Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De aanval door natiën onder Gog tot de nederlaag gedoemd

De aanval door natiën onder Gog tot de nederlaag gedoemd

Hoofdstuk 19

De aanval door natiën onder Gog tot de nederlaag gedoemd

1. Weet men tegenwoordig wie Gog van Magog is, maar waardoor wordt zijn identiteit ons duidelijk?

DE NATIËN van deze twintigste eeuw weten niet wie „Gog van het land Magog” is — nog niet. Ze verwachten niet onder zijn heerschappij gebracht te worden en naar hun vernietiging te worden gevoerd. Zelfs voor de natiën der christenheid, die de bijbel bezitten, is het lang onbekend geweest wie Gog precies is en ook waar zijn land Magog is. * Hetzelfde kan ook worden gezegd van de natuurlijke, besneden joden, die verwachten dat zij ergens in de onbepaalde toekomst door Gog aangevallen zullen worden. In het allerlaatste boek van de geïnspireerde christelijke Geschriften worden de namen Gog en Magog gebruikt en wordt een aanval onder duivelse, bovennatuurlijke invloed voorzegd — maar dat is iets wat nog duizend jaar in de toekomst ligt (Openb. 20:7, 8). Wie echter de Gog is waar wij in deze tijd ten zeerste mee te maken hebben, wordt volkomen duidelijk wanneer wij beschouwen wat de hele bijbel, van Genesis tot Openbaring (Apocalyps), te zeggen heeft over de rol die hij binnen ons geslacht zou spelen.

2. Door bemiddeling van wie stelt Jehovah deze Gog van Magog aan ons voor, en na welke terugkeer te hebben voorzegd?

2 Ten einde ons op onze hoede te doen zijn, stelt Jehovah deze thans levende Gog door bemiddeling van zijn profeet Ezechiël, tijdens diens ballingschap in het land Babylon, aan ons voor. Na te hebben voorzegd dat een getrouw overblijfsel van verbannen joden naar hun eigen land in het Midden-Oosten zou terugkeren, inspireerde Jehovah Ezechiël ertoe te schrijven over iets wat toen nog in de verre toekomst lag:

3. Hoe moest Ezechiël zich tot deze Gog richten, en hoe zou Jehovah hem uitleiden?

3 „En het woord van Jehovah bleef tot mij komen, zeggende: ’Mensenzoon, richt uw aangezicht tegen Gog van het land Magog, het opperhoofd van Mesech en Tubal, en profeteer tegen hem. En gij moet zeggen: „Dit heeft de Soevereine Heer Jehovah gezegd: ’Zie, ik ben tegen u, o Gog, . . . En ik zal u stellig omwenden en haken in uw kaken slaan en u met heel uw krijgsmacht uitvoeren, paarden en ruiters, allen gekleed met volmaakte smaak, een talrijke vergadering, met groot schild en beukelaar, allen het zwaard hanterend; Perzië, Ethiopië en Put met hen, allen met beukelaar en helm; Gomer en al zijn benden, het huis van Togarma, uit de meest afgelegen streken van het noorden, en al zijn benden, vele volken met u.’”’” — Ezech. 38:1-6.

4. Waarom wordt Babylon niet onder Gogs bondgenoten genoemd, en wanneer verloor Perzië de toonaangevende positie in de wereld, en ten gunste van wie?

4 Waarom wordt Babylon niet onder die bondgenoten van Gog van het land Magog genoemd? Omdat de aanval van Gog zich afspeelt nadat de joden zijn vrijgelaten om naar hun eigen land terug te keren ten einde Jehovah’s tempel in Jeruzalem te herbouwen, en deze vrijlating geschiedde na de val van Babylon voor koning Cyrus, de Pers, in 539 v.G.T. Babylon trad dus niet meer op als de derde wereldmacht in de bijbelse geschiedenis en was aan Perzië onderworpen. Wanneer Gog aanvalt, aanvaardt Perzië echter de leiding van deze Gog van Magog, waardoor het een ondergeschikte positie inneemt. De vraag is: Wanneer? Volgens de wereldlijke geschiedenis viel het Perzische Rijk in 331 v.G.T. voor de Macedonische veroveraar, Alexander de Grote, maar niet voor Gog.

5. Welke van de achtereenvolgende wereldmachten is gevallen voor Gog, en welke vraag rijst er betreffende de achtste wereldmacht?

5 Het Griekse Rijk op zijn beurt viel ten slotte in 30 v.G.T. voor het Romeinse Rijk, maar niet voor Gog. In meer recente tijd viel het Romeinse Rijk in 1763 G.T. voor de zevende wereldmacht, namelijk Engeland en Amerika, maar niet voor Gog. En in 1919 G.T. werd door het gemanoeuvreer van deze dualistische Anglo-Amerikaanse wereldmacht de achtste wereldmacht voortgebracht, namelijk de Volkenbond, welke Bond in 1945 G.T. door de Verenigde Naties werd opgevolgd. Deze organisatie heeft thans 132 leden, met inbegrip van Ethiopië en Iran (voorheen Perzië). Zullen de Verenigde Naties in de nabije toekomst onder Gogs leiding komen te staan? Zal ook de dualistische Anglo-Amerikaanse wereldmacht daaronder komen te staan?

6. Waarom was de onderwerping van Jeruzalem en Judéa door de Romeinse legers in het jaar 63 v.G.T. niet de voorzegde aanval door Gog van Magog?

6 In het jaar 63 v.G.T., op de gedenkdag van de verovering van Jeruzalem in 607 v.G.T. door Nebukadnezar, * vielen de Romeinse soldaten onder generaal Pompejus het Jeruzalem van de herstelde joden binnen. De stad werd schatplichtig aan Rome. In het jaar 66 G.T. kwamen de joden in opstand tegen het keizerrijk Rome, de zesde wereldmacht in de bijbelse geschiedenis. Toen de Romeinse legers in het jaar 70 G.T. al vechtende door de provincie Judéa naar het zuiden optrokken en Jeruzalem aanvielen, was dit geen aanval op de herstelde joden door Gog van Magog. Waarom niet? Omdat de aanval niet op een nederlaag uitliep, maar de Romeinen onder generaal Titus Jeruzalem veroverden en verwoestten en de in leven gebleven joden in slavernij wegvoerden. Drie jaar later voltooiden de Romeinen hun verovering van de provincie Judéa door haar laatste vesting in de zuidoostelijke hoek van de provincie, namelijk de vesting Masada, die halverwege de westelijke oever van de Dode Zee lag, in te nemen. — Matth. 24:15-22; Mark. 13:14-20.

