres in 2002. De gebarentaalgemeente in Londen kreeg de uitnodiging om een gefilmd drama te produceren. Maar daar hadden we helemaal geen ervaring mee. Gelukkig schoot Jehovah ons ook hierbij weer te hulp. Hij hielp ons broeders te vinden die wisten hoe ze video’s moesten maken en bewerken. Het was een groot succes. Bovendien kwam de ervaring die we hadden opgedaan goed van pas toen ik tussen 2003 en 2008 het voorrecht had om op Bethel de productie van videodrama’s voor toekomstige BSL-congressen te overzien.
Stella en ik vonden het heerlijk om samen met onze zonen op Bethel te zijn, maar het was zwaar werk. Na weken van oefenen en filmen waren de acteurs en het productieteam fysiek en mentaal op. Toch was het de moeite waard. Het was heel emotioneel om te zien hoe de Bijbelverhalen tot leven kwamen voor onze dove broeders en zusters, die vaak huilden van blijdschap.
Er kwam maar geen eind aan de geestelijke cadeaus. In 2015 kregen we de studie-uitgave van De Wachttoren in BSL op video. In 2019 werd de videoversie van het Bijbelboek Mattheüs uitgegeven. Inmiddels hebben we de volledige christelijke Griekse Geschriften, en er wordt hard gewerkt aan de Hebreeuwse Geschriften. De dove broeders en zusters zijn Jehovah ontzettend dankbaar.
Als Jehovah’s aanbidders horen we bij een geestelijk gezin dat de onpartijdige liefde van onze hemelse Vader weerspiegelt (Handelingen 10:34, 35). Mijn gezin en ik staan nog steeds te kijken van de tijd, energie en middelen die onze organisatie besteedt om alle soorten mensen te helpen, onder wie dove en blinde mensen. a
Het was echt de moeite waard, want er zijn nu meerdere BSL-gemeenten in Groot-Brittannië. Dat ik vanaf het ‘kleine begin’ mee heb mogen helpen aan die groei, geeft me enorm veel vreugde en voldoening (Zacharia 4:10). Uiteraard gaat alle eer naar Jehovah. Hij leidt zijn organisatie. Hij geeft zijn aanbidders de middelen om het goede nieuws aan alle soorten mensen bekend te maken. En hij laat het Koninkrijkszaad groeien in het hart van oprechte mensen.