Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Gods oordeelsdag — de vreugdevolle afloop!

Gods oordeelsdag — de vreugdevolle afloop!

Hoofdstuk 41

Gods oordeelsdag — de vreugdevolle afloop!

Visioen 15 — Openbaring 20:11–21:8

Onderwerp: De algemene opstanding, de Oordeelsdag en de zegeningen van nieuwe hemelen en een nieuwe aarde

Tijd waarin vervuld: De Duizendjarige Regering

1. (a) Wat ging bij de zondeval verloren? (b) Welk voornemen van God is niet veranderd, en hoe weten wij dit?

WIJ mensen werden geschapen om eeuwig te leven. Als Adam en Eva Gods geboden hadden gehoorzaamd, zouden zij nooit gestorven zijn (Genesis 1:28; 2:8, 16, 17; Prediker 3:10, 11). Maar toen zij zondigden, verloren zij de volmaaktheid en het leven zowel voor zichzelf als voor hun nageslacht, en de dood ging als meedogenloze vijand over de mensheid regeren (Romeinen 5:12, 14; 1 Korinthiërs 15:26). Niettemin veranderde er niets aan Gods voornemen om volmaakte mensen voor eeuwig op een paradijsaarde te laten leven. Wegens zijn grote liefde voor de mensheid zond hij zijn eniggeboren Zoon, Jezus, naar de aarde, en deze gaf zijn volmaakte menselijke leven als een losprijs voor „velen” van Adams nageslacht (Matthéüs 20:28; Johannes 3:16). Jezus kan nu deze wettelijke verdienste van zijn slachtoffer aanwenden om gelovige mensen tot volmaakt leven in een paradijs te herstellen (1 Petrus 3:18; 1 Johannes 2:2). Wat een geweldige reden om ’blij te zijn en zich te verheugen’! — Jesaja 25:8, 9.

2. Wat bericht Johannes in Openbaring 20:11, en wat is de „grote witte troon”?

2 Wanneer Satan in de afgrond opgesloten is, begint Jezus’ glorierijke duizendjarige regering. De „dag” waarop God „voornemens is de bewoonde aarde in rechtvaardigheid te oordelen door een man die hij heeft aangesteld”, is aangebroken (Handelingen 17:31; 2 Petrus 3:8). Johannes verklaart: „En ik zag een grote witte troon en degene die daarop was gezeten. De aarde en de hemel vloden van voor zijn aangezicht weg, en er werd geen plaats voor ze gevonden” (Openbaring 20:11). Wat is deze „grote witte troon”? Het kan niets anders zijn dan de rechterstoel van „God, de Rechter van allen” (Hebreeën 12:23). Nu zal hij de mensheid oordelen om te zien wie zich de voordelen van Jezus’ loskoopoffer ten nutte zullen maken. — Markus 10:45.

3. (a) Wat wordt te kennen gegeven door het feit dat Gods troon als ’groot’ en ’wit’ wordt aangeduid? (b) Wie zullen op de Oordeelsdag oordelen, en op basis waarvan?

3 Gods troon is ’groot’, hetgeen de nadruk legt op Jehovah’s majesteit als Soevereine Heer, en ’wit’, hetgeen de aandacht vestigt op zijn smetteloze rechtvaardigheid. Hij is de uiteindelijke Rechter der mensheid (Psalm 19:7-11; Jesaja 33:22; 51:5, 8). Hij heeft het oordeelswerk echter aan Jezus Christus gedelegeerd: „De Vader oordeelt volstrekt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon toevertrouwd” (Johannes 5:22). Met Jezus verbonden zijn de 144.000, aan wie de „macht [werd] gegeven om te oordelen . . ., duizend jaar lang” (Openbaring 20:4). Niettemin zijn het Jehovah’s maatstaven die bepalen wat er tijdens de Oordeelsdag met ieder afzonderlijk zal gebeuren.

4. In welke zin ’vlieden de aarde en de hemel weg’?

4 In welke zin ’vlieden de aarde en de hemel weg’? Dit is dezelfde hemel die bij het openen van het zesde zegel als een boekrol terugweek — het zijn de menselijke regeringsmachten die „voor het vuur [worden] opgespaard en . . . worden bewaard voor de dag van het oordeel en van de vernietiging der goddeloze mensen” (Openbaring 6:14; 2 Petrus 3:7). De aarde is het georganiseerde samenstel van dingen zoals dat onder deze heerschappij bestaat (Openbaring 8:7). De vernietiging van het wilde beest en de koningen der aarde en hun legers, te zamen met degenen die het merkteken van het wilde beest hadden ontvangen en degenen die aanbidding geven aan zijn beeld, kenmerkt het wegvlieden van deze hemel en aarde (Openbaring 19:19-21). Nu het oordeel aan Satans aarde en hemel is voltrokken, bepaalt de Grote Rechter nog een Oordeelsdag.

