Onderwerpenindex
Onderwerpenindex
A
Aanbidden een zon, 153-158
Aanbidding, ware, bescherming, 17-20
Aanbidding van schepselen, 146-149
Aanbidding van Tammuz, 149-153
„Aanklacht”, resolutie, 83-85
Aardbeving, wereldomvattend, 364, 365
Achab, overwinning op Syrië, 28, 29
Afgodenaanbidders moeten weten wie God is, 117-119
„Allerheiligste”, ontwijd, 134-136
Amalekieten, vijanden, 24
„Andere schapen”, geïdentificeerd, 176-179
kentekenen, symbolisch, 174-179
„niet van deze kooi”, 306-308
B
Babylon, geen bondgenoot van Gog, 349
handelt overmoedig, 128
Babylon de Grote, straf, 252-256
Babylon en andere natiën, moesten Jehovah leren kennen, 30-34
Belegering van Jeruzalem, in pantomime afgebeeld, 105-111
voedsel- en gezondheidstoestanden, 105-111
Benhadad, belegering Samária, 27-29
„Bergen van Israël”, symbolisch, worden „bezit”, 319
„Bericht”, uitwerking op ballingen, 217
Bericht, vroegere, telt niet, 281-284
Berijder van wagen, 45-50
Beschuldiging aan adres van christenheid, 256-259
Bestraffing, regel van, gaat op, 251-256
Bestuursleden van Wachttorengenootschap, in gevangenis, 63
C
Cherubs, Ezechiëls visioen, 37-50
gesneden, op Ark, 38
positie en werkzaamheid, 184-187
Christenheid, besmet met demonisme, 158-161
drastisch optreden noodzakelijk, 267-274
drinkt beker van prototype, 251-256
erger dan heidendom, 104, 105
geoordeeld, 259-262
hedendaagse vervulling, 122-127
heeft „herder”-koningen gehad, 304
hersteld? 205-208
leden aanbidden zon, 155-158
ledental teruggelopen, 317
na haar vernietiging, wat? 234, 235
niet „Israël Gods”, 68, 69
politieke heersers en demonisme, 223
rampspoed komt over, 103, 104
religieuze leiders vragen geld, 132-135
sekten hoereerders, 256-259
toekomst van, 251-255
verfoeilijk religieus stelsel krijgt verdiende loon, 124-127
waarom dagen geteld, 92, 93
zal weten dat vernietiging van Jehovah afkomstig is, 192-202
zal weten wie Jehovah is, 119-122
Christenheid en christendom, onderscheiden, 201, 202
Christenheids einde nabij, 122-127
Christenheids vernietiging, niet die van christendom, 202-205
Congres, Cedar Point, Ohio, 1919 G.T., 64, 328, 329
Columbus, Ohio, 1924 G.T., 83-85
Washington, D.C., 1935 G.T., 177
D
Dal van Gogs menigte, 374
Datums, 1514-1513 v.G.T., Farao heerser van Egypte, 16
1513 v.G.T., middelaar, 86
1473 v.G.T., Israëlieten in Beloofde Land, 115, 322
997 v.G.T., kalverenaanbidding, 27
997 v.G.T., begin van „dwaling” van huis van Israël, 99
997 v.G.T., begin van koninkrijk Israël, 98, 99
997 v.G.T., stammen gesplitst, 69
844 v.G.T., Ninevieten gespaard, 78
740 v.G.T., koninkrijk Israël vernietigd, 29, 30, 98
642 v.G.T., Josía, roeide zonaanbidding uit, 154
617 v.G.T., Ezechiël naar Babylon gevoerd, 35, 36, 95
617 v.G.T., Israëlieten naar Babylon gevoerd, 202, 203
617 v.G.T., Jeruzalem belegerd, 94
613 v.G.T., Ezechiël profeet, 67
613 v.G.T., Ezechiël wachter, 74
613 v.G.T., Ezechiëls visioen, 36, 52, 53, 93, 116, 123
607 v.G.T., verwoesting van Jeruzalem en Juda, 31, 57
607 v.G.T., 40-jarige periode van dragen van „dwaling” geëindigd,607 v.G.T., tijden der heidenen begonnen, 57, 351
