Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Gods toorn tot een einde gebracht

Gods toorn tot een einde gebracht

Hoofdstuk 32

Gods toorn tot een einde gebracht

1. Wat zal geschied zijn wanneer de zeven schalen volledig uitgegoten zijn, en welke vragen rijzen nu in verband met de schalen?

JOHANNES heeft de engelen die de opdracht hebben om de zeven schalen uit te gieten, reeds ingeleid. Hij vertelt ons dat „deze . . . de laatste [zijn], want door middel daarvan wordt de toorn van God tot een einde gebracht” (Openbaring 15:1; 16:1). Deze plagen, die Jehovah’s vergeldingsmaatregelen voor op de aarde bedreven goddeloosheid onthullen, moeten volledig uitgegoten worden. Wanneer ze voorbij zijn, zullen Gods oordelen voltrokken zijn. Satans wereld zal er niet meer zijn! Wat voorspellen deze plagen voor de mensheid en de heersers van het huidige goddeloze samenstel? Hoe kunnen christenen het vermijden samen met deze ten ondergang gedoemde wereld door de plagen getroffen te worden? Dit zijn belangrijke vragen, en nu zullen ze beantwoord worden. Allen die ernaar verlangen dat de rechtvaardigheid zal zegevieren, zullen intens geïnteresseerd zijn in wat Johannes vervolgens ziet.

Jehovah’s gramschap ten aanzien van „de aarde”

2. Wat brengt de eerste engel teweeg door zijn schaal naar de aarde uit te gieten, en wat beeldt „de aarde” af?

2 De eerste engel komt in actie! „En de eerste ging heen en goot zijn schaal uit naar de aarde. En er kwam een schadelijke en kwaadaardige zweer aan de mensen die het merkteken van het wilde beest hadden en die zijn beeld aanbaden” (Openbaring 16:2). Net als in het geval van het eerste trompetgeschal is „de aarde” hier een afbeelding van het ogenschijnlijk stabiele politieke samenstel dat Satan in de tijd van Nimrod, ruim 4000 jaar geleden, op aarde begon op te bouwen. — Openbaring 8:7.

3. (a) Hoe hebben veel regeringen van hun onderdanen dingen geëist die op aanbidding neerkomen? (b) Wat hebben de natiën opgericht ter vervanging van Gods koninkrijk, en wat is de uitwerking op degenen die het aanbidden?

3 In deze laatste dagen hebben veel regeringen van hun onderdanen dingen geëist die op aanbidding neerkomen, door erop te staan dat de staat boven God of welke andere loyaliteit maar ook verheven moet worden (2 Timótheüs 3:1; vergelijk Lukas 20:25; Johannes 19:15). Sedert 1914 is het voor natiën een normale zaak geworden hun jongeren voor militaire dienst op te roepen opdat zij kunnen strijden, of paraat zijn om te strijden, in de soort van totale oorlogvoering waardoor de bladzijden der moderne geschiedenis zo met bloed bevlekt zijn. Gedurende de dag des Heren hebben de natiën ter vervanging van Gods koninkrijk ook het beeld van het beest — de Volkenbond en zijn opvolger, de Verenigde Naties — opgericht. Wat een godslastering om, zoals door recente pausen is gedaan, dit door mensen in het leven geroepen lichaam tot de enige hoop op vrede voor de natiën uit te roepen! Het is hardnekkig tegen Gods koninkrijk gekant. Zij die het aanbidden, worden geestelijk onrein, komen onder de zweren te zitten, zoals ook de Egyptenaren die Jehovah in Mozes’ tijd tegenstonden, door letterlijke zweren werden gekweld. — Exodus 9:10, 11.

4. (a) Waarop legt de inhoud van de eerste schaal van Gods toorn sterk de nadruk? (b) Hoe beschouwt Jehovah degenen die het merkteken van het wilde beest aanvaarden?

4 De inhoud van deze schaal legt sterk de nadruk op de keus waarvoor mensen zich gesteld zien. Zij moeten òf de afkeuring van de wereld verduren òf zich Jehovah’s verbolgenheid op de hals halen. Er wordt dwang op de mensheid uitgeoefend om het merkteken van het wilde beest te aanvaarden, met het oogmerk dat „niemand zou kunnen kopen of verkopen, behalve wie het merkteken heeft, de naam van het wilde beest of het getal van zijn naam” (Openbaring 13:16, 17). Maar hiervoor moet een prijs worden betaald! Jehovah beschouwt degenen die het merkteken aanvaarden, als personen die geslagen zijn met „een schadelijke en kwaadaardige zweer”. Sedert 1922 zijn zij in het openbaar gekentekend als personen die de levende God verworpen hebben. Hun politieke intriges hebben geen succes en zij verkeren in radeloze angst. Geestelijk zijn zij onrein. Als zij geen berouw hebben, zal deze „schadelijke” ziekte tot hun dood leiden, want het is nu de dag van Jehovah’s oordeel. Òf iemand is een deel van het samenstel van dingen van deze wereld òf hij dient Jehovah aan de zijde van Christus — er is geen neutraal tussenterrein. — Lukas 11:23; vergelijk Jakobus 4:4.

De zee wordt bloed

5. (a) Wat vindt er plaats wanneer de tweede schaal wordt uitgegoten? (b) Hoe beziet Jehovah degenen die zich in de symbolische zee bevinden?

5 De tweede schaal van Gods toorn moet nu uitgegoten worden. Wat zal dit voor de mensheid betekenen? Johannes vertelt ons: „En de tweede goot zijn schaal uit in de zee. En ze werd bloed als van een dode, en elke levende ziel stierf, ja, alles wat in de zee was” (Openbaring 16:3). Evenals het tweede trompetgeschal is deze schaal gericht tegen „de zee” — de kolkende, opstandige, van Jehovah vervreemde mensenzee (Jesaja 57:20, 21; Openbaring 8:8, 9). In Jehovah’s ogen is deze „zee” als bloed, waar schepselen niet in kunnen leven. Daarom mogen christenen geen deel van de wereld zijn (Johannes 17:14). Het uitgieten van de tweede schaal van Gods toorn onthult dat alle mensen die zich in deze zee bevinden, in Jehovah’s ogen dood zijn. Vanwege gemeenschapsverantwoordelijkheid rust er een zware bloedschuld op de mensheid. Wanneer Jehovah’s dag van toorn komt, zullen zij door toedoen van zijn oordeelsvoltrekkers letterlijk sterven. — Openbaring 19:17, 18; vergelijk Efeziërs 2:1; Kolossenzen 2:13.

Bloed te drinken geven

6. Wat gebeurt er wanneer de derde schaal wordt uitgegoten, en welke woorden worden door een engel gesproken en wat zegt het altaar?

6 De derde schaal van Gods toorn heeft, net als het derde trompetgeschal, een uitwerking op de zoetwaterbronnen. „En de derde goot zijn schaal uit in de rivieren en de waterbronnen. En ze werden bloed. En ik hoorde de engel die gesteld was over de wateren, zeggen: ’Gij, Degene die is en die was, de Loyale, zijt rechtvaardig, omdat gij deze vonnissen hebt geveld, want zij hebben het bloed van heiligen en van profeten vergoten, en bloed hebt gij hun te drinken gegeven. Zij verdienen het.’ En ik hoorde het altaar zeggen: ’Ja, Jehovah God, de Almachtige, waarachtig en rechtvaardig zijn uw rechterlijke beslissingen.’” — Openbaring 16:4-7.

7. Wat wordt door „de rivieren en de waterbronnen” afgebeeld?

7 Deze „rivieren en de waterbronnen” zijn een afbeelding van de zogenaamde verkwikkende bronnen van leiding en wijsheid waarin deze wereld vertrouwen stelt, zoals de politieke, economische, wetenschappelijke, educatieve, maatschappelijke en religieuze filosofieën waardoor de mensen zich in hun handelingen en beslissingen laten leiden. In plaats van voor levengevende waarheid naar Jehovah, de Bron van het leven, op te zien, hebben de mensen ’zichzelf gebroken regenbakken uitgehouwen’ en met volle teugen gedronken van ’de wijsheid van deze wereld, die dwaasheid is bij God’. — Jeremia 2:13; 1 Korinthiërs 1:19; 2:6; 3:19; Psalm 36:9.

8. Op welke manieren heeft de mensheid bloedschuld op zich geladen?

8 Zulke bezoedelde „wateren” hebben de mensen ertoe gebracht bloedschuld op zich te laden, door hen er bijvoorbeeld toe aan te moedigen op kolossale schaal bloed te vergieten in oorlogen, die in de vorige eeuw meer dan honderd miljoen mensenlevens hebben gekost. Vooral in de christenheid, waar de twee wereldoorlogen zijn uitgebroken, hebben mensen ’zich gehaast om onschuldig bloed te vergieten’, met inbegrip van het bloed van Gods eigen getuigen (Jesaja 59:7; Jeremia 2:34). De mensheid heeft ook bloedschuld op zich geladen door in overtreding van Jehovah’s rechtvaardige wetten enorme hoeveelheden bloed voor transfusiedoeleinden te misbruiken (Genesis 9:3-5; Leviticus 17:14; Handelingen 15:28, 29). Op grond hiervan heeft ze al leed geoogst doordat bloedtransfusies ertoe hebben geleid dat AIDS, hepatitis en andere ziekten zich op enorme schaal hebben verbreid. De volledige vergelding voor alle bloedschuld zal binnenkort komen, wanneer overtreders de doodstraf ondergaan doordat zij in „de grote wijnpers van de toorn van God” vertreden worden. — Openbaring 14:19, 20.

9. Waarmee houdt het uitgieten van de derde schaal verband?

9 In Mozes’ tijd, toen de Nijl in bloed werd veranderd, konden de Egyptenaren in leven blijven door andere waterbronnen op te zoeken (Exodus 7:24). Doch thans, nu de geestelijke plaag woedt, is nergens in Satans wereld levengevend water te vinden. Het uitgieten van deze derde schaal houdt verband met de bekendmaking dat de „rivieren en de waterbronnen” van de wereld als bloed zijn en de geestelijke dood tot gevolg hebben voor allen die ervan drinken. Als mensen zich niet tot Jehovah keren, wacht hun zijn ongunstige oordeel. — Vergelijk Ezechiël 33:11.

10. Wat maakt „de engel die gesteld was over de wateren” bekend, en welk getuigenis voegt „het altaar” toe?

10 „De engel die gesteld was over de wateren”, dat wil zeggen de engel die deze schaal in de wateren giet, verheerlijkt Jehovah als de Universele Rechter, wiens rechtvaardige beslissingen absoluut zijn. Daarom zegt hij over dit oordeel: „Zij verdienen het.” Ongetwijfeld heeft de engel zelf veel van het bloedvergieten en de wreedheid gezien waartoe de valse leringen en filosofieën van deze goddeloze wereld duizenden jaren lang hebben aangezet. Derhalve weet hij dat Jehovah’s rechterlijke beslissing juist is. Zelfs Gods „altaar” laat zijn stem horen. In Openbaring 6:9, 10 wordt gezegd dat de zielen van degenen die de marteldood gestorven zijn zich aan de voet van dat altaar bevinden. „Het altaar” voegt dus een krachtig getuigenis toe met betrekking tot de juistheid en rechtvaardigheid van Jehovah’s beslissingen. * Het is stellig op zijn plaats dat degenen die zo veel bloed vergoten en misbruikt hebben, gedwongen worden zelf bloed te drinken als teken dat Jehovah hen ter dood heeft veroordeeld.

De mensen verzengen met vuur

11. Wat is het doelwit van de vierde schaal van de toorn van God, en wat gebeurt er wanneer die wordt uitgegoten?

11 De vierde schaal van de toorn van God heeft de zon tot doelwit. Johannes vertelt ons: „En de vierde goot zijn schaal uit op de zon; en het werd de zon gegeven de mensen te verzengen met vuur. En de mensen werden verzengd met grote hitte, maar zij lasterden de naam van God, die de autoriteit over deze plagen heeft, en zij hadden geen berouw om hem heerlijkheid te geven.” — Openbaring 16:8, 9.

12. Wat is de „zon” van deze wereld, en wat wordt deze symbolische zon toegestaan?

12 Thans, in het besluit van het samenstel van dingen, schijnen Jezus’ geestelijke broeders ’zo helder als de zon in het koninkrijk van hun Vader’ (Matthéüs 13:40, 43). Jezus zelf is „de zon der rechtvaardigheid” (Maleachi 4:2). De mensheid heeft echter haar eigen „zon”, haar eigen heersers die in oppositie tegen Gods koninkrijk trachten te schijnen. Het vierde trompetgeschal maakte bekend dat de ’zon, maan en sterren’ aan het hemelgewelf der christenheid in werkelijkheid bronnen van duisternis zijn, niet van licht (Openbaring 8:12). De vierde schaal van Gods toorn laat nu zien dat de „zon” van de wereld ondraaglijk heet zou worden. Degenen naar wie wordt opgezien als met de zon te vergelijken leiders zouden de mensen „verzengen”. Het zou de symbolische zon gegeven worden dit te doen. Met andere woorden, Jehovah zou dit toelaten als een onderdeel van zijn vurige oordeel ten aanzien van de mensheid. Hoe vindt dit verzengen plaats?