De duizendjarige Oordeelsdag

5. Wie blijven er over om geoordeeld te worden nadat de oude aarde en de oude hemel zijn weggevloden?

5 Wie blijven er over om geoordeeld te worden nadat de oude aarde en de oude hemel zijn weggevloden? Niet het gezalfde overblijfsel van de 144.000, want dezen zijn reeds geoordeeld en verzegeld. Als er na Armageddon nog gezalfden op aarde leven, moeten zij kort daarna sterven en door middel van een opstanding hun hemelse beloning ontvangen (1 Petrus 4:17; Openbaring 7:2-4). De miljoenen leden van de grote schare die nu uit de grote verdrukking zijn gekomen, staan echter op een in het oog springende wijze „voor de troon”. Zij zijn vanwege hun geloof in Jezus’ bloed reeds rechtvaardig gerekend voor overleving maar moeten gedurende de duizend jaar nog verder geoordeeld worden terwijl Jezus hen naar „bronnen van wateren des levens” blijft leiden. Dan, wanneer zij tot menselijke volmaaktheid hersteld zijn en daarna op de proef zijn gesteld, zullen zij in de volledigste zin rechtvaardig verklaard worden (Openbaring 7:9, 10, 14, 17). Kinderen die de grote verdrukking overleven en eventuele kinderen die tijdens het Millennium aan de grote schare geboren worden, zullen eveneens gedurende de duizend jaar geoordeeld moeten worden. — Vergelijk Genesis 1:28; 9:7; 1 Korinthiërs 7:14.

6. (a) Welke menigte ziet Johannes, en wat wordt te kennen gegeven door de woorden „de groten en de kleinen”? (b) Hoe zullen de talloze miljoenen die in Gods herinnering zijn, ongetwijfeld te voorschijn worden gebracht?

6 Johannes neemt echter een menigte waar die veel talrijker is dan de grote schare overlevenden. Ze zal in de duizenden miljoenen lopen! „En ik zag de doden, de groten en de kleinen, voor de troon staan, en er werden boekrollen geopend” (Openbaring 20:12a). „De groten en de kleinen” omvatten zowel de aanzienlijken als de minder aanzienlijken onder de mensen die gedurende de afgelopen 6000 jaar op deze aarde geleefd hebben en gestorven zijn. In het Evangelie dat de apostel Johannes kort na de Openbaring schreef, zei Jezus in verband met de Vader: „Hij heeft hem [Jezus] macht gegeven om te oordelen, omdat hij de Zoon des mensen is. Verwondert u hierover niet, want het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem zullen horen en te voorschijn zullen komen” (Johannes 5:27-29). Wat een kolossaal project — het ongedaan maken van alle sterfgevallen en begrafenissen in ’s mensen geschiedenis! Ongetwijfeld zullen die talloze miljoenen die in Gods herinnering zijn, geleidelijk opgewekt worden, zodat de grote schare — die daarmee vergeleken zo onbeduidend is — het hoofd kan bieden aan de problemen die misschien rijzen omdat uit de doden opgestane personen aanvankelijk geneigd kunnen zijn hun oude zelfzuchtige levensstijl te volgen.

Wie worden opgewekt en geoordeeld?

7, 8. (a) Welke boekrol wordt geopend, en wat vindt er daarna plaats? (b) Voor wie zal er geen opstanding zijn?

7 Johannes voegt eraan toe: „Maar er werd een andere boekrol geopend; het is de boekrol des levens. En de doden werden geoordeeld op grond van de dingen die in de boekrollen geschreven stonden, overeenkomstig hun daden. En de zee gaf de doden in haar op, en de dood en Hades gaven de doden in hen op, en zij werden ieder afzonderlijk geoordeeld overeenkomstig hun daden” (Openbaring 20:12b, 13). Waarlijk een adembenemend schouwspel! ’De zee, de dood en Hades’ spelen hierin elk een rol, maar merk op dat deze termen toch wel verband met elkaar houden. * Toen Jona zich in de buik van een vis en derhalve in het hart van de zee bevond, zei hij van zichzelf dat hij in Sjeool, ofte wel in Hades, was (Jona 2:2). Indien iemand zich in de greep van de Adamitische dood bevindt, is hij waarschijnlijk eveneens in Hades. Deze profetische woorden bieden een krachtige verzekering dat niemand over het hoofd zal worden gezien.