7. Welke tijdsperiode duurde volgens Jezus’ voorzegging na de verwoesting van Jeruzalem in 70 G.T. voort, maar waartoe hebben de problemen geleid die voortsproten uit de verovering van Jeruzalem door de Israëli’s in 1967?

7 Wat zou er nu komen, aangezien er nog geen Gog van Magog in het beeld was verschenen? Wat Jezus Christus voorzei. Hij voorzei de verwoesting van Jeruzalem die in 70 G.T. plaats vond en zei dat Jeruzalem daarna door de heidense natiën vertreden zou blijven worden totdat de „tijden der heidenen” of „de bestemde tijden der natiën” vervuld zouden zijn (Luk. 21:20-24). Aangezien die tijden der heidenen, die met de verwoesting en ontvolking van Jeruzalem door de Babyloniërs in 607 v.G.T. begonnen, 2520 jaar zouden duren, werden ze omstreeks 4/5 oktober van het jaar 1914 G.T. vervuld. Maar slechts vierendertig jaar later, in 1948 G.T., werd de Republiek Israël opgericht, en op 11 mei 1949 sloot ze zich bij de Verenigde Naties aan. Pas in 1967, door de zesdaagse oorlog van 5-10 juni, namen de Israëli’s heel Jeruzalem in bezit, te zamen met het hele gebied dat aan de westelijke oever van de Jordaan ligt. Door de problemen die daaruit voortsproten, raakten de twee politieke reuzen, communistisch Rusland ten noorden van Israël en het democratische Amerika ten westen ervan, verdeeld.

8. Wanneer werd de gemeente van het geestelijke Israël opgericht, en zal de aanval door Gog van Magog derhalve tegen het natuurlijke of het geestelijke Israël worden gericht?

8 Op de pinksterdag (6 Sivan) van het jaar 33 G.T. werd het vredige „Israël Gods”, het geestelijke Israël, opgericht, dat werd vertegenwoordigd door de christelijke gemeente met haar twaalf apostelen van Jezus Christus (Gal. 6:16; Hand. 2:1-43). Tot op deze dag hebben de natuurlijke besneden joden, zowel binnen als buiten de Republiek Israël, niets met het christelijke „Israël Gods”, het geestelijke Israël, te maken. De joden zijn dus niet voor het oog van heel de wereld naar voren getreden als de christelijke getuigen van Jehovah, in treffende tegenstelling tot het hedendaagse gezalfde overblijfsel van het geestelijke Israël. In verband met welk „Israël” zal de Soevereine Heer van het universum alle natiën er dan toe dwingen te „weten dat ik Jehovah ben”? Ten aanzien van welk „Israël” zal Jehovah’s bij monde van Ezechiël geuite profetie betreffende de aanval door Gog van Magog worden vervuld? Ten aanzien van het herstelde overblijfsel van het geestelijke „Israël Gods”.

DE HEDENDAAGSE GOG GEÏDENTIFICEERD

9. Wie is deze Gog van Magog dan, en waarom?

9 Jehovah voert Gog van Magog als het ware met haken in zijn kaken tegen het overblijfsel van het geestelijke Israël. Hieruit blijkt dat Jehovah Gog van Magog gevangen heeft genomen en hem naar welgevallen meevoert. Aangezien het gezalfde overblijfsel van de geestelijke Israëlieten over heel de aarde verspreid is, zou deze Gog niet een specifieke natie noch het opperhoofd van een dergelijke natie kunnen zijn. Dit „opperhoofd”, zoals Gog wordt genoemd, is degene die heerschappij uitoefent over alle natiën van deze wereld, of ze nu lid zijn van de Verenigde Naties of niet. Jezus Christus noemde hem „de heerser van deze wereld” (Joh. 12:31; 14:30; 16:11). En in Openbaring 12:9 identificeert hij hem verder als „de grote draak”, „de oorspronkelijke slang, die Duivel en Satan wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt”. Toen Jezus Christus op aarde was, maakte de Duivel als Verleider in zijn tegenwoordigheid aanspraak op „alle koninkrijken der bewoonde aarde”, en Jezus loochende dit niet. — Luk. 4:5-7.

10, 11. Wanneer slaat Jehovah symbolische „haken” in Gogs kaken om hem mee te voeren, en wat zei de luide stem in de hemel nadat de oorlog in de hemel was geëindigd?

10 Wanneer slaat Jehovah symbolische „haken” in de kaken van deze hedendaagse Gog, ten einde hem als gevangene naar zijn eigen vernietiging te voeren? Na het einde van de tijden der heidenen in 1914 G.T. en nadat Satan de Duivel en zijn demonenengelen uit de hemel en naar onze aarde zijn geworpen. De geboorte van Gods Messiaanse koninkrijk vond in de hemel plaats aan het einde van de tijden der heidenen in 1914, zoals in Openbaring 12:1-5 wordt beschreven. Toen „brak [er] oorlog uit in de hemel” tussen de strijdkrachten van het pasgeboren koninkrijk en de strijdkrachten van Satan de Duivel. Satan werd verslagen en werd met zijn demonen uit de hemel geworpen en tot de omgeving van de aarde beperkt (Openb. 12:7-9). Ten tijde van die overwinning voor het Messiaanse koninkrijk van God werd er een luide stem in de hemel gehoord, die uitriep:

11 „Nu is gekomen de redding en de kracht en het koninkrijk van onze God en de autoriteit van zijn Christus, want de beschuldiger van onze broeders, die hen dag en nacht beschuldigt voor onze God, is neergeslingerd! . . . Weest hierom vrolijk, gij hemelen en gij die daarin verblijft! Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.” — Openb. 12:10-12.

12. Wie is dientengevolge de werkelijke Gog, en wat is het land Magog?

12 De werkelijke Gog van Magog die Ezechiëls profetie vervult, is bijgevolg Satan de Duivel nadat hij uit de hemel is geworpen, en het land Magog is de plaats in de omgeving van de aarde waartoe hij is beperkt, terwijl hij noch de vrijheid noch de macht bezit die te verlaten om naar de hemel terug te keren. Deze plaats is gelijk de „meest afgelegen streken van het noorden”, die geïsoleerd en onbekend en dun bevolkt zijn. — Ezech. 38:6.

13. Wat zou deze hedendaagse Gog na zijn uitwerping uit de hemel doen?

13 Wat zou deze Gog van Magog doen wanneer hij na de geboorte van het Koninkrijk in 1914 uit de hemel was geworpen? Openbaring 12:13-17 vertelt ons: „Toen nu de draak zag dat hij neergeslingerd was naar de aarde, vervolgde hij de vrouw [Jehovah’s hemelse organisatie] die het manlijke kind [Gods Messiaanse koninkrijk] had gebaard. . . . En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overgeblevenen van haar zaad, die de geboden van God onderhouden en het werk hebben dat bestaat in het getuigenis afleggen omtrent Jezus.”

14. Tegen welk Israël is de vijandige houding van deze Gog van Magog gericht, en wat heeft Jehovah gedaan met de staat die zij thans bezitten?

14 Zoals heel duidelijk uit dit profetische visioen blijkt, is de vijandige houding van Gog van Magog tegen het overblijfsel van geestelijke Israëlieten gericht, omdat zij „de geboden van God onderhouden en het werk hebben dat bestaat in het getuigenis afleggen omtrent Jezus” als de in 1914 G.T. geïnstalleerde Koning op de hemelse troon. Terwijl deze hedendaagse Gog van Magog gevangen werd genomen, zodat er „haken” in zijn kaken geslagen konden worden, werd het getrouwe overblijfsel van geestelijke Israëlieten in het jaar 1919 uit Babylon de Grote bevrijd opdat zij hun rechtmatige geestelijke staat op aarde weer in bezit konden nemen. Deze staat heeft Jehovah, geestelijk gesproken, „gelijk de tuin van Eden” doen worden. — Ezech. 36:35.

DE UITDAGING TOT DE AANVAL

15. Met welke woorden roept Jehovah Gog op om zich gereed te maken voor de aanval, en voor wat voor oorlog worden er toebereidselen gemaakt?

15 Wij worden herinnerd aan een vroegere uitdaging aan het adres van vijanden om oorlog te voeren tegen Jehovah’s volk, in Joël 3:9-17, * wanneer wij Jehovah’s oproep tot de gevangen genomen Gog van Magog lezen om zich gereed te maken voor de aanval op het overblijfsel van geestelijke Israëlieten en de opgedragen, met schapen te vergelijken „vreemdelingen” die zich met het overblijfsel in hun geestelijke Paradijs hebben verbonden: „Wees gereed en laten er van uw zijde toebereidselen worden gemaakt, gij met geheel uw vergadering, degenen die aan uw zijde verzameld zijn, en gij moet hun wacht worden” (Ezech. 38:7). Aldus zegt Jehovah tot Gog van Magog dat hij de opperbevelhebber of „wacht” moet zijn van alle natiën en volken die hij op de been brengt voor de komende aanval op Jehovah’s christelijke getuigen. Deze toebereidselen worden niet gemaakt voor een Derde Wereldoorlog met atoombommen en raketten, maar om doeltreffende maatregelen te beramen ten einde het geestelijke „Israël Gods” van de aardbodem weg te vagen.

16. Hoe lang nadat Ezechiël de profetie omtrent Gog kreeg, zou deze worden vervuld, en tegen welk land zou Gog komen?

16 Dat deze profetie vervuld zou worden lang nadat Jehovah ze aan Ezechiël gaf, blijkt uit de woorden die Hij nu vervolgens tot Gog richt: „Na vele dagen zal er aandacht aan u worden geschonken. In het laatst der jaren zult gij komen naar het land van mensen die teruggewonnen zijn van het zwaard, bijeengebracht uit vele volken, op de bergen van Israël, . . . een land dat uit de volken is uitgeleid, waar zij in zekerheid hebben gewoond, zij allen. En gij zult zeker optrekken. Gelijk een onweer zult gij aankomen. Gelijk wolken om het land te bedekken zult gij worden, gij en al uw benden en vele volken met u.” — Ezech. 38:8, 9.

17. Waarom moeten wij thans in het „laatst der jaren” leven?

17 Aangezien de „tijd van het einde” voor dit goddeloze samenstel van dingen aan het einde van de tijden der heidenen in 1914 G.T. begon, bevinden wij, die al meer dan een halve eeuw na die datum leven, ons thans ongetwijfeld „in het laatst der jaren”. Gog van Magog weet beslist eveneens dat de „korte tijdsperiode” die hem toegestaan zou worden nadat hij uit de hemel was geworpen, niet zo lang meer duurt.

18. Hoe zijn degenen die aangevallen zullen worden, teruggewonnen van het „zwaard”, uit welke volken zijn zij bijeengebracht, en hoe wonen zij in hun door God geschonken staat?

18 Nu binnenkort moet Jehovah aandacht aan Gog schenken en hem omwenden en hem en zijn zwaar gemilitariseerde strijdkrachten naar hun ondergang voeren. Door een krijgslist van de zijde van Jehovah wordt de verschalkte Gog van Magog ertoe gemanoeuvreerd op te trekken tegen de geestelijke staat van het geestelijke „Israël Gods”. Het overblijfsel van geestelijke Israëlieten, dat werd behoed voor het „zwaard” van de Eerste Wereldoorlog en de daarmee gepaard gaande vervolgingen, woont daar. Zij zijn bevrijd en bijeengebracht uit de „vele volken” die Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, vormen. Sinds 1919 G.T. leven zij vredig en „in zekerheid” onder Jehovah’s bescherming in hun door God geschonken staat, terwijl zij hun christelijke neutraliteit bewaren ten opzichte van de oorlogen van de wereld.

