Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Voedsel dat onontbeerlijk is voor het eeuwige leven

Voedsel dat onontbeerlijk is voor het eeuwige leven

Hoofdstuk 4

Voedsel dat onontbeerlijk is voor het eeuwige leven

1. Waarom zijn de woorden van God in de bijbel als honing?

EEN uitgehongerd persoon kan alleen al door een lepel honing nieuwe kracht krijgen, zodat zijn ogen weer gaan stralen. Over de woorden van God in de bijbel wordt terecht gezegd dat ze „zoeter [zijn] dan honing en de vloeiende honing der raten”. Dit komt doordat Gods richtlijnen geweldig veel nut afwerpen voor het leven van degenen die ze met waardering aannemen (1 Samuël 14:27; Psalm 19:9-11; 119:103). Voor degenen die de wijsheid verwerven die in het geïnspireerde Woord is vervat, „bestaat er een toekomst, en [hun] eigen hoop zal niet afgesneden worden”. — Spreuken 24:13, 14.

2. Wat moeten wij doen, wil Gods geest het goede in ons bewerken?

2 God heeft beloofd dat hij zijn dienstknechten zal ’behoeden tot het eeuwige leven’, hetgeen hij doet door middel van zijn geest (1 Petrus 1:5). Dit is beslist aanmoedigend. Maar wij vergissen ons als wij denken dat degenen die aldus worden geholpen, zelf geen enkele moeite hoeven te doen. Gods geest kan ons slechts helpen in de mate dat wij ermee samenwerken, en dit houdt onder meer in dat wij geestelijk voedsel uit de geïnspireerde Schrift tot ons nemen. De Zoon van God toonde aan waarom dit zo is.

3. Wat zou de geest volgens de woorden van Jezus Christus voor zijn discipelen doen?

3 Toen Jezus aan zijn discipelen verklaarde hoe Gods geest hen zou helpen, zei hij: „De helper, de heilige geest, die de Vader in mijn naam zal zenden, die zal u alle dingen leren en alle dingen welke ik u heb gezegd, in uw herinnering terugbrengen” (Johannes 14:26). Na Jezus’ terugkeer naar de hemel zou de geest, in de hoedanigheid van herinneraar, de discipelen te binnen brengen wat Jezus hun had gezegd, en als leraar zou de geest hen in staat stellen te begrijpen hoe zij het in herinnering gebrachte konden toepassen.

4. Hoe kan Gods geest ons helpen, en hoe beklemtoont dit de belangrijkheid onze bijbelkennis te vergroten?

4 Daar wij nooit persoonlijk door Jezus Christus zijn onderwezen, bevinden wij ons in een andere situatie dan de apostelen. Niettemin zijn alle belangrijke leringen van de Zoon van God voor ons in de bijbel bewaard. Zo nodig kan de heilige geest dus bepaalde punten uit de geïnspireerde Schrift in onze herinnering terugbrengen en ons helpen de juiste toepassing ervan te onderscheiden. Daar Gods geest als herinneraar en als leraar fungeert, moeten wij ermee samenwerken door zorgvuldig de bijbel te bestuderen. Als wij slechts zeer weinig bijbelkennis hebben, kunnen wij onmogelijk volledig profijt trekken van de werkzaamheid van de geest als herinneraar en leraar.

5. (a) Waarom is het belangrijk slechte eigenschappen weg te doen, willen wij volledig profijt trekken van de werkzaamheid van Gods geest? (b) Welke raad gaf de apostel Petrus met betrekking tot onze geestelijke voeding?

5 Bovendien is de geest heilig en hij helpt daarom alleen degenen die in Jehovah’s ogen heilig of rein zijn. Daarom is het niet voldoende de bijbel slechts te lezen of ons eruit te laten voorlezen. Wij moeten ook de innige wens koesteren alle eigenschappen die in strijd zijn met Gods maatstaf van reinheid of zuiverheid weg te doen. Merk op hoe dit in de volgende woorden van de apostel Petrus wordt beklemtoond:

„Doet bijgevolg alle zedelijke verdorvenheid en alle bedrog en huichelarij en afgunst en alle soorten van achterklap weg, en vormt als pasgeboren baby’s een verlangen naar de onvervalste melk behorend tot het woord, opdat gij door middel daarvan tot redding moogt groeien, mits gij hebt gesmaakt dat de Heer goed is.” — 1 Petrus 2:1-3.