13. In welk opzicht hebben met de zon te vergelijken heersers van deze wereld de mensen „verzengd”?

13 Na de Eerste Wereldoorlog richtten de heersers van deze wereld de Volkenbond op in een poging het probleem van wereldomvattende veiligheid op te lossen, maar deze opzet faalde. Daarom werd er geëxperimenteerd met andere vormen van heerschappij, zoals het fascisme en het nazisme. Het communisme bleef zich verbreiden. In plaats van ’s mensen lot te verbeteren, begonnen de met de zon te vergelijken heersers in deze stelsels ’de mensheid met grote hitte te verzengen’. Plaatselijke oorlogen in Spanje, Ethiopië en Mantsjoerije leidden tot de Tweede Wereldoorlog. Uit de moderne geschiedenis blijkt dat dictators als Mussolini, Hitler en Stalin direct en indirect verantwoordelijk werden voor de dood van tientallen miljoenen mensen, met inbegrip van velen uit hun eigen natie. In meer recente tijd zijn de mensen uit landen zoals Vietnam, Kampuchea, Iran, Libanon en Ierland, alsook landen in Latijns-Amerika en Afrika, door internationale of burgerlijke conflicten „verzengd”. Voeg hierbij de aanhoudende strijd tussen de supermachten, die met hun afgrijselijke kernwapens de hele mensheid tot as kunnen verbranden. In deze laatste dagen is de mensheid stellig blootgesteld aan een verzengende „zon”, haar onrechtvaardige heersers. Het uitgieten van de vierde schaal van Gods toorn heeft deze historische feiten nauwkeurig aangeduid en Gods volk heeft ze over de hele aarde bekendgemaakt.

14. Waarop hebben Jehovah’s Getuigen in hun onderwijs consequent gewezen als de enige oplossing voor de problemen van de mensheid, met welke reactie van de mensheid in haar geheel?

14 Jehovah’s Getuigen hebben er in hun onderwijs consequent op gewezen dat de enige oplossing voor de verbijsterende problemen van de mensheid gelegen is in Gods koninkrijk, door middel waarvan Jehovah voornemens is zijn naam te heiligen (Psalm 83:4, 17, 18; Matthéüs 6:9, 10). Maar de mensheid in haar geheel heeft de oren voor deze oplossing gesloten. Velen die het Koninkrijk verwerpen, lasteren ook de naam van God, en ze zijn in dit opzicht precies als Farao dit deed toen hij weigerde Jehovah’s soevereiniteit te erkennen (Exodus 1:8-10; 5:2). Aangezien deze tegenstanders geen belangstelling hebben voor het Messiaanse koninkrijk, geven zij er de voorkeur aan onder hun eigen brandende „zon” van onderdrukkende menselijke heerschappij te lijden.

De troon van het wilde beest

15. (a) Waarop wordt de vijfde schaal uitgegoten? (b) Wat is „de troon van het wilde beest”, en waarmee houdt het uitgieten van deze schaal verband?

15 Waarop giet de volgende engel zijn schaal uit? „En de vijfde goot zijn schaal uit op de troon van het wilde beest” (Openbaring 16:10a). „Het wilde beest” is Satans regeringsstelsel. Het heeft geen letterlijke troon, evenmin als het wilde beest zelf letterlijk is. Dat er echter melding wordt gemaakt van een troon, laat zien dat het wilde beest koninklijke autoriteit over de mensheid heeft uitgeoefend; dit strookt met het feit dat zich op elk van de horens van het beest een koninklijke diadeem bevindt. „De troon van het wilde beest” is in feite de grondslag of de bron van die autoriteit. * De bijbel onthult de werkelijke situatie met betrekking tot de koninklijke autoriteit van het wilde beest door te zeggen dat ’de draak het beest zijn kracht en zijn troon en grote autoriteit gaf’ (Openbaring 13:1, 2; 1 Johannes 5:19). Derhalve houdt het uitgieten van de schaal op de troon van het wilde beest verband met een bekendmaking waarin wordt onthuld wat de werkelijke rol is die Satan heeft gespeeld en nog steeds speelt in het ondersteunen en begunstigen van het wilde beest.

16. (a) Wie dienen de natiën, of ze dit nu wel of niet beseffen? Leg dit uit. (b) Hoe weerspiegelt de wereld Satans persoonlijkheid? (c) Wanneer zal de troon van het wilde beest omvergeworpen worden?

16 Hoe wordt deze verhouding tussen Satan en de natiën in stand gehouden? Toen Satan Jezus verzocht, liet hij hem in een visioen alle koninkrijken van de wereld zien en bood hem „al deze autoriteit en de heerlijkheid ervan” aan. Maar er was een voorwaarde aan verbonden — Jezus moest eerst een daad van aanbidding jegens Satan verrichten (Lukas 4:5-7). Kunnen wij ons indenken dat de regeringen van de wereld hun autoriteit tegen een lagere prijs ontvangen? Beslist niet. Volgens de bijbel is Satan de god van dit samenstel van dingen, zodat de natiën, of ze dit nu wel of niet beseffen, hèm dienen (2 Korinthiërs 4:3, 4). * Deze situatie treedt aan het licht in de structuur van het huidige wereldsamenstel, dat gegrondvest is op bekrompen nationalisme, haat en eigenbelang. Het is overeenkomstig Satans wens georganiseerd — ten einde de mensheid onder zijn heerschappij te houden. De corruptie in regeringen, de zucht naar macht, de leugenachtige diplomatie, de bewapeningswedloop — dit alles weerspiegelt Satans verdorven persoonlijkheid. De wereld onderschrijft Satans onrechtvaardige maatstaven, waardoor ze hem tot haar god maakt. De troon van het wilde beest zal omvergeworpen worden wanneer dat beest wordt vernietigd en Satan zelf uiteindelijk door het Zaad van Gods vrouw in de afgrond wordt geworpen. — Genesis 3:15; Openbaring 19:20, 21; 20:1-3.

Duisternis en knagende pijn

17. (a) Hoe houdt het uitgieten van de vijfde schaal verband met de geestelijke duisternis waarin het koninkrijk van het wilde beest altijd al gedompeld is geweest? (b) Hoe reageren de mensen op het uitgieten van de vijfde schaal van Gods toorn?

17 Het koninkrijk van dit wilde beest heeft vanaf zijn begin in geestelijke duisternis verkeerd. (Vergelijk Matthéüs 8:12; Efeziërs 6:11, 12.) De vijfde schaal veroorzaakt een intensievere openbare bekendmaking omtrent deze duisternis. Dit wordt zelfs gedramatiseerd doordat deze schaal van Gods toorn nota bene op de troon van het symbolische wilde beest wordt uitgegoten. „En zijn koninkrijk werd verduisterd, en zij gingen op hun tong knagen van de pijn, maar zij lasterden de God des hemels vanwege hun pijnen en vanwege hun zweren, en zij hadden geen berouw van hun werken.” — Openbaring 16:10b, 11.

