Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Vier ruiters in galop!

Vier ruiters in galop!

Hoofdstuk 16

Vier ruiters in galop!

Visioen 3 — Openbaring 6:1-17

Onderwerp: De rit van de vier ruiters, de als martelaars gestorven getuigen onder het altaar en de grote dag van gramschap

Tijd waarin vervuld: Vanaf 1914 tot de vernietiging van dit samenstel van dingen

1. Hoe onthult Jehovah aan Johannes de inhoud van de intrigerende boekrol die door Jezus wordt geopend?

ZIJN wij in deze kritieke tijd niet intens geïnteresseerd in ’de dingen die binnenkort gebeuren moeten’? Dat zijn wij beslist, want wijzelf zijn erbij betrokken! Laten wij nu derhalve samen met Johannes toekijken terwijl Jezus ertoe overgaat die intrigerende boekrol te openen. Het is opmerkelijk dat Johannes die niet hoeft te lezen. Waarom niet? Omdat de inhoud ervan aan hem wordt meegedeeld „in tekenen”, door een reeks dynamische taferelen boordevol actie. — Openbaring 1:1, 10.

2. (a) Wat ziet en hoort Johannes, en welke gedachte roept de aanblik van de cherub op? (b) Tot wie is het bevel van de eerste cherub gericht, en waarom antwoordt u zo?

2 Luister naar Johannes terwijl Jezus het eerste zegel van de boekrol opent: „En ik zag, toen het Lam één van de zeven zegels opende, en ik hoorde één van de vier levende schepselen met een stem als van een donderslag zeggen: ’Kom!’” (Openbaring 6:1) Dit is de stem van de eerste cherub. Dat hij er als een leeuw uit ziet, zou bij Johannes de gedachte oproepen dat Jehovah’s organisatie moedig zal optreden door Zijn rechtvaardige oordelen te voltrekken. En tot wie is dat bevel gericht? Het kon niet tot Johannes gericht zijn, want Johannes heeft reeds de uitnodiging ontvangen om deel te hebben aan deze profetische taferelen (Openbaring 4:1). Die „stem als van een donderslag” roept andere deelnemers op in de eerste van een reeks van vier opwindende episoden.

Het witte paard en zijn roemrijke Ruiter

3. (a) Wat beschrijft Johannes nu? (b) Wat beeldt het witte paard volgens de bijbelse symboliek af?

3 Johannes, en met hem de ijverige Johannesklasse en hun hedendaagse metgezellen, heeft het voorrecht een zich snel ontvouwend drama te zien! Johannes zegt: „En ik zag, en zie! een wit paard; en die erop zat, had een boog; en hem werd een kroon gegeven, en hij trok eropuit, overwinnend en om zijn overwinning te voltooien” (Openbaring 6:2). Ja, in antwoord op die donderende uitnodiging „Kom!”, stormt een wit paard te voorschijn. In de bijbel is het paard vaak een symbool van oorlog (Psalm 20:7; Spreuken 21:31; Jesaja 31:1). Dit paard, waarschijnlijk een fraaie hengst, glanst met een witheid die op onbezoedelde heiligheid duidt. (Vergelijk Openbaring 1:14; 4:4; 7:9; 20:11.) Hoe passend is dit, want er wordt een oorlogvoering door afgebeeld die rein en rechtvaardig is in Jehovah’s heilige ogen! — Zie ook Openbaring 19:11, 14.

4. Wie is de Ruiter op het witte paard? Leg dit uit.

4 Wie is de Ruiter op dit paard? Hij heeft een boog, een aanvalswapen dat in de oorlog wordt gebruikt, maar hem wordt ook een kroon gegeven. De enige rechtvaardigen die gedurende de dag des Heren met kronen op hun hoofd worden gezien, zijn Jezus en de klasse die door de 24 oudere personen wordt afgebeeld (Daniël 7:13, 14, 27; Lukas 1:31-33; Openbaring 4:4, 10; 14:14). * Het is onwaarschijnlijk dat hier zou worden afgebeeld dat een lid van de uit 24 oudere personen bestaande groep op grond van eigen verdienste een kroon zou ontvangen. Deze alleen rijdende ruiter kan derhalve niemand anders zijn dan Jezus Christus. Johannes ziet hem in de hemel op het historische moment in 1914, wanneer Jehovah verklaart: „Ik, ja ik, heb mijn koning geïnstalleerd”, en tot hem zegt dat dit geschiedt „opdat ik natiën tot uw erfdeel moge geven” (Psalm 2:6-8). * Aldus onthult Jezus bij het openen van het eerste zegel hoe hijzelf, als de pas gekroonde Koning, er op Gods bestemde tijd op uit trekt om oorlog te voeren.

5. Welke beschrijving die de psalmist van de Ruiter geeft, komt met Openbaring 6:2 overeen?

5 Dit tafereel komt prachtig overeen met Psalm 45:4-7, gericht tot de Koning die door Jehovah op de troon is geplaatst: „En ga in uw pracht voort tot succes; rijd voor de zaak van waarheid en ootmoed en rechtvaardigheid, en uw rechterhand zal u onderrichten in vrees inboezemende dingen. Uw pijlen zijn scherp — volken blijven onder u vallen — in het hart van de vijanden van de koning. God is uw troon tot onbepaalde tijd, ja, voor eeuwig; de scepter van uw koningschap is een scepter van recht. Gij hebt rechtvaardigheid liefgehad en gij haat goddeloosheid. Daarom heeft God, uw God, u gezalfd met de olie van uitbundige vreugde, meer dan uw deelgenoten.” Aangezien Johannes op de hoogte was van die profetische beschrijving, zou hij begrijpen dat ze van toepassing was op Jezus’ activiteit als Koning. — Vergelijk Hebreeën 1:1, 2, 8, 9.

