Psalmen 83:1-18

  • Gebed bij dreiging vijanden

    • ‘O God, blijf niet zwijgen’ (1)

    • Vijanden als wervelende distels (13)

    • Gods naam is Jehovah (18)

Een lied. Een psalm van Asaf.+ 83  O God, blijf niet zwijgen,+houd u niet rustig* of stil, o Goddelijke.  2  Kijk! Er is opschudding onder uw vijanden,+wie u haten gedragen zich arrogant.*  3  In het geheim smeden ze listige plannen tegen uw volk,ze spannen samen tegen uw lievelingen.*  4  Ze zeggen: ‘Kom, laten we ze als volk uitroeien,+zodat nooit meer aan de naam van Israël wordt gedacht.’  5  Ze beramen eensgezind een strategie,*ze vormen één front* tegen u+ —  6  de tenten van Edom en de Ismaëlieten, Moab+ en de Hagrieten,+  7  Ge̱bal, Ammon+ en A̱malek,Filiste̱a+ samen met de inwoners van Tyrus.+  8  Ook de Assyriërs+ hebben zich bij hen aangesloten,ze geven steun aan* de zonen van Lot.+ (sela)  9  Doe met hen als met Mi̱dian,+met Si̱sera en Ja̱bin bij de rivier* de Ki̱son.+ 10  Ze werden uitgeroeid bij En-Dor,+ze werden als mest op de grond. 11  Maak hun edelen als O̱reb en Ze̱ëb,+hun vorsten* als Ze̱bah en Zalmu̱na.+ 12  Want ze zeiden: ‘Laten we het land in bezit nemen waar God woont.’ 13  Maak ze als wervelende distels,* mijn God,+als kaf dat wordt weggeblazen door de wind. 14  Zoals een vuur het woud verbrandt,zoals een vlam de bergen verschroeit,+ 15  laat zo uw orkaan hen achtervolgen+en uw storm hun angst aanjagen.+ 16  Bedek* hun gezicht met oneer,zodat ze uw naam zoeken, o Jehovah. 17  Mogen ze voor altijd beschaamd en angstig zijn,mogen ze te schande gemaakt worden en omkomen. 18  Mogen de mensen weten dat u, wiens naam Jehovah is,+u alleen de Allerhoogste bent over de hele aarde.+

Voetnoten

Of ‘blijf niet sprakeloos’.
Of ‘steken hun hoofd op’.
Of ‘beschermelingen’. Lett.: ‘verborgenen’.
Of ‘een verbond’.
Lett.: ‘met het hart plegen ze samen overleg’.
Lett.: ‘zijn een arm geworden voor’.
Of ‘wadi’.
Of ‘leiders’.
Of ‘als tuimelkruid’.
Lett.: ‘vervul’.