18. Welke overeenkomst bestaat er tussen het vijfde trompetgeschal en het uitgieten van de vijfde schaal van Gods toorn?

18 Het vijfde trompetgeschal komt niet exact overeen met de vijfde schaal van Gods toorn, aangezien het trompetgeschal een sprinkhanenplaag aankondigde. Maar merk op dat wanneer die sprinkhanenplaag wordt losgelaten, de zon en de lucht verduisterd worden (Openbaring 9:2-5). En in Exodus 10:14, 15 lezen wij over de sprinkhanen die Jehovah als een plaag over Egypte bracht: „Ze vormden een zeer zware last. Vóór deze waren er op die manier nog nooit dergelijke sprinkhanen verschenen, en zo zullen er ook na deze nooit meer verschijnen. Ten slotte bedekten ze de zichtbare oppervlakte van het gehele land, en het land werd verduisterd.” Ja, duisternis! In deze tijd is het als gevolg van het blazen op de vijfde trompet en het uitgieten van de vijfde schaal van Gods toorn overduidelijk geworden dat de wereld in geestelijke duisternis verkeert. De stekende boodschap die door de hedendaagse sprinkhanenzwerm wordt bekendgemaakt, kwelt en pijnigt die goddelozen die „de duisternis meer liefgehad [hebben] dan het licht”. — Johannes 3:19.

19. Wat is volgens Openbaring 16:10, 11 het gevolg van het feit dat Satan openlijk aan de kaak gesteld wordt als de god van dit samenstel van dingen?

19 Als wereldheerser heeft Satan veel ellende en lijden teweeggebracht. Honger, oorlogen, geweldpleging, misdaad, drugmisbruik, immoraliteit, door seksueel contact overgedragen ziekten, oneerlijkheid, religieuze huichelarij — deze en nog meer dingen vormen de kenmerken van Satans samenstel van dingen. (Vergelijk Galaten 5:19-21.) Niettemin veroorzaakt het openlijk aan de kaak stellen van Satan als de god van dit samenstel van dingen pijn en last voor degenen die naar zijn maatstaven leven. „Zij gingen op hun tong knagen van de pijn”, vooral in de christenheid. Velen zijn er gebelgd over dat de waarheid hun levensstijl aan de kaak stelt. Sommigen ervaren het als een bedreiging, en zij vervolgen degenen die de waarheid bekendmaken. Zij verwerpen Gods koninkrijk en beschimpen Jehovah’s heilige naam. Hun zieke, met zweren overdekte religieuze toestand wordt blootgelegd, zodat zij de God des hemels lasteren. Nee, zij hebben „geen berouw van hun werken”. Wij kunnen vóór het einde van dit samenstel van dingen dus geen massabekering verwachten. — Jesaja 32:6.

De Eufraat droogde op

20. Hoe is de Eufraat zowel bij het zesde trompetgeschal als bij het uitgieten van de zesde schaal betrokken?

20 Het zesde trompetgeschal kondigde aan dat ’de vier engelen die zijn vastgebonden bij de grote rivier de Eufraat’, zouden worden losgemaakt (Openbaring 9:14). Historisch gesproken was Babylon de grote stad die aan weerszijden van de Eufraat lag. En in 1919 hing het losmaken van de symbolische vier engelen samen met een belangrijke val van Babylon de Grote (Openbaring 14:8). Het is derhalve opmerkenswaard dat bij de zesde schaal van Gods toorn ook de Eufraat betrokken is: „En de zesde goot zijn schaal uit op de grote rivier de Eufraat, en haar water droogde op, zodat de weg bereid zou worden voor de koningen van de opgang der zon” (Openbaring 16:12). Ook dit is slecht nieuws voor Babylon de Grote!

21, 22. (a) Hoe droogden Babylons beschermende wateren van de Eufraat in 539 v.G.T. op? (b) Wat zijn de „wateren” waarop Babylon de Grote zit, en hoe drogen deze symbolische wateren nu reeds op?

21 Toen het oude Babylon op het toppunt van zijn roem was, vormden de overvloedige wateren van de Eufraat een belangrijk onderdeel van zijn verdedigingsstelsel. In 539 v.G.T. droogden die wateren op toen ze door de Perzische leider Cyrus werden omgelegd. Aldus lag voor Cyrus de Pers en Daríus de Meder, de koningen van „de opgang der zon” (dat wil zeggen het oosten), de weg open om Babylon binnen te trekken en te veroveren. In dit kritieke uur bleef de Eufraat in gebreke die grote stad bescherming te bieden (Jesaja 44:27–45:7; Jeremia 51:36). Iets overeenkomstigs wacht het hedendaagse Babylon, het wereldomvattende stelsel van valse religie.

22 Babylon de Grote ’zit op vele wateren’. Volgens Openbaring 17:1, 15 beelden deze wateren „volken en scharen en natiën en talen” af — horden aanhangers die ze als een bescherming heeft beschouwd. Maar de „wateren” drogen op! In West-Europa, waar ze vroeger grote invloed had, hebben honderden miljoenen mensen religie openlijk de rug toegekeerd. In sommige landen werd jarenlang onverholen een beleid gevoerd dat erop gericht was de invloed van religie uit te bannen. Het gewone volk in zulke landen is niet voor religie opgekomen. Insgelijks zal, wanneer de tijd voor de vernietiging van Babylon de Grote aanbreekt, het geslonken aantal van haar aanhangers geen enkele bescherming blijken te bieden (Openbaring 17:16). Hoewel Babylon de Grote beweert miljarden leden te hebben, zal ze tegenover „de koningen van de opgang der zon” weerloos zijn.

23. (a) Wie waren in 539 v.G.T. de koningen van „de opgang der zon”? (b) Wie zijn gedurende de dag des Heren „de koningen van de opgang der zon”, en hoe zullen zij Babylon de Grote vernietigen?

23 Wie zijn deze koningen? In 539 v.G.T. waren het Daríus de Meder en Cyrus de Pers, die door Jehovah werden gebruikt om de oude stad Babylon te veroveren. In deze dag des Heren zal het vals-religieuze stelsel Babylon de Grote ook door menselijke heersers vernietigd worden. Maar wederom zal dit een goddelijk oordeel zijn. Jehovah God en Jezus Christus, „de koningen van de opgang der zon”, zullen in het hart van menselijke heersers de „gedachte” hebben gelegd Babylon de Grote aan te vallen en haar volledig te vernietigen (Openbaring 17:16, 17). Door het uitgieten van de zesde schaal wordt in het openbaar aangekondigd dat dit oordeel op het punt staat voltrokken te worden!

24. (a) Hoe is de inhoud van de eerste zes schalen van Jehovah’s toorn bekendgemaakt, en met welk resultaat? (b) Wat onthult de Openbaring alvorens ons over de laatste schaal van Gods toorn te vertellen?

24 Deze eerste zes schalen van Jehovah’s toorn bevatten een ernstig stemmende boodschap. Gods aardse dienstknechten, die door de engelen worden ondersteund, zijn er druk mee bezig de inhoud ervan over de gehele aarde bekend te maken. Op deze wijze hebben alle sectoren van Satans wereldstelsel een passende waarschuwing ontvangen en heeft Jehovah afzonderlijke personen in de gelegenheid gesteld zich tot rechtvaardigheid te keren en te blijven leven (Ezechiël 33:14-16). Er is echter nog één schaal van Gods toorn overgebleven. Maar voordat de Openbaring ons erover vertelt, wordt eerst onthuld hoe Satan en zijn aardse werktuigen trachten de bekendmaking van Jehovah’s oordelen ongedaan te maken.