Eropuit trekken als Overwinnaar

6. (a) Waarom moet de Ruiter eropuit trekken om te overwinnen? (b) Gedurende welke jaren wordt de overwinningsrit voortgezet?

6 Maar waarom moet de pas gekroonde Koning eropuit trekken om oorlog te voeren? Omdat hij als Koning wordt geïnstalleerd in weerwil van bittere tegenstand van de zijde van Jehovah’s voornaamste vijand, Satan de Duivel, en van degenen op aarde die — bewust of onbewust — Satans oogmerken dienen. De geboorte van het Koninkrijk op zich maakt een grote oorlog in de hemel noodzakelijk. Jezus, die strijd voert onder de naam Michaël (hetgeen betekent „Wie is gelijk God?”), overwint Satan en zijn demonen en slingert hen naar de aarde (Openbaring 12:7-12). Jezus zet zijn overwinningsrit gedurende de eerste decennia van de dag des Heren voort terwijl met schapen te vergelijken mensen vergaderd worden. Hoewel de hele wereld nog steeds „in de macht van de goddeloze” ligt, blijft Jezus liefdevol zijn gezalfde broeders en hun metgezellen weiden en helpt hij ieder van hen de overwinning in de geloofsstrijd te behalen. — 1 Johannes 5:19.

7. Welke overwinningen heeft Jezus op aarde behaald in de eerste decennia van de dag des Heren, en wat dient ons vaste besluit te zijn?

7 Welke andere overwinningen heeft Jezus gedurende de afgelopen ruim negentig jaar van de dag des Heren behaald? Wereldwijd heeft Jehovah’s volk, als afzonderlijke leden en als gemeente, veel moeilijkheden, druk en vervolging verduurd, overeenkomend met alles wat de apostel Paulus beschreef ter staving van zijn bediening (2 Korinthiërs 11:23-28). Ten einde te volharden, hebben Jehovah’s Getuigen, vooral wanneer zij door oorlog en geweld werden omringd, „kracht [nodig gehad] die datgene wat normaal is te boven gaat” (2 Korinthiërs 4:7). Maar zelfs in de benardste situaties hebben getrouwe Getuigen hetzelfde kunnen zeggen als Paulus: „De Heer stond bij mij en gaf mij kracht, opdat door bemiddeling van mij de prediking ten volle volbracht zou worden” (2 Timótheüs 4:17). Ja, Jezus heeft ten behoeve van hen overwonnen. En hij zal eropuit blijven trekken om ten behoeve van ons te overwinnen, zolang wij vastbesloten zijn in onze geloofsstrijd de eindoverwinning te behalen. — 1 Johannes 5:4.

8, 9. (a) Welke overwinningen heeft de wereldomvattende gemeente van Jehovah’s Getuigen behaald? (b) Waar is de groei van Jehovah’s Getuigen werkelijk opmerkelijk?

8 De wereldomvattende gemeente van Jehovah’s Getuigen heeft onder leiding van haar overwinnende Koning vele overwinningen behaald. Op markante wijze heeft hij deze Bijbelonderzoekers ervoor beschermd in 1918 uitgeroeid te worden, toen zij zelf tijdelijk ’overwonnen’ waren door Satans politieke organisatie. In 1919 verbrak hij echter de grendels van de gevangenis om hen te bevrijden en vervolgens blies hij hun nieuw leven in opdat zij het goede nieuws „tot de verst verwijderde streek der aarde” zouden bekendmaken. — Openbaring 13:7; Handelingen 1:8.

9 Vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de dictatoriale asmogendheden in veel landen waar religieuze leiders, in het bijzonder die van de rooms-katholieke hiërarchie, openlijke of stilzwijgende steun verleenden aan onderdrukkende dictators, getracht Jehovah’s Getuigen uit te roeien. Doch de 71.509 Getuigen die aan de prediking deelnamen toen de oorlog in 1939 begon, waren aan het einde van de oorlog in 1945 tot 141.606 uitgegroeid, ondanks het feit dat ruim 10.000 van hen vele jaren in gevangenissen en concentratiekampen hadden doorgebracht en ongeveer 2000 waren gedood. Het aantal actieve Getuigen over de gehele aarde is thans tot ruim zes miljoen toegenomen. Er is sprake van een opmerkelijke groei in katholieke landen en in landen waar de vervolging het hevigst is geweest — zoals in Duitsland, Italië en Japan, waar de Getuigen thans in totaal meer dan 600.000 actieve predikers rapporteren. — Jesaja 54:17; Jeremia 1:17-19.

10. Met welke overwinningen „in het verdedigen en wettelijk bevestigen van het goede nieuws” heeft de overwinnende Koning zijn volk gezegend?

10 Onze overwinnende Koning heeft zijn ijverige volk ook gezegend door hen vele overwinningen te laten behalen „in het verdedigen en wettelijk bevestigen van het goede nieuws” voor rechtbanken en regeerders (Filippenzen 1:7; Matthéüs 10:18; 24:9). Dit is op internationale schaal geschied — in Argentinië, Australië, Canada, Griekenland, India, Swaziland, Turkije, Zwitserland en andere landen. Enkele van de vijftig wettelijke overwinningen die Jehovah’s Getuigen voor het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten hebben behaald, waarborgen het recht om het goede nieuws „in het openbaar en van huis tot huis” bekend te maken en zich afzijdig te houden van afgodische patriottische ceremoniën (Handelingen 5:42; 20:20; 1 Korinthiërs 10:14). Aldus is de weg opengehouden voor een steeds toenemend wereldomvattend getuigenis.

11. (a) Hoe ’voltooit de Ruiter zijn overwinning’? (b) Welke uitwerking dient het openen van het tweede, derde en vierde zegel op ons te hebben?

