Psalm 100:1-5
Een melodie van dankzegging.+
100 Juicht in triomf Jehovah toe, [GIJ mensen van] heel de aarde.*+
2 Dient* Jehovah met verheuging.+Komt voor zijn aangezicht met vreugdegeroep.+
3 Weet dat Jehovah God is.*+Hij is het die ons heeft gemaakt, en niet wijzelf.*+[Wij zijn] zijn volk en de schapen van zijn weide.+
4 Gaat zijn poorten binnen met dankzegging,+Zijn voorhoven met lofgezang.+Brengt hem dank, zegent zijn naam.+
5 Want Jehovah is goed;+Zijn liefderijke goedheid duurt tot onbepaalde tijd,+En zijn getrouwheid van geslacht tot geslacht.*+
Voetnoten
^ Lett.: „Aanbidt (Verricht heilige dienst voor).” Hebr.: ʽiv·dhoeʹ.
^ Volgens MLXXSyVg; MmargeTAq en veel Hebr. hss.: „en hem behoren wij toe.”
^ Lett.: „hij God [is]”, M(Hebr.: hoeʼ ʼElo·himʹ)T; Gr.: ho Theʹos; Sy: „onze God.”
^ Of: „tot in alle geslachten.”