Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Is een gelukkig leven werkelijk mogelijk?

Is een gelukkig leven werkelijk mogelijk?

Hoofdstuk 1

Is een gelukkig leven werkelijk mogelijk?

Wat heeft men nodig om zich in een gelukkig leven te verheugen? (1-10)

„HET is heerlijk om te leven!” Zo voelt men zich wanneer men gelukkig is. Maar als wij realistisch zijn, dan weten wij dat het leven niet altijd zo is. Er zijn problemen, en die kunnen zo talrijk en zo groot zijn dat waar geluk slechts een droom schijnt. Moet dat zo zijn?

2 U weet dat een gelukkig leven van verscheidene factoren afhankelijk is. Om van het leven te kunnen genieten, hebben wij voldoende voedsel en geschikte kleding nodig. Wij hebben een tehuis nodig, waar wij geborgenheid en rust kunnen vinden. Toch zijn dit nog maar basisvereisten. Aangenaam gezelschap en een goede gezondheid spelen eveneens een belangrijke rol.

3 Maar zelfs degenen die zich in een mate van deze dingen verheugen, verlangen misschien toch nog vurig naar waar geluk. Het soort van werk dat iemand doet, of de omstandigheden waaronder hij moet werken, kunnen hem van zijn tevredenheid beroven. Ook zijn er in veel gezinnen spanningen tussen man en vrouw of tussen ouders en kinderen. Evenmin kunnen wij eraan voorbijgaan dat ons allen de mogelijkheid van ziekte of een plotselinge dood boven het hoofd hangt. Gelooft u dat al dergelijke problemen in die mate overwonnen kunnen worden dat wij werkelijke voldoening kunnen vinden? Er is reden om dit te geloven. Om zich echter in een gelukkig leven te kunnen verheugen, heeft men eerst iets nodig wat niet alle mensen hebben — een reden om te leven.

4 Om werkelijk gelukkig te zijn, moet uw leven betekenis hebben. Professor S. M. Jourard schrijft in zijn boek The Transparant Self:

„Iemand leeft zolang hij zijn leven ervaart als iets dat betekenis en inhoud heeft, en zolang hij iets heeft om voor te leven . . . Zodra betekenis, inhoud en hoop uit iemands leven verdwijnen, houdt hij op te leven; hij begint te sterven.”

Zelfs in de industrie wordt dit thans erkend. In een Canadees verslag over verzuim op het werk stond:

„Mensen zoeken naar betekenis in hun leven en zijn er niet langer tevreden mee vervangbare, onpersoonlijke raderen in de machinerie van de maatschappij te zijn.” — Atlas World Press Review.

5 Dit verklaart ook waarom vele rijken niet werkelijk tevreden zijn. O ja, zij eten, slapen, hebben een gezin en verheugen zich in enkele van de genoegens en gerieven van het leven. Maar wellicht beseffen zij dat hetzelfde ook van vele dieren gezegd zou kunnen worden. Het leven moet toch meer te bieden hebben.

6 Enkel een lang leven is ook niet de oplossing van het probleem. Vele oudere mensen weten uit ervaring dat een lang leven zonder het gevoel iets te presteren of nodig te zijn, moeilijk te dragen is. Is dat ook uw waarneming?

7 Het ontbreken van een nobel levensdoel is niet tot personen op leeftijd beperkt. Een onderzoek aan de Japanse Daito Bunka-universiteit onthulde dat van 1500 studenten 50 procent van de meisjes en 34 procent van de jongens reeds zelfmoord had overwogen. Waarom? Een van de voornaamste redenen was „de zinloosheid van het leven”. En is het in Europa, Amerika en Afrika veel anders gesteld? De wereldomvattende toename in zelfmoord toont aan dat steeds meer mensen ongelukkig zijn en niets meer van het leven verwachten.

8 Wij zelf voelen ons misschien niet zo wanhopig. Wellicht vinden wij dat wij ondanks onze problemen toch nog wel een mate van geluk kunnen hebben. Toch ontkomen wij niet aan de vraag: Heeft het leven werkelijk zin? Hoe kan ik voor altijd gelukkig zijn?