11 Hoe ’voltooit Jezus zijn overwinning’? * Zoals wij zullen zien, doet hij dit door valse religie uit de weg te ruimen en vervolgens elk overgebleven deel van Satans zichtbare organisatie in een symbolisch ’vurig meer’ van vernietiging te werpen, waardoor Jehovah’s soevereiniteit gerechtvaardigd wordt. Vol vertrouwen zien wij nu uit naar die dag te Armageddon, wanneer onze „Koning der koningen” de uiteindelijke overwinning op Satans onderdrukkende politieke organisatie zal behalen! (Openbaring 16:16; 17:14; 19:2, 14-21; Ezechiël 25:17) Ondertussen zet de onoverwinnelijke Veroveraar op het witte paard zijn rit voort terwijl Jehovah oprechte personen aan Zijn rechtvaardige natie op aarde blijft toevoegen (Jesaja 26:2; 60:22). Hebt u te zamen met de gezalfde Johannesklasse een aandeel aan die vreugdevolle Koninkrijksexpansie? Zo ja, dan zal datgene wat de apostel Johannes ziet wanneer de volgende drie zegels worden geopend, u er ongetwijfeld toe aanzetten een zelfs nog groter aandeel aan Jehovah’s werk voor deze tijd te hebben.

Zie, het vuriggekleurde paard!

12. Waardoor zou volgens Jezus zijn onzichtbare tegenwoordigheid als Koning gekenmerkt worden?

12 Tegen het einde van Jezus’ bediening op aarde vroegen zijn discipelen hem, terwijl er verder niemand bij was: „Wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?” Als antwoord voorzei hij rampspoeden die „een begin van weeën der benauwdheid” zouden zijn. Jezus zei: „Natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk; en er zullen grote aardbevingen zijn, en in de ene plaats na de andere pestilenties en voedseltekorten; en er zullen vreselijke schouwspelen en van de hemel grote tekenen zijn” (Matthéüs 24:3, 7, 8; Lukas 21:10, 11). Datgene wat Johannes ziet wanneer de overige zegels geopend worden, verschaft een opmerkelijke parallel met die profetie. Let nu op terwijl de verheerlijkte Jezus het tweede zegel opent!

13. Welke tegenstelling zal Johannes nu gauw duidelijk te zien krijgen?

13 „En toen hij het tweede zegel opende, hoorde ik het tweede levende schepsel zeggen: ’Kom!’” (Openbaring 6:3) Het bevel wordt gegeven door de tweede cherub, die op een stier lijkt. Kracht of macht is de hoedanigheid die hier wordt afgebeeld, maar dan macht die rechtvaardig wordt aangewend. In tegenstelling hiermee zal Johannes nu echter een afschuwelijke, doodaanbrengende tentoonspreiding van macht zien.

14. Welk paard met zijn berijder ziet Johannes vervolgens, en wat wordt door dit visioen afgebeeld?

14 Hoe wordt dit tweede bevel om te ’komen’ dan gehoorzaamd? Op deze wijze: „En er kwam een ander te voorschijn, een vuriggekleurd paard; en hem die erop zat, werd gegeven de vrede van de aarde weg te nemen, zodat zij elkaar zouden afslachten; en hem werd een groot zwaard gegeven” (Openbaring 6:4). Werkelijk een luguber visioen! En er bestaat geen enkele twijfel omtrent datgene wat erdoor wordt afgebeeld: oorlog! Niet de rechtvaardige, zegevierende oorlogvoering van Jehovah’s overwinnende Koning maar wrede, door mensen teweeggebrachte internationale oorlogvoering, die met onnodig bloedvergieten en smart gepaard gaat. Hoe passend dat deze ruiter een vuriggekleurd paard berijdt!

15. Waarom zullen wij niets te maken willen hebben met de rit van de tweede ruiter?

15 Stellig zou Johannes niets te maken willen hebben met deze ruiter en zijn roekeloze rit, want omtrent Gods volk was geprofeteerd: „Ook zullen zij de oorlog niet meer leren” (Jesaja 2:4). Ofschoon Johannes „in de wereld” was en ook de Johannesklasse en de grote schare in deze tijd nog „in de wereld” zijn, kan met betrekking tot hen allen worden gezegd dat zij „geen deel” vormen van dit met bloed bevlekte samenstel. Onze wapens zijn geestelijk en „krachtig door God” om de waarheid actief bekend te maken, niet om aan een vleselijke oorlogvoering deel te nemen. — Johannes 17:11, 14; 2 Korinthiërs 10:3, 4.

16. Wanneer en hoe werd aan de ruiter op het rode paard „een groot zwaard” gegeven?

16 Er waren vele oorlogen vóór 1914, het jaar waarin de Ruiter op het witte paard zijn kroon ontving. Maar nu wordt aan de ruiter op het rode paard „een groot zwaard” gegeven. Waarop duidt dit? Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog wordt de menselijke oorlogvoering bloeddorstiger, vernietigender dan ooit tevoren. Gedurende het bloedbad van 1914-1918 werden tanks, gifgas, vliegtuigen, onderzeeboten, grote kanonnen en automatische wapens hetzij voor het eerst of op ongekende schaal gebruikt. In zo’n 28 natiën werd de hele bevolking, niet slechts de beroepsmilitairen, gedwongen aan de oorlogsinspanningen deel te nemen. Het aantal oorlogsslachtoffers was afgrijselijk. Meer dan negen miljoen soldaten werden afgeslacht, en het aantal burgerslachtoffers was onvoorstelbaar groot. Zelfs toen de oorlog geëindigd was, keerde de werkelijke vrede niet terug op aarde. Meer dan vijftig jaar na die oorlog maakte de Duitse staatsman Konrad Adenauer de volgende opmerking: „Zekerheid en rust zijn sinds 1914 uit het leven der mensen verdwenen.” Het werd de ruiter op het vuriggekleurde paard inderdaad toegestaan de vrede van de aarde weg te nemen!

