Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Bijbelboek nummer 63 — 2 Johannes

Bijbelboek nummer 63 — 2 Johannes

Bijbelboek nummer 63 — 2 Johannes

Schrijver: De apostel Johannes

Waar geschreven: In of bij Efeze

Geschrift voltooid: ca. 98 G.T.

1. Aan wie kan Twee Johannes geschreven zijn?

JOHANNES’ tweede brief is kort — hij zou op één enkel vel papyrus geschreven kunnen zijn — maar hij is rijk aan betekenis. Hij is gericht „aan de uitverkoren edele vrouw en aan haar kinderen”. Aangezien „Kyria” (Grieks voor „edele vrouw”) in die tijd als eigennaam bestond, zijn sommige bijbelgeleerden van mening dat de brief was gericht aan een afzonderlijke persoon die zo heette. Anderen denken daarentegen dat Johannes aan een christelijke gemeente schreef, die hij „de uitverkoren edele vrouw” noemde. Dit kan gedaan zijn om vervolgers op een dwaalspoor te brengen. In dat geval zouden de in het laatste vers vermelde groeten van „de kinderen van uw zuster”, afkomstig zijn van de leden van een andere gemeente. Het was dus niet de bedoeling dat de tweede brief net zo’n algemene verbreiding zou hebben als de eerste, want hij werd kennelijk hetzij aan een afzonderlijke persoon of aan een specifieke gemeente geschreven. — Vs. 1.

2. (a) Waaruit blijkt dat de apostel Johannes de schrijver van Twee Johannes was? (b) Wat doet vermoeden dat de brief omstreeks 98 G.T. in of bij Efeze werd geschreven, en waardoor wordt de authenticiteit ervan gestaafd?

2 Er is geen reden om eraan te twijfelen dat Johannes deze brief heeft geschreven. De schrijver noemt zichzelf „de oudere man”. Deze aanduiding past beslist bij Johannes, niet alleen wegens zijn gevorderde leeftijd, maar ook omdat hij als een van de „pilaren” (Gal. 2:9) en de laatste nog in leven zijnde apostel werkelijk een „oudere man” in de christelijke gemeente was. Hij was heel bekend, en er zou voor zijn lezers geen verdere identificatie nodig zijn. Dat hij de schrijver is, blijkt ook uit de overeenkomst in stijl met die van de eerste brief en Johannes’ evangelie. Evenals de eerste brief schijnt de tweede brief omstreeks 98 G.T. in of nabij Efeze geschreven te zijn. Over Twee en Drie Johannes merkt M’Clintock en Strongs Cyclopedia op: „Op grond van hun algemene overeenkomst kunnen wij aannemen dat de twee brieven kort na de 1ste Brief vanuit Efeze werden geschreven. Ze passen beide op afzonderlijke gevallen van bepaald gedrag de beginselen toe die in de 1ste Brief volledig vastgelegd waren.” * De authenticiteit van de brief wordt gestaafd doordat hij wordt geciteerd door Irenaeus, uit de tweede eeuw, en werd aanvaard door Clemens van Alexandrië, uit dezelfde periode. * Johannes’ brieven zijn bovendien opgenomen in de Canon van Muratori.

3. Waarom schreef Johannes de brief?

3 De reden voor deze brief is, net als in het geval van Eén Johannes, de aanval op het christelijke geloof door valse leraren. Johannes wil zijn lezers waarschuwen voor zulke personen, zodat zij hen kunnen herkennen en mijden, terwijl zij in wederzijdse liefde verenigd in de waarheid blijven wandelen.

DE INHOUD VAN TWEE JOHANNES

4. Waarom vooral vermaant Johannes elkaar lief te hebben, en hoe moeten degenen die vooruitdringen en niet in de leer van Christus blijven, behandeld worden?

4 Hebt elkaar lief; verwerpt afvalligen (vs. 1-13). Nadat Johannes zijn liefde in de waarheid voor ’de uitverkoren edele vrouw en haar kinderen’ tot uitdrukking heeft gebracht, schrijft hij dat hij zich verheugt omdat hij onder hen enigen heeft aangetroffen die in de waarheid wandelen, zoals de Vader geboden heeft. Hij doet hun het verzoek hun liefde jegens elkaar te tonen door volgens Gods geboden te blijven wandelen. Want er zijn bedriegers en antichristen tot de wereld uitgegaan, die de komst van Jezus Christus in het vlees niet belijden. Hij die vooruitdringt en niet blijft in de leer van Christus, heeft God niet, maar hij die in deze leer blijft, „heeft zowel de Vader als de Zoon”. Een ieder die deze leer niet brengt, mag niet in hun huis ontvangen worden, en hij mag zelfs niet gegroet worden. Johannes heeft hun vele dingen te schrijven, maar in plaats daarvan hoopt hij te komen en van aangezicht tot aangezicht met hen te spreken, opdat zij „in volledige mate” vreugde mogen hebben. — Vs. 9, 12.

WAAROM NUTTIG

5. (a) Welke situatie, die zich ook thans voordoet, rees er in de tijd van Johannes? (b) Hoe kunnen wij in deze tijd net als Johannes waardering voor de eenheid van de gemeente tonen?

5 Het schijnt dat er in Johannes’ tijd net als thans sommigen waren die er niet tevreden mee waren bij de duidelijke, eenvoudige leringen van Christus te blijven. Zij wilden meer, iets wat hun ego zou strelen, iets wat hen zou verheffen en hen in een klasse met wereldse filosofen zou brengen, en zij waren bereid de christelijke gemeente te verontreinigen en er tweedracht in te zaaien teneinde hun zelfzuchtige doeleinden te verwezenlijken. Johannes hechtte grote waarde aan de eensgezindheid van de gemeente, die stoelt op liefde en op de juiste leer in eendracht met de Vader en de Zoon. Wij dienen in deze tijd evenveel waarde te hechten aan de eenheid van de gemeente en zelfs te weigeren met personen om te gaan die afvallig worden door een andere leer aan te hangen die niet strookt met datgene wat door middel van de geïnspireerde Schrift ontvangen is, en hen zelfs niet te groeten. Door te blijven wandelen volgens Gods geboden en in de volledige mate van vreugde die in ware christelijke omgang te vinden is, kunnen wij ervan verzekerd zijn dat er „onverdiende goedheid met ons [zal] zijn, barmhartigheid en vrede van God, de Vader, en van Jezus Christus, de Zoon van de Vader, met waarheid en liefde” (vs. 3). Johannes’ tweede brief onderstreept beslist hoe gezegend een dergelijke christelijke eenheid is.

[Voetnoten]

^ ¶2 Herdruk 1981, Deel IV, blz. 955.

^ ¶2 New Bible Dictionary, tweede druk, 1986, onder redactie van J. D. Douglas, blz. 605.

[Studievragen]