9 Eeuwen geleden onderzocht een koning het streven van de mens — bijvoorbeeld om een gezin te hebben, rijkdom te verwerven, een betere opleiding te krijgen, zich in goed voedsel te verheugen en imposante gebouwen op te richten. Dit alles lijkt misschien heel aangenaam. Toch kwam hij tot de ontdekking dat het ook veel ergernis met zich kan brengen. Hij vroeg:

„Wat krijgt een mens voor al zijn harde werk en voor het streven van zijn hart waarmee hij hard werkt onder de zon? Want al zijn dagen betekent zijn bezigheid smarten en ergernis, ook ’s nachts legt zijn hart zich nog niet neer. Ook dit is louter ijdelheid.” *

10 De ijdelheid ervan werd later onderstreept, toen hij beschreef wat een persoon na een betrekkelijk kort aantal levensjaren te wachten staat: Het gezichtsvermogen neemt af, armen en benen worden zwak, de tanden worden slecht of vallen uit, de slaap wordt onrustig en ten slotte treedt de dood in. *

Voor welke vragen in verband met het leven komen wij te staan, en welke rol speelt geloof in God daarbij? (11-13)

11 Dus ook al zijn wij van mening dat er geluk in het leven te vinden is, dan staan wij toch voor verbijsterende vragen die ons allen aangaan. Vooral nu. Waarom? Welnu, redacteur Vermont Royster merkte op dat de mens in iets meer dan 50 jaar zijn kennis en technische bekwaamheid aanzienlijk heeft vergroot, maar dan voegt hij eraan toe:

„Hier hebben wij met iets merkwaardigs te doen. Beschouwen wij de mens zelf, zijn dilemma’s, zijn plaats in dit universum, dan zijn wij nog niet veel verder dan aan het begin van de tijd. Wij zitten nog steeds met vragen als wie wij zijn, waarom wij er zijn en waarheen wij gaan.” — Science Digest.

12 Natuurlijk zou men kunnen trachten eenvoudig aan zulke vragen voorbij te gaan en ’van het leven te genieten’. Er is veel voor te zeggen om ondanks problemen toch van het leven te genieten. Maar het is niet realistisch om een leven van zelfbedrog te leiden. * Ons leven zou werkelijke betekenis hebben en wij zouden de basis voor waar geluk hebben gevonden, indien wij zouden kunnen begrijpen „wie wij zijn, waarom wij er zijn en waarheen wij gaan”. Is dat mogelijk?

13 Nadenkende mensen zijn dikwijls tot de slotsom gekomen dat het antwoord afhankelijk is van de fundamentele vraag: ’Bestaat er een God?’ Als er een God bestaat, is het logisch dat hij zou weten waar wij vandaan komen, waarom wij er zijn en waarheen wij gaan. Hij zou ook weten waarom het kwaad bestaat, of er ooit een eind aan zal komen, en zo ja, op welke wijze. Ook zou hij weten wat wij kunnen doen om ons leven gelukkiger en zinvoller te maken. Nu dus de vraag: ’Bestaat er een God?’

[Voetnoten]

^ ¶9 Prediker 2:22, 23, in de bijbel.

[Studievragen]

[Kader op blz. 7]

’IS HET LEVEN DE MOEITE WAARD?’

Michele, een Française, vertelt dat zij haar ouderlijk huis en haar woonplaats had verlaten „om de huichelachtige wereld en de teleurstelling over haar naaste omgeving te ontvluchten”. Maar toen . . .

„Ik kwam in contact met immoraliteit, drugs en gevaarlijke vrienden. De politie en Interpol zaten achter me aan. Ik werd bijna een slachtoffer van de handel in blanke slavinnen. Ik trok van plaats tot plaats op zoek naar een verklaring voor ons bestaan en zocht contact met verschillende sekten. Maar het leven scheen mij niet de moeite waard. Ik voelde me nutteloos en wilde alleen maar sterven.”

[Kader op blz. 9]

EEN VERTWIJFELD MAN

Een man in Japan, Yamamoto genaamd, vertelt:

„Toen ik mij enkele jaren geleden op het toelatingsexamen voor hoger onderwijs voorbereidde, dacht ik veel over de zin en het doel van het leven na. Hoe meer ik boeken over filosofie bestudeerde, hoe teleurgestelder ik was. Nadat ik voor mijn examen was geslaagd, sloot ik mij bij een politieke partij aan. Maar toen ik al de slechtheid om mij heen zag, vroeg ik mij weer af: ’Wat is het doel van het leven?’”

Hij vond geen bevredigende antwoorden in de filosofieën van mensen, die de problemen van de mensheid duidelijk niet hebben opgelost. Ook zijn studie van de geschiedenis en zijn ervaringen met de politiek gaven hem geen aanwijzing dat enige menselijke regering het antwoord heeft. Mensen hebben alle mogelijke regeringsvormen geprobeerd, maar toch is de vraag met betrekking tot de zin van het leven blijven bestaan. De Japanse man voegt eraan toe:

„Min of meer uit wanhoop begon ik een genotzuchtig leven te leiden. Maar al gauw besefte ik hoe onzinnig dat was. Ten slotte kwam ik tot de conclusie dat het antwoord op de voor mij tot dusver onoplosbare vraag met betrekking tot de oorzaak en het doel van het leven, afhankelijk was van de vraag of er al dan niet een God bestaat.”

[Paginagrote illