Psalmen 62:1-12

  • Ware redding komt van God

    • ‘Rustig wacht ik op God’ (1, 5)

    • ‘Stort je hart voor God uit’ (8)

    • Mensen zijn ademtocht (9)

    • Vertrouw niet op vermogen (10)

Voor de koorleider: voor jeduthun.* Een psalm van David. 62  Rustig wacht ik* op God. Mijn redding komt van hem.+  2  Hij is mijn rots en mijn redding, mijn veilige schuilplaats.*+ Ik zal nooit zo wankelen dat ik val.+  3  Hoelang zullen jullie een man aanvallen om hem te vermoorden?+ Jullie zijn allemaal zo gevaarlijk als een hellende muur, als een stenen muur die op instorten staat.*  4  Ze overleggen hoe ze hem uit zijn hoge positie* kunnen stoten,ze genieten ervan te liegen. Uit hun mond klinkt een zegen, maar in hun hart een vloek.+ (sela)  5  Rustig wacht ik* op God,+want mijn hoop komt van hem.+  6  Hij is mijn rots en mijn redding, mijn veilige schuilplaats. Ik zal nooit wankelen.+  7  Van God hangt mijn redding en mijn eer af. Mijn sterke rots, mijn schuilplaats, is God.+  8  Vertrouw altijd op hem, o volk. Stort je hart voor hem uit.+ God is voor ons een schuilplaats.+ (sela)  9  De zonen van de mens zijn een ademtocht,de mensenzonen een waanidee.+ Leg ze samen op de weegschaal en ze zijn lichter dan een zucht.+ 10  Vertrouw niet op afpersing,verwacht niets van roof. Als je vermogen toeneemt, zet je hart er dan niet op.+ 11  Eenmaal heeft God gesproken, tweemaal heb ik dit gehoord:de kracht is van God.+ 12  Ook loyale liefde is van u, Jehovah,+want u vergeldt iedereen naar zijn daden.+

Voetnoten

Of ‘mijn ziel’.
Of ‘veilige hoogte’.
Of mogelijk ‘jullie allemaal, alsof hij een hellende muur is, een stenen muur die op instorten staat’.
Of ‘zijn waardigheid’.
Of ‘wacht stil, o mijn ziel’.