Volgens Lukas 16:1-31
Voetnoten
Aantekeningen
beheerder: Of ‘huismeester’, ‘huisbestuurder’. (Zie aantekening bij Lu 12:42.)
maten: Of ‘bath’. Sommige geleerden zeggen dat het Griekse woord batos het equivalent is van de Hebreeuwse bath. Op basis van vondsten van kruikscherven met de benaming ‘bath’ erop in Oudhebreeuwse letters wordt een bath geschat op ongeveer 22 l. (Zie Woordenlijst ‘Bath’ en App. B14.)
grote maten: Of ‘kor’. Sommige geleerden zeggen dat het Griekse woord koros het equivalent is van de Hebreeuwse kor, die tien bath bevatte. Een kor was 220 l, gebaseerd op de geschatte inhoud van de bath. (Zie aantekening bij Lu 16:6, Woordenlijst ‘Bath’ en ‘Kor’, en App. B14.)
met praktische wijsheid te werk was gegaan: Of ‘het slim had aangepakt’. Het Griekse woord fronimos wordt hier weergegeven als ‘met praktische wijsheid’. Vormen van het verwante bijvoeglijk naamwoord worden later in dit vers weergegeven als slimmer (lett.: ‘in praktisch opzicht wijzer’) en in Mt 7:24; 24:45; 25:2 en Lu 12:42 als ‘verstandig’ en ‘beleidvol’. (Zie aantekeningen bij Mt 24:45 en Lu 12:42.)
deze wereld: Het Griekse woord aion (tijdperk) kan slaan op de bestaande toestand of de kenmerken die een bepaald tijdperk onderscheiden. In deze context duidt het op deze onrechtvaardige wereld en een wereldse leefstijl. (Zie Woordenlijst ‘Samenstel van dingen’.)
vrienden: Dat wil zeggen vrienden in de hemel — Jehovah God en Jezus Christus — de enigen die anderen ‘in de eeuwige woonplaatsen’ kunnen ontvangen.
de onrechtvaardige rijkdom: Lett.: ‘de mammon van de onrechtvaardigheid’. Het Griekse mamonas (van Semitische oorsprong) wordt traditioneel weergegeven met ‘de mammon’ en wordt algemeen opgevat als verwijzend naar geld of rijkdom. (Zie aantekening bij Mt 6:24.) Jezus bezag dit soort rijkdom kennelijk als onrechtvaardig omdat die wordt beheerd door zondige mensen, meestal wordt gebruikt voor egoïstische doelen en vaak door onrechtvaardige daden is verkregen. Het hebben van of verlangen naar materiële rijkdom kan ook tot wetteloze daden leiden. Rijkdommen kunnen hun waarde verliezen, dus iemand moet daar niet zijn vertrouwen in stellen (1Ti 6:9, 10, 17-19). Hij moet zijn rijkdom juist gebruiken om bevriend te raken met Jehovah en Jezus, die hem in de eeuwige woonplaatsen kunnen ontvangen.
eeuwige woonplaatsen: Lett.: ‘eeuwige tenten’. Kennelijk slaat dit op volmaakte woonplaatsen in de eeuwige nieuwe wereld, of dat nu in de hemel in het Koninkrijk met Jezus Christus is of op aarde in het paradijs onder het bestuur van dat Koninkrijk.
haten: Dat wil zeggen minder toegewijd zijn aan. (Zie aantekening bij Lu 14:26.)
de Rijkdom: Zie aantekening bij Mt 6:24.
dienen: Zie aantekening bij Mt 6:24.
de Wet en de Profeten: Met ‘de Wet’ worden de Bijbelboeken Genesis tot en met Deuteronomium bedoeld en met ‘de Profeten’ de profetische boeken in de Hebreeuwse Geschriften. Maar de combinatie van deze termen kan worden toegepast op de volledige Hebreeuwse Geschriften (Mt 5:17; 7:12; 22:40; zie aantekening bij Mt 11:13).
streven ernaar het te bereiken: Het Griekse woord dat hier wordt gebruikt, brengt voornamelijk de gedachte van krachtige actie of inspanning over. Sommige Bijbelvertalers vatten dit negatief op (in de zin van geweld gebruiken of ondergaan), maar gezien de context (wordt Gods Koninkrijk als goed nieuws bekendgemaakt) is het redelijk om de term positief op te vatten in de betekenis ‘met enthousiasme achter iets aan gaan’, ‘ijverig zoeken’. Blijkbaar geven deze woorden de krachtige daden en inspanningen weer van degenen die positief op de prediking van het goede nieuws over Gods Koninkrijk reageerden, waardoor ze de mogelijkheid kregen in de toekomst leden van dat Koninkrijk te worden.