17. Hoe is na de Eerste Wereldoorlog het ’grote zwaard’ blijven woeden?

17 En toen stortte de ruiter op het rode paard, wiens bloeddorst opgewekt was, zich in de Tweede Wereldoorlog. Met steeds duivelser wapens slachtte men elkaar af, en het aantal oorlogsslachtoffers schoot omhoog tot viermaal het aantal van degenen die in de Eerste Wereldoorlog omkwamen. In 1945 explodeerden twee atoombommen boven Japan en elk daarvan vernietigde — in één flits — tienduizenden slachtoffers. Tijdens de Tweede Wereldoorlog haalde de ruiter op het rode paard een enorme oogst van zo’n 55 miljoen levens binnen, en zelfs toen was hij nog niet voldaan. Volgens betrouwbare berichten zijn er sinds de Tweede Wereldoorlog ruim 20 miljoen zielen door het ’grote zwaard’ neergemaaid.

18, 19. (a) Waarvan getuigt de afslachting sedert de Tweede Wereldoorlog, in plaats van een triomf voor de militaire technologie te zijn? (b) Tegenover welk grote gevaar ziet de mensheid zich gesteld, maar wat zal de Ruiter op het witte paard doen om dit af te wenden?

18 Kunnen wij dit een triomf voor de militaire technologie noemen? Het getuigt er veeleer van dat het genadeloze rode paard in galop voortstormt. En waar zal die galop eindigen? Sommige geleerden hebben het over de mogelijkheid dat er per ongeluk een kernoorlog ontketend wordt — om nog maar niet te spreken van een doelbewust ontketende nucleaire wereldbrand! Maar gelukkig denkt de overwinnende Ruiter op het witte paard daar anders over.

19 Zolang nationalistische trots en haat de grondslag van de maatschappij vormen, moet de mensheid het grote gevaar van een plotseling losbarstende kernoorlog onder de ogen blijven zien. Zelfs indien de natiën zich, door wanhoop gedreven, van alle nucleaire projectielen zouden ontdoen, zouden ze toch nog de know-how bezitten. In een mum van tijd zouden ze hun moorddadige nucleaire wapentuig weer kunnen vervaardigen; elke oorlog met conventionele wapens zou zich dus snel tot een holocaust kunnen ontwikkelen. De trots en de haat waarvan de natiën in deze tijd doortrokken zijn, moeten wel op zelfmoord van de mensheid uitlopen, tenzij — ah, ja, tenzij de Ruiter op het witte paard de waanzinnige galop van het vuriggekleurde rijdier tot staan brengt. Laten wij erop vertrouwen dat Christus, de Koning, niet alleen zal voortrijden ter voltooiing van zijn overwinning over de wereld onder Satans heerschappij maar ook om een nieuwe aardse maatschappij te grondvesten die gebaseerd is op liefde — liefde voor God en de naaste — een kracht voor vrede die verre, verre superieur is aan de riskante methode van nucleaire afschrikking in onze waanzinnige tijd. — Psalm 37:9-11; Markus 12:29-31; Openbaring 21:1-5.

Een zwart paard stormt te voorschijn

20. Welke verzekering hebben wij dat de Ruiter op het witte paard tegen elke rampspoedige situatie opgewassen zal zijn?

20 Jezus opent nu het derde zegel! Johannes, wat ziet u? „En toen hij het derde zegel opende, hoorde ik het derde levende schepsel zeggen: ’Kom!’” (Openbaring 6:5a) Gelukkig heeft deze derde cherub „een gezicht als van een mens”, waardoor de hoedanigheid liefde wordt afgebeeld. Gods nieuwe wereld zal overvloeien van op beginselen gebaseerde liefde, zoals ook Jehovah’s hele organisatie in deze tijd van die voortreffelijke hoedanigheid doortrokken is (Openbaring 4:7; 1 Johannes 4:16). Wij kunnen er zeker van zijn dat de Ruiter op het witte paard, die „als koning [moet] regeren totdat God alle vijanden onder zijn voeten heeft gelegd”, liefdevol een eind zal maken aan de rampspoedige situatie die vervolgens onder Johannes’ aandacht wordt gebracht. — 1 Korinthiërs 15:25.

21. (a) Wat wordt door het zwarte paard en zijn berijder afgebeeld? (b) Waardoor wordt bewezen dat het zwarte paard zijn woeste rit nog steeds niet heeft gestaakt?

21 Wat ziet Johannes dan als het derde bevel om te ’komen’ wordt gehoorzaamd? „En ik zag, en zie! een zwart paard; en die erop zat, had een weegschaal in zijn hand” (Openbaring 6:5b). Zware hongersnood! Dat is de trieste boodschap die door dit profetische tafereel wordt overgebracht. Het wijst vooruit naar situaties die zich vroeg in de dag des Heren voordoen en waarin voedsel afgewogen, gerantsoeneerd, moet worden. Sedert 1914 is hongersnood een wereldwijd probleem dat blijft aanhouden. In het kielzog van de moderne oorlogvoering volgt hongersnood, want de hulpbronnen die normaliter worden gebruikt om de hongerigen te voeden, worden vaak aangewend om in oorlogswapens te voorzien. Omdat landbouwers onder de wapens worden geroepen en bouwland door oorlogshandelingen of verschroeide-aardetactieken onbruikbaar wordt gemaakt, neemt de voedselproduktie af. Hoe waar was dit tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen miljoenen honger leden en stierven! Bovendien staakte de ruiter op het zwarte paard van hongersnood zijn rit niet toen de oorlog was geëindigd. In de jaren ’30 zijn er tijdens slechts één hongersnood in de Oekraine vijf miljoen mensen omgekomen. In het kielzog van de Tweede Wereldoorlog volgden nog meer voedseltekorten en hongersnoden. Terwijl het zwarte paard voortgaloppeerde, berichtte de Wereld Voedsel Raad in het midden van het jaar 1987 dat 512 miljoen mensen verhongerden en dat er elke dag 40.000 kinderen stierven door oorzaken die met honger verband houden.