6. Wie worden ertoe aangespoord een verlangen naar de „melk” te vormen?

6 Wanneer wij er ijverig naar streven Gods wil te doen, brengen wij onze geest en ons hart in de juiste conditie om voedsel uit de Schrift tot zich te nemen. Maar er komt nog meer voor kijken om een goede geestelijke eetlust te ontwikkelen. De apostel gaf de aansporing: „Vormt als pasgeboren baby’s een verlangen naar de onvervalste melk behorend tot het woord” (1 Petrus 2:2). Pasgeboren baby’s zijn volledig tevreden met melk. Zij willen geen ander voedsel. Net als zuigelingen hebben nieuwe gelovigen de ’melk van het woord’ nodig en zij dienen er een werkelijk verlangen naar te ontwikkelen. Wanneer zij vervolgens tot christelijke rijpheid groeien, zullen zij beslist net zo’n verlangen naar vast geestelijk voedsel hebben. — Hebreeën 5:12-14.

7. Waarom kunnen wij niet verwachten in enkele jaren een volledig begrip van Gods Woord te verkrijgen?

7 Ja, ongeacht hoe lang wij reeds de weg der waarheid bewandelen, er valt nog veel meer over onze Maker en zijn wil met betrekking tot ons te leren. (Vergelijk 1 Korinthiërs 13:12.) Daar de Schrift de gedachten van de alwijze God Jehovah bevat, trekken zelfs engelen voordeel van de daarin opgetekende openbaringen (1 Petrus 1:12). Hoe zou enig mens dan kunnen denken dat hij in enkele jaren een volledig begrip van Gods heilige Woord kan verwerven? Het zou derhalve zeer ongepast zijn ons er tevreden mee te stellen slechts een klein gedeelte van zijn Woord te kennen en onze hemelse Vader in feite te zeggen dat wij wensten dat hij minder edelmoedig met de in de Heilige Schrift vervatte geestelijke voorzieningen was geweest.

GEESTELIJKE EETLUST ONTWIKKELEN

8. Wat dient ons ertoe aan te sporen een beter begrip van de Schrift te willen verkrijgen?

8 Onze liefde voor Jehovah God en Jezus Christus dient ons ertoe te bewegen zoveel mogelijk van de bijbel te willen begrijpen. Door middel van de bladzijden van de Schrift worden wij geholpen onze hemelse Vader en zijn Zoon beter te leren kennen, zodat wij ons meer tot hen aangetrokken voelen. Zoals de apostel Petrus opmerkte, hebben wij reeds „gesmaakt dat de Heer goed is” (1 Petrus 2:3). Jezus Christus is als een uiting van zijn liefde voor ons gestorven en heeft het ons mogelijk gemaakt een reine positie voor het aangezicht van onze hemelse Vader in te nemen (Johannes 15:13; 1 Johannes 2:2). Dientengevolge kunnen wij Jehovah God met vrijmoedigheid naderen en hem al onze zorgen en noden toevertrouwen (Hebreeën 10:19-22; 1 Johannes 3:19-22). De zegeningen, leiding en hulp die wij als discipelen van Jezus Christus hebben ontvangen, tonen duidelijk aan dat onze Meester goed is en grote genegenheid voor ons heeft (Matthéüs 11:28-30). Als datgene wat wij reeds gesmaakt of ondervonden hebben, zo goed is, dienen wij dan niet de wens te koesteren ons nog meer naar het voorbeeld van Jehovah God en zijn Zoon te richten? (Psalm 34:8) Een zorgvuldige, gebedsvolle beschouwing van de bijbel zal ons daarbij helpen.

9. (a) Wat kan een goede geestelijke eetlust in de weg staan, en waarom? (b) Wat kunnen wij doen om onze geestelijke eetlust te verbeteren?

9 Wat kunt u doen als u bemerkt dat uw verlangen naar het „woord” niet al te groot is? Neem dan de tijd om er vol waardering over na te denken wat Jehovah God en Jezus Christus voor u hebben gedaan. Onderzoek ook of u uw geestelijke eetlust hebt bedorven door ongepaste aandacht te schenken aan de filosofieën, speculaties en propaganda van een van God vervreemde wereld. Nog een vijand van de geestelijke eetlust is het zo goed als niets anders lezen dan geïllustreerde tijdschriften of andere stof die niet veel nadenken en meditatie vereist. Wij moeten eenvoudig erkennen dat de bijbel niet tot ontspanning werd geschreven, maar tot onderricht. Hoewel de woorden zelf misschien niet moeilijk te begrijpen zijn, hebben de tot uitdrukking gebrachte gedachten vaak een diepe betekenis die men alleen maar kan doorgronden als men er de tijd voor neemt om gebedsvol over het gelezene na te denken.

10. Welke feiten in verband met de illustraties van Jezus Christus bewijzen dat men geen nauwkeurige kennis kan verwerven wanneer men zo maar te hooi en te gras de bijbel leest?

10 De illustraties bijvoorbeeld die Jezus Christus gebruikte, zijn eenvoudig. Maar de belangrijke waarheden die ze onthullen, kunnen niet begrepen worden door zo nu en dan eens in de een of andere bijbelvertaling te lezen. Bedenk dat joden die de Zoon van God in hun eigen taal hoorden spreken, toch niet de volledige strekking van zijn leringen begrepen. Hoewel de woorden die hij gebruikte, door gewone mensen werden begrepen, bleef de betekenis van wat Jezus zei, zelfs voor de ontwikkelden verborgen. Waarom? Omdat het de meesten van Jezus’ toehoorders aan nederigheid ontbrak en zij geen verlangen naar geestelijk voedsel hadden. Zij stelden derhalve geen verder onderzoek in om werkelijk inzicht te verkrijgen. — Matthéüs 13:13-15.

11. Waarom dienen wij niet tevreden te zijn met een oppervlakkige kennis van de bijbel?

11 Wij willen beslist niet tevreden zijn met een oppervlakkige kennis van de bijbel, door misschien alleen maar de bijbelse verhalen en de grondleerstellingen te kennen. Als wij beweren God en Christus lief te hebben, moeten wij bereid zijn tijd aan de bijbel te besteden en ons inspannen om de strekking, de betekenis en de geest van wat erin staat te begrijpen en dan dienovereenkomstig te handelen. Geen enkele lonende bekwaamheid wordt moeiteloos verworven. Dienen wij dan niet te verwachten dat wij grote inspanningen in het werk moeten stellen om onze kennis omtrent Jehovah, de bron van alle wijsheid, te vermeerderen? — Vergelijk Spreuken 2:1-6; 1 Timótheüs 4:13-16.

12. Welke invloed heeft onze houding ten aanzien van het verwerven van nauwkeurige kennis op de zegeningen die wij zouden kunnen ontvangen?

12 Onze houding ten aanzien van het verwerven van een beter begrip van Gods Woord staat rechtstreeks in verband met de zegeningen die ons ten deel zullen vallen. Als wij onze gelegenheden om Jehovah God beter te leren kennen, niet ten volle benutten, zal dat misschien niet noodzakelijkerwijs tot het verlies van ons leven leiden. Maar het zou ertoe kunnen leiden dat wij in gebreke blijven in bepaalde opzichten Gods wil te doen en dan verscheidene zegeningen verbeuren. Jezus toonde in een van zijn illustraties aan dat onwetendheid iemand niet voor een zekere mate van straf zal vrijwaren. De dienstknecht die de wil van zijn meester niet heeft begrepen en daarom dingen doet welke slagen verdienen, wordt toch gestraft, hoewel niet zo streng als de slaaf die willens en wetens ongehoorzaam is (Lukas 12:47, 48). Het is derhalve een ernstige zaak wanneer iemand in zijn leven geen plaats inruimt voor een geregelde studie van Gods Woord en als gevolg daarvan niet de noodzakelijke vorderingen maakt wat zijn christelijke gedrag en activiteit betreft.

