Hoofdstuk 24

Waarom Jezus naar de aarde kwam

JEZUS heeft met zijn vier discipelen een drukke dag in Kapernaüm gehad, ja, zelfs ’s avonds nog hebben de inwoners van Kapernaüm al hun zieken bij hem gebracht om door hem genezen te worden. Hij heeft geen tijd gehad om zich terug te trekken.

Het is nu vroeg in de morgen van de volgende dag. Terwijl het nog donker is, staat Jezus op en gaat alleen naar buiten. Hij begeeft zich naar een eenzame plaats, waar hij in afzondering tot zijn Vader kan bidden. Maar Jezus blijft niet lang alleen, want als Petrus en anderen merken dat hij weg is, gaan zij op zoek naar hem.

Als zij Jezus vinden, zegt Petrus: „Allen zoeken u.” De mensen van Kapernaüm willen dat Jezus bij hen blijft. Zij waarderen werkelijk wat hij voor hen heeft gedaan! Maar was Jezus in de eerste plaats naar de aarde gekomen om zulke wonderbare genezingen te verrichten? Wat zegt hij hier zelf over?

Volgens één bijbelverslag antwoordt Jezus zijn discipelen: „Laten wij ergens anders heen gaan, naar de naburige dorpen, opdat ik ook daar kan prediken, want met dat doel ben ik uitgegaan.” Hoewel de mensen er bij Jezus op aandringen te blijven, zegt hij tot hen: „Ik moet ook aan andere steden het goede nieuws van het koninkrijk Gods bekendmaken, want hiertoe werd ik uitgezonden.”

Ja, Jezus was voornamelijk naar de aarde gekomen om te prediken over Gods koninkrijk, dat de naam van zijn Vader zal rechtvaardigen en alle menselijke kwalen voorgoed zal uitbannen. Maar om te bewijzen dat hij door God gezonden is, verricht Jezus wonderbare genezingen. Zo had ook Mozes eeuwen voordien wonderen verricht om te tonen dat hij Gods dienstknecht was.

Als Jezus nu uit Kapernaüm vertrekt om in andere steden te prediken, gaan zijn vier discipelen met hem mee. Deze vier zijn Petrus en diens broer Andréas, en Johannes en diens broer Jakobus. U herinnert u nog wel dat zij net de week daarvoor uitgenodigd waren om Jezus’ eerste reizende medewerkers te zijn.

Jezus’ predikingstocht door Galiléa in gezelschap van zijn vier discipelen is een geweldig succes! Ja, het bericht omtrent zijn activiteiten dringt zelfs tot in geheel Syrië door. Grote scharen uit Galiléa, Judéa en van de overkant van de Jordaan volgen Jezus en zijn discipelen. Markus 1:35-39; Lukas 4:42, 43; Matthéüs 4:23-25; Exodus 4:1-9, 30, 31.

▪ Wat gebeurt er op de morgen na Jezus’ drukke dag in Kapernaüm?

▪ Waarom werd Jezus naar de aarde gezonden, en wat is het doel van zijn wonderen?

▪ Wie vergezellen Jezus op zijn predikingstocht door Galiléa, en wat is de reactie op Jezus’ activiteiten?