22. (a) Wat zegt een stem, daarmee uiting gevend aan welke noodzaak? (b) Waarop duidt de prijs van een liter tarwe en van drie liter gerst?

22 Johannes heeft ons nog meer te vertellen: „En ik hoorde een stem die uit het midden van de vier levende schepselen scheen te komen, zeggen: ’Een liter tarwe voor een denarius en drie liter gerst voor een denarius; en breng geen schade toe aan de olijfolie en de wijn’” (Openbaring 6:6). Alle vier de cherubs brengen eenstemmig tot uitdrukking dat voedselvoorraden zorgvuldig in het oog gehouden moeten worden — net zoals de mensen voorafgaande aan Jeruzalems verwoesting in 607 v.G.T. „brood [moesten] eten naar het gewicht en met angstige bezorgdheid” (Ezechiël 4:16). In Johannes’ tijd werd een liter tarwe als het dagelijkse rantsoen voor een soldaat beschouwd. Hoeveel zou zo’n rantsoen kosten? Een denarius — een dagloon! (Matthéüs 20:2) * En als een man nu een gezin had? Welnu, hij zou in plaats daarvan drie liter ongepolijste gerst kunnen kopen. Doch zelfs daarmee zou alleen nog maar een klein gezin gevoed kunnen worden. En gerst werd niet als kwaliteitsvoedsel beschouwd, zoals tarwe.

23. Wat impliceert de verklaring: „Breng geen schade toe aan de olijfolie en de wijn”?

23 Wat impliceert de verklaring: „Breng geen schade toe aan de olijfolie en de wijn”? Sommigen hebben gedacht dat hiermee wordt bedoeld dat hoewel velen te kort aan voedsel zouden hebben en zelfs de hongerdood zouden sterven, er geen schade toegebracht zou worden aan de luxeartikelen van de rijken. Maar in het Midden-Oosten behoren olie en wijn niet echt tot de luxeartikelen. In bijbelse tijden werden brood, olie en wijn als hoofdvoedsel beschouwd. (Vergelijk Genesis 14:18; Psalm 104:14, 15.) De kwaliteit van het water was niet altijd goed en daarom werd wijn veelal als drank en soms als geneesmiddel gebruikt (1 Timótheüs 5:23). Wat olie betreft, in de tijd van Elia had de weduwe van Sarfath, hoe arm zij ook was, nog steeds wat olie waarmee zij van het restantje meel dat zij had, koeken kon bakken (1 Koningen 17:12). Het bevel om ’geen schade toe te brengen aan de olijfolie en de wijn’ schijnt derhalve de raad in te houden om deze voornaamste voedingsartikelen niet te snel op te maken maar er zuinig mee om te springen. Anders zal er „schade” aan toegebracht worden, dat wil zeggen dat ze zullen op raken voordat de hongersnood geëindigd is.

24. Waarom zal het zwarte paard niet veel langer meer voortgalopperen?

24 Wat kunnen wij blij zijn dat de Ruiter op het witte paard dat galopperende zwarte paard weldra tot staan zal brengen! Want betreffende Zijn liefdevolle voorziening voor de nieuwe wereld staat geschreven: „In zijn dagen zal de rechtvaardige uitspruiten, en overvloed van vrede, totdat de maan niet meer is. . . . Er zal volop koren op aarde blijken te zijn; op de top der bergen zal overvloed zijn.” — Psalm 72:7, 16; zie ook Jesaja 25:6-8.

Het vale paard en zijn berijder

25. Wiens stem hoort Johannes wanneer Jezus het vierde zegel opent, en waarop duidt dit?

25 Het verhaal is nog niet uit. Jezus opent het vierde zegel en Johannes licht ons in over het resultaat: „En toen hij het vierde zegel opende, hoorde ik de stem van het vierde levende schepsel zeggen: ’Kom!’” (Openbaring 6:7) Dit is de stem van de cherub die op een vliegende arend lijkt. Dit duidt op ver vooruitziende wijsheid, en zowel Johannes als de Johannesklasse en alle andere aardse dienstknechten van God hebben met het oog op wat hier wordt afgebeeld, werkelijk van inzicht blijk moeten geven en dienovereenkomstig moeten handelen. Hierdoor kunnen wij enigermate beschermd worden tegen de plagen waardoor de wereldwijzen van de huidige trotse, immorele generatie geteisterd worden. — 1 Korinthiërs 1:20, 21.

26. (a) Wie is de vierde ruiter, en waarom is de kleur van zijn paard passend? (b) Wie komt achter de vierde ruiter aan, en wat gebeurt er met zijn slachtoffers?