13. Waarvan kunnen wij ons met behulp van Gods Woord verzekeren, en hoe dient dit van invloed te zijn op het tot ons nemen van geestelijk voedsel?

13 Het gehele Woord van God heeft ten doel ons te helpen ’tot redding te groeien’, dat wil zeggen, ons van onze uiteindelijke redding als goedgekeurde discipelen van de Heer Jezus Christus te verzekeren. Indien wij dus werkelijk in ons eeuwige welzijn geïnteresseerd zijn, dient dit te blijken uit onze ernstige wens Jehovah God en zijn Zoon door middel van de geïnspireerde Schrift beter te leren kennen.

14. Welke uitwerking kan oprechte belangstelling voor het geestelijke welzijn van anderen op onze geestelijke eetlust hebben?

14 Natuurlijk is er meer dan ons eigen leven bij betrokken. (Vergelijk 1 Timótheüs 4:16.) Als volgelingen van Jezus Christus hebben wij een opdracht om anderen te helpen zijn discipelen te worden (Matthéüs 28:19, 20). Hoe kunnen wij dit doen als het ons in ernstige mate aan bijbels begrip ontbreekt? Kunnen wij werkelijk zeggen dat wij oprechte belangstelling voor het geestelijke welzijn van anderen hebben als wij slechts weinig moeite doen om de kennis te vermeerderen waarmee wij hen zouden kunnen helpen? Soms krijgt men de nodige stimulans om zijn geestelijke eetlust te vergroten wanneer men iemand anders begint te onderwijzen. Niet zelden bemerken degenen die meer tijd aan het verkondigen van de bijbelse waarheid besteden, dat hun eigen verlangen naar geestelijk voedsel toeneemt. Zo kunnen bijvoorbeeld vragen die door belangstellende personen worden gesteld, de nodige aansporing verschaffen om dieper in het Woord van God te graven ten einde bevredigende antwoorden te kunnen geven.

15. Hoe kunnen personen die niet kunnen lezen of die moeite met lezen hebben, profijt trekken van de bijbel?

15 Maar hoe staat het met personen die heel slecht kunnen lezen of die niet in staat zijn zelf de Schrift te lezen? Zij kunnen profijt trekken van de inhoud van de bijbel doordat de bijbel aan hen wordt voorgelezen en verklaard. Vervolgens kunnen zij over het gehoorde mediteren en het in hun leven toepassen (Openbaring 1:3; Nehemía 8:8). Wanneer het probleem aan onvoldoende schoolopleiding te wijten is, zou het natuurlijk goed zijn wanneer zulke personen voordeel trekken van beschikbare regelingen om te leren lezen of hun leesbekwaamheid te verbeteren. Wanneer er slechts enkele gedeelten van de Schrift in een bepaalde taal beschikbaar zijn, rust er een grote verantwoordelijkheid op degenen die anderen onderwijzen en die een taal beheersen waarin de volledige bijbel beschikbaar is. Evenals de apostel Paulus dienen zij ernaar te streven „al de raad Gods” bekend te maken. — Handelingen 20:27.

DE UITWERKING VAN HET WOORD OP ONS LEVEN

16, 17. (a) Welke uitwerking had Gods Woord volgens de apostel Petrus op eerste-eeuwse christenen? (b) Waaruit blijkt dat er persoonlijke inspanningen werden vereist, wilde het „woord” werkelijk in gelovigen werkzaam zijn?