607 v.G.T., Jeruzalem verwoest, 57, 101, 136
607 v.G.T., Jeruzalem vertreden, 230
607 v.G.T., Juda woest en ledig, 115
593 v.G.T., tempelvisioen, 383
591 v.G.T., Ezechiël voltooide boek, 33, 52
539 v.G.T., val van Babylon, 339
537 v.G.T., ballingen bevrijd, 339
537 v.G.T., joden hersteld, 31, 33
33 G.T., organisatie van christelijke gemeente, 52
70 G.T., tweede vernietiging van Jeruzalem, 232, 316, 351
1529 G.T., protestantse beweging opgericht, 69
1914 G.T., een tijdperk eindigde, 57
1914 G.T., tijden der heidenen eindigden, 57, 73, 105, 351
1914 G.T., hedendaagse Ezechiël, 58
1914 G.T., Eerste Wereldoorlog, 34
1916 G.T., Russell gestorven, 344
1917 G.T., „The Finished Mystery” uitgegeven, 62
1918 G.T., Federale Raad van Kerken vóór Bond, 60
1918 G.T., Eerste Wereldoorlog geëindigd, 63, 74, 315
1919 G.T., Volkenbond opgericht, 350
1919 G.T., natuurlijke joden zoeken vaderland, 68
1919 G.T., bestuursleden van Genootschap uit gevangenis, 63
1919 G.T., ordinatie, aanstelling, machtiging, 67
1919 G.T., overblijfsel herleefd, 82
1919 G.T., „The Golden Age”, 83
1920 G.T., verbodsbepaling „Finished Mystery” opgeheven, 65
1924 G.T., „Watch Tower” over „Gods organisatie”, 50, 51
1929 G.T., boek „Profetie” over „Gods organisatie”, 51
1931 G.T., overblijfsel geïdentificeerd door naam, 66, 172
1931 G.T., boek „Vindication” gepubliceerd, 51, 171
1934 G.T., „kentekenen” begint, 177
1945 G.T., Verenigde Naties volgt Volkenbond op, 73, 350
1945 G.T., Tweede Wereldoorlog eindigt, 155
1948 G.T., Republiek Israël opgericht, 351
Demoneninmenging zal verijdeld worden, 222-227
Demonisme, christenheid, 158-161
politieke heersers verlaten zich op, 223
Dode Zee, afbeelding van, 393, 394
Dorre beenderen hersteld, 336, 337
Draak, symbolisch, geïdentificeerd, 361
390 dagen van dragen van dwaling, 97-99
betekenis voor Jeruzalem, 105-111
E
„Eén herder”, 303-306
Elia en Elisa, door Jehovah gebruikt om doden op te wekken, 334
Ezechiël, als wachter, 74-77
belegering in pantomime uitgebeeld, 105-111
eerste visioen, 35-37
hedendaagse tegenhanger, 57-66
in ballingschap gevoerd, 35, 36, 95
spreekt ondanks pogingen aan banden te leggen, 90-92
„teken”-man, 93-96
tweede visioen, 37-40
vestigt aandacht op naam, 32-34
visioen van beenderen profetisch, 340-342
vrouw sterft, 271
wachter voor huis van Israël, hoe, 86-88
Ezechiël bevrijdt zijn ziel als wachter, 85-88
Ezechiël gaat ’in woede’, 81-85
Ezechiëls boodschap veroorzaakte ’ontzetting’, betekenis, 81
Ezechiëls profetie, waarachtig, 274-277
Ezechiëls tempel, afbeelding, 384
Ezechiëls visionaire stad en tempel, vergeleken, 403
Ezechiël tot eigen volk gezonden, 77-81
F
Farao, gedwongen Jehovah te kennen door plagen, 16-20
reactie op eis, 15-20
Feestmaal voor vogels, dieren, 375-378
„Finished Mystery, The”, 318
G
„Geen basis voor verheuging over verkeerde onderstellingen”, 218-220
Geestelijke Israël, 316-322
groei op „bergen”, 318-322
Geestelijke paradijs, 386, 387
Gekentekenden, geïdentificeerd, 173, 174
„Gelukkige God”, voornemen, 399
Gemeenten van herstelde overblijfsel, „bewoond”, 329-332
„Genocide”, dreiging, 9
Getuigen, Israëlieten waren, 21-24
