Psalmen 71:1-24
71 Bij u, o Jehovah, zoek ik bescherming.
Maak me nooit te schande.+
2 Bevrijd mij en red mij, want u bent rechtvaardig.
Open uw oor voor* mij en red mij.+
3 Wees voor mij een rotsvestingwaar ik altijd kan binnengaan.
Geef het bevel mij te redden,want u bent mijn sterke rots en mijn vesting.+
4 O mijn God, red mij uit de hand van wie slecht is,+uit de greep van de onrechtvaardige onderdrukker.
5 Want u bent mijn hoop, Soevereine Heer Jehovah,van jongs af aan vertrouw ik op u.*+
6 Al vanaf mijn geboorte steun ik op u.
U was het die mij uit de buik van mijn moeder nam.+
Ik loof u voortdurend.
7 Voor velen ben ik als een wonder,maar u bent mijn sterke toevlucht.
8 Mijn mond is vervuld van lof voor u,+de hele dag spreek ik over uw pracht.
9 Verstoot me niet op mijn oude dag.+
Laat me niet in de steek nu* mijn kracht het begeeft.+
10 Mijn vijanden spreken over mij,zij die me naar het leven staan,* spannen samen.+
11 Ze zeggen: ‘God heeft hem verlaten.
Jaag hem op en grijp hem, want niemand zal hem redden.’+
12 O God, blijf niet ver van mij.
O mijn God, kom mij snel te hulp.+
13 Mogen zij die tegen me* zijnbeschaamd worden en omkomen.+
Mogen zij die op mijn ellende uit zijnbedekt worden met schaamte en schande.+
14 Maar ik, ik blijf wachten,ik zal u steeds weer loven.
15 Mijn mond zal vertellen over uw rechtvaardigheid,+over uw reddingsdaden, de hele dag,ook al zijn het er voor mij te veel om te bevatten.*+
16 Ik zal over uw machtige daden vertellen,o Soevereine Heer Jehovah.
Ik zal uw rechtvaardigheid noemen, die van u alleen.
17 U hebt mij van jongs af aan onderwezen, o God,+en nog steeds maak ik uw wonderen bekend.+
18 Verlaat mij niet, God, ook al ben ik oud en grijs.+
Laat me over uw macht* vertellen aan de volgende generatie,over uw kracht aan allen die nog komen.+
19 Uw rechtvaardigheid, o God, reikt tot de hoogten.+
U hebt grote dingen gedaan.
O God, wie is als u?+
20 Veel tegenspoed en ellende hebt u mij laten meemaken,+maar laat me herleven.
Haal me omhoog uit de diepten* van de aarde.+
21 Verhoog mijn waardigheid,omring me met uw troost.
22 Dan zal ik u met een snaarinstrument lovenom uw trouw, mijn God.+
Ik zal lofzangen voor u zingen* met de harp,o Heilige van Israël.
23 Mijn lippen zullen juichen als ik u toezing+want u hebt mijn leven gered.*+
24 Mijn tong zal de hele dag over uw rechtvaardigheid spreken,*+want wie uit zijn op mijn ondergang zullen beschaamd en vernederd worden.+
Voetnoten
^ Of ‘buig u en luister naar’.
^ Of ‘bent u mijn vertrouwen’.
^ Of ‘wanneer’.
^ Of ‘mijn ziel zoeken’.
^ Of ‘mijn ziel’.
^ Of ‘tellen’.
^ Lett.: ‘arm’.
^ Of ‘waterdiepten’.
^ Of ‘muziek (...) maken’.
^ Of ‘mijn ziel verlost’.
^ Of ‘mediteren’.