Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De terechtstelling van Babylon de Grote

De terechtstelling van Babylon de Grote

Hoofdstuk 35

De terechtstelling van Babylon de Grote

1. Hoe beschrijft de engel het scharlakengekleurde wilde beest, en wat voor wijsheid is er nodig om de symbolen uit de Openbaring te begrijpen?

ZIJN beschrijving van het scharlakengekleurde wilde beest uit Openbaring 17:3 vervolgend, zegt de engel tot Johannes: „Hier komt het aan op de intelligentie die wijsheid heeft: De zeven koppen betekenen zeven bergen, waarop de vrouw gezeten is. En er zijn zeven koningen: vijf zijn gevallen, één is er, de andere is nog niet gekomen, maar als hij gekomen is, moet hij een korte tijd blijven” (Openbaring 17:9, 10). De engel brengt hier wijsheid van boven over, de enige wijsheid die begrip kan geven omtrent de symbolen uit de Openbaring (Jakobus 3:17). Deze wijsheid verlicht de Johannesklasse en haar metgezellen met betrekking tot de ernst van de tijd waarin wij leven. In toegewijde harten bouwt ze waardering op voor Jehovah’s oordelen, die nu op het punt staan voltrokken te worden, en prent ze een heilzame vrees voor Jehovah in. Zoals Spreuken 9:10 verklaart: „De vrees voor Jehovah is het begin van wijsheid, en de kennis van de Allerheiligste, dat is verstand.” Wat onthult de goddelijke wijsheid ons omtrent het wilde beest?

2. Wat beduiden de zeven koppen van het scharlakengekleurde wilde beest, en hoe moet begrepen worden dat ’vijf zijn gevallen en één er is’?

2 De zeven koppen van dat verscheurende beest stellen zeven „bergen” of zeven „koningen” voor. Beide termen worden in de Schrift gebruikt om regeringsmachten aan te duiden (Jeremia 51:24, 25; Daniël 2:34, 35, 44, 45). In de bijbel worden zes wereldmachten genoemd die van invloed zijn geweest op de aangelegenheden van Gods volk: Egypte, Assyrië, Babylon, Medo-Perzië, Griekenland en Rome. Hiervan waren er tegen de tijd dat Johannes de Openbaring ontving, vijf reeds gekomen en gegaan, terwijl Rome nog steeds duidelijk een wereldmacht was. Dit stemt nauwkeurig overeen met de woorden: „Vijf zijn gevallen, één is er.” Maar hoe staat het met „de andere” die nog moest komen?

3. (a) Hoe werd het Romeinse Rijk op de duur gesplitst? (b) Welke ontwikkelingen vonden er in het westen plaats? (c) Hoe moet het Heilige Roomse Rijk worden bezien?

3 Het Romeinse Rijk bleef na de tijd van Johannes nog honderden jaren bestaan en breidde zich zelfs uit. In 330 G.T. verplaatste keizer Constantijn zijn hoofdstad van Rome naar Byzantium, dat hij nu de naam Constantinopel gaf. In 395 G.T. werd het Romeinse Rijk gesplitst in een oostelijk en een westelijk deel. In 410 G.T. viel Rome zelf voor Alarik, koning van de Visigoten (een Germaanse stam die bekeerd was tot de ariaanse versie van het „christendom”). Germaanse stammen (eveneens „christelijk”) veroverden Spanje en een groot deel van de Romeinse gebiedsdelen in Noord-Afrika. In Europa volgden eeuwen van beroering, onrust en herordening. In het westen stonden keizers van formaat op zoals Karel de Grote, die in de negende eeuw een bondgenootschap aanging met paus Leo III, en Frederik II, die in de dertiende eeuw regeerde. Maar hoewel hun domein het Heilige Roomse Rijk werd genoemd, was het veel kleiner dan dat van het eerdere Romeinse Rijk toen het op het toppunt van zijn macht stond. Het was meer een herstel of een voortzetting van deze macht uit de oudheid dan een nieuw rijk.