De bijeenvergadering tot Armageddon

25. (a) Wat vertelt Johannes ons over onreine, met kikvorsen te vergelijken „geïnspireerde uitingen”? (b) Hoe is er gedurende de dag des Heren een weerzinwekkende met kikvorsen te vergelijken bezoeking van „onreine geïnspireerde uitingen” geweest, en met welk gevolg?

25 Johannes vertelt ons: „En ik zag drie onreine geïnspireerde uitingen, die eruitzagen als kikvorsen, uit de bek van de draak en uit de bek van het wilde beest en uit de mond van de valse profeet komen. In werkelijkheid zijn het door demonen geïnspireerde uitingen, en ze verrichten tekenen en gaan uit tot de koningen van de gehele bewoonde aarde, om hen te vergaderen tot de oorlog van de grote dag van God de Almachtige” (Openbaring 16:13, 14). In Mozes’ tijd bracht Jehovah een walgelijke kikvorsenplaag over Farao’s Egypte, zodat „het land ging stinken” (Exodus 8:5-15). Gedurende de dag des Heren is er ook een weerzinwekkende met kikvorsen te vergelijken bezoeking geweest, zij het uit een andere bron. Ze bestaat uit Satans „onreine geïnspireerde uitingen”, die duidelijk een afbeelding vormen van propaganda die erop gericht is alle menselijke heersers, „koningen”, zo te manoeuvreren dat zij zich tegen Jehovah God kanten. Satan vergewist zich er aldus van dat zij niet van hun stuk worden gebracht door het uitgieten van de schalen van Gods toorn maar vastberaden aan Satans zijde staan wanneer „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige” uitbreekt.

26. (a) Uit welke drie bronnen is satanische propaganda afkomstig? (b) Wat is „de valse profeet”, en hoe weten wij dit?

26 De propaganda is afkomstig van „de draak” (Satan) en „het wilde beest” (Satans aardse politieke organisatie), dieren die wij in de Openbaring reeds zijn tegengekomen. Maar wat is „de valse profeet”? Dit is slechts in naam een nieuwkomer. Eerder werd ons een wild beest getoond met twee horens gelijk een lam, dat grote tekenen verrichtte voor de ogen van het zevenkoppige wilde beest. Dit bedrieglijke dier trad voor dat wilde beest op als een profeet. Het bevorderde de aanbidding van het wilde beest en bewerkte zelfs dat er een beeld voor werd opgericht (Openbaring 13:11-14). Dit wilde beest met twee horens gelijk een lam, moet hetzelfde zijn als de hier genoemde „valse profeet”. Ter bevestiging hiervan lezen wij later dat de valse profeet, evenals het symbolische wilde beest met twee horens, „voor zijn ogen [die van het zevenkoppige wilde beest] de tekenen had verricht waarmee hij degenen had misleid die het merkteken van het wilde beest hadden ontvangen en degenen die aanbidding geven aan zijn beeld”. — Openbaring 19:20.

27. (a) Welke actuele waarschuwing geeft Jezus Christus zelf? (b) Welke waarschuwing gaf Jezus toen hij op aarde was? (c) Hoe herhaalde Paulus Jezus’ waarschuwing?

27 Nu wij door zo veel satanische propaganda worden omringd, zijn de volgende woorden die Johannes optekent beslist actueel: „Zie! Ik kom als een dief. Gelukkig is hij die wakker blijft en zijn bovenklederen bewaart, opdat hij niet naakt wandelt en men zijn schande ziet” (Openbaring 16:15). Wie komt „als een dief”? Jezus zelf, die als Jehovah’s Oordeelsvoltrekker op een onaangekondigd tijdstip komt (Openbaring 3:3; 2 Petrus 3:10). Toen Jezus nog op aarde was, vergeleek hij zijn komst ook met de wijze waarop een dief komt, en zei: „Waakt daarom voortdurend, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt. Toont ook gij u daarom gereed, want de Zoon des mensen komt op een uur waarvan gij het niet hebt gedacht” (Matthéüs 24:42, 44; Lukas 12:37, 40). Deze waarschuwing herhalend, zei de apostel Paulus: „Jehovah’s dag [komt] precies zo . . . als een dief in de nacht. Wanneer zij zeggen: ’Vrede en zekerheid [veiligheid, Willibrordvertaling]!’, dan zal een plotselinge vernietiging ogenblikkelijk over hen komen.” Zo’n bedrieglijke proclamatie van „Vrede en veiligheid!” is van Satan afkomstig. — 1 Thessalonicenzen 5:2, 3.

28. Welke waarschuwing gaf Jezus over het weerstand bieden aan wereldse druk, en wat is „die dag” waardoor christenen zich niet „als een strik” willen laten overvallen?

28 Jezus waarschuwde ook voor de vorm van druk die deze van propaganda doortrokken wereld op christenen zou uitoefenen. Hij zei: „Schenkt . . . aandacht aan uzelf, dat uw hart nooit bezwaard wordt met overmatig eten en overmatig drinken en zorgen des levens, en die dag plotseling, in een ogenblik, over u komt als een strik. . . . Blijft dan wakker, te allen tijde smekend dat gij erin moogt slagen te ontkomen aan al deze dingen die stellig gaan geschieden, en te staan voor het aangezicht van de Zoon des mensen” (Lukas 21:34-36). „Die dag” is „de grote dag van God de Almachtige” (Openbaring 16:14). Naarmate „die dag” van de rechtvaardiging van Jehovah’s soevereiniteit dichterbij komt, wordt het steeds moeilijker het hoofd te bieden aan de zorgen des levens. Christenen moeten op hun hoede en waakzaam zijn, ja, wakker blijven totdat die dag komt.

29, 30. (a) Wat ligt er opgesloten in Jezus’ waarschuwing dat degenen die slapend worden aangetroffen, te schande gemaakt zouden worden doordat zij hun „bovenklederen” verliezen? (b) Als wat wordt de drager van bovenklederen geïdentificeerd? (c) Hoe zou iemand zijn symbolische bovenklederen kunnen verliezen, en met welk gevolg?

29 Maar wat ligt er opgesloten in de waarschuwing dat degenen die slapend worden aangetroffen, te schande gemaakt zouden worden doordat zij hun „bovenklederen” verliezen? In het oude Israël rustte er een zware verantwoordelijkheid op elke priester of leviet die wachtdienst in de tempel moest verrichten. Joodse commentators vertellen ons dat indien iemand erop betrapt werd tijdens zo’n dienst te slapen, hij van zijn klederen ontdaan kon worden, die dan werden verbrand, zodat hij in het openbaar te schande werd gemaakt.