19. Regeerde degene die „mijn knecht David” wordt genoemd, over de joden die in 537 v.G.T. naar hun eigen land terugkeerden, en wat moet er in dit opzicht over het herstelde overblijfsel van het geestelijke Israël in deze tijd worden gezegd?

19 Er wordt hier niet vermeld dat degene die door Jehovah „mijn knecht David” wordt genoemd, als Koning-Herder over hen regeert. Dit spreekt echter vanzelf aangezien Jehovah beloofde dat wanneer Hij hen uit Babylon zou bevrijden en tot hun juiste staat zou herstellen, deze Messiaanse afstammeling van David hun Koning en Herder zou zijn (Ezech. 34:23, 24; 37:22-25). Toen het joodse overblijfsel van het oude Israël Babylon verliet en naar het land Juda terugkeerde, hadden zij aldaar geen afstammeling van de koninklijke geslachtslijn van David die als koning over hen regeerde. Maar over het overblijfsel van het geestelijke Israël regeert sinds het einde van de tijden der heidenen in 1914 G.T. de Messiaanse afstammeling van koning David, namelijk Jezus Christus, als Koning vanuit het „hemelse Jeruzalem”. Hij is hun Regeringsherder, ten einde hen in geestelijk opzicht „in zekerheid” te doen wonen.

20. Tot hoe hoog zou Gog graag willen komen, en hoe zal zijn oorlogsgezinde vergadering gelijk wolken zijn om het land te bedekken?

20 Gog van Magog zou graag onder Jehovah’s herstelde volk willen binnendringen en zelfs „de bergen van Israël” willen beklimmen, ja, zelfs zo hoog willen komen als de „berg Sion”, de regeringszetel, om zich van succes te verzekeren. Daarom komt hij met de grote „vergadering” van oorlogsgezinde personen die hij kan monsteren, vele „benden en vele volken”. „Gelijk wolken om het land [met hun schaduw] te bedekken”, zullen de menigten van Gogs agressieve horden over de aarde uitzwermen en de aardbodem met hun tegenwoordigheid verduisteren. Dit is een waarschuwing voor het overblijfsel van het geestelijke Israël en hun opgedragen, met schapen te vergelijken metgezellen. Zij dienen niet verbaasd te zijn als de hele mensenwereld onder Satan de Duivel zich tegen hen keert. Zij dienen zelfs niet verbaasd te zijn als er over de gehele wereld een militair dictatorschap komt.

21. Welke motieven schuilen er achter Gogs aanval, en hoe wordt de toestand van degenen die hij aanvalt beschreven?

21 Aan Zijn volk, dat het doelwit van de komende aanval is, onthult Jehovah welke motieven er in het hart van Gog van Magog schuilen, doordat hij tot hem zegt: „Dit heeft de Soevereine Heer Jehovah gezegd: ’En het moet op die dag geschieden dat er dingen in uw hart zullen opkomen en gij zult stellig een schadelijk plan bedenken; en gij moet zeggen: „Ik zal optrekken tegen het land van het open plattelandsgebied. Ik zal komen over degenen die rust genieten, die in zekerheid wonen, allen wonend zonder muur, en zij hebben zelfs geen grendels en deuren.” Het zal zijn om een grote buit te behalen en veel te plunderen, ten einde uw hand te doen terugkeren over opnieuw bewoonde verwoeste plaatsen en tegen een volk dat uit de natiën vergaderd is, één dat vermogen en bezit vergaart, degenen die op het middelpunt der aarde wonen.’” — Ezech. 38:10-12.

HET DOEL VAN GOGS AANVAL

22. Hoe blijkt dat het overblijfsel voor bescherming op Jehovah vertrouwt, en waarom rijst de vraag of men hen zal kunnen plunderen?

22 Het overblijfsel van het geestelijke Israël en hun opgedragen medebewoners vertrouwen op de bescherming van hun God Jehovah. Daarom wapenen zij zich niet met dodelijke wapens en doen zij niet mee aan de reusachtige militaire voorbereidingen van de natiën gedurende dit tijdperk van geweld en internationale anarchie. Het schijnt hun zozeer aan politieke invloed te ontbreken, zij schijnen zo onversterkt te zijn en zo gemakkelijk overvallen te kunnen worden, dat Gog ertoe verlokt wordt hen aan te vallen. Maar hoe kan Gog onder deze geestelijke Israëlieten en hun metgezellen „een grote buit” behalen en ’veel plunderen’? Zijn zij over het algemeen geen arme mensen, die niet veel aardse goederen hebben? (Jak. 2:5; 1 Kor. 1:27-29) Hun geestelijke gezindheid is niet datgene wat Gog en zijn horden begeren, hoewel zij die graag zouden verwoesten, want daarin schuilt de onoverwinlijke kracht van de geestelijke Israëlieten. Maar deze ongewapende, onschuldige christelijke getuigen van Jehovah oefenen een invloed uit ten gunste van Jehovah’s Messiaanse koninkrijk. Zij zoeken voortdurend eerst de belangen van dat koninkrijk en blijven het over de gehele wereld prediken en scharen met succes mensen van alle rassen en nationaliteiten aan de zijde van dat koninkrijk. Zij hebben Koninkrijksbelangen!

23. Waarom zijn die „Koninkrijksbelangen” iets om te plunderen, en wie op aarde doorzien de bedoelingen van Gogs aanval?

23 Ah, die Koninkrijksbelangen! Dat zijn dingen die niet stroken met de snode plannen van Satans natiën met betrekking tot de wereldheerschappij. Die zouden Gog en zijn horden graag roven en plunderen. Dit ambitieuze doel van Gog om allen uit de weg te ruimen die geen steun verlenen aan de wereldheerschappij door natiën die onder zijn heerschappij staan, wordt door volken van de wereld opgemerkt. Jehovah vestigt hier de aandacht op door met betrekking tot de oprukkende Gog te zeggen: „Scheba en Dedan en de kooplieden van Tarsis en al zijn jonge leeuwen met manen — zij zullen tot u zeggen: ’Is het om een grote buit te behalen dat gij komt? Is het om veel te plunderen dat gij uw vergadering hebt verzameld, ten einde zilver en goud weg te voeren, om vermogen en bezit weg te nemen, om een zeer grote buit te behalen?’” (Ezech. 38:13) Het materialistisch gezinde volk, zoals het oude Scheba, Dedan en kooplieden van Tarsis, en de moedige, onbevreesde leiders onder hen, die gelijk „jonge leeuwen met manen” zijn, doorzien Gogs zelfzuchtige bedoelingen. Hij wil die geestelijke Israëlieten, die Jehovah’s universele soevereiniteit hoog houden, van de belangen en „vruchten” van Gods Messiaanse koninkrijk beroven en hen aldus te gronde richten.

