De betekenis en uitspraak van Gods naam
De betekenis en uitspraak van Gods naam
EEN van de bijbelschrijvers vroeg eens: „Wie heeft de wind in de holte van beide handen vergaderd? Wie heeft de wateren in een mantel gewikkeld? Wie heeft al de einden der aarde opgericht? Hoe is zijn naam en hoe de naam van zijn zoon, ingeval gij het weet?” (Spreuken 30:4) Hoe kunnen wij erachter komen wat Gods naam is? Dat is een belangrijke vraag. De schepping vormt een krachtig bewijs dat God moet bestaan, maar vertelt ons niet zijn naam (Romeinen 1:20). In feite zouden wij Gods naam nooit te weten kunnen komen als niet de Schepper zelf ons die zou vertellen. En dat heeft hij gedaan in zijn eigen Boek, de Bijbel.
Bij één beroemde gelegenheid sprak God zijn eigen naam uit en herhaalde die ten aanhoren van Mozes. Mozes schreef een verslag over die gebeurtenis dat tot op de huidige dag in de bijbel bewaard is gebleven (Exodus 34:5). God schreef zijn naam zelfs met zijn eigen „vinger”. Toen God aan Mozes had bekendgemaakt wat wij thans de Tien Geboden noemen, stelde hij ze op bovennatuurlijke wijze op schrift. Het verslag zegt: „Zodra [God] nu geëindigd had met Mozes op de berg Sinaï te spreken, gaf hij hem voorts twee tafelen der Getuigenis, tafelen van steen, beschreven door Gods vinger” (Exodus 31:18). Gods naam komt achtmaal in de oorspronkelijke Tien Geboden voor (Exodus 20:1-17). God heeft zijn naam dus zelf zowel mondeling als schriftelijk aan de mens onthuld. Hoe luidt die naam dan?
In de Hebreeuwse taal wordt Gods naam zo geschreven: יהוה. Deze vier letters, het Tetragram genoemd, worden in het Hebreeuws van rechts naar links gelezen en kunnen in veel moderne talen met JHWH of JHVH weergegeven worden. Gods naam, voorgesteld door deze vier medeklinkers, komt bijna 7000 maal in het oorspronkelijke „Oude Testament”, ofte wel de Hebreeuwse Geschriften, voor.
De Naam is een vorm van het Hebreeuwse werkwoord ha·wahʹ (הוה), dat „worden” betekent, en wil in feite zeggen „Hij veroorzaakt te worden”. * Gods naam identificeert hem dan ook als Degene die progressief zijn beloften vervult en onfeilbaar zijn voornemens verwezenlijkt. Alleen de ware God zou een naam kunnen dragen die zo rijk aan betekenis is.
Herinnert u zich uit het voorgaande gedeelte nog de verschillende manieren waarop Gods naam in Psalm (19) stond weergegeven? (blz. 5) Twee van die vertalingen gaven slechts een titel (de „HERE” en de „Eeuwige”) ter vervanging van Gods naam. Maar in de andere staat Jahweh en Jehova; hierin kunt u het Tetragram herkennen. De uitspraak is echter verschillend. Hoe komt dat? 83:18
Hoe wordt Gods naam uitgesproken?
Het feit wil dat niemand zeker weet hoe de naam van God oorspronkelijk werd uitgesproken. Hoe komt dat? Nu, de eerste taal die bij het schrijven van de bijbel werd gebruikt, was het Hebreeuws, en wanneer de Hebreeuwse taal werd geschreven, gebruikten de schrijvers alleen medeklinkers — geen klinkers. Vandaar dat als de geïnspireerde schrijvers Gods naam schreven, zij vanzelfsprekend hetzelfde deden en alleen de medeklinkers opschreven.
Zolang het oude Hebreeuws nog de omgangstaal was, leverde dit geen problemen op. De uitspraak van de Naam was de Israëlieten bekend en als zij deze naam geschreven zagen staan, vulden zij de klinkers in zonder erbij na te
denken (net zoals voor de Nederlandse lezer de afkorting „gld.” „gulden” betekent en „hfdst.” „hoofdstuk”).Er gebeurden twee dingen waardoor deze situatie veranderde. Ten eerste begon onder de joden het bijgelovige idee post te vatten dat het onjuist was de goddelijke naam hardop uit te spreken; als zij de Naam tijdens het bijbellezen tegenkwamen, spraken zij daarom het Hebreeuwse woord ʼAdho·naiʹ („Soevereine Heer”) uit. Bovendien werd, naarmate de tijd verstreek, de oude Hebreeuwse taal zelf steeds minder gebruikt in de dagelijkse conversatie, en zo raakte de oorspronkelijke Hebreeuwse uitspraak van Gods naam ten slotte in het vergeetboek.