’Gij zult sterven’, betekenis, 87
Goddelijke bedoeling met terechtstellingswerk,Goddeloze, gespaard indien, 283, 284
Gods heiligdom, verontreinigd, 257-259
Gog, Babylon geen bondgenoot van, 349
begrafenis, 372-374
gebruikt „zwaard” van oorlogvoering, 365
geen eervolle begrafenis, 376, 377
komt met „vergadering”, 356
nederlaag, 363-367
voorgesteld, 349
weet „korte tijdsperiode”, 355
werkelijke, geïdentificeerd, 353
wie bij menigte inbegrepen, 375-378
Gog, hedendaagse, geïdentificeerd, 352-354
Gogs aanval, doel, 357-360
Gogs horden gemonsterd, 361-363
„Grote schare”, helpt hedendaagse ’man met inkthoorn’, 178, 179
toespraak op congres, 177
verbonden met overblijfsel, 319-322
verenigd met overblijfsel, 345
„Grote verdrukking”, Babylon de Grote vernietigd in, 179
bereikt hoogtepunt, 366
H
„Harp Gods, De”, 324
Hedendaagse „Ezechiël”, 62-66
gemachtigd, 66-70
gerechtvaardigd, 285, 286
niet treuren over christenheid, 274
onbevreesdheid vereist, 70-72
vooraf gewaarschuwd, 90-92
Hedendaagse Gog, symbolische „haken” in kaken, 352, 353
Hedendaagse onderscheiding van hemelse organisatie, 50-53
Hedendaagse tegenhanger, Ezechiël, 57-66
„Heerlijkheid van Jehovah”, actie vereist na visioen, 89-92
beschreven, 45-50
positie beschreven, 193
uitwerking van visioen op Ezechiël, 53
„Heilige bijdrage”, 401
Hemelse regering, 401-407
„Hij komt die het wettelijke recht heeft”, 231-234
Historische voorspelling, 242-245
Hoe de regel van bestraffing opgaat in geval van christenheid, 251-256
Hongersnood, pestilentie, 111-113
Hongersnood, pestilentie en zwaard, vernietiging van Juda, 119-122
Hoorders verrukt, 289-292
„Huis van Israël”, 337-342
I
„Iemand die doodt”, geïdentificeerd, 223-227
Internationale Bijbelonderzoekers, bestuursleden vrijgelaten, 328
Israël en Syrië, weten, 27-30
Israëlieten, immoreel, 117-119
verplicht te getuigen, 21-24
„Israëls bodem”, afbeelding, 215
profetie tegen, 214, 215
religieaanhangers verwoesten, 315
J
Jehovah, bekend als Beschermer, 23, 24
bekend als Bevrijder, 11-17
bekend als „God de Almachtige”, 10
Berijder van wagen, 45-50
beslissing afkomstig van tempel, 184-187
daagt Gog uit tot aanval, 354-356
gerechtvaardigd door te vernietigen, 168
gerechtvaardigd te Magog, 377
Herder, 293, 294
mededogen met naam, 322-327
misnoegd over „Israëls bodem”, 315
onderscheiden door hoedanigheden, 24-27
onderscheiden door wonderen, 12-17
slaat „haken” in kaken, 352, 353
„snelle getuige”, 183-187
veroorzaakt nederlaag van Gogs aanval, 363-367
verschijning, 143
waarschuwde natiën, 16
wapens van oorlogvoering, 365, 366
zet gevolgtrekkingen recht, 378-381
Jehovah’s heiligdom, 401
Jehovah’s „zwaard”, 215-218
om Israëlieten heen suizen, 221
verwerpt koninklijke scepter, 219, 220
Jeremia, beschrijft belegering, 96
Jeruzalem, bericht van val, 284-287
waarom belegering toegelaten, 97
Jezus Christus, als „verbond”, 346
„Heer en Christus”, 344
„mijn knecht David”, 355, 356
Joden, geen getuigen, 351
K
„Kenteken”, degene die in deze tijd kenteken zet, 171, 172
degene die voorhoofden kentekent, 163-165
symbolisch, 174-179
Kentekenen van voorhoofden, 175-179
Kentekenwerk, verslag uitgebracht, 179-181
„Keten”, betekenis, „Maak”, 136
„Kolen vuur”, symbolisch, 187-191
Koninkrijk Israël, 97-99
in opstand, werd natie,tien-stammen-, nationale ramp, 29, 30
geïdentificeerd als „hoge”, 229-231
gevormd, 97
in opstand, werd natie, 69
zou verdwijnen, 220-222
Koninkrijksbelangen, Gog zou die graag plunderen, 357-360
Kookpot met wijde opening, belegering afgebeeld, 265-267
stad vergeleken met, 195-199
symbolisch, 200
„Krans”, kroon, 125-128
L
Land Israël, woest en ledig, 314
„Land Magog”, bewoners van, getuige van nederlaag van Duivel, 368
waar gelegen, 369-371
weggevaagd, 370
Levengevende voorzieningen, 396-398
Levengevend water, 387-391
Levieten, afbeelding, 403
Losgekochten, beloond, 395
M
Man die kentekenwerk verricht, 179-181
Man in „linnen”, brengt verslag uit bij Jehovah, 186
opdracht, 163-166
profetische figuur, 170
„Man met schrijversinkthoorn”, onderwerp van lezing in 1931 G.T., 172
Materiële rijkdommen, 131-136
„Mensen van goede wil”, 310
„Mensen van goede wil”-districtsvergaderingen, 332
Micha, profeet, bericht, 132
Moderne wetenschap en menselijke filosofie, aanbidding van, 156-158
Monsteren van Gogs horden, 361-363
Mozes, handelt en spreekt, 13-17
N
Naam, betekenis van Jehovah’s, 33
hoe vaak Jehovah in Hebr. Geschr., 52
hoe vaak in Ezechiël, 52
houding van natiën t.o.v. grootste, 7, 8
Jehovah exclusieve toewijding voor zijn, 379
Jehovah herstelde overblijfsel voor zijn, 324-327
Jehovah’s, bekendmaking, 24-27
Jehovah’s, gesmaad, 323
„Jehovah’s getuigen” identificeert overblijfsel, 172
rechtvaardiging van Gods, 7, 8
van stad in Ezechiëls visioen, 406
Nebukadnezar, wendde zich tot demonisme, 224, 225
Neer met de „hoge”, 228-231
Nimrod, prototype, 152
Ninevieten, berouw, en gespaard, 78
Jezus’ profetie, 79
O
Ohola en Oholiba, betekenis namen, 239
symbolisch, 237-240
„Ohola” geeft slecht historisch voorbeeld, 240-242
Oholiba, symbolisch, 242-245
symbolisch, behandeling van Babyloniërs, 245-251
Onbevreesdheid, Ezechiël, 70-72
van hedendaagse „Ezechiël”, 70-72
Ontkomene arriveert met ooggetuigeverslag, 284-287
Oorlogstuig, opgeruimd, 371-375
Opdracht, „andere schapen” doen dit en symboliseren o., 177-179
Opruimen van oorlogstuig en lijken, 371-375
Organisatie, afgebeeld, 47-50
Organisatorische eenheid van overblijfsel, interne, hersteld, 342-347
Overblijfsel, aanvaardde opdracht boodschap bekend te maken, 77-81
genieten „tuin”-toestand, 380, 381
gereinigd, 325-327
heiligt Jehovah’s naam, 325-327
hersteld, 328-333
tot christenheid gezonden, 78-81
verplichtingen, 88
volhardde als wachter, 90-92
Overblijfsel in bitterheid, 82-85
Overblijfsel van geestelijke Israël, activiteiten verwoest, 318
brengt geestelijk paradijs, 342
groei, 318-322
„grote schare” actief, 319-322
woont op middelpunt der aarde, 358
Overlevenden belegering Jeruzalem, instructies aan, 109-111
P
Paradijs, geestelijk, 327-333
Paradijs-„planting”, 308-311
Plaatsen niet door water bereikt, afbeelding, 395, 396
Plagen, eerste (rivier in bloed), gevoeld door Israëlieten, 16, 17
tweede (kikvorsen), 17
derde (muggen), over heel Egypte, 17
