Aan de Hebreeën 8:1-13

  • Tabernakel heeft hemelse betekenis (1-6)

  • Contrast oude en nieuwe verbond (7-13)

8  De kern van ons betoog is dat wij zo’n hogepriester hebben+ en dat hij heeft plaatsgenomen aan de rechterhand van de troon van de Majesteit in de hemel.+ 2  Hij is een dienaar* van de heilige plaats+ en van de ware tent, die is opgezet door Jehovah* en niet door mensen. 3  Nu wordt elke hogepriester aangesteld om gaven en slachtoffers te brengen. En dus moest ook deze iets hebben om te offeren.+ 4  Als hij op aarde was, zou hij geen priester zijn,+ want daar zijn al priesters die de gaven offeren zoals de wet voorschrijft. 5  Zij doen heilige dienst in een afbeelding en een schaduw+ van de hemelse dingen.+ Dat blijkt ook uit de opdracht die God aan Mozes gaf toen die de tent wilde gaan opbouwen: ‘Houd je bij het maken van alle dingen aan het voorbeeld dat je op de berg is getoond.’+ 6  Maar nu heeft Jezus een verhevener dienst* gekregen omdat hij ook de bemiddelaar+ is van een eveneens beter verbond,+ dat wettelijk gegrond is op betere beloften.+ 7  Als op dat eerste verbond niets aan te merken viel, dan was er geen tweede nodig geweest.+ 8  Maar hij heeft iets aan te merken op het volk als hij zegt: ‘“Er komt een dag”, zegt Jehovah,* “dat ik een nieuw verbond zal sluiten met het huis van Israël en met het huis van Juda. 9  Het zal anders zijn dan het verbond dat ik met hun voorouders sloot op de dag dat ik hen bij de hand nam om hen uit Egypte te leiden,+ want ze hebben zich niet aan mijn verbond gehouden. Daarom heb ik niet meer naar hen omgekeken”, zegt Jehovah.* 10  “Dit is het verbond dat ik na die dagen met het huis van Israël zal sluiten”, zegt Jehovah.* “Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen en in hun hart schrijven.+ Ik zal hun God worden en zij zullen mijn volk worden.+ 11  En niemand zal zijn medeburger en zijn broeder nog onderwijzen door te zeggen: ‘Ken Jehovah!’* Want ze zullen mij allemaal kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen. 12  Ik zal hun onrechtvaardige daden vergeven* en aan hun zonden zal ik niet meer denken.”’+ 13  Door over ‘een nieuw verbond’ te spreken, heeft hij het vroegere verouderd gemaakt.+ Nu staat wat verouderd is en oud wordt op het punt te verdwijnen.+

Voetnoten

Of ‘openbare dienaar’.
Of ‘verhevener openbare dienst’.
Of ‘barmhartig zijn’.