8 Natuurlijk is er een onbekend aantal personen die geen opstanding zullen krijgen. Tot hen behoren bijvoorbeeld de onberouwvolle schriftgeleerden en Farizeeën die Jezus en de apostelen verwierpen, de religieuze „mens der wetteloosheid” en gezalfde christenen „die zijn afgevallen” (2 Thessalonicenzen 2:3; Hebreeën 6:4-6; Matthéüs 23:29-33). Jezus sprak ook over met bokken te vergelijken mensen die aan het einde van de wereld heengaan in „het eeuwige vuur dat voor de Duivel en zijn engelen is bereid”, namelijk „de eeuwige afsnijding” (Matthéüs 25:41, 46). Voor hen is er geen opstanding!

9. Hoe geeft de apostel Paulus te kennen dat sommigen in de opstanding speciaal begunstigd zullen worden, en wie behoren hiertoe?

9 Anderzijds zullen sommigen in de opstanding speciaal begunstigd worden. De apostel Paulus gaf dit te kennen toen hij zei: „Op God heb ik mijn hoop gesteld . . . dat er een opstanding zal zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen” (Handelingen 24:15). Met betrekking tot de aardse opstanding zullen „de rechtvaardigen” onder andere getrouwe mannen en vrouwen uit de oudheid omvatten — Abraham, Rachab en vele anderen — die rechtvaardig verklaard werden tot vriendschap met God (Jakobus 2:21, 23, 25). Tot deze zelfde groep zullen de rechtvaardige andere schapen behoren die in onze tijd getrouw aan Jehovah gestorven zijn. Waarschijnlijk zullen al zulke rechtschapenheidbewaarders reeds vroeg tijdens Jezus’ duizendjarige regering een opstanding krijgen (Job 14:13-15; 27:5; Daniël 12:13; Hebreeën 11:35, 39, 40). Ongetwijfeld zullen velen van deze uit de doden opgewekte rechtvaardigen speciale voorrechten ontvangen met betrekking tot het toezicht houden op de ontzaglijke herstelwerkzaamheden die in het Paradijs zullen plaatsvinden. — Psalm 45:16; vergelijk Jesaja 32:1, 16-18; 61:5; 65:21-23.

10. Wie zijn „de onrechtvaardigen” onder degenen die een opstanding krijgen?

10 Wie zijn echter de in Handelingen 24:15 genoemde „onrechtvaardigen”? Tot hen zullen de grote mensenmassa’s behoren die door de hele geschiedenis heen gestorven zijn, in het bijzonder degenen die in ’tijden van onwetendheid’ hebben geleefd (Handelingen 17:30). Dezen hadden, als gevolg van de plaats waar zij geboren werden of de tijd waarin zij leefden, geen gelegenheid om gehoorzaamheid aan Jehovah’s wil te leren. Bovendien zijn er misschien sommigen die de boodschap van redding wel hebben gehoord maar er in die tijd niet ten volle gehoor aan hebben gegeven of die gestorven zijn voordat zij tot de opdracht en doop gevorderd waren. In de opstanding zullen zulke personen verdere veranderingen in hun denken en doen moeten aanbrengen willen zij voordeel trekken van deze gelegenheid om eeuwig leven te verwerven.

De boekrol des levens

11. (a) Wat is „de boekrol des levens”, en van wie staan de namen hierin opgetekend? (b) Waarom zal de boekrol des levens tijdens het Millennium geopend worden?

11 Johannes spreekt over „de boekrol des levens”. Dit is een register van degenen die ervoor in aanmerking komen eeuwig leven uit Jehovah’s hand te ontvangen. De namen van Jezus’ gezalfde broeders, van de grote schare en van getrouwe mensen uit de oudheid, zoals Mozes, staan daarin (Exodus 32:32, 33; Daniël 12:1; Openbaring 3:5). Tot nu toe staat de naam van geen van de uit de doden opgewekte „onrechtvaardigen” in de boekrol des levens. Deze boekrol zal dus tijdens het Millennium geopend worden om er de namen van anderen in te kunnen schrijven die er dan voor in aanmerking komen. Degenen wier namen niet in de boekrol of het boek des levens worden geschreven, worden „in het meer van vuur geslingerd”. — Openbaring 20:15; vergelijk Hebreeën 3:19.

12. Wat bepaalt of iemands naam in de geopende boekrol des levens wordt geschreven, en hoe heeft Jehovah’s aangestelde Rechter het goede voorbeeld gegeven?

