Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Bijbelboek nummer 8 — Ruth

Bijbelboek nummer 8 — Ruth

Bijbelboek nummer 8 — Ruth

Schrijver: Samuël

Waar geschreven: Israël

Geschrift voltooid: ca. 1090 v.G.T.

Beschreven periode: 11 jaar van bestuur door rechters

1. (a) Waarom is het boek Ruth meer dan louter een liefdesverhaal? (b) Welke speciale vermelding krijgt Ruth in de bijbel?

HET boek Ruth is een verrukkelijke geschiedenis die zich ontwikkelt tot het prachtige liefdesverhaal van Boaz en Ruth. Het is echter niet louter een liefdesidylle. Het beoogt niet de lezer aangenaam bezig te houden. Het boek beklemtoont Jehovah’s voornemen een Koninkrijkserfgenaam voort te brengen, en het verheerlijkt Zijn liefderijke goedheid (Ruth 1:8; 2:20; 3:10). Hoe veelomvattend Jehovah’s liefde is, blijkt uit het feit dat hij een Moabitische, een voormalige aanbidster van de heidense god Kamos die tot de ware religie was overgegaan, uitkoos om een voorouder van Jezus Christus te worden. Ruth is een van de vier vrouwen die in het geslachtsregister van Abraham tot Jezus met name worden genoemd (Matth. 1:3, 5, 16). Ruth is naast Esther een van de twee vrouwen naar wie een bijbelboek genoemd is.

2. Wanneer vonden de gebeurtenissen uit het boek Ruth plaats, wanneer werd het boek geschreven, en door wie?

2 „Nu gebeurde het in de dagen waarin de rechters rechtspraken . . .” Met deze inleidende woorden begint het aangrijpende verhaal in het boek Ruth. Uit deze woorden blijkt dat het boek zelf later, in de tijd van de koningen van Israël, geschreven werd. De in het boek verhaalde gebeurtenissen strekken zich echter uit over een periode van ongeveer 11 jaar gedurende de tijd van de rechters. Hoewel de naam van de schrijver niet wordt vermeld, was het hoogstwaarschijnlijk Samuël, die ook Rechters geschreven schijnt te hebben en die de belangrijkste getrouwe persoon in het begin van de periode der koningen was. Daar uit de slotverzen blijkt dat David reeds bekendheid begon te genieten, zou het boek omstreeks 1090 v.G.T. geschreven kunnen zijn. Samuël, die goed op de hoogte was van Jehovah’s belofte inzake „een leeuw” uit de stam Juda en die door Jehovah was gebruikt om David uit die stam tot koning in Israël te zalven, zou er levendig belang in stellen de geslachtslijn tot op David op te tekenen. — Gen. 49:9, 10; 1 Sam. 16:1, 13; Ruth 1:1, 4; 4:13, 18-22.

3. Door welke feiten wordt de canoniciteit van Ruth bevestigd?

3 De canoniciteit van het boek Ruth is nooit betwist. Voldoende bevestiging hiervoor werd gegeven toen Jehovah Mattheüs ertoe inspireerde Ruth in het geslachtsregister van Jezus in Mattheüs 1:5 op te nemen. Het boek Ruth is door de joden altijd als een deel van de Hebreeuwse canon erkend. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er in de sinds 1947 ontdekte Dode-Zeerollen fragmenten van het boek Ruth tussen de andere canonieke boeken zijn gevonden. Bovendien is het boek Ruth volledig in harmonie met Jehovah’s Koninkrijksvoornemens alsook met de vereisten die in de wet van Mozes stonden. Hoewel het de Israëlieten verboden was huwelijken met afgodenaanbiddende Kanaänieten en Moabieten aan te gaan, sloot dat evenwel niet buitenlanders zoals Ruth uit die Jehovah’s aanbidding aanvaardden. In het boek Ruth wordt de wet inzake het lossingsrecht en het zwagerhuwelijk tot in de kleinste bijzonderheden in acht genomen. — Deut. 7:1-4; 23:3, 4; 25:5-10.

