Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Van Jezus’ verzoekingen leren

Van Jezus’ verzoekingen leren

Hoofdstuk 13

Van Jezus’ verzoekingen leren

DIRECT na zijn doop wordt Jezus door Gods geest naar de wildernis van Judéa geleid. Hij heeft heel wat om over na te denken, want bij zijn doop ’werden de hemelen geopend’, zodat hij hemelse dingen kon onderscheiden. Ja, hij heeft heel veel om over te mediteren!

Jezus brengt veertig dagen en veertig nachten in de wildernis door, en gedurende die tijd eet hij niets. Als Jezus ten slotte erge honger heeft, komt de Duivel naar hem toe om hem te verzoeken en zegt: „Indien gij een zoon van God zijt, zeg dan tot deze stenen dat ze broden worden.” Maar Jezus weet dat het verkeerd is zijn vermogen om wonderen te verrichten voor het bevredigen van zijn persoonlijke verlangens aan te wenden. Hij wijst de verzoeking dus af.

De Duivel geeft het echter niet op. Hij probeert het op een andere manier. Hij daagt Jezus uit om van de tempelmuur af te springen, opdat Gods engelen hem zullen redden. Maar Jezus laat zich niet tot zo’n opzienbarende vertoning verleiden. Hij citeert de Schrift en laat zien dat het verkeerd is om God aldus op de proef te stellen.

In een derde poging om Jezus te verzoeken, laat de Duivel hem op bovennatuurlijke wijze alle koninkrijken der wereld zien en zegt: „Al deze dingen zal ik u geven indien gij neervalt en een daad van aanbidding jegens mij verricht.” Maar weer weigert Jezus toe te geven aan de verleiding om kwaad te doen en verkiest hij getrouw te blijven aan God.

Wij kunnen iets leren van deze verzoekingen van Jezus. Ze laten bijvoorbeeld zien dat de Duivel niet louter het kwaad in de mens is, zoals sommigen beweren, maar dat hij een werkelijk bestaande onzichtbare persoon is. De verzoeking van Jezus laat ook zien dat alle regeringen van de wereld de Duivel toebehoren. Want hoe had het aanbod van de Duivel een echte verzoeking voor Christus kunnen zijn als die regeringen niet echt van hem waren?

En denk hier eens aan: De Duivel zei dat hij bereid was Jezus voor één daad van aanbidding te belonen, ja, hij wilde hem zelfs alle koninkrijken der wereld geven. Het kan heel goed zijn dat de Duivel zal proberen ons op soortgelijke wijze te verzoeken, misschien door ons verleidelijke kansen voor te houden om wereldse rijkdom, macht of een bepaalde positie te verkrijgen. Maar wat zou het verstandig van ons zijn Jezus’ voorbeeld na te volgen en God trouw te blijven, wat ook de verzoeking moge zijn! Matthéüs 3:16; 4:1-11; Markus 1:12, 13; Lukas 4:1-13.

▪ Over welke dingen denkt Jezus kennelijk na gedurende de veertig dagen die hij in de wildernis doorbrengt?

▪ Hoe probeert de Duivel Jezus te verzoeken?

▪ Wat kunnen wij van Jezus’ verzoekingen leren?