26 Welke nieuwe verschrikkingen worden vervolgens ontketend wanneer de vierde ruiter gehoor geeft aan de oproep? Johannes vertelt ons: „En ik zag, en zie! een vaal paard; en die erop zat, droeg de naam Dood. En Hades volgde dicht achter hem” (Openbaring 6:8a). De ruiter op het laatste paard draagt de naam Dood. Hij is de enige van de vier ruiters van de Apocalyps wiens identiteit zo rechtstreeks wordt onthuld. Het is passend dat de Dood een vaal paard berijdt, aangezien het woord vaal (Grieks: chloʹros) in de Griekse literatuur wordt gebruikt om gezichten te beschrijven die geblanket zijn, zo wit als van een zieke. Het is ook passend dat de Dood op de een of andere niet nader omschreven manier dicht gevolgd wordt door Hades (het gemeenschappelijke graf), aangezien het merendeel van degenen die ten slachtoffer vallen aan de verwoestingen die door de vierde ruiter worden aangericht, in Hades terechtkomen. Gelukkig zal er voor hen een opstanding zijn, wanneer ’de dood en Hades de doden opgeven die zich in hen bevinden’ (Openbaring 20:13). Maar hoe eist de Dood die slachtoffers op?

27. (a) Hoe eist de ruiter Dood zijn slachtoffers op? (b) Wat wordt bedoeld met „het vierde deel van de aarde” waarover de Dood autoriteit heeft?

27 In het visioen worden enkele van de manieren opgesomd: „En hun werd autoriteit gegeven over het vierde deel van de aarde, om te doden met een lang zwaard en met voedseltekorten en met dodelijke plagen en door de wilde beesten van de aarde” (Openbaring 6:8b). Dit hoeft niet letterlijk een vierde deel van de bevolking der aarde te zijn, doch een groot gedeelte van de aarde — ongeacht of het een dicht- of dunbevolkt gedeelte is — zou de gevolgen van deze rit ondervinden. Deze ruiter haalt de slachtoffers binnen die gevallen zijn door het grote zwaard van de tweede ruiter en de hongersnoden en voedseltekorten die door de derde ruiter zijn veroorzaakt. Hij haalt ook zijn eigen oogst binnen, de slachtoffers van de dodelijke plaag, en ook een oogst die is teweeggebracht door de in Lukas 21:10, 11 beschreven aardbevingen.

28. (a) Hoe gaat de profetie betreffende „dodelijke plagen” in vervulling? (b) Hoe wordt Jehovah’s volk in deze tijd tegen veel ziekten beschermd?

28 Van actueel belang hier zijn de „dodelijke plagen”. Als nasleep van de verwoestingen die door de Eerste Wereldoorlog waren aangericht, eiste de Spaanse griep in slechts enkele maanden van 1918-1919 ruim 20 miljoen mensenlevens op. Het enige gebied op aarde dat aan deze gesel ontkwam, was het kleine eiland St. Helena. In plaatsen waar de bevolking door de epidemie werd gedecimeerd, werden brandstapels ontstoken om de bergen lijken te verbranden. En heden ten dage hebben hartziekten en kanker, waar tabaksverontreiniging in grote mate toe bijdraagt, angstaanjagende proporties aangenomen. In het tijdperk dat als „het afschuwelijke decennium” van de jaren ’80 beschreven is, voegde een levenswijze die volgens bijbelse maatstaven wetteloos is, de gesel van AIDS toe aan de „dodelijke plagen”. In 2000 noemde de directeur-generaal van de Amerikaanse gezondheidsdienst AIDS naar verluidt „waarschijnlijk de ernstigste epidemie die de wereld ooit gekend heeft”. Hij zei dat 52 miljoen mensen over de hele wereld met HIV/AIDS besmet waren geraakt en dat 20 miljoen van hen waren overleden. Hoe dankbaar kunnen de leden van Jehovah’s volk zijn dat de wijze raad uit zijn Woord hen verre houdt van hoererij en misbruik van bloed, waardoor in deze tijd zoveel ziekten worden overgedragen! — Handelingen 15:28, 29; vergelijk 1 Korinthiërs 6:9-11.

29, 30. (a) Waarop zouden de „vier schadelijke strafgerichten” uit Ezechiël 14:21 in deze tijd toegepast kunnen worden? (b) Wat zouden wij onder „de wilde beesten” uit Openbaring 6:8 kunnen verstaan? (c) Wat schijnt dit profetische tafereel voornamelijk te willen laten uitkomen?

29 In Johannes’ visioen wordt gewag gemaakt van wilde beesten als een vierde oorzaak van vroegtijdige dood. Ja, de vier dingen waarop bij het openen van het vierde zegel de aandacht wordt gevestigd — oorlog, hongersnood, ziekten en wilde beesten — werden in de oudheid als de voornaamste oorzaken van vroegtijdige dood beschouwd. Ze zouden derhalve een afschaduwing vormen van alle huidige oorzaken van vroegtijdige dood. Het is precies zoals Jehovah Israël waarschuwde: „Zo ook zal het zijn wanneer mijn vier schadelijke strafgerichten er zullen zijn — zwaard en hongersnood en schadelijk wild gedierte en pestilentie — die ik werkelijk over Jeruzalem zal zenden om er aardse mens en huisdier uit af te snijden.” — Ezechiël 14:21.

30 Dat iemand door een wild dier is gedood, is heden ten dage zelden in het nieuws, hoewel wilde beesten in tropische landen geregeld slachtoffers hebben gemaakt. In de toekomst eisen ze misschien nog meer slachtoffers op indien oorlogen landen tot een woestenij maken of mensen zo uitgemergeld raken door de honger dat zij niet meer in staat zijn hongerige dieren af te weren. Bovendien zijn er in deze tijd veel mensen die, gelijk redeloze dieren, een beestachtige geestesgesteldheid aan de dag leggen die sterk verschilt van de in Jesaja 11:6-9 genoemde karaktertrekken. Deze mensen zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de wereldomvattende toename in seksmisdrijven, moord, terrorisme en bomaanslagen in de hedendaagse wereld. (Vergelijk Ezechiël 21:31; Romeinen 1:28-31; 2 Petrus 2:12.) De vierde ruiter haalt ook de oogst van hun slachtoffers binnen. Ja, dit profetische tafereel schijnt voornamelijk te willen laten uitkomen dat de ruiter op het vale paard de oogst binnenhaalt van mensen die op vele manieren voortijdig aan hun eind zijn gekomen.