4. Welke successen behaalde het oostelijk rijksdeel, maar wat gebeurde er met een groot deel van de voormalige gebiedsdelen van het oude Rome in Noord-Afrika, Spanje en Syrië?

4 Romes oostelijk rijksdeel, met als centrum Constantinopel, onderhield lange tijd ietwat stroeve betrekkingen met het westelijk rijksdeel. In de zesde eeuw wist de oosterse keizer Justinianus I veel van Noord-Afrika te heroveren, en ook kwam hij tussenbeide in Spanje en Italië. In de zevende eeuw heroverde Justinianus II voor het rijk gebieden van Macedonië waarvan Slavische stammen zich meester hadden gemaakt. Tegen de achtste eeuw waren echter veel van de voormalige gebiedsdelen van het oude Rome in Noord-Afrika, Spanje en Syrië onder het bewind van het nieuwe rijk van de islam gekomen en waren aldus onttrokken aan de heerschappij van zowel Constantinopel als Rome.

5. Hoe komt het dat, hoewel de stad Rome in 410 G.T. viel, het nog heel wat eeuwen heeft geduurd voordat alle sporen van het politieke Romeinse Rijk van het wereldtoneel verdwenen waren?

5 De stad Constantinopel zelf hield wat langer stand. Ze overleefde veelvuldige aanvallen van Perzen, Arabieren, Bulgaren en Russen totdat ze in 1203 eindelijk ten val kwam — niet voor moslims maar voor kruisvaarders uit het westen. In 1453 kwam ze echter onder de macht van de mohammedaanse Osmaanse heerser Mehmed II en spoedig werd ze de hoofdstad van het Osmaanse of Turkse Rijk. Het heeft dus, hoewel de stad Rome in 410 G.T. viel, nog heel wat eeuwen geduurd voordat alle sporen van het politieke Romeinse Rijk van het wereldtoneel waren verdwenen. En zelfs toen was de invloed ervan nog steeds merkbaar in religieuze rijken die hun fundament hadden in het pausdom van Rome en de oosters-orthodoxe kerken.

6. Welke gloednieuwe rijken kwamen tot ontwikkeling, en welk had het meeste succes?

6 Tegen de vijftiende eeuw waren enige landen echter bezig gloednieuwe rijken op te bouwen. Hoewel sommige van deze nieuwe imperiale mogendheden zich op het grondgebied van voormalige koloniën van Rome bevonden, waren hun rijken niet louter voortzettingen van het Romeinse Rijk. Portugal, Spanje, Frankrijk en de Nederlanden werden elk de zetel van een uitgestrekt machtsgebied. Maar het meeste succes had Groot-Brittannië, dat de suprematie verwierf over een gigantisch rijk waarin ’de zon nooit onderging’. Dit rijk breidde zich in de loop van verschillende tijdsperiodes uit over een groot deel van Noord-Amerika, Afrika, India en Zuidoost-Azië, alsook over de uitgestrekte Stille Zuidzee.

7. Hoe ontstond er een soort dualistische wereldmacht, en hoe lang zou volgens Johannes de zevende ’kop’ of Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht voortbestaan?

7 Tegen de negentiende eeuw hadden enkele van de koloniën in Noord-Amerika zich reeds van Groot-Brittannië losgemaakt om de onafhankelijke Verenigde Staten van Amerika te vormen. Politiek gesproken bleven er tussen de jonge natie en het voormalige moederland wel enkele conflicten bestaan. Niettemin dwong de Eerste Wereldoorlog de twee landen hun gemeenschappelijke belangen te erkennen en smeedde een bijzondere verstandhouding tussen beide. Zo ontstond er een soort dualistische wereldmacht, bestaande uit de Verenigde Staten van Amerika, thans de rijkste natie ter wereld, en Groot-Brittannië, de zetel van het grootste rijk ter wereld. En hier hebben wij dan de zevende ’kop’ of wereldmacht, die voortbestaat tot in de tijd van het einde. Op de grondgebieden van deze wereldmacht heeft het georganiseerde werk van de hedendaagse Getuigen van Jehovah zich het eerst ontwikkeld. Vergeleken met de langdurige heerschappij van de zesde kop blijft de zevende slechts „een korte tijd”, totdat Gods koninkrijk alle nationale machten vernietigt.