24. In welk opzicht woont het overblijfsel op het middelpunt of de navel der aarde?

24 Figuurlijk gesproken, woont het getrouwe overblijfsel van het geestelijke Israël in hun geestelijke staat „op het middelpunt [Hebreeuws: navel] der aarde” (Ezech. 38:12). Zij nemen een christelijk, neutraal standpunt in ten opzichte van alle politieke en militaire conflicten van de natiën rondom hen. Zij zijn het brandpunt, het voornaamste doelwit, van Gogs vijandigheid. Tot het laatste toe blijven zij de loyale gezanten van het opgerichte, door Jezus Christus bestuurde koninkrijk Gods (2 Kor. 5:20). Wanneer alle andere religieuze dingen rondom hen vernietigd worden, zullen zij als de enige niet-overwonnen, levende beoefenaars van Gods ware religie blijven bestaan.

25. Na welke vernietiging zal Gog in actie komen tegen het overblijfsel van het geestelijke Israël, en waarom?

25 In de naderbij komende „grote verdrukking” zal de christenheid als het tegenbeeldige ontrouwe Jeruzalem worden vernietigd, ja, heel Babylon de Grote zal door de gewapende strijdkrachten van de achtste wereldmacht worden vernietigd (Luk. 21:20; Matth. 24:15-22). Maar het getrouwe overblijfsel van het geestelijke Israël en hun opgedragen metgezellen zullen deze vernietiging overleven (Openb. 17:1-11, 15-18). Op dit tijdstip nu zal Gog van Magog als een vervulling van Ezechiëls profetie in het beeld verschijnen. Het overblijfsel van het geestelijke Israël is de laatste religieuze vesting die overwonnen en geplunderd moet worden. Het is het „middelpunt” van zijn aardse probleem.

26. In welk opzicht heeft Jehovah Gog juist voor deze situatie bewaard?

26 De Almachtige God, de Soevereine Heer, heeft Gog van Magog juist voor deze situatie bewaard. Net als in het geval van Farao ten tijde van de exodus van Israël uit Egypte in Mozes’ dagen, heeft Jehovah Satan de Duivel, die nu de rol van Gog van Magog vervult, toegestaan tot nu toe in leven te blijven met een bepaald doel. Welk doel? Om zijn onweerstaanbare macht over deze Gog van Magog te tonen en aldus zichzelf in verband met deze aloude vijand als de Allerheiligste te heiligen (Ex. 9:16; Rom. 9:17). Jehovah beklemtoonde dit onveranderlijke voornemen van Hem toen hij Ezechiël vervolgens tot Gog liet profeteren:

27. Hoe beklemtoont Jehovah dit onveranderlijke voornemen van Hem wanneer hij zich verder tot Gog richt?

27 „Zal het niet zijn op die dag wanneer mijn volk Israël in zekerheid woont, dat gij het zult weten? En gij zult stellig uit uw plaats komen . . . gij en vele volken met u, allen rijdend te paard, een grote vergadering, ja, een talrijke krijgsmacht. En gij zult zeker optrekken tegen mijn volk Israël, gelijk wolken om het land te bedekken. In het laatst der dagen zal het geschieden, en ik zal u stellig tegen mijn land brengen, opdat de natiën mij kennen wanneer ik mijzelf voor hun ogen in u heilig, o Gog.” — Ezech. 38:14-16.

28. Waarom zal Gog dan weten dat de geestelijke Israëlieten „in zekerheid” wonen, en waarom zal dit als een lokaas voor Gog dienen?

28 De komende „grote verdrukking” zal van invloed zijn op dit gehele wereldomvattende samenstel van dingen. Nadat de christenheid en de rest van Babylon de Grote in die „verdrukking” vernietigd zijn en het getrouwe overblijfsel van het geestelijke Israël wegens Jehovah’s bescherming nog in hun geestelijke staat in leven is, zal Gog van Magog inderdaad weten dat deze geestelijke Israëlieten „in zekerheid” wonen. Dit geestelijk voorspoedige volk, het enige volk op aarde dat Jehovah’s Messiaanse koninkrijk voorstaat, zal voor Gog en de onder zijn heerschappij staande aardse natiën werkelijk een buit zijn om te bemachtigen en tot Jehovah’s schande als oorlogstrofee tentoon te stellen. Deze buit ligt als het ware voor het grijpen. Waarom? Omdat die geestelijke Israëlieten, naar alle uiterlijke schijn, zo hulpeloos zijn, terwijl zij ook met zo weinigen zijn in vergelijking met Gogs reusachtige krijgsmacht, die als op paarden komt aanstormen, een dicht, talrijk leger „gelijk wolken om het land te bedekken”. Aldus trekt Jehovah, als door middel van een lokaas, aan de haken in de kaken van de gevangen genomen Gog van Magog en manoeuvreert hij hem om deze Gog ’tegen mijn land te brengen’.

29. Waarop duidt de zinsnede „in het laatst der dagen” met betrekking tot de tijd van Gogs aanval, en welke houding zullen de natiën in deze kwestie hebben omdat er dan geen traditionele religies meer zullen zijn?