DE INHOUD VAN RUTH

4. Voor welke beslissing staat Ruth, en wat toont haar keus aan met betrekking tot haar vorm van aanbidding?

4 Ruths besluit bij Naomi te blijven (1:1-22). Het verhaal begint tijdens een periode van hongersnood in Israël. Een man uit Bethlehem, Elimelech, trekt met zijn vrouw, Naomi, en twee zonen, Machlon en Chiljon, de Jordaan over om zich voor enige tijd in het land Moab te vestigen. Daar trouwen de zonen met Moabitische vrouwen, Orpa en Ruth. Tragische gebeurtenissen verbreken de gezinskring: eerst sterft de vader en later sterven zijn twee zonen. Er blijven drie kinderloze weduwen achter, zonder nageslacht voor Elimelech. Als Naomi hoort dat Jehovah zijn aandacht weer op Israël heeft gericht door zijn volk brood te geven, besluit zij naar haar geboorteland Juda terug te reizen. De schoondochters gaan met haar op weg. Naomi dringt er bij hen op aan naar Moab terug te keren en smeekt Jehovah om liefderijke goedheid jegens hen te betrachten door hun een echtgenoot uit hun eigen volk te geven. Ten slotte ’keert Orpa naar haar volk en haar goden terug’, maar Ruth, die zich oprecht heeft bekeerd tot de aanbidding van Jehovah en die niet meer loslaat, blijft bij Naomi. Haar besluit komt prachtig tot uitdrukking in de woorden: „Waarheen gij gaat, zal ik gaan, en waar gij de nacht doorbrengt, zal ik de nacht doorbrengen. Uw volk zal mijn volk zijn, en uw God mijn God. Waar gij sterft, zal ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Moge Jehovah zo met mij doen en daaraan toevoegen indien iets anders dan de dood scheiding zou maken tussen mij en u” (1:15-17). De kinderloze weduwe Naomi, wier naam „Mijn aangenaamheid” betekent, stelt echter voor dat men haar in plaats van Naomi Mara noemt, wat „Bitter” betekent.

5. Welke voortreffelijke hoedanigheden spreidt Ruth tentoon, en hoe moedigt Boaz haar aan?

5 Ruth leest aren op het veld van Boaz (2:1-23). Na aankomst in Bethlehem krijgt Ruth van Naomi toestemming om tijdens de gerstoogst aren te lezen. Boaz, de eigenaar van het veld, een bejaarde jood en een naaste bloedverwant van haar schoonvader, Elimelech, merkt haar op. Hoewel Gods wet Ruth het recht verleent aren te lezen, geeft zij van zachtmoedigheid blijk door toestemming te vragen om op het veld te werken (Lev. 19:9, 10). Dit wordt haar gaarne vergund, en Boaz zegt haar dat zij slechts op zijn veld bij zijn jonge vrouwen aren moet lezen. Na verteld te hebben dat hij van haar loyale gedrag tegenover Naomi heeft gehoord, moedigt hij haar aan met de woorden: „Moge Jehovah uw handelwijze belonen, en moogt gij een volmaakt loon krijgen van Jehovah, de God van Israël, onder wiens vleugels gij toevlucht zijt komen zoeken” (Ruth 2:12). Die avond deelt Ruth de opbrengst van haar arbeid edelmoedig met Naomi en legt uit dat haar succes bij het arenlezen te danken is aan de welwillendheid van Boaz. Naomi ziet hierin de hand van Jehovah en zegt: „Gezegend zij hij door Jehovah, die zijn liefderijke goedheid jegens de levenden en de doden niet achterwege heeft gelaten. . . . De man is aan ons verwant. Hij is een van onze lossers” (2:20). Ja, Boaz is een naaste bloedverwant, die in naam van de gestorven Elimelech rechtmatig nakomelingen voor Naomi kan verwekken. Ruth blijft op de velden van Boaz aren lezen totdat de gerstoogst en de tarweoogst ten einde zijn.

6. Hoe verzoekt Ruth om een huwelijk krachtens het lossingsrecht, en hoe reageert Boaz hierop?

6 Boaz, als losser, huwt Ruth (3:1–4:22). Omdat Naomi zelf te oud is geworden om nog nakomelingen ter wereld te brengen, instrueert zij Ruth nu in haar plaats te treden voor een huwelijk krachtens het lossingsrecht. In een zo belangrijk jaargetijde was het de gewoonte dat de landeigenaar persoonlijk toezicht uitoefende op het wannen van het graan, wat ’s avonds gedaan werd teneinde profijt te trekken van het briesje dat er na een warme dag waaide. Boaz sliep gewoonlijk op de dorsvloer, en daar vindt Ruth hem. Zij gaat stilletjes naar hem toe, ontbloot zijn voeten en legt zich neer. Wanneer hij te middernacht wakker wordt, maakt zij zich bekend en conform de gebruikelijke manier waarop vrouwen te werk gingen wanneer zij aanspraak maakten op hun recht op het zwagerhuwelijk, vraagt zij hem de slip van zijn kleed over haar uit te spreiden. * Boaz verklaart: „Gezegend moogt gij zijn door Jehovah, mijn dochter”, en prijst haar omdat zij niet uit hartstocht of hebzucht de jonge mannen achternagelopen is. Ruth is beslist niet iemand die een oneerbaar voorstel zou doen, maar geniet veeleer de reputatie „een voortreffelijke vrouw” te zijn (3:10, 11). Zoals hij haar nu echter vertelt, is er nog een andere losser, die nader verwant is dan hijzelf; de volgende ochtend zal hij overleg met hem plegen. Ruth blijft tot de vroege ochtend aan zijn voeten liggen. Dan geeft hij haar een hoeveelheid graan ten geschenke en keert zij naar Naomi terug, die in gespannen verwachting naar de uitslag informeert.