Waarom een achtste koning genoemd?

8, 9. Hoe noemt de engel het symbolische scharlakengekleurde wilde beest, en op welke wijze spruit het voort uit de zeven?

8 De engel vervolgt zijn uitleg aan Johannes: „En het wilde beest dat was maar niet is, is ook zelf een achtste koning, maar spruit voort uit de zeven, en het gaat de vernietiging tegemoet” (Openbaring 17:11). Het symbolische scharlakengekleurde wilde beest „spruit voort uit” de zeven koppen; dat wil zeggen, het wordt geboren uit of dankt zijn bestaan aan die koppen van het oorspronkelijke ’wilde beest uit de zee’, waarvan het scharlakengekleurde wilde beest een beeld is. Hoe dan wel? Welnu, in 1919 was de Anglo-Amerikaanse macht de overheersende kop. De vorige zes koppen waren gevallen, en de positie van dominerende wereldmacht was overgegaan op deze dualistische kop en zetelde daar nu. Deze zevende kop, als de huidige vertegenwoordiger in de lijn van wereldmachten, was de stuwende kracht achter de oprichting van de Volkenbond en is nog steeds de voornaamste begunstiger en financiële steunpilaar van de Verenigde Naties. Aldus „spruit” het scharlakengekleurde wilde beest — de achtste koning — symbolisch gesproken „voort uit” de oorspronkelijke zeven koppen. Op deze wijze bezien, stemt de verklaring dat het uit de zeven voortsproot goed overeen met de eerdere onthulling dat het wilde beest met twee horens gelijk een lam (de Anglo-Amerikaanse wereldmacht, de zevende kop van dat oorspronkelijke wilde beest) aandrong op het maken van het beeld en er leven aan gaf. — Openbaring 13:1, 11, 14, 15.

9 Bovendien behoorden tot de oorspronkelijke leden van de Volkenbond naast Groot-Brittannië ook regeringen die heersten in de zetels van enkele eerdere koppen, namelijk Griekenland, Iran (Perzië) en Italië (Rome). Uiteindelijk werden de regeringen die het bewind voerden over het grondgebied dat onder heerschappij van de vorige zes wereldmachten had gestaan, ondersteunende leden van het beeld van het wilde beest. Ook in deze zin kan gezegd worden dat het scharlakengekleurde wilde beest voortsproot uit de zeven wereldmachten.

10. (a) Waarom kan er gezegd worden dat het scharlakengekleurde wilde beest „ook zelf een achtste koning” is? (b) Wat zei een leider van de voormalige Sovjet-Unie waardoor steun aan de Verenigde Naties tot uitdrukking werd gebracht?

10 Merk op dat het scharlakengekleurde wilde beest „ook zelf een achtste koning” is. De ontwerpers van de huidige Verenigde Naties wilden dit lichaam op een wereldregering doen lijken. Soms is dit lichaam zelfs als zodanig opgetreden, door legers uit te zenden om internationale conflicten te beslechten, zoals in Korea, op het Sinaï-schiereiland, in enkele Afrikaanse landen en Libanon. Maar het is slechts het beeld van een koning. Net als een religieus beeld heeft het geen werkelijke invloed of macht, afgezien van die waarmee het bekleed is door degenen die het tot bestaan hebben gebracht en het aanbidden. Af en toe maakt dit symbolische wilde beest een zwakke indruk; maar het heeft nooit het massale uittreden van dictatoriaal georiënteerde lidstaten meegemaakt dat de Volkenbond wankelend de afgrond in heeft gedreven (Openbaring 17:8). In 1987 heeft een vooraanstaande leider van de voormalige Sovjet-Unie, hoewel hij overigens radicaal andere opvattingen koestert, zich met de pausen van Rome verenigd in het tot uitdrukking brengen van steun aan de VN. Hij riep zelfs op tot een „alomvattend stelsel van internationale veiligheid”, gebaseerd op de VN. Zoals de apostel Johannes weldra verneemt, zal de tijd komen dat de VN met aanzienlijke autoriteit zullen optreden. Vervolgens zal dit lichaam op zijn beurt ’de vernietiging tegemoet gaan’.