30 Jezus waarschuwt hier dat iets soortgelijks ook in deze tijd kan gebeuren. De priesters en levieten waren een voorafschaduwing van Jezus’ gezalfde broeders (1 Petrus 2:9). Maar Jezus’ waarschuwing geldt bij uitbreiding ook voor de grote schare. De hier genoemde bovenklederen identificeren de drager ervan als een christelijke Getuige van Jehovah. (Vergelijk Openbaring 3:18; 7:14.) Indien enkelen zouden toelaten dat de druk van Satans wereld hen in slaap sust of tot inactiviteit doet vervallen, zullen zij deze bovenklederen waarschijnlijk verliezen — met andere woorden, zij zouden hun reine identificatie als christenen verliezen. Zo’n situatie zou beschamend zijn. Het zou iemand in gevaar brengen alles te verliezen.

31. (a) Hoe beklemtoont Openbaring 16:16 de noodzaak voor christenen om wakker te blijven? (b) Wat is Armageddon volgens de bespiegelingen van sommige religieuze leiders?

31 De noodzaak voor christenen om wakker te blijven, wordt zelfs nog dringender naarmate de vervulling van het volgende vers uit de Openbaring dichterbij komt: „En ze [de door demonen geïnspireerde uitingen] vergaderden hen [de aardse koningen of heersers] tot de plaats die in het Hebreeuws Har–Mágedon wordt genoemd” (Openbaring 16:16). Deze naam, meestal weergegeven met Armageddon, komt slechts eenmaal in de bijbel voor. Maar hij heeft sterk tot de verbeelding van de mensen gesproken. Wereldleiders hebben voor een mogelijk nucleair Armageddon gewaarschuwd. Armageddon is ook met de oude stad Megiddo in verband gebracht, de plaats waar in bijbelse tijden veel beslissende veldslagen werden geleverd, en volgens de bespiegelingen van sommige religieuze leiders zal de laatste oorlog op aarde in dat beperkte gebied plaatsvinden. Hierin zijn zij ver bezijden de waarheid.

32, 33. (a) Wat wordt door Har–Mágedon of Armageddon afgebeeld in plaats dat er een letterlijk gebied op aarde mee wordt aangeduid? (b) Welke andere bijbelse uitdrukkingen komen met „Armageddon” overeen of hebben er betrekking op? (c) Wanneer is de tijd aangebroken waarop de zevende engel de laatste schaal van Gods toorn uitgiet?

32 De naam Har–Mágedon betekent „berg van Megiddo”. Maar in plaats dat hiermee een letterlijk gebied op aarde wordt aangeduid, beeldt Har–Mágedon de wereldsituatie af waarheen alle natiën in oppositie tegen Jehovah God worden bijeengebracht en waar hij ze ten slotte zal vernietigen. Deze vernietiging strekt zich over de hele aarde uit (Jeremia 25:31-33; Daniël 2:44). De uitdrukking komt overeen met „de grote wijnpers van de toorn van God” en „de laagvlakte der beslissing” of „de laagvlakte van Josafat”, waarheen de natiën worden vergaderd om door Jehovah terechtgesteld te worden (Openbaring 14:19; Joël 3:12, 14). De term heeft ook betrekking op „Israëls bodem”, waar de satanische legers van Gog van Magog worden vernietigd, en op het gebied „tussen de grote zee en de heilige Sieraadberg”, waar de koning van het noorden door toedoen van Michaël, de grote vorst, „volledig aan zijn eind” komt. — Ezechiël 38:16-18, 22, 23; Daniël 11:45–12:1.

33 Wanneer de natiën door de kwakende propaganda die zijn oorsprong vindt bij Satan en zijn aardse werktuigen, in deze situatie zijn gemanoeuvreerd, is de tijd aangebroken waarop de zevende engel de laatste schaal van Gods toorn uitgiet.

„Het is geschied!”

34. Waarop giet de zevende engel zijn schaal uit, en welke aankondiging wordt „uit het heiligdom, vanaf de troon,” gedaan?

34 „En de zevende goot zijn schaal uit op de lucht. Hierop kwam er een luide stem uit het heiligdom, vanaf de troon, die zei: ’Het is geschied!’” — Openbaring 16:17.

35. (a) Wat is „de lucht” uit Openbaring 16:17? (b) Wat brengt de zevende engel tot uitdrukking door zijn schaal op de lucht uit te gieten?

35 „De lucht” is het laatste levenonderhoudende element waarop een plaag wordt uitgegoten. Maar dit is niet de letterlijke lucht. Met de letterlijke lucht is niets aan de hand waardoor ze voor Jehovah’s ongunstige oordelen in aanmerking zou komen, evenmin als de letterlijke aarde, zee, zoetwaterbronnen of zon het verdienen door Jehovah geoordeeld te worden. Dit is veeleer de „lucht” waarover Paulus sprak toen hij Satan „de heerser van de autoriteit der lucht” noemde (Efeziërs 2:2). Het is de satanische „lucht” die door de hedendaagse wereld ingeademd wordt, de geest of algemene geestelijke neiging waardoor zijn hele goddeloze samenstel van dingen wordt gekenmerkt, de satanische denkwijze waarvan elk aspect van het leven buiten Jehovah’s organisatie doortrokken is. Wanneer de zevende engel zijn schaal op de lucht uitgiet, brengt hij dus Gods gramschap ten aanzien van Satan, diens organisatie en alles waardoor de mensheid wordt gemotiveerd om Satan te ondersteunen in het tarten van Jehovah’s soevereiniteit, tot uitdrukking.

36. (a) Wat vormen de zeven plagen? (b) Wat wordt te kennen gegeven door Jehovah’s aankondiging: „Het is geschied!”?

36 Deze en de voorgaande zes plagen brengen het totaal van Jehovah’s oordelen tegen Satan en zijn samenstel tot uitdrukking. Ze vormen een formele verklaring dat Satan en zijn zaad vernietigd zullen worden. Wanneer deze laatste schaal wordt uitgegoten, doet Jehovah zelf de aankondiging: „Het is geschied!” Er is niets meer te zeggen. Wanneer de inhoud van de schalen van Gods toorn tot Jehovah’s tevredenheid is bekendgemaakt, zal hij de oordelen die door deze boodschappen aangekondigd worden, onverwijld voltrekken.

37. Hoe beschrijft Johannes wat er plaatsvindt na het uitgieten van de zevende schaal van Gods toorn?

37 Johannes vervolgt: „En er kwamen bliksemstralen en stemmen en donderslagen, en er geschiedde een grote aardbeving, zoals er niet was geschied sinds er mensen op de aarde kwamen, zo’n omvangrijke aardbeving, zo groot. En de grote stad viel in drie delen uiteen, en de steden van de natiën stortten in; en Babylon de Grote werd voor God in herinnering gebracht, om haar de beker te geven met de wijn van de toorn van zijn gramschap. Ook vluchtte elk eiland, en bergen werden niet gevonden. En een grote hagel, waarvan elke steen ongeveer het gewicht van een talent had, viel uit de hemel op de mensen neer, en de mensen lasterden God wegens de plaag van de hagel, want de plaag ervan was ongewoon groot.” — Openbaring 16:18-21.