12 Waardoor zal dan worden bepaald of iemands naam in de te dien tijde geopende boekrol des levens geschreven wordt? De doorslaggevende factor zal dezelfde zijn als in de dagen van Adam en Eva: gehoorzaamheid aan Jehovah. Het is zoals de apostel Johannes aan geliefde medechristenen schreef: „De wereld gaat . . . voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid” (1 Johannes 2:4-7, 17). In de kwestie van gehoorzaamheid heeft Jehovah’s aangestelde Rechter het goede voorbeeld gegeven: „Hoewel [Jezus] een Zoon was, heeft hij gehoorzaamheid geleerd uit de dingen die hij heeft geleden; en nadat hij tot volmaaktheid was gebracht, is hij voor allen die hem gehoorzamen, oorzaak van eeuwige redding geworden.” — Hebreeën 5:8, 9.

Het openen van andere boekrollen

13. Hoe moeten degenen die uit de doden zijn opgewekt hun gehoorzaamheid tonen, en welke beginselen moeten zij naleven?

13 Hoe moeten deze uit de doden opgewekte personen hun gehoorzaamheid tonen? Jezus zelf wees op de twee grote geboden door te zeggen: „Het eerste is: ’Hoor, o Israël, Jehovah, onze God, is één Jehovah, en gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand en met geheel uw kracht.’ Het tweede is dit: ’Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf’” (Markus 12:29-31). Ook zijn er Jehovah’s van oudsher geldende beginselen die zij moeten naleven, zoals zich verre te houden van stelen, liegen, moorden en immoraliteit. — 1 Timótheüs 1:8-11; Openbaring 21:8.

14. Welke andere boekrollen worden geopend, en wat staat daarin?

14 Johannes heeft echter zojuist andere boekrollen genoemd die tijdens de Duizendjarige Regering geopend zullen worden (Openbaring 20:12). Wat zullen deze inhouden? Nu en dan heeft Jehovah voor bepaalde situaties specifieke instructies gegeven. In de dagen van Mozes bijvoorbeeld voorzag hij in een gedetailleerde reeks wetten die voor de Israëlieten leven betekenden indien zij ze gehoorzaamden (Deuteronomium 4:40; 32:45-47). Tijdens de eerste eeuw werden er nieuwe instructies gegeven om getrouwen te helpen Jehovah’s beginselen onder het christelijke samenstel van dingen na te leven (Matthéüs 28:19, 20; Johannes 13:34; 15:9, 10). Nu bericht Johannes dat de doden zullen worden „geoordeeld op grond van de dingen die in de boekrollen geschreven stonden, overeenkomstig hun daden”. Klaarblijkelijk zal dus door het openen van deze boekrollen bekendgemaakt worden wat Jehovah’s uitvoerige vereisten voor de mensheid gedurende de duizend jaar zijn. Door de voorschriften en geboden uit die boekrollen in hun leven toe te passen, zullen gehoorzame mensen hun dagen kunnen verlengen en uiteindelijk eeuwig leven verkrijgen.

15. Wat voor een onderwijscampagne zal er gedurende de opstanding nodig zijn, en hoe zal de opstanding vermoedelijk verlopen?

15 Wat een uitgebreide theocratische onderwijscampagne zal er nodig zijn! In 2005 leidden Jehovah’s Getuigen in de gehele wereld gemiddeld 6.061.534 bijbelstudies op verschillende plaatsen. Maar gedurende de opstanding zullen er ongetwijfeld talloze miljoenen op de bijbel en de nieuwe boekrollen gebaseerde studies worden gehouden! Alle leden van Gods volk zullen leraren moeten worden en zich krachtig moeten inspannen. Uit de doden opgewekte personen zullen, naarmate zij vorderingen maken, ongetwijfeld een aandeel aan dit enorme onderwijsprogramma hebben. Vermoedelijk zal de opstanding zodanig verlopen dat degenen die in leven zijn de vreugde kunnen smaken vroegere familieleden en kennissen te verwelkomen en te onderwijzen, die op hun beurt weer anderen kunnen verwelkomen en onderwijzen. (Vergelijk 1 Korinthiërs 15:19-28, 58.) De meer dan zes miljoen Getuigen van Jehovah die in deze tijd actief zijn in het verbreiden van de waarheid, leggen een goed fundament voor de voorrechten waarin zij zich gedurende de opstanding hopen te verheugen. — Jesaja 50:4; 54:13.

16. (a) Van wie zullen de namen niet in de boekrol of het boek des levens geschreven worden? (b) Voor wie zal de opstanding een opstanding „des levens” blijken te zijn?