Tien koningen voor één uur

11. Wat zegt Jehovah’s engel tot Johannes over de tien horens op het symbolische scharlakengekleurde wilde beest?

11 In het vorige hoofdstuk van de Openbaring goten de zesde en de zevende engel schalen van Gods toorn uit. Zo werden wij ervan op de hoogte gesteld dat de koningen der aarde vergaderd worden tot Gods oorlog te Armageddon en dat ’Babylon de Grote voor God in herinnering gebracht zal worden’ (Openbaring 16:1, 14, 19). Nu zullen wij uitvoeriger vernemen hoe Gods oordelen aan hen voltrokken zullen worden. Luister weer naar Jehovah’s engel, die nu tot Johannes zegt: „En de tien horens die gij gezien hebt, betekenen tien koningen, die nog geen koninkrijk hebben ontvangen, maar wel ontvangen zij voor één uur autoriteit als koningen met het wilde beest. Dezen hebben één gedachte, en daarom geven zij hun kracht en autoriteit aan het wilde beest. Dezen zullen strijden tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen, omdat hij Heer der heren en Koning der koningen is. Ook de geroepenen en uitverkorenen en getrouwen met hem zullen dit doen.” — Openbaring 17:12-14.

12. (a) Wat wordt door de tien horens afgebeeld? (b) Hoe hadden de symbolische tien horens ’nog geen koninkrijk ontvangen’? (c) Hoe kunnen wij zeggen dat de symbolische tien horens nu wel ’een koninkrijk’ hebben, en voor hoe lang?

12 De tien horens beelden alle politieke machten af die op het ogenblik de scepter zwaaien op het wereldtoneel en die het beeld van het wilde beest steunen. Heel weinig van de thans bestaande landen waren bekend in de dagen van Johannes. En die het wel waren, zoals Egypte en Perzië (Iran), hebben in deze tijd een heel andere staatsvorm. Vandaar dat in de eerste eeuw de ’tien horens nog geen koninkrijk hadden ontvangen’. Maar thans, in de dag des Heren, hebben ze wel ’een koninkrijk’ of politieke autoriteit. Met de ineenstorting van de grote koloniale rijken, vooral sinds de Tweede Wereldoorlog, zijn veel nieuwe natiën tot bestaan gekomen. Deze moeten, evenals de langer gevestigde mogendheden, gedurende een korte tijdsperiode — slechts „één uur” — met het wilde beest regeren voordat Jehovah te Armageddon een eind maakt aan alle wereldse politieke autoriteit.

13. In welke zin hebben de tien horens „één gedachte”, en tot welke houding jegens het Lam zal dit heel beslist leiden?

13 In deze tijd is het nationalisme een van de sterkste drijfveren van deze tien horens. Ze hebben „één gedachte” in die zin dat ze hun nationale soevereiniteit willen behouden in plaats van Gods koninkrijk te aanvaarden. Dit was trouwens hun hele opzet toen ze tot de Volkenbond en de organisatie der Verenigde Naties toetraden — om de wereldvrede te bewaren en aldus hun eigen bestaan veilig te stellen. Een dergelijke houding zal er beslist toe leiden dat de horens het Lam, de „Heer der heren en Koning der koningen”, zullen tegenstaan omdat het Jehovah’s voornemen is dat zijn koninkrijk onder Jezus Christus binnenkort al deze koninkrijken zal vervangen. — Daniël 7:13, 14; Matthéüs 24:30; 25:31-33, 46.

14. Hoe kunnen de heersers der wereld strijden tegen het Lam, en wat zal de afloop zijn?

14 Natuurlijk kunnen de heersers van deze wereld niets tegen Jezus zelf uitrichten. Hij bevindt zich in de hemel, ver buiten hun bereik. Maar Jezus’ broeders, de overgeblevenen van het zaad van de vrouw, bevinden zich nog op aarde en zijn ogenschijnlijk kwetsbaar (Openbaring 12:17). Veel van de horens hebben reeds blijk gegeven van bittere vijandschap jegens hen, en op deze wijze hebben ze gestreden tegen het Lam (Matthéüs 25:40, 45). Weldra zal echter de tijd aanbreken dat Gods koninkrijk „al deze koninkrijken [zal] verbrijzelen en er een eind aan [zal] maken” (Daniël 2:44). Dan zullen de koningen der aarde in een strijd tegen het Lam gewikkeld zijn die tot het bittere einde zal voortduren, zoals wij straks zullen zien (Openbaring 19:11-21). Maar hier vernemen wij al voldoende om te beseffen dat de natiën geen succes zullen hebben. Hoewel de natiën en het scharlakengekleurde wilde beest, de VN, hun ’ene gedachte’ hebben, kunnen ze de grote „Heer der heren en Koning der koningen” niet verslaan, evenmin als ze de overwinning kunnen behalen op „de geroepenen en uitverkorenen en getrouwen met hem”, onder wie zijn gezalfde volgelingen die nog op aarde zijn. Ook dezen zullen hebben overwonnen doordat zij in antwoord op Satans laaghartige beschuldigingen hun rechtschapenheid hebben bewaard. — Romeinen 8:37-39; Openbaring 12:10, 11.

De hoer verwoesten

15. Wat zegt de engel over de hoer en over de houding en het optreden van de tien horens en het wilde beest jegens haar?

15 De vijandschap van de tien horens is niet alleen tegen Gods volk gericht. De engel vestigt nu Johannes’ aandacht weer op de hoer: „En hij zegt tot mij: ’De wateren die gij gezien hebt, waar de hoer zit, betekenen volken en scharen en natiën en talen. En de tien horens die gij gezien hebt, en het wilde beest, die zullen de hoer haten en zullen haar woest en naakt maken, en ze zullen haar vleesdelen opeten en zullen haar geheel met vuur verbranden.’” — Openbaring 17:15, 16.

16. Waarom zal Babylon de Grote zich voor beschermende steun niet op haar wateren kunnen verlaten wanneer de politieke regeringen zich tegen haar keren?

16 Net zoals het oude Babylon zich op zijn verdedigingswateren verliet, zo verlaat Babylon de Grote zich in deze tijd op haar reusachtige ledental van „volken en scharen en natiën en talen”. Heel toepasselijk vestigt de engel onze aandacht op hen alvorens te vertellen over een schokkende ontwikkeling: De politieke regeringen van deze aarde zullen zich gewelddadig tegen Babylon de Grote keren. Wat zullen al die „volken en scharen en natiën en talen” dan doen? Gods volk waarschuwt Babylon de Grote reeds dat het water van de Eufraat zal opdrogen (Openbaring 16:12). Die wateren zullen uiteindelijk geheel en al wegvloeien. Ze zullen de eeuwenoude walgelijke hoer geen enkele doeltreffende steun kunnen verlenen in het uur van haar doodsnood. — Jesaja 44:27; Jeremia 50:38; 51:36, 37.

17. (a) Waarom zal de rijkdom van Babylon de Grote haar niet redden? (b) In welk opzicht zal het einde van Babylon de Grote verre van waardig zijn? (c) Wat sluit zich in de razernij tegen Babylon de Grote bij de tien horens of afzonderlijke natiën aan?