31. Waarom kunnen wij ons ondanks de verwoestingen die door de ruiters op het rode, zwarte en vale paard aangericht worden, aangemoedigd voelen?

31 De inlichtingen die door het openen van de eerste vier zegels worden onthuld, schenken ons vertrouwen, want wij putten er de les uit niet te wanhopen bij het zien van de oorlogen, hongersnoden, ziekten en andere oorzaken van voortijdige dood die tegenwoordig wijdverbreid zijn; ook dienen wij de hoop niet te verliezen omdat menselijke leiders de bestaande problemen niet hebben kunnen oplossen. Indien de wereldtoestanden duidelijk aantonen dat de ruiters op het rode, zwarte en vale paard op pad zijn, vergeet dan niet dat de Ruiter op het witte paard het eerst met zijn rit is begonnen. Jezus is Koning geworden en hij heeft reeds een geweldige overwinning behaald door Satan uit de hemel te werpen. Zijn verdere overwinningsdaden omvatten ook de bijeenvergadering van het overblijfsel der zonen van het geestelijke Israël en van de internationale, uit miljoenen personen bestaande grote schare, die hij levend door de grote verdrukking heen zal leiden (Openbaring 7:4, 9, 14). Zijn rit moet voortduren totdat hij zijn overwinning voltooit.

32. Waardoor wordt het openen van elk van de eerste vier zegels gekenmerkt?

32 Het openen van elk van de eerste vier zegels werd gevolgd door het bevel: „Kom!” Elke keer stormde een paard met zijn berijder te voorschijn. Vanaf het vijfde zegel horen wij zo’n bevel niet meer. Maar die ruiters rijden nog steeds, en zij zullen gedurende het hele besluit van het samenstel van dingen hun galop voortzetten. (Vergelijk Matthéüs 28:20.) Welke andere veelbewogen gebeurtenissen onthult Jezus wanneer hij de resterende drie zegels opent? Sommige van de gebeurtenissen zijn onzichtbaar voor menselijke ogen. Andere liggen, hoewel ze zichtbaar zijn, nog in de toekomst. Niettemin staat hun vervulling vast. Laten wij eens zien wat dit voor gebeurtenissen zijn.

[Voetnoten]

^ ¶4 Merk echter op dat de „vrouw” uit Openbaring 12:1 een figuurlijke „kroon van twaalf sterren” op haar hoofd heeft.

^ ¶4 Zie voor het uitvoerige bewijs dat Jezus in 1914 in zijn koninkrijk kwam, blz. 215-218 van het boek Wat leert de bijbel echt?, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

^ ¶11 Hoewel veel vertalingen deze uitdrukking weergeven met „om te overwinnen” (Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap, Petrus-Canisiusvertaling, Leidse Vertaling) of „vastbesloten om te overwinnen” (Phillips), ligt er een betekenis van voltooiing of einduitslag in opgesloten doordat hier in het oorspronkelijke Grieks de aoristus conjunctivus is gebruikt. In Robertsons Word Pictures in the New Testament staat dan ook het volgende commentaar: „De aoristus duidt hier op uiteindelijke overwinning.”

^ ¶22 Zie NW, Studiebijbel, voetnoot.

[Studievragen]

[Kader op blz. 92]

De Koning rijdt zegevierend

In de jaren ’30 en ’40 trachtten vastberaden vijanden het te doen voorkomen alsof de bediening van Jehovah’s Getuigen onwettig, misdadig of zelfs omverwerpend was (Psalm 94:20). Alleen al in het jaar 1936 werden in de Verenigde Staten 1149 arrestaties geregistreerd. De Getuigen bleven tegen vele uitspraken in beroep gaan totdat de zaken voor het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten kwamen. Hier volgen enkele van hun opmerkelijke overwinningen.

Op 3 mei 1943 besliste het Hooggerechtshof in de zaak Murdock c. Pennsylvania dat de Getuigen geen vergunning nodig hadden om lectuur tegen geld te verspreiden. Op diezelfde dag werd in de zaak Martin c. City of Struthers bepaald dat het niet onwettig was bij de huizen aan te bellen voor de verspreiding van strooibiljetten en ander reclamemateriaal.

Op 14 juni 1943 besliste het Hooggerechtshof in de zaak Taylor c. Mississippi dat de Getuigen door hun prediking niet tot deloyaliteit aan de regering aanmoedigden. Op diezelfde dag bepaalde het hof in de zaak West Virginia State Board of Education c. Barnette dat een schoolbestuur niet het recht had kinderen van Jehovah’s Getuigen die weigerden de vlag te groeten, van school te sturen. De daaropvolgende dag hief de voltallige Hoge Raad van Australië het verbod op Jehovah’s Getuigen op en verklaarde dat dit verbod „eigenmachtig, willekeurig en onderdrukkend” was.