vierde (hondsvliegen), 18
vijfde (pestilentie), 18
Priesters te zamen met hogepriester, afbeelding,Profetie, Ezechiëls, als waar bevestigd, 274-277
R
Rank uitsteken, 155
„Rechtvaardige mannen”, 259-262
Reeks visioenen aan anderen vertellen, 210, 211
Religieuze kwestie, 9-11
„Rivier van water des levens” vanuit troon, afbeelding, 397, 398
„Roede”, door God gebruikt, 127-131
geweld brengt eigen bestraffing door, 128-131
Rol, Jehovah’s boodschap, 76
S
„Schapen”, als prooi, 296-299
bevrijd, 298, 299
consideratie jegens elkaar, 302, 303
weer bijeengebracht, 299-302
’Sieraad dat tot versiering strekt’, betekenis, 134, 135
„Soevereine Heer Jehovah”, aantal malen in Ezechiëls profetie, 33
Stroom van levengevend water, tot enkels, 389
tot heupen, 390, 391
tot knieën, 390
wordt dieper, 387-391
zwemmen, 391
Symbolische zonaanbidding, 155-158
„Symbool van jaloezie”, 145, 146
Syrië, gedwongen te weten, 27-30
T
Tammuz, geïdentificeerd, 149-153
Tempel, Jehovah’s naam, 26, 27
Tempelvisioen, een waarborg, 386
Tien stammen, niet verloren, 339, 343, 344
„Tijdperk van geweld”, 128-131
Toestanden tijdens belegering, 105-111
„Tuin van Eden”, 327-333
V
Valse herders, 294-296
Valse profeet, geïdentificeerd, 362
40 dagen van dragen van dwaling, 99-103
40-jarige periode van dragen van „dwaling” van Juda, eindigt, 101-103
Verenigde Naties, wachter, 73
Versmade minnaars reageren, 245-251
Vertalers, in christenheid laten naam Jehovah weg, 324, 325
Verwoesting volledig, 288, 289
„Vier levende schepselen”, 37-50
2520 jaar, 57
Vijfentwintig mannen, vorsten, 194-199
Visioenen, aan anderen vertellen, 210, 211
Visioen van dorre beenderen, vervulling in 20ste eeuw, 340-342
Visioen van Ezechiël, doel, 74-77
Volkenbond, 65
door kerken begunstigd, 60
geratificeerd in 1919, 65
wachter van christenheid, 73
Voorhoofden gekentekend, symbolisch, 170
van wie, hoe, 165, 166
Voorhoofden verpletterd, 166-171
W
Waar verplettering begint, 166-171
Wachter, afbeelding voor onze tijd, 279-281
verantwoordelijk, 179-181
Wagen, begeeft zich naar post, 208, 209
in Ezechiëls visioen zinnebeeldig, 48-50
volgt profeet, 89
Wagenwielen, beschreven, 40-45
Ware aanbidding, bescherming, 17-20
Ware religie, niet aangetast door einde christenheid, 206-208
„Water des levens”, resultaat voor plaatsen niet bereikt door, 395, 396
Wat niet zou „blijven”, 220-222
Wereldmachten, eerste (Egypte), 8
tweede (Assyrië), 29
„Weten dat ik Jehovah ben”, bekendmaking 62 maal gedaan, 31, 32, 52
Wielwerk en cherubs, beschreven, 191-193
Wilde beest, geïdentificeerd, 361, 362
Z
Zedekía, opstandeling, 96, 226, 227
„Zes mannen”, doders, 165-167, 183
geïdentificeerd, 163
Zetel van bestuur, voor belangrijke zaken, 405, 406
Zeventig oudere mannen, aanbidden valse goden, 147-149
Jehovah snelle getuige tegen, 183-187
Zichtbare vertegenwoordigers van hemelse regering, 401-407
Zoetheid van rol door Ezechiël gegeten, betekenis, 75-77
Zonaanbidding, 153-158
Zuivere aanbidding, overleeft, 122
voortgezet door overlevenden, 382
„Zwaard” van agressieve oorlogvoering, tegen afgodenaanbidders, 117-119
„Zwaard van Jehovah”, 214-218