29 Aangezien Gogs aanval „in het laatst der dagen” zal geschieden, moet dit in het laatste gedeelte van deze „tijd van het einde” zijn, in het laatste gedeelte van de „grote verdrukking”, wanneer de geestelijke Israëlieten nog „in zekerheid” wonen nadat de antireligieuze strijdkrachten de christenheid en heel het overige deel van Babylon de Grote hebben vernietigd. Wanneer Jehovah’s oordeel op die wijze aan heel Babylon de Grote voltrokken is, zullen de gemilitariseerde natiën onder Gog overblijven als het laatste deel van dit samenstel van dingen dat uit de weg geruimd moet worden. Die natiën, waaruit dan de gedurende lange tijd overheersende, traditionele religies verdwenen zijn, zullen God uit hun gedachten zetten en Jehovah beschouwen alsof hij niet bestond. Jehovah zal ze dus moeten doen weten dat hij een werkelijke, bestaande God is. Hoe zal hij dit doen? Voor hun ogen zal hij zich heiligen in deze ontmoeting met hun onzichtbare „opperhoofd”, Gog van Magog. Aldus zal hij demonstreren dat Hij niet ontheiligd dient te worden.

30. Hoe had Jehovah voordien zijn voorkennis aangaande Gogs aanval getoond, en wat deed hij daarom voor Zijn volk?

30 Jehovah is ’Degene die van het begin af de afloop vertelt, en van oudsher de dingen die niet gedaan zijn’ (Jes. 46:10). Daarom is Jehovah niet onvoorbereid met betrekking tot de komende aanval door Gog van Magog. Hij toont dit door zijn opgedragen getuigen op aarde niet onvoorbereid te laten zijn met betrekking tot deze laatste aanval door de vijandelijke strijdkrachten onder Satan de Duivel. Als bewijs hiervan richtte hij zich vervolgens aldus tot Gog van Magog: „Dit heeft de Soevereine Heer Jehovah gezegd: ’Zijt gij dezelfde van wie ik in vroeger dagen heb gesproken door de hand van mijn knechten, de profeten van Israël, die in die dagen — jaren — profeteerden, dat ik u over hen zou doen komen?’” — Ezech. 38:17.

HET MONSTEREN VAN DE AARDSE HORDEN ONDER GOG

31. Voor welke denkwijze met betrekking tot Gogs aanval heeft Jehovah het gezalfde overblijfsel behoed, en hoe?

31 Behalve dat Jehovah in vroeger dagen en jaren bij monde van zijn profeten over Gog van Magog had gesproken, brengt hij precies dezelfde persoon op passende wijze bij monde van Ezechiël in de herinnering terug. Daar Jehovah weet hoe Satan de Duivel, die de rol van Gog van Magog vervult, is ontstaan en wat zijn motieven zijn, weet hij ook wat de afloop van Satans loopbaan als Gog van Magog zal zijn. Hij weet dat het ten slotte een beslissende strijd tussen hem en Satan de Duivel, alias Gog, betekent. Hij behoedt zijn overblijfsel van het geestelijke Israël ervoor te denken dat de oude profetie betreffende Gog niets met hen als christenen te maken heeft. Hij doet dit door in het allerlaatste boek van de bijbel, de Openbaring of Apocalyps, te voorzeggen wat de laatste manoeuvres van Satan of Gog zullen zijn. Daar lezen wij in verband met de op één na laatste plaag, in Openbaring 16:12-16:

32, 33. Met welke beschrijvingen voorzegt Jehovah de laatste manoeuvres van Satan de Duivel?

32 „En de zesde goot zijn schaal uit op de grote rivier de Eufraat [waar het prototype van Babylon de Grote was gelegen], en haar water droogde op, opdat de weg bereid zou worden voor de koningen van de opgang der zon.

33 En ik zag drie onreine geïnspireerde uitingen, die er uitzagen als kikvorsen, uit de bek van de draak en uit de bek van het wilde beest en uit de mond van de valse profeet komen. In werkelijkheid zijn ze uitingen door demonen geïnspireerd, en ze verrichten tekenen en gaan uit tot de koningen van de gehele bewoonde aarde, om hen te vergaderen tot de oorlog van de grote dag van God de Almachtige. . . . En zij vergaderden hen tot de plaats die in het Hebreeuws Har–mágedon wordt genoemd.”

34. Wie worden door de draak, het wilde beest en de valse profeet afgebeeld, en hoe is Satan degene die het hele politieke stelsel beheerst?

34 Die symbolische draak wordt geïdentificeerd als Satan de Duivel, die nu uit de hemel is geworpen en de rol van Gog van Magog speelt (Openb. 12:3, 4, 7-12). Het symbolische wilde beest is Satans gehele, wereldomvattende politieke stelsel, waaraan deze draak „zijn kracht en zijn troon en grote autoriteit” gaf (Openb. 13:1, 2). De symbolische valse profeet is een deel van dat wereldomvattende politieke stelsel en wordt afgebeeld als het tweehoornige wilde beest, dat het klaar speelt dat er een politiek „beeld” van het eerste wilde beest wordt gemaakt met de bedoeling dat de volken dit zullen aanbidden. De „valse profeet” blijkt derhalve de dualistische wereldmacht Engeland en Amerika te zijn, en het politieke „beeld” is thans de Verenigde Naties als een internationale organisatie voor wereldvrede en veiligheid. Aangezien de wereldomvattende politieke organisatie, met inbegrip van de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht, haar kracht, troon en autoriteit van de draak, Satan de Duivel, ontvangt, is hij dus degene die het hele politieke stelsel onzichtbaar beheerst.

35. Waarheen worden de koningen der aarde geleid, en wanneer breekt de „grote dag” aan voor de „oorlog” tegen God de Almachtige?

35 De met een kikvors te vergelijken ’geïnspireerde uiting’ die uit de bek van de draak komt, gaat uit tot de „koningen van de gehele bewoonde aarde”, welke koningen derhalve het politieke stelsel over de gehele aarde vormen, dat onder Satan de Duivel, alias Gog, staat. Die ’geïnspireerde uiting’, die wordt ondersteund door „geïnspireerde uitingen” van het „wilde beest” en de „valse profeet”, leidt al die politieke koningen der aarde tot een oorlog, ja, de oorlog tegen „God de Almachtige”. De „grote dag” voor die oorlog breekt aan wanneer de symbolische „draak”, of Gog van Magog, het geestelijke „Israël Gods” aanvalt. Openbaring 16:16 noemt de „plaats” van de oorlog niet „het land van Israël”, maar Har–mágedon; de Hebreeuwse naam Har–mágedon duidt echter kennelijk op een wereldsituatie die verband houdt met dat land. — Vergelijk Joël 3:9-17.

36. Als men tegen Jehovah en zijn overblijfsel van het geestelijke Israël strijdt, tegen wie strijdt men dan nog meer, en na welke vernietiging wordt de strijd tegen laatstgenoemde aangebonden?

36 De aanval van Gog en zijn internationale horden is niet slechts tegen het land van Jehovah’s herstelde volk gericht, maar ook tegen hun Koning, die door Jehovah „mijn knecht David” wordt genoemd (Ezech. 34:23, 24; 37:22-25). Hij is de op de troon geplaatste Messiaanse Afstammeling van koning David. Een oorlog tegen Jehovah en zijn herstelde overblijfsel van het geestelijke Israël betekent dus onvermijdelijk eveneens oorlog tegen Jehovah’s Messiaanse Koning, die nu in de hemel als Koning over het herstelde overblijfsel van het geestelijke Israël is geïnstalleerd. In Openbaring 17 wordt de volgorde der gebeurtenissen profetisch afgeschilderd: voordat het politieke „beeld”, dat nu de Verenigde Naties (de achtste wereldmacht) is, ’de vernietiging tegemoet gaat’, wordt de grote religieuze „hoer”, Babylon de Grote, door lid-staten van deze organisatie vernietigd. Alle politieke heersers worden afgebeeld door de tien horens van dit beestachtige „beeld”, en hierover voorzegt Openbaring 17:12-14:

37. Hoe wordt de oorlog van die politieke heersers in Openbaring 17 afgebeeld, en wat is de afloop ervan?

37 „En de tien horens die gij gezien hebt, betekenen tien koningen, die nog geen koninkrijk hebben ontvangen, maar wel ontvangen zij voor één uur autoriteit als koningen met het wilde beest [de achtste wereldmacht]. Dezen hebben één gedachte, en daarom geven zij hun kracht en autoriteit aan het wilde beest. Dezen zullen strijden tegen het Lam [de eens geofferde Jezus Christus], maar het Lam zal hen overwinnen, omdat hij Heer der heren en Koning der koningen is. Ook de geroepenen en uitverkorenen en getrouwen met hem zullen dit doen.” — Vergelijk Openbaring 19:11-21.

HOE JEHOVAH GOGS AANVAL OP EEN NEDERLAAG DOET UITLOPEN

38. Waarvoor strijdt Jezus Christus, en van wie wordt in Ezechiëls verslag dan ook terecht geen melding gemaakt?

38 In werkelijkheid strijdt Jezus Christus echter niet hoofdzakelijk voor zijn eigen hemelse troon, maar voor de rechtvaardiging van Jehovah’s universele Soevereiniteit en voor de verheerlijking van Jehovah’s naam. Opdat degene wordt geëerd aan wie de eer hoofdzakelijk toekomt, wordt er tegenover Gog dan ook terecht geen melding gemaakt van de regerende koning, „mijn knecht David”, wanneer Jehovah zelf voorzegt wat hij zal doen wanneer Hij door de God-tartende aanval door Gog van Magog tot de oorlog wordt uitgelokt. Hij zegt:

39. Wat zal er in het „land Israël” gebeuren op de dag dat Jehovah in zijn woede moet spreken?

39 „’En het moet geschieden op die dag, op de dag dat Gog op Israëls bodem komt,’ is de uitspraak van de Soevereine Heer Jehovah, ’dat mijn woede in mijn neus zal opstijgen. En in mijn vurige ijver, in het vuur van mijn verbolgenheid, zal ik moeten spreken. Voorzeker, op die dag zal er een grote aardbeving in de bodem van Israël plaatshebben. En wegens mij zullen de vissen der zee en de vliegende schepselen des hemels en de wilde dieren van het veld en al het kruipend gedierte dat op de aardbodem kruipt en de gehele mensheid die op de oppervlakte van de aardbodem is, moeten huiveren, en de bergen zullen werkelijk worden neergeworpen en de steile wegen zullen moeten vallen en ter aarde zal zelfs elke muur vallen.’” — Ezech. 38:18-20.

40. Waardoor wordt Jehovah’s heftige verontwaardiging opgewekt, en waarvan getuigen de uitingen waarmee hij dan spreekt?

40 De ongerechtvaardigde aanval van Gog en zijn gemilitariseerde horden wordt gedaan op een geestelijk voorspoedig volk, dat een door God geschonken recht heeft op een plaats op aarde en op volledige vrijheid om de levende en ware God te aanbidden. Hierdoor wordt de Soevereine Heer Jehovah tot woede en heftige verontwaardiging geprikkeld. Ter bestraffing van zo’n duivels gedrag zal hij spreken met uitingen die ervan getuigen dat Hij als Schepper de aarde en alle krachten van de omgeving der aarde beheerst.

41. Waar zou de voorzegde aardbeving moeten plaatshebben, en waardoor zal te kennen worden gegeven dat Jehovah deze aardbeving veroorzaakt?

41 De aardbeving zou in dat gedeelte van het land plaatshebben waar Gog en zijn aanvalstroepen waren binnengedrongen. In het geval van de werkelijke aanval door Gog in de toekomst zullen zijn plunderende horden zich overal op aarde bevinden waar Jehovah’s christelijke getuigen op vreedzame wijze hun God aanbidden. Willen al Gogs horden de aardbeving voelen, dan zou deze wereldomvattend moeten zijn. Als er bergen door omvergeworpen moeten worden, zou deze aardbeving heel erg, ja, de ergste in de menselijke geschiedenis, moeten zijn. Hoe deze wereldomvattende, verschrikkelijke aardbeving precies zal plaatshebben, wachten wij vol vertrouwen af. Dat ze met Gogs invasie samenvalt, juist zoals door God was voorzegd, bewijst dat Jehovah deze aardbeving in zijn woede en verbolgenheid veroorzaakt!

42. Tot welk wapen neemt Gog zijn toevlucht, hoe treedt Jehovah hem tegemoet, en waarom treden Jehovah’s getuigen niet handelend op?

