Goede werken doen op de sabbat
Hoofdstuk 29
Goede werken doen op de sabbat
HET is voorjaar 31 G.T. Er zijn een paar maanden verstreken sinds Jezus, toen hij onderweg was van Judéa naar Galiléa, met de vrouw bij de bron in Samaria heeft gesproken.
Nu gaat Jezus, nadat hij op uitgebreide schaal in heel Galiléa onderwijs heeft gegeven, weer naar Judéa, waar hij in de synagogen predikt. In vergelijking met de aandacht die de bijbel aan Jezus’ bediening in Galiléa schenkt, zegt het verslag weinig over Jezus’ activiteit in Judéa tijdens dit bezoek en in de maanden die hij hier na het voorgaande Pascha heeft doorgebracht. Zijn bediening in Judéa vond kennelijk niet zo’n weerklank als in Galiléa.
Al gauw is Jezus op weg naar Jeruzalem, de hoofdstad van Judéa, om daar het Pascha van 31 G.T. te vieren. In Jeruzalem bevindt zich in de buurt van de Schaapspoort het waterbekken dat Bethzatha wordt genoemd, waar veel zieken, blinden en kreupelen komen. Zij geloven dat mensen genezen kunnen worden door in het water van het bekken af te dalen wanneer het in beroering komt.
Het is sabbat, en Jezus ziet bij het waterbekken een man die al 38 jaar ziek is. Omdat hij weet dat de man al zo lang ziek is, vraagt Jezus: „Wilt gij gezond worden?”
Hij geeft Jezus ten antwoord: „Heer, ik heb niemand die mij, wanneer het water in beroering komt, in het bekken brengt, maar terwijl ik eraan kom, daalt een ander vóór mij erin af.”
Jezus zegt tot hem: „Sta op, neem uw draagbed op en loop.” En onmiddellijk wordt de man gezond, neemt zijn draagbed op en gaat lopen!
Maar als de joden de man zien, zeggen zij: „Het is sabbat, en het is u niet geoorloofd het draagbed te dragen.”
De man antwoordt hun: „Degene die mij gezond heeft gemaakt, die heeft tot mij gezegd: ’Neem uw draagbed op en loop.’”
„Wie is de mens die tot u heeft gezegd: ’Neem het op en loop’?”, vragen zij. Daar Jezus zich wegens de schare verwijderd had, wist degene die gezond gemaakt was niet wie het was. Later ontmoeten Jezus en de man elkaar echter in de tempel, en de man komt te weten wie hem heeft genezen.
De genezen man zoekt dus de joden op om hun te zeggen dat Jezus degene is die hem gezond heeft gemaakt. Als de joden dit horen, gaan zij naar Jezus toe. Om welke reden? Om te weten te komen hoe het komt dat hij deze wonderbare dingen kan doen? Nee. Maar om aanmerkingen op hem te maken, omdat hij deze goede dingen op de sabbat doet. En zij gaan hem zelfs vervolgen! Lukas 4:44; Johannes 5:1-16.
▪ Ongeveer hoe lang geleden was Jezus voor het laatst in Judéa?
▪ Waarom is het waterbekken dat Bethzatha wordt genoemd zo populair?
▪ Welk wonder verricht Jezus bij het waterbekken, en hoe reageren de joden hierop?