Psalm 134:1-3

Een lied der opgangen.* 134  O zegent Jehovah,+Al GIJ knechten van Jehovah,+GIJ die gedurende de nachten in het huis van Jehovah staat.+   Heft UW handen in heiligheid omhoog+En zegent Jehovah.+   Moge Jehovah u* zegenen vanuit Si̱on,+Hij, die hemel en aarde gemaakt heeft.+

Voetnoten

Of: „traptreden.” Dit is het laatste van de 15 Liederen der opgangen; het eerste was Ps 120.
„U”, enk.