één deeltje van een letter: Of ‘één tittel’. In het Hebreeuwse alfabet van Jezus’ tijd hadden bepaalde tekens een klein streepje (deeltje) dat de ene letter van de andere onderscheidde. Zo liet Jezus’ hyperbool uitkomen dat Gods Woord tot in het kleinste detail in vervulling zou gaan. (Zie aantekening bij Mt 5:18.)
pleegt overspel: Het Griekse werkwoord moicheuo slaat op seksuele ontrouw binnen het huwelijk. In de Bijbel duidt overspel op vrijwillige ‘seksuele immoraliteit’ van een getrouwde man of vrouw met iemand anders dan zijn of haar huwelijkspartner. (Vergelijk de aantekening bij Mt 5:32 over de term seksuele immoraliteit, Grieks: porneia.) Toen de wet van Mozes van kracht was, werd het hebben van seksuele gemeenschap met de vrouw of verloofde van een andere man als overspel beschouwd. (Zie aantekeningen bij Mt 5:27 en Mr 10:11.)
een gescheiden vrouw: Dat wil zeggen een vrouw die gescheiden is, behalve op grond van seksuele immoraliteit. (Zie aantekening bij Mt 5:32.)
een bedelaar: Of ‘een arme man’. Het Griekse woord kan duiden op iemand die heel arm of behoeftig is. Het gebruik ervan zorgt voor een scherp contrast met de rijke man in Jezus’ illustratie. In Mt 5:3 wordt het in figuurlijke zin gebruikt in de uitdrukking ‘degenen die zich bewust zijn van hun geestelijke behoeften’, letterlijk ‘degenen die arm (behoeftig, bedelaars) naar de geest zijn’. Daarmee wordt de gedachte overgebracht van mensen die zich er pijnlijk van bewust zijn dat ze geestelijk arm zijn en God nodig hebben. (Zie aantekening bij Mt 5:3.)
Lazarus: Waarschijnlijk de Griekse vorm van de Hebreeuwse naam Eleazar, die ‘God heeft geholpen’ betekent.
honden: Volgens de wet van Mozes waren honden onrein (Le 11:27). De honden die de zweren van de bedelaar likten, waren kennelijk straathonden die van afval leefden. In de Hebreeuwse Geschriften wordt het woord hond vaak op een neerbuigende manier gebruikt (De 23:18, vtn.; 1Sa 17:43; 24:14; 2Sa 9:8; 2Kon 8:13; Sp 26:11). In Mt 7:6 wordt ‘honden’ figuurlijk gebruikt voor mensen die geen waardering hebben voor geestelijke schatten. Omdat honden voor de Joden onreine dieren waren en in de Bijbel in figuurlijk opzicht negatief gebruikt worden, laat de vermelding van ‘honden’ in deze illustratie duidelijk uitkomen hoe laag de status van de bedelaar Lazarus was. (Zie aantekeningen bij Mt 7:6 en 15:26.)
naar Abraham: Lett.: ‘naar de boezem van Abraham’. De boezempositie duidde op speciale gunst en hechte vriendschap. (Zie aantekening bij Jo 1:18.) Deze uitdrukking komt van de gewoonte om bij maaltijden op zo’n manier op banken aan te liggen dat iemand tegen de boezem of borst van een goede vriend kon leunen (Jo 13:23-25).
het Graf: Of ‘Hades’, het collectieve graf van de mensheid. (Zie Woordenlijst.)
naast zich: Lett.: ‘aan zijn boezem’. (Zie aantekening bij Lu 16:22.)
Ze hebben Mozes en de Profeten: Dat wil zeggen de geschriften van Mozes en de profeten, die elke sabbat in de synagogen werden voorgelezen (Han 15:21) en hen ertoe hadden moeten bewegen Jezus te aanvaarden als Gods Messias en Koning.
Media
Jezus had het in zijn parabel van de onrechtvaardige beheerder over het gebruik om zakelijke transacties vast te leggen in een geschreven overeenkomst (Lu 16:6, 7). Het papyrusdocument op de afbeelding is geschreven in het Aramees en dateert van rond het jaar 55. Het is gevonden in een grot in Wadi Murabbaat, een droge rivierbedding in de woestijn van Judea. Het document vermeldt een schuld met een terugbetalingsregeling die is afgesproken tussen Absalom, de zoon van Hanin, en Zacharia, de zoon van Johanan. Misschien hebben mensen aan zo’n document gedacht toen ze Jezus’ illustratie hoorden.
Purperverf werd gewonnen uit weekdieren zoals de purperslakken Murex trunculus (links) en Murex brandaris (rechts) op de afbeelding. De schelpen zijn tussen de 5 en 8 cm lang. In de hals van deze slakken bevindt zich een kliertje dat één druppel vloeistof bevat. Deze substantie ziet er in eerste instantie crèmekleurig uit, maar kleurt door blootstelling aan lucht en licht geleidelijk donkerviolet of roodpaars. Deze zeeslakken worden aangetroffen langs de Middellandse Zeekust, en de precieze tint van de gewonnen kleurstof verschilt per locatie. De grotere slakken werden afzonderlijk opengebroken, waarna de kostbare vloeistof er zorgvuldig uit werd gehaald, terwijl de kleinere slakken werden geplet in vijzels. Omdat een slak zo weinig vloeistof opleverde, was het verzamelen van een grote hoeveelheid een kostbaar proces. De verf was dan ook duur en purpergeverfde gewaden werden een teken van rijkdom en status (Es 8:15).