38. Wat wordt afgebeeld door (a) de „grote aardbeving”? (b) het feit dat „de grote stad”, Babylon de Grote, in „drie delen” uiteenvalt? (c) het feit dat ’elk eiland vluchtte en bergen niet gevonden werden’? (d) „de plaag van de hagel”?

38 Wederom treedt Jehovah onmiskenbaar tegen de mensheid op, hetgeen te kennen gegeven wordt door „bliksemstralen en stemmen en donderslagen”. (Vergelijk Openbaring 4:5; 8:5.) De mensheid zal als nooit tevoren dooreengeschud worden, alsof ze door een verwoestende aardbeving getroffen wordt. (Vergelijk Jesaja 13:13; Joël 3:16.) Doordat „de grote stad”, Babylon de Grote, met geweldige vernietigingskracht wordt geschud, zal haar verwoesting dusdanig zijn dat ze in „drie delen” uiteenvalt — een afbeelding van haar onherstelbare vernietiging. Ook „de steden van de natiën” zullen instorten. „Elk eiland” en „bergen” — instellingen en organisaties die zo bestendig schijnen in dit samenstel — zullen verdwijnen. „Een grote hagel”, veel groter dan die waardoor Egypte tijdens de zevende plaag getroffen werd, met hagelstenen die elk ongeveer een talent wegen, zal op de mensen neerkletteren en hun veel pijn bezorgen (Exodus 9:22-26). * Deze afstraffende stortregen van bevroren water is waarschijnlijk een afbeelding van ongewoon ernstige mondelinge uitingen van Jehovah’s oordelen, een duidelijke aankondiging dat het einde van dit samenstel van dingen eindelijk is gekomen! Jehovah zou zich in zijn vernietigingswerk ook heel goed van letterlijke hagel kunnen bedienen. — Job 38:22, 23.

39. Welke handelwijze zal de meerderheid der mensen volgen, in weerwil van het uitgieten van de zeven plagen?

39 Aldus zal Satans wereld Jehovah’s rechtvaardige oordeel moeten ondergaan. Tot aan het einde zal de meerderheid der mensen God blijven tarten en lasteren. Net als in het geval van Farao uit de oudheid, zal hun hart door de herhaalde plagen, of door het laatste dodelijke hoogtepunt van die plagen, niet zachter worden gemaakt (Exodus 11:9, 10). Er zal niet op het laatste nippertje een grootscheepse verandering van hart optreden. Terwijl zij al bezig zijn de laatste adem uit te blazen, zullen zij nog schimpend tekeergaan tegen de God die verklaart: „Zij zullen moeten weten dat ik Jehovah ben” (Ezechiël 38:23). Niettemin zal de soevereiniteit van Jehovah God, de Almachtige, gerechtvaardigd zijn.

[Voetnoten]

^ ¶10 Zie Genesis 4:10; 31:44-53; Hebreeën 12:24, waar voorbeelden te vinden zijn dat levenloze dingen als getuige dienen of getuigenis afleggen.

^ ¶15 Een overeenkomstig gebruik van het woord „troon” komt voor in de woorden die profetisch tot Jezus werden gericht: „God is uw troon tot onbepaalde tijd, ja, voor eeuwig” (Psalm 45:6). Jehovah is de bron of de grondslag van Jezus’ koninklijke autoriteit.

^ ¶38 Indien Johannes het Griekse talent in gedachten heeft gehad, zou elke hagelsteen ongeveer 20 kg wegen. Het zou een verwoestende hagelstorm zijn.

[Studievragen]

[Kader op blz. 221]

„Naar de aarde”

De Johannesklasse heeft Jehovah’s gramschap ten aanzien van „de aarde” bekendgemaakt met verklaringen zoals de volgende:

„Na eeuwenlange inspanning, hebben de politieke partijen wel voldoende het vruchtelooze aangetoond van de pogingen om de tegenwoordige toestanden te verbeteren en de netelige vraagstukken op te lossen. Economen en staatslieden, die deze vraagstukken vlijtig bestudeerd hebben, moeten toegeven, dat zij niet in staat zijn iets te doen.” — Millioenen nu levende menschen zullen nimmer sterven!, 1920, blz. 53.

„Er is momenteel op aarde géén regeering, die de menschen geheel bevredigt. Vele volkeren worden geregeerd door Dictators. De geheele wereld is, praktisch gesproken, bankroet.” — Een begeerenswaardige regeering, 1924, blz. 7.

„Dit samenstel van dingen . . . tot een einde te brengen, is de enige manier waarop de wereld bevrijd kan worden van boosheid en er plaats gemaakt kan worden [voor] vrede en rechtvaardigheid.” — „Dit goede nieuws van het koninkrijk”, 1955, blz. 25.

„Het huidige wereldstelsel heeft zich onderscheiden door toenemende zonde, onrechtvaardigheid en opstand tegen God en zijn wil. . . . Het is niet meer te hervormen. Om die reden moet het verdwijnen!” — De Wachttoren, 15 maart 1982, blz. 6.

[Kader op blz. 223]

„In de zee”

Hier volgen slechts enkele van de verklaringen die in de loop der jaren door de Johannesklasse zijn gepubliceerd en waarin Gods gramschap ten aanzien van de rusteloze, opstandige „zee” der goddeloze, van Jehovah vervreemde mensheid wordt bekendgemaakt:

„De geschiedenis van iedere natie maakt melding van een strijd tusschen de verschillende klassen. . . . Deze onlusten hadden talrijke revoluties, groot lijden en veel bloedvergieten ten gevolge.” — Regeering, 1928, blz. 255.

In de nieuwe wereld zal „de symbolische ’zee’ van rusteloze, opstandige, goddeloze volken, waaruit lang geleden het symbolische wilde beest opsteeg om door de Duivel te worden gebruikt, . . . verdwenen zijn”. — De Wachttoren, 1 juli 1968, blz. 406.

„De huidige mensenmaatschappij is in geestelijk opzicht ziek. Niemand van ons kan haar helpen, want Gods Woord toont aan dat haar ziekte tot de dood leidt.” — Ware vrede en zekerheid — Uit welke bron?, 1973, blz. 131.

[Kader op blz. 224]

„In de rivieren en de waterbronnen”

De derde plaag heeft „de rivieren en de waterbronnen” ontmaskerd door verklaringen zoals de volgende:

„De geestelijken, die beweren de leringen [van Christus] te onderwijzen, hebben de oorlog geheiligd en tot een heilige zaak gemaakt. Zij zagen hun portretten en standbeelden graag naast die van bloedige krijgers geplaatst.” — The Watch Tower, 15 september 1924, blz. 275.

„Het spiritisme is gefundeerd op een grove onwaarheid, de leugen dat er een voortbestaan na de dood is en dat de menselijke ziel onsterfelijkheid bezit.” — Wat zegt de Schrift over een „voortbestaan na de dood”?, 1957, blz. 50.