7. Welke onderhandelingen voert Boaz om het huwelijk tot stand te brengen, en welke zegen spruit eruit voort?

7 Boaz gaat al vroeg naar de stadspoort om de losser te zoeken. Hij neemt tien oudere mannen van de stad mee als getuigen en stelt deze naaste bloedverwant als eerste in de gelegenheid alles te kopen wat Elimelech had toebehoord. Zal hij dit doen? Als het schijnt dat hij zijn rijkdom kan vermeerderen, stemt hij onmiddellijk toe. Maar als hij verneemt dat hieraan de voorwaarde van een zwagerhuwelijk met Ruth verbonden is, vreest hij voor zijn eigen erfdeel en trekt vervolgens ter wettelijke bevestiging van zijn weigering zijn sandaal uit. In het bijbelse verslag blijft hij naamloos en wordt hij alleen oneervol vermeld als „Zo-en-zo”. Ten overstaan van dezelfde getuigen koopt Boaz Ruth dan als zijn vrouw. Doet hij dit om zelfzuchtige redenen? Nee; hij doet het opdat ’de naam van de gestorven man niet wordt afgesneden’ (4:1, 10). Alle toeschouwers smeken Jehovah’s zegen over deze liefdevolle regeling af, en deze zegen blijkt inderdaad wonderbaarlijk te zijn! Ruth baart Boaz op zijn oude dag een zoon, en Naomi wordt de verzorgster van het kind. Hij wordt als ’een zoon van Naomi’ aangeduid en Obed genoemd. — 4:17.

8. Waaruit blijkt nog meer dat het Zaad der belofte door Jehovah’s voorziening werd voortgebracht?

8 De slotverzen van het boek Ruth vermelden de geslachtslijn van Perez, via Boaz, tot aan David. Enkele critici hebben beweerd dat niet alle geslachten worden vermeld, daar de tijdruimte te groot is voor zo weinig personen. Is dit zo? Of waren zij allen met een lange levensduur en met een zoon op hoge leeftijd gezegend? De laatste conclusie zou de juiste kunnen zijn, waardoor wordt beklemtoond dat het beloofde Zaad door Jehovah’s voorziening en onverdiende goedheid werd voortgebracht en niet door het natuurlijke vermogen van de mens. Bij andere gelegenheden heeft Jehovah zijn macht op soortgelijke wijze aangewend, zoals bij de geboorte van Isaäk, Samuël en Johannes de Doper. — Gen. 21:1-5; 1 Sam. 1:1-20; Luk. 1:5-24, 57-66.

WAAROM NUTTIG

9. In welke opzichten zijn de hoofdpersonen in het drama van Ruth voortreffelijke voorbeelden voor ons in deze tijd?

9 Dit verrukkelijke verslag is beslist nuttig, want het helpt mensen die rechtvaardigheid liefhebben een krachtig geloof op te bouwen. Alle hoofdpersonen in dit opwindende drama toonden een bijzonder groot geloof in Jehovah, en „door hun geloof [werd er] getuigenis ten aanzien van hen . . . afgelegd” (Hebr. 11:39). Zij werden voortreffelijke voorbeelden voor ons in deze tijd. Naomi legde een sterk vertrouwen in Jehovah’s liefderijke goedheid aan de dag (Ruth 1:8; 2:20). Ruth verliet bereidwillig haar geboorteland om de aanbidding van Jehovah te beoefenen; zij betoonde zich niet alleen loyaal en onderdanig, maar ook een gewillige werkster. Boaz’ grote waardering voor Jehovah’s wet en zijn nederige instemming om Jehovah’s wil te doen, alsook zijn liefde voor de trouwe Naomi en de ijverige Ruth, brachten hem ertoe zijn voorrecht aan te grijpen om een huwelijk krachtens het lossingsrecht aan te gaan.

10. Waarom dient het verslag in Ruth ons vertrouwen in de Koninkrijksbeloften te versterken?

10 Jehovah’s voorziening van het huwelijk, en in dit geval het huwelijk krachtens het lossingsrecht, werd tot zijn eer gebruikt. Jehovah arrangeerde het huwelijk van Boaz en Ruth en hij zegende het overeenkomstig zijn liefderijke goedheid; hij gebruikte het als een middel om de koninklijke geslachtslijn van Juda die tot David en uiteindelijk tot de Grotere David, Jezus Christus, moest leiden, ononderbroken in stand te houden. Jehovah’s waakzame zorg bij het voortbrengen van de Koninkrijkserfgenaam overeenkomstig zijn wettelijke voorziening dient ons vertrouwen te versterken en ons vol geloof te doen uitzien naar de vervulling van alle Koninkrijksbeloften. Ze dient ons ertoe aan te sporen druk bezig te zijn in het hedendaagse oogstwerk, vertrouwend op een volmaakt loon van Jehovah, de God van het geestelijke Israël, onder wiens ’vleugels wij toevlucht zijn komen zoeken’ en wiens Koninkrijksvoornemens op zo’n schitterende wijze hun volledige vervulling naderen (2:12). Ook het boek Ruth is een onontbeerlijke schakel in het verslag dat tot dat koninkrijk voert!

[Voetnoten]

^ ¶6 Hulp tot begrip van de bijbel, blz. 1317.

[Studievragen]