Om te voorkomen dat de uitspraak van de Hebreeuwse taal in haar geheel verloren zou gaan, bedachten joodse geleerden in de tweede helft van het eerste millennium G.T. een systeem van punten om de ontbrekende klinkers aan te geven, en die plaatsten zij rond de medeklinkers in de Hebreeuwse bijbel. Zodoende werden zowel klinkers als medeklinkers opgetekend en bleef de uitspraak zoals die destijds was, bewaard.
In het geval van Gods naam echter zetten zij er in plaats van de juiste klinkertekens meestal andere klinkertekens omheen ten einde de lezer eraan te herinneren dat hij ʼAdho·naiʹ moest zeggen. Hieruit ontstond de spelling Iehouah, en uiteindelijk werd Jehovah de algemeen aanvaarde uitspraak van de goddelijke naam in het Nederlands. Hierin zijn de essentiële elementen van Gods naam uit het Hebreeuwse origineel behouden gebleven.
Welke uitspraak gaat u gebruiken?
Hoe zijn echter uitspraken als Jahweh of verwante vormen ontstaan? Dit zijn vormen die door hedendaagse geleerden zijn gesuggereerd in hun pogingen de oorspronkelijke uitspraak van Gods naam na te gaan. Sommigen — niet allen evenwel — zijn van mening dat de Israëlieten vóór Jezus’ tijd Gods naam waarschijnlijk als Jahweh uitspraken.
Maar niemand kan dit met zekerheid zeggen. Misschien werd de Naam zo uitgesproken, misschien ook niet.Niettemin geven velen de voorkeur aan de uitspraak Jehovah. Waarom? Omdat die veel gangbaarder en vertrouwder is dan Jahweh. Zou het echter niet beter zijn de vorm te gebruiken die misschien dichter bij de oorspronkelijke uitspraak komt? Feitelijk niet, want dat is bij bijbelse namen niet de gewoonte.
Neem als het meest in het oog springende voorbeeld de naam Jezus eens. Weet u hoe Jezus’ familie en vrienden hem in de dagelijkse omgang noemden toen hij in Nazareth opgroeide? In werkelijkheid weet niemand dat zeker, hoewel het misschien zoiets als Jesjoea (of misschien Jehosjoea) geweest kan zijn. Het was pertinent niet Jezus.
Toen de verslagen over zijn leven in het Grieks werden opgetekend, probeerden de geïnspireerde schrijvers echter niet die oorspronkelijke Hebreeuwse uitspraak te bewaren. In plaats daarvan gaven zij de naam in het Grieks weer, I·eʹsous. Tegenwoordig wordt deze naam op verschillende manieren weergegeven, afhankelijk van de taal waarin men de bijbel leest. Spaanse bijbellezers komen Jesús (uitspraak Gesoesʹ) tegen.
Italianen spellen Gesù (uitspraak Dzjee·zoeʹ). En Duitsers gebruiken de spelling Jesus (uitspraak Jeeʹsoes).Moeten wij Jezus’ naam dan maar niet meer gebruiken omdat de meesten van ons, of misschien wij allemaal wel, niet echt weten hoe de oorspronkelijke uitspraak luidt? Tot dusver heeft geen enkele vertaler deze gedachte geopperd. Wij gebruiken de naam graag, want daarmee wordt de geliefde Zoon van God, Jezus Christus, aangeduid, die zijn levensbloed voor ons heeft gegeven. Zouden wij Jezus eer betonen als wij elke vermelding van zijn naam in de bijbel verwijderden en vervingen door niets dan een titel, „Leraar” of „Middelaar” bijvoorbeeld? Natuurlijk niet! Wij kunnen ons nauw met Jezus verbonden voelen als wij zijn naam gebruiken zoals die algemeen in onze taal wordt uitgesproken.
Iets soortgelijks zou gezegd kunnen worden over al de namen die wij in de bijbel tegenkomen. Wij spreken ze in onze eigen taal uit en proberen niet de oorspronkelijke uitspraak na te bootsen. Zo zeggen wij „Jeremia” en niet Jir·mejaʹhoe. Ook zeggen wij Jesaja, hoewel deze profeet in zijn tijd waarschijnlijk bekendstond als Jesja‛·jaʹhoe. Zelfs geleerden die met de oorspronkelijke uitspraak van deze namen op de hoogte zijn, gebruiken de moderne uitspraak, en niet de oude, wanneer zij over hen spreken.
En hetzelfde geldt voor de naam Jehovah. Ook al vertegenwoordigt de moderne uitspraak Jehovah dan misschien niet precies de manier waarop deze naam oorspronkelijk werd uitgesproken, dan doet dit toch geenszins afbreuk aan de belangrijkheid van de naam. De Schepper wordt erdoor geïdentificeerd, de levende God, de Allerhoogste, tot wie Jezus zei: „Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd.” — Matthéüs 6:9.
’Kan niet verdrongen worden’
Hoewel veel vertalers de voorkeur geven aan de uitspraak Jahweh, blijven *
de Nieuwe-Wereldvertaling en ook een aantal andere vertalingen de vorm Jehovah gebruiken omdat men er al eeuwenlang mee vertrouwd is. Bovendien is het zo dat in deze vorm, evenals in andere vormen, de vier letters van het Tetragram, JHWH of JHVH, behouden zijn.Reeds eerder had de Duitse hoogleraar Gustav Friedrich Oehler om grotendeels dezelfde reden een soortgelijke beslissing genomen. Hij besprak verscheidene uitspraken en concludeerde: „Van nu af gebruik ik het woord Jehovah, aangezien deze naam thans in werkelijkheid meer ingeburgerd is geraakt in onze woordenschat en niet verdrongen kan worden.” — Theologie des Alten Testaments, tweede editie, uitgegeven in 1882, blz. 143.
In overeenkomstige zin verklaart de jezuïtische geleerde Paul Joüon in zijn Grammaire de l’hébreu biblique (Grammatica van het bijbels Hebreeuws), uitgave van 1923, in een voetnoot op bladzijde 49: „In onze vertalingen hebben wij, in plaats van de (hypothetische) vorm Jahweh, de vorm Jéhovah gebruikt . . . de conventionele literaire vorm die in het Frans wordt gebruikt.” In veel andere talen gebruiken bijbelvertalers een overeenkomstige vorm, zoals blijkt uit het kader op bladzijde 8.
Is het dan verkeerd een vorm als Jahweh te gebruiken? Volstrekt niet. Alleen zal de vorm Jehovah waarschijnlijk sneller weerklank vinden bij de lezer omdat het de vorm is die in de meeste talen „ingeburgerd” is. Waar het om gaat is, dat wij de naam gebruiken en aan anderen bekendmaken. „Dankt Jehovah! Roept zijn naam aan. Maakt onder de volken zijn handelingen bekend. Vermeldt dat zijn naam hoog verheven dient te worden.” — Jesaja 12:4.
Laten wij eens zien hoe Gods dienstknechten door de eeuwen heen dat gebod hebben opgevolgd.
[Voetnoten]
^ ¶5 Zie Appendix 1A in de New World Translation of the Holy Scriptures, uitgave van 1984.
^ ¶22 Zie Appendix 1A in de New World Translation of the Holy Scriptures, uitgave van 1984.
[Kader op blz. 7]
Verschillende geleerden hebben uiteenlopende ideeën over de oorspronkelijke uitspraak van de naam JHWH.
In The Mysterious Name of Y.H.W.H., blz. 74, zei Dr. M. Reisel dat de „vocalisatie van het Tetragram oorspronkelijk JeHoeàH of JaHoeàH geweest moet zijn”.
Kanunnik D. D. Williams van Cambridge was van mening dat de „aanwijzingen te kennen geven, ja, bijna bewijzen, dat Jāhwéh niet de ware uitspraak van het Tetragram was . . . De Naam zelf was waarschijnlijk JĀHÔH”. — Zeitschrift für die alttestamentliche Wissenschaft, 1936, Deel 54, blz. 269.
In de kanttekening bij de Franse herziene vertaling van Segond (blz. 9) wordt de volgende opmerking gemaakt: „De uitspraak Jahvé die in sommige recente vertalingen wordt gebruikt, is gebaseerd op enkele oude getuigenissen, maar deze zijn niet doorslaggevend. Als men eigennamen in aanmerking neemt waarin de goddelijke naam opgenomen is, zoals de Hebreeuwse naam van de profeet Elia (Elijahoe), zou de uitspraak even goed Jaho of Jahoe kunnen zijn.”
In 1749 vertelde de Duitse bijbelgeleerde Teller over enkele uiteenlopende uitspraken van Gods naam die hij had gelezen: „Diodorus Siculus, Macrobius, Clemens van Alexandrië, Sint-Hiëronymus en Orígenes schreven Jao; de Samaritanen, Epiphanius, Theodoretus, Jahe, of Jave; Ludovicus Cappellus leest Javoh; Drusius, Jahve; Hottinger, Jehva; Mercerus, Jehovah; Castellio, Jovah, en le Clerc, Jawoh, of Javoh.”
Het is dus duidelijk dat de oorspronkelijke uitspraak van Gods naam niet meer bekend is. Dat is ook niet echt belangrijk. Was dat wel het geval, dan zou God zelf ervoor gezorgd hebben dat de uitspraak bewaard was gebleven zodat wij die konden gebruiken. Waar het om gaat is, dat wij Gods naam gebruiken volgens de gangbare uitspraak in onze eigen taal.
[Kader op blz. 8]
Vormen van de goddelijke naam in verschillende talen, waaruit blijkt dat de vorm Jehovah internationaal aanvaard is
Awabakal - Yehóa
Bugotu - Jihova
Deens - Jehova
Duits - Jehova
Efik - Jehovah
Engels - Jehovah
Fidzjiaans - Jiova
Fins - Jehova
Frans - Jéhovah
Futuna - Ihova
Hongaars - Jehova
Ibo - Jehova
Italiaans - Geova
Japans - Ehoba
Joruba - Jehofah
Kantonees - Yehwowah
Maori - Ihowa
Motu - Iehova
Mwala-Malu - Jihova
Narrinjeri - Jehovah
Nederlands - Jehovah
Nembe - Jihova
Petats - Jihouva
Pools - Jehowa
Portugees - Jeová
Roemeens - Iehova
Samoaans - Ieova
Sotho - Jehova
Spaans - Jehová
Swahili - Yehova
Tagalog - Jehova
Tahitiaans - Jehovah
Tongan - Jihova
Venda - Yehova
Xhosa - uYehova
Zulu - uJehova
Zweeds - Jehova
[Kader op blz. 11]
„Jehovah” heeft zelfs in niet-bijbels verband algemeen bekendheid gekregen als de naam van God.
Franz Schubert componeerde de muziek voor een lied getiteld „Die Allmacht”, geschreven door Johann Ladislaus Pyrker, waarin de naam Jehovah tweemaal voorkomt. De naam Jehovah wordt ook gebruikt in het slot van de laatste scène van Verdi’s opera „Nabucco”.
Bovendien wordt in het oratorium „Le Roi David”, van de Franse componist Arthur Honegger, de naam Jehovah op de voorgrond geplaatst, en de beroemde Franse schrijver Victor Hugo gebruikte de naam in meer dan 30 van zijn werken. Zowel hij als Lamartine schreven een gedicht met als titel „Jehovah”.
In het boek Deutsche Taler, in 1967 uitgegeven door de Duitse Bundesbank, staat een afbeelding van een van de oudste munten met de naam „Jehovah”, een uit 1634 daterende Reichstaler uit het hertogdom Silezië. Over de afbeelding op de keerzijde van de munt zegt het boek: „Onder de stralende naam JEHOVAH, die oprijst uit de wolken, staat een met een kroon overtopt schild met het Silezische wapen.”
In een museum in Rudolstadt, Oost-Duitsland, kunt u op de kraag van de wapenrusting die eens werd gedragen door Gustaaf II Adolf, een 17de-eeuwse koning van Zweden, de naam JEHOVAH in hoofdletters zien staan.
Eeuwenlang is de vorm Jehovah dan ook de internationaal erkende manier geweest om Gods naam uit te spreken, en mensen die de naam horen, beseffen prompt over wie er wordt gesproken. Zoals professor Oehler zei: ’Deze naam is thans meer ingeburgerd geraakt in onze woordenschat en kan niet verdrongen worden.’ — Theologie des Alten Testaments.
[Illustratie op blz. 6]
Detail van een engel met Gods naam, op de graftombe van paus Clemens XIII in de Sint-Pieterbasiliek in Vaticaanstad
[Illustratie op blz. 7]
Er zijn veel munten geslagen waarop Gods naam voorkomt. Deze, gedateerd 1661, komt uit Neurenberg. De Latijnse tekst luidt: „Onder de schaduw van uw vleugelen”
[Illustraties op blz. 9]
In vroeger tijden werd Gods naam in de vorm van het Tetragram in de decoratie van veel religieuze gebouwen opgenomen
Katholieke basiliek op de Mont Fourvière, Lyon, Frankrijk
Kathedraal van Bourges, Frankrijk
Kerk in La Celle Dunoise, Frankrijk
Kerk in Digne, Zuid-Frankrijk
Kerk in São Paulo, Brazilië
Kathedraal van Straatsburg, Frankrijk
San Marco-kathedraal, Venetië, Italië
[Illustraties op blz. 10]
Jehovah’s naam in een klooster in Bordesholm, Duitsland;
op een Duitse munt uit 1635;
boven een kerkdeur in Fehmarn, Duitsland;
en op een grafsteen uit 1845 in Harmannschlag, Neder-Oostenrijk