„Menselijke filosofieën, politieke theoretici, maatschappelijke organisators, economische adviseurs en voorstanders van religieuze tradities hebben . . . geen werkelijk levengevende verfrissing . . . geschonken. Dergelijke wateren hebben de drinkers er zelfs toe gebracht de wet van de Schepper betreffende de heiligheid van bloed te overtreden en zich met religieuze vervolging . . . in te laten.” — Resolutie, aangenomen op het internationale „Eeuwig goed nieuws”-congres, 1963.

„Niet de wetenschappelijke redding, maar veeleer de vernietiging van het mensengeslacht [is] datgene . . . wat van de mens zelf verwacht kan worden. . . . Wij kunnen niet verwachten dat alle psychologen en psychiaters van de wereld de denkwijze van de mensheid zullen veranderen . . . Wij kunnen ons er niet op verlaten dat er een internationale politiemacht gevormd zal worden die . . . deze aarde tot een veilige plaats [zal] maken om op te leven.” — Het mensengeslacht redden — door het Koninkrijk, 1970, blz. 5, 6.

[Kader op blz. 225]

„Op de zon”

Aangezien de „zon” van menselijke heerschappij de mensheid gedurende de dag des Heren heeft „verzengd”, heeft de Johannesklasse met verklaringen zoals de volgende de aandacht gevestigd op wat er gebeurt:

„Tegenwoordig bedreigen Hitler en Mussolini, de willekeurige dictators, den vrede der geheele wereld, en bij hun vernietiging der vrijheid genieten zij den vollen steun van de Roomsch-Katholieke Hiërarchie.” — Fascisme of Vrijheid, 1939, blz. 12.

„De gehele geschiedenis door hebben menselijke dictators de gedragslijn van heersen of vernietigen gevolgd! Doch de regel die thans door Gods op de troon geplaatste Koning, Jezus Christus, ten aanzien van de gehele aarde wordt toegepast, luidt: Wordt geregeerd of geruïneerd.” — Wanneer alle natiën zich onder Gods koninkrijk verenigen, 1961, blz. 22, 23.

„Sinds 1945 hebben meer dan vijfentwintig miljoen personen de dood gevonden in ongeveer honderd vijftig oorlogen die overal op aarde werden gestreden.” — De Wachttoren, 15 april 1980, blz. 7.

„De natiën overal ter wereld . . . geven weinig om internationale verantwoordelijkheid of gedragsregels. Om hun doel te bereiken, vinden sommige natiën het volstrekt gerechtvaardigd zich van elk middel te bedienen dat ze noodzakelijk achten — massaslachtingen, moord, kapingen, bombardementen, enzovoort . . . Hoe lang zullen de natiën elkaars zinloze en onverantwoordelijke optreden nog verdragen?” — De Wachttoren, 15 februari 1985, blz. 4.

[Kader op blz. 227]

„Op de troon van het wilde beest”

Jehovah’s Getuigen hebben de troon van het wilde beest ontmaskerd en Jehovah’s veroordeling ervan bekendgemaakt met verklaringen zoals deze:

„De heersers en politieke leiders der natiën [staan] onder invloed . . . van boosaardige bovenmenselijke krachten, die hen onweerstaanbaar voortstuwen in een zelfmoordopmars naar de beslissende strijd van Armageddon.” — Na Armageddon — Gods nieuwe wereld, 1954, blz. 8.

„Het ’wilde beest’ van ontheocratische menselijke regering verkreeg zijn macht, autoriteit en troon van de Draak. Daarom moet het zich nauwgezet houden aan het partijprogramma, dat van de Draak.” — Na Armageddon — Gods nieuwe wereld, 1954, blz. 15.

’De heidense natiën kunnen zich slechts aan de zijde van Gods Grootste Tegenstander, Satan de Duivel, bevinden.’ — Resolutie, aangenomen op het internationale „Goddelijke zegepraal”-congres, 1973.

[Kader op blz. 229]

„Haar water droogde op”

Nu reeds droogt op veel plaatsen de steun aan de Babylonische religie op, waardoor te kennen wordt gegeven wat er zal gebeuren wanneer „de koningen van de opgang der zon” hun aanval uitvoeren.

„Een landelijk onderzoek wees uit dat 75 procent van hen die in de stadsgebieden [van Thailand] wonen, in het geheel niet naar een boeddhistische tempel gaat om een leerrede aan te horen, terwijl het aantal mensen op het platteland dat de tempels bezoekt, gestadig afneemt tot ongeveer 50 procent.” — Bangkok Post, 7 september 1987, blz. 4.

„Het taoïsme heeft in het land waar het ongeveer twee millennia geleden werd gegrondvest [China], haar magische kracht verloren. . . . Beroofd van de magische praktijken waardoor de leden van de priesterschap en hun voorgangers altijd grote aanhang kregen, ontdekken de priesters nu dat zij geen opvolgers hebben en zien zich gesteld voor de feitelijke ondergang van het taoïsme als een georganiseerde godsdienst op het vasteland.” — The Atlanta Journal and Constitution, 12 september 1982, blz. 36-A.

„Japan . . . heeft een van de grootste concentraties van buitenlandse zendelingen ter wereld, bijna 5200, en toch . . . is minder dan 1 procent van de bevolking christen. . . . Een franciscaner priester die hier sinds de jaren ’50 werkt . . . gelooft dat ’de buitenlandse missionaris in Japan zijn tijd heeft gehad’.” — The Wall Street Journal, 9 juli 1986, blz. 1.

In Engeland zijn de afgelopen drie decennia „bijna 2000 van de 16.000 anglicaanse kerken gesloten omdat ze in onbruik waren geraakt. Het kerkbezoek is zo ver gedaald dat het een van de laagste van de zich christelijk noemende landen is. . . . ’Thans is Engeland nu niet bepaald een christelijk land’, aldus [de bisschop van Durham].” — The New York Times, 11 mei 1987, blz. A4.

„Na urenlange verhitte debatten nam het [Griekse] parlement vandaag het wetsontwerp aan waardoor de socialistische regering wordt gemachtigd enorme landgoederen die de Grieks-Orthodoxe Kerk in bezit heeft, te onteigenen . . . De wet geeft bovendien niet-geestelijken de controle over kerkraden en comités die belast zijn met het beheer van waardevolle kerkelijke investeringen, waaronder hotels, marmergroeven en kantoorgebouwen.” — The New York Times, 4 april 1987, blz. 3.

[Illustraties op blz. 222]

De eerste vier schalen van Gods toorn veroorzaken plagen die overeenkomst vertonen met de plagen die het gevolg zijn van het blazen op de eerste vier trompetten

[Illustratie op blz. 226]

De vijfde schaal onthult dat de troon van het wilde beest de autoriteit is die Satan aan het wilde beest heeft gegeven

[Illustraties op blz. 231]

Demonische propaganda vergadert de heersers der aarde tot de centrale situatie, Har–Mágedon, waar Jehovah’s oordelen aan hen voltrokken zullen worden

[Illustratie op blz. 233]

Degenen die door Satans vervuilde „lucht” gemotiveerd worden, moeten de voltrekking van Jehovah’s rechtvaardige oordelen ondergaan