42 Gog neemt in wanhoop zijn toevlucht tot het „zwaard” van oorlogvoering tegen Jehovah’s herstelde overblijfsel van het geestelijke Israël en de „grote schare” van hun medeaanbidders, en daarom treedt Jehovah hem eveneens met het zwaard tegemoet. Jehovah’s vrede-bewarende getuigen op aarde nemen niet het „zwaard” tegen Gogs horden op, maar Jehovah doet dit. Het is Zijn strijd! En nu zullen de natiën van deze op wetenschappelijk gebied gevorderde wereld Hem ten slotte zien strijden — daar kunnen ze van op aan! En wat een Strijder is Hij! Luister wanneer Hij zijn oorlogstactiek en oorlogsoperaties beschrijft:

43. Hoe zal Jehovah ten aanzien van de zwaarden van Gogs horden handelen, met welke natuurkrachten zal hij met Gog in het gericht treden, en wat zal hij aldus ten behoeve van zichzelf doen?

43 „’En ik wil in geheel mijn bergland een zwaard tegen hem oproepen’, is de uitspraak van de Soevereine Heer Jehovah. ’Tegen zijn eigen broeder zal het zwaard van een ieder blijken te zijn. En ik wil zelf met hem in het gericht treden, met pestilentie en met bloed; en een overstromende stortregen en hagelstenen, vuur en zwavel zal ik laten neerregenen op hem en op zijn benden en op de vele volken die met hem zullen zijn. En ik zal mijzelf stellig grootmaken en mijzelf heiligen en mijzelf doen kennen voor de ogen van vele natiën; en zij zullen moeten weten dat ik Jehovah ben.’” — Ezech. 38:21-23.

44. Welke moderne oorlogsmiddelen van alle gemilitariseerde natiën zal Jehovah aldus ongedaan maken?

44 Op dat punt is het slagveld van Har–mágedon bereikt. De „oorlog van de grote dag van God de Almachtige” is aan de gang! (Openb. 16:14, 16; 19:11-16, 20, 21) Als oorlogswapens gebruikt Jehovah de krachten van de schepping, zware wolkbreuken, hagelstenen van onbekende afmetingen, stromende regens van vuur en zwavel — door welke middelen er meer vernietigende energie zal vrijkomen dan alle kernenergie die de natiën hebben opgeslagen in hun overmatige bommenvoorraad voor de Derde Wereldoorlog. Al hun wetenschappelijke uitvindingen voor een bacteriologische en chemische oorlogvoering zullen overtroffen worden door de voortwoekerende pestilentie waarmee hij hen kan plagen, een pestilentie die in één nacht ergens 185.000 personen kon doden (2 Kon. 19:35, 36). Ze willen graag het bloed van Jehovah’s christelijke getuigen vergieten, maar ze zullen hun eigen bloed drinken doordat ze op gewelddadige wijze hun eigen leven zullen verliezen.

45. Waar zal er paniek zijn, welke uitwerking zal dit hebben op degenen die erdoor aangegrepen worden, en hoe zal Jehovah tegen hen in het gericht treden?

45 Paniek — wereldomvattende paniek buiten de gelederen van Jehovah’s christelijke getuigen! Gogs horden zullen in verwarring worden gebracht. In plaats dat zij verenigd blijven om Jehovah’s aanbidders als hun slachtoffers neer te slaan, zullen zij hun zwaarden tegen hun eigen gelederen keren en zal broeder tegen broeder strijden, niet religieaanhanger tegen religieaanhanger, maar radicaal tegen radicaal, communist tegen communist, anarchist tegen anarchist en nihilist tegen nihilist. Zij die niet door deze onderlinge afslachting worden gedood, zullen door Jehovah worden terechtgesteld alsof hij tegen hen in het gericht treedt met al zijn bovennatuurlijke middelen om alle tegenstanders van Zijn universele soevereiniteit uit de weg te ruimen. Hij moet in dit Gericht gerechtvaardigd worden.

46. Op welke wijze en op welke schaal komt de „grote verdrukking” derhalve tot een hoogtepunt?

46 De Almachtige God wordt aldus springlevend voor alle natiën en volken die onder Gogs rampzalige heerschappij staan. De God van de wereldomvattende vloed in Noachs dagen komt wederom op wereldomvattende schaal in actie. Het is zijn „dag van het oordeel en van de vernietiging der goddeloze mensen” (2 Petr. 2:5; 3:6, 7, 10-12). De „grote verdrukking” over dit wereldomvattende samenstel van dingen bereikt haar hoogtepunt en de laatste sporen van dit goddeloze samenstel van dingen worden uitgewist wanneer de gehele menselijke maatschappij van God-negeerders wordt vernietigd.

47. In welke betekenis zal Jehovah zich voor de ogen van alle natiën heiligen, en wat zullen ze vóór hun vernietiging weten?

47 Aldus zal Jehovah zich voor de ogen van alle natiën die onder Gog van Magog staan, grootmaken en zich als de Grootste in heel het rijk der levenden doen kennen. Hij zal zich heiligen door te bewijzen dat Hij heilig is en niet sympathiseert met enig deel van dit onheilige samenstel van dingen. Hij zal zich anders doen kennen dan slechts via de bladzijden van de bijbel. De weerspannig gezinde natiën onder Gog zullen ertoe gedwongen worden te zien dat zo’n wereldcatastrofe alleen maar afkomstig zou kunnen zijn van Degene die dit had voorzegd en gewaarschuwd had dat Hij zo’n catastrofe zou brengen. Wanneer ze met de vernietiging door Hem worden geconfronteerd, zullen ze, vlak voordat ze ten onder gaan, weten wat Hij zei, „weten dat ik Jehovah ben”.

[Voetnoten]

^ ¶1 Webster’s New International Dictionary of the English Language, tweede uitgave (1943), zegt over Gog: „Heerser van Magog. Ezechiël xxxviii. 2.” Maar zie het artikel „De aanval door Gog van Magog”, beginnend op blz. 372 van De Wachttoren van 15 december 1953.

^ ¶6 M’Clintock en Strongs Cyclopædia, Deel V, blz. 602, kol. 1.

^ ¶15 Zie Hoofdstuk Twee, blz. 32, par. 31.

[Studievragen]