17 De kolossale materiële rijkdom van Babylon de Grote zal haar beslist niet redden. Misschien wordt haar vernietiging er zelfs door verhaast, want het visioen laat zien dat wanneer het wilde beest en de tien horens hun haat aan haar koelen, ze haar de koninklijke gewaden en alle juwelen van het lijf zullen rukken. Ze zullen haar rijkdom plunderen. Ze zullen haar „naakt maken” en aldus op beschamende wijze haar ware aard ontmaskeren. Wat een verwoesting! Haar einde is ook verre van waardig. Ze zullen haar vernietigen, „haar vleesdelen opeten” en niets anders van haar overlaten dan een levenloos karkas. Ten slotte zullen ze „haar geheel met vuur verbranden”. Ze wordt verbrand alsof ze met de pest besmet was, ze krijgt zelfs geen fatsoenlijke begrafenis! Het zijn niet alleen de natiën, afgebeeld door de tien horens, die de grote hoer vernietigen, maar „het wilde beest”, ofte wel de VN zelf, sluit zich in deze razernij bij hen aan. Het zal zijn goedkeuring verlenen aan de vernietiging van de valse religie. Veel van de ruim 190 natiën binnen de VN heeft, door middel van hun stemgedrag, reeds blijk gegeven van een vijandige houding jegens religie, in het bijzonder die van de christenheid.

18. (a) Welk potentieel voor een ommezwaai van de natiën tegen Babylonische religie is reeds te zien? (b) Wat zal de fundamentele reden zijn voor de totale aanval op de grote hoer?

18 Waarom zouden de natiën hun voormalige minnares zo wreed behandelen? In de jongste geschiedenis hebben wij het potentieel voor zo’n ommezwaai tegen Babylonische religie gezien. Officiële tegenstand van regeringswege heeft de invloed van religie in landen zoals de voormalige Sovjet-Unie en China geweldig beknot. In protestantse sectoren van Europa zijn door wijdverbreide apathie en twijfel de kerken leeggelopen, zodat religie er vrijwel dood is. Het uitgestrekte katholieke imperium wordt verscheurd door rebellie en onenigheid, die de leiders ervan niet hebben weten te bezweren. Wij mogen echter niet uit het oog verliezen dat deze laatste totale aanval op Babylon de Grote komt als een uiting van Gods onveranderlijke oordeel over de grote hoer.

Gods gedachte uitvoeren

19. (a) Hoe kan de voltrekking van Jehovah’s oordeel aan de grote hoer geïllustreerd worden door zijn oordeel over het afvallige Jeruzalem in 607 v.G.T.? (b) Wat werd door de verlaten, onbewoonde toestand van Jeruzalem na 607 v.G.T. afgeschaduwd voor onze tijd?

19 Hoe voltrekt Jehovah dit oordeel? Dit zou geïllustreerd kunnen worden door Jehovah’s optreden tegen zijn afvallige volk in de oudheid, waarover hij zei: „Bij de profeten van Jeruzalem heb ik afschuwelijke dingen gezien: overspel plegen en in de leugen wandelen; en zij hebben de handen der boosdoeners gesterkt, opdat zij niet zouden terugkeren, een ieder van zijn eigen slechtheid. Zij zijn mij allen geworden als Sodom, en haar inwoners als Gomorra” (Jeremia 23:14). In 607 v.G.T. gebruikte Jehovah Nebukadnezar om die geestelijk overspelige stad ’de kleren uit te trekken en de luisterrijke voorwerpen weg te nemen, en haar naakt en bloot achter te laten’ (Ezechiël 23:4, 26, 29). Het Jeruzalem uit die tijd was een afschaduwing van de christenheid in deze tijd, en zoals Johannes in eerdere visioenen zag, zal Jehovah de christenheid en de rest van de valse religie een soortgelijke straf toedienen. De verlaten, onbewoonde toestand van Jeruzalem na 607 v.G.T. toont hoe de religieuze christenheid eruit zal zien nadat ze van haar rijkdom is beroofd en aan de kaak is gesteld. En de rest van Babylon de Grote zal het niet beter vergaan.

20. (a) Hoe toont Johannes aan dat Jehovah opnieuw menselijke regeerders als oordeelsvoltrekkers zal gebruiken? (b) Wat is Gods „gedachte”? (c) Hoe zullen de natiën hun „ene gedachte” uitvoeren, maar wiens gedachte zal in werkelijkheid worden uitgevoerd?

20 Opnieuw gebruikt Jehovah menselijke heersers om het oordeel te voltrekken. „Want God heeft het hun in het hart gegeven zijn gedachte uit te voeren, ja, hun ene gedachte uit te voeren door hun koninkrijk aan het wilde beest te geven, totdat de woorden van God volbracht zullen zijn” (Openbaring 17:17). Wat is Gods „gedachte”? Te bewerkstelligen dat de terechtstellers van Babylon de Grote de handen ineenslaan ten einde haar geheel en al te vernietigen. Natuurlijk zullen de heersers bij hun aanval op haar het motief hebben hun eigen „ene gedachte” uit te voeren. Zij zullen van mening zijn dat het in hun nationalistisch belang is zich tegen de grote hoer te keren. Het kan zijn dat zij het voortbestaan van de georganiseerde religie binnen hun grenzen als een bedreiging voor hun soevereiniteit gaan bezien. Maar in werkelijkheid zal het Jehovah zijn die de aangelegenheden manoeuvreert; zij zullen zijn gedachte uitvoeren door zijn eeuwenoude, overspelige vijandin met één klap te vernietigen! — Vergelijk Jeremia 7:8-11, 34.

21. Wat zullen de natiën klaarblijkelijk met betrekking tot de Verenigde Naties doen, aangezien het scharlakengekleurde wilde beest gebruikt zal worden om Babylon de Grote te vernietigen?

21 Ja, de natiën zullen het scharlakengekleurde wilde beest, de Verenigde Naties, gebruiken om Babylon de Grote te vernietigen. Ze handelen niet op eigen initiatief, want Jehovah geeft het hun in het hart „hun ene gedachte uit te voeren door hun koninkrijk aan het wilde beest te geven”. Wanneer de tijd ervoor aanbreekt, zullen de natiën klaarblijkelijk de noodzaak zien de Verenigde Naties te versterken. Ze zullen dit orgaan als het ware tanden geven door het alle autoriteit en macht te verlenen die ze maar bezitten zodat het zich tegen de valse religie kan keren en met succes tegen haar kan strijden „totdat de woorden van God volbracht zullen zijn”. Aldus zal de eeuwenoude hoer volledig aan haar eind komen. Wat een opluchting haar kwijt te zijn!

22. (a) Wat wordt in Openbaring 17:18 te kennen gegeven door de wijze waarop de engel zijn getuigenis besluit? (b) Hoe reageren Jehovah’s Getuigen op de ontraadseling van het mysterie?

22 Alsof de engel de zekerheid van de voltrekking van Jehovah’s oordeel aan het wereldrijk van valse religie wil beklemtonen, besluit hij zijn getuigenis met de woorden: „En de vrouw die gij gezien hebt, betekent de grote stad, die een koninkrijk over de koningen der aarde heeft” (Openbaring 17:18). Evenals het Babylon uit Belsazars tijd is Babylon de Grote „op de weegschaal gewogen en te licht bevonden” (Daniël 5:27). Haar terechtstelling zal snel en definitief zijn. En hoe reageren Jehovah’s Getuigen op de ontraadseling van het mysterie van de grote hoer en van het scharlakengekleurde wilde beest? Zij betonen zich ijverig in het bekendmaken van Jehovah’s dag van oordeel, terwijl zij oprechte zoekers naar waarheid met ’minzaamheid’ antwoord geven (Kolossenzen 4:5, 6; Openbaring 17:3, 7). Zoals ons volgende hoofdstuk zal aantonen, moeten allen die de terechtstelling van de grote hoer willen overleven, onverwijld handelen!

[Studievragen]

[Illustraties op blz. 252]

De opeenvolging van zeven wereldmachten

EGYPTE

ASSYRIË

BABYLON

MEDO-PERZIË

GRIEKENLAND

ROME

ENGELAND-AMERIKA

[Illustraties op blz. 254]

’Het is ook zelf een achtste koning’

[Illustratie op blz. 255]

Terwijl zij het Lam de rug toekeren, „geven zij hun kracht en autoriteit aan het wilde beest”

[Illustratie op blz. 257]

De christenheid als het voornaamste deel van Babylon de Grote zal in haar totale verwoesting op het oude Jeruzalem gelijken