16 Wanneer wij ons gebedsvol en in alle nederigheid met Gods Woord bezighouden, kan dit nu reeds een heilzame uitwerking op ons leven hebben. Dit blijkt uit datgene wat de apostel Petrus aan zijn medegelovigen schreef:

„Nu gij uw ziel hebt gezuiverd door uw gehoorzaamheid aan de waarheid, met ongehuichelde broederlijke liefde als resultaat, moet gij elkaar intens liefhebben vanuit het hart. Want gij hebt een nieuwe geboorte gekregen, niet door vergankelijk [zaad, dat verantwoordelijk is voor het menselijke, vleselijke bestaan, dat aan de dood onderworpen is], maar door onvergankelijk wedervoortbrengend zaad, door middel van het woord van de levende en blijvende God. Want ’alle vlees is als gras, en al zijn heerlijkheid is als een bloesem van het gras; het gras verdort, en de bloem valt af, maar wat Jehovah zegt, blijft in eeuwigheid’. Welnu, dit is het ’gezegde’, dit wat u als goed nieuws is bekendgemaakt.” — 1 Petrus 1:22-25.

17 Beschouw eens hoe Petrus’ woorden van toepassing waren op christenen die in de eerste eeuw G.T. leefden. Wanneer die discipelen van Jezus Christus de waarheid van het „goede nieuws” in zich opnamen, werden zij ertoe bewogen krachtsinspanningen in het werk te stellen om zich te reinigen en met slechte gewoonten te breken. Met behulp van Gods geest richtten zij zich gehoorzaam naar datgene wat de waarheid van hen verlangde. Dientengevolge begonnen zij werkelijke liefde ten toon te spreiden jegens degenen die aan hen verwant waren in het geloof (Johannes 13:34, 35). Deze wonderbare verandering in hun leven kwam echter niet zonder persoonlijke inspanningen tot stand. Slechts door zich gehoorzaam aan de invloed van de waarheid en van Gods geest te onderwerpen, konden zij ongehuichelde broederlijke liefde ten toon spreiden. Om die reden kon Petrus hen aansporen: ’Hebt elkaar intens lief vanuit het hart’ (1 Petrus 1:22). Het Griekse woord voor „intens” betekent letterlijk „uitgestrekt”. Deze tentoonspreiding van liefde dient derhalve niet wegens achterdocht, nijd of jaloezie eng of beperkt te zijn, maar dient uit een zuiver hart te komen. Het is geen formele tentoonspreiding van liefde zonder oprechte hartelijkheid, maar een liefde die zich door sterke gevoelens en genegenheid onderscheidt. Daar de God der liefde, Jehovah, deze christelijke discipelen tot zijn zonen had gemaakt door hun een nieuwe geboorte te geven, was het alleen maar juist dat zij zich er naarstig op toelegden hun zoonschap te bewijzen door intense liefde jegens hun medegelovigen ten toon te spreiden. — 1 Johannes 3:10, 11.

18. (a) Waarom zijn de veranderingen ten gevolge van het zich richten naar Gods Woord, niet oppervlakkig of van korte duur? (b) Hoe is datgene wat door het „woord” en Gods geest tot stand wordt gebracht, anders dan de ervaring van zondige mensen?

18 Ook in deze tijd zijn de veranderingen die de discipelen van Jezus Christus aanbrengen doordat zij zich met het „woord van de levende en blijvende God” voeden en zich daarnaar richten, niet oppervlakkig of van korte duur. Dit „woord” is onvergankelijk. Derhalve worden allen die onder de invloed van de waarheid van het „goede nieuws” blijven, voortdurend ten goede beïnvloed. Terwijl zondige mensen als het gras hun schone uiterlijk verliezen en sterven, zijn de door het blijvende „woord” en de geest van God bewerkte veranderingen bestendig.

19. Hoe dienen wij over onze geestelijke behoeften te denken?

19 Mogen wij daarom nooit onze geestelijke behoeften veronachtzamen, maar ijverig onze geest en ons hart met de waarheid vullen. Door onze goede geestelijke eetlust kunnen wij geestelijk gezond en sterk worden. Mogen wij ons vervolgens, terwijl wij ons nederig aan de invloed van het „goede nieuws” en Gods heilige geest onderwerpen, getrouwe discipelen van Jezus Christus betonen en anderen helpen tot een nauwkeurige kennis van de Schrift te komen. Wanneer wij ons op deze wijze met het blijvende „woord” voeden, zal dit ons helpen tot redding te groeien en ons een eeuwige toekomst verzekeren.

[Studievragen]