[Kader op blz. 94]

Toegestaan „de vrede van de aarde weg te nemen”

Waartoe leidt de technologie? The Globe and Mail, Toronto (Canada), van 22 januari 1987 berichtte het volgende uit een toespraak gehouden door Ivan L. Head, president van het International Development Research Centre:

„Volgens betrouwbare schattingen werkt één op de vier geleerden en technologen in de wereld die zich met research en ontwikkeling bezighouden, aan wapens. . . . Gerekend naar de koers van 1986 bedragen de uitgaven meer dan 1,5 miljoen dollar per minuut. . . . Zijn wij allen soms veiliger als gevolg van dit soort nadruk op de technologie? De kernarsenalen waarover de supermogendheden beschikken, bevatten de hoeveelheid explosieve kracht van alle munitie die door alle strijdende partijen gedurende de gehele Tweede Wereldoorlog werd gebruikt — vermenigvuldigd met 6000. Zesduizend Tweede Wereldoorlogen. Sinds 1945 heeft de wereld minder dan zeven weken gekend waarin ze vrij was van oorlogsactiviteiten. Er zijn meer dan 150 oorlogen gevoerd, internationale oorlogen of burgeroorlogen, die naar schatting 19,3 miljoen levens hebben geëist, merendeels als resultaat van de efficiënte nieuwe technologieën die in dit tijdperk van de Verenigde Naties tot ontwikkeling zijn gekomen.”

Tegen het jaar 2005 hadden militaire activiteiten ruim 20 miljoen mensenlevens opgeëist.

[Kader op blz. 98, 99]

De schematische opbouw van het boek Openbaring

Nu wij tot zover zijn gevorderd in onze bespreking van het boek Openbaring beginnen wij de schematische opbouw duidelijker te zien. Na de bezielende inleiding (Openbaring 1:1-9) kan de Openbaring beschouwd worden als een in 16 visioenen ingedeeld boek:

1STE VISIOEN (1:10–3:22): Johannes ziet door inspiratie de verheerlijkte Jezus, die boodschappen met hartverwarmende raad aan de zeven gemeenten zendt.

2DE VISIOEN (4:1–5:14): Een luisterrijk gezicht op de hemelse troon van Jehovah God. Hij reikt het Lam een boekrol aan.

3DE VISIOEN (6:1-17): Terwijl het Lam de eerste zes zegels van de boekrol opent, onthult hij progressief een uit vele taferelen bestaand visioen van gebeurtenissen die in de dag des Heren zouden plaatsvinden. De vier ruiters van de Apocalyps beginnen hun rit, Gods slaven die de marteldood gestorven zijn, ontvangen lange witte gewaden en de grote dag van gramschap wordt beschreven.

4DE VISIOEN (7:1-17): Engelen houden de winden van vernietiging tegen totdat de 144.000 leden van het geestelijke Israël verzegeld zijn. Een grote schare uit alle natiën schrijft redding toe aan God en Christus en wordt bijeenvergaderd om de grote verdrukking te overleven.

5DE VISIOEN (8:1–9:21): Bij het openen van het zevende zegel weerklinken zeven trompetten, waarvan de eerste zes het vijfde visioen vormen. Deze zes trompetten kondigen uitingen van Jehovah’s oordelen over de mensheid aan. De vijfde en zesde trompet leiden ook het eerste en het tweede wee in.

6DE VISIOEN (10:1–11:19): Een sterke engel geeft Johannes een kleine boekrol, de tempel wordt gemeten en wij vernemen wat de twee getuigen overkomt. Het visioen bereikt een hoogtepunt met het blazen op de zevende trompet, dat het derde wee voor Gods vijanden aankondigt — het komende koninkrijk van Jehovah en van zijn Christus.

7DE VISIOEN (12:1-17): Dit beschrijft de geboorte van het Koninkrijk, wat tot gevolg heeft dat de slang, Satan, door Michaël naar de aarde wordt geslingerd.

8STE VISIOEN (13:1-18): Het machtige wilde beest stijgt uit de zee op, en het beest met twee horens, gelijk een lam, zet de mensen ertoe aan het wilde beest te aanbidden.

9DE VISIOEN (14:1-20): Een schitterende toekomstblik op de 144.000, die op de berg Sion staan. Overal op aarde worden van engelen afkomstige boodschappen gehoord, de wijnstok der aarde wordt geoogst en de wijnpers van Gods toorn wordt getreden.

10DE VISIOEN (15:1–16:21): Nog een blik in de hemelse hoven, gevolgd door het naar de aarde uitgieten van de zeven schalen van Jehovah’s toorn. Ook dit gedeelte eindigt met een profetische beschrijving van het einde van Satans samenstel.

11DE VISIOEN (17:1-18): De grote hoer, Babylon de Grote, berijdt een scharlakengekleurd wild beest, dat voor een korte tijd de afgrond ingaat maar er weer uit te voorschijn komt en haar verwoest.

12DE VISIOEN (18:1–19:10): De val en de uiteindelijke vernietiging van Babylon de Grote worden aangekondigd. Na haar terechtstelling rouwen sommigen over haar, anderen loven Jehovah; de bruiloft van het Lam wordt aangekondigd.

13DE VISIOEN (19:11-21): Jezus voert de hemelse legerscharen aan om Gods oordeel van gramschap aan Satans stelsel en de legers en ondersteuners ervan te voltrekken; aasvogels doen zich te goed aan hun dode lichamen.

14DE VISIOEN (20:1-10): Het in de afgrond sluiten van Satan de Duivel, de duizendjarige regering van Christus en zijn medekoningen, de laatste beproeving van de mensheid en de vernietiging van Satan en zijn demonen.

15DE VISIOEN (20:11–21:8): De algemene opstanding en de grote Oordeelsdag; er verschijnen een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, met eeuwige zegeningen voor de rechtvaardige mensheid.

16DE VISIOEN (21:9–22:5): De Openbaring komt tot een climax met een glorierijk visioen van het Nieuwe Jeruzalem, de vrouw van het Lam. Gods voorziening voor genezing en leven voor de mensheid stroomt vanuit die stad.

De Openbaring besluit met hartelijke afscheidswoorden en hartverwarmende raad van Jehovah, Jezus, de engel en Johannes zelf. Tot een ieder wordt de uitnodiging gericht: „Kom!” — Openbaring 22:6-21.