16 Met betrekking tot de aardse opstanding zei Jezus dat ’zij die goede dingen hebben gedaan, te voorschijn komen tot een opstanding des levens, zij die verachtelijke dingen hebben beoefend, tot een opstanding des oordeels’. Hier staan ’leven’ en ’oordeel’ tegenover elkaar, waaruit blijkt dat uit de doden opgewekte personen die „verachtelijke dingen hebben beoefend” nadat zij in de geïnspireerde Schrift en boekrollen zijn onderwezen, onwaardig worden geoordeeld leven te ontvangen. Hun namen zullen niet in de boekrol of het boek des levens geschreven worden (Johannes 5:29). Dit zou ook gelden voor een ieder die vroeger een getrouwe handelwijze heeft gevolgd maar die daar om een of andere reden tijdens de Duizendjarige Regering van afwijkt. Namen kunnen worden uitgewist (Exodus 32:32, 33). Anderzijds zullen de namen van hen die datgene wat in de boekrollen geschreven staat gehoorzaam opvolgen, in het geschreven bericht, de boekrol des levens, blijven staan en zij zullen blijven leven. Voor hen zal de opstanding een opstanding „des levens” zijn gebleken.

Het einde van de dood en Hades

17. (a) Welk geweldig gebeuren beschrijft Johannes? (b) Wanneer is Hades geledigd? (c) Wanneer wordt de Adamitische dood „in het meer van vuur geslingerd”?

17 Vervolgens beschrijft Johannes iets werkelijk geweldigs! „En de dood en Hades werden in het meer van vuur geslingerd. Dit betekent de tweede dood: het meer van vuur. Bovendien werd een ieder die niet in het boek des levens geschreven werd bevonden, in het meer van vuur geslingerd” (Openbaring 20:14, 15). Aan het einde van de duizendjarige Oordeelsdag worden „de dood en Hades” volledig verwijderd. Waarom is hier duizend jaar mee gemoeid? Hades, het gemeenschappelijke graf van de gehele mensheid, is geledigd wanneer de laatste persoon die zich in Gods herinnering bevindt, uit de doden is opgewekt. Maar zolang er nog mensen zijn die bezoedeld zijn door overgeërfde zonde, kleeft de Adamitische dood hun nog aan. Allen die tot leven op aarde zijn opgewekt, evenals de grote schare die Armageddon overleeft, zullen gehoorzaam moeten zijn aan datgene wat in de boekrollen geschreven staat totdat de verdienste van Jezus’ losprijs is aangewend om ziekte, ouderdom en andere overgeërfde gebreken volledig te verwijderen. Dan wordt de Adamitische dood, te zamen met Hades, „in het meer van vuur geslingerd”. Ze zullen voor eeuwig verdwenen zijn!

18. (a) Hoe beschrijft Paulus het succes van Jezus’ heerschappij als Koning? (b) Wat doet Jezus met de nu volmaakte menselijke familie? (c) Welke andere gebeurtenissen vinden er aan het einde van de duizend jaar plaats?

18 Aldus zal het programma dat de apostel Paulus in zijn brief aan de Korinthiërs beschrijft, tot voltooiing komen: „Want [Jezus] moet als koning regeren totdat God alle vijanden onder zijn voeten heeft gelegd. Als laatste vijand wordt de [Adamitische] dood tenietgedaan.” Wat gebeurt er vervolgens? „Wanneer . . . alle dingen aan hem onderworpen zullen zijn, dan zal ook de Zoon zelf zich onderwerpen aan Degene die alle dingen aan hem onderwierp.” Met andere woorden, Jezus „[draagt] het koninkrijk aan zijn God en Vader [over]” (1 Korinthiërs 15:24-28). Ja, wanneer Jezus door middel van de verdienste van zijn loskoopoffer de Adamitische dood heeft overwonnen, zal hij een tot volmaaktheid gebrachte menselijke familie aan zijn Vader, Jehovah, overdragen. Klaarblijkelijk wordt Satan op dit punt, aan het einde van de duizend jaar, losgelaten en vindt de laatste beproeving plaats om te bepalen wier namen permanent in de boekrol des levens opgetekend zullen blijven. „Spant u krachtig in” opdat uw naam daartoe mag behoren! — Lukas 13:24; Openbaring 20:5.

[Voetnoot]

^ ¶7 Tot degenen die uit de zee worden opgewekt, zullen niet de verdorven aardbewoners behoren die in de Vloed zijn vergaan; die vernietiging was definitief, zoals ook de voltrekking van Jehovah’s oordeel in de grote verdrukking dat zal zijn. — Matthéüs 25:41, 46; 2 Petrus 3:5-7.

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 298]

Ook de namen van opgestane „onrechtvaardigen” die toepassen wat in de tijdens het Millennium geopende boekrollen staat, kunnen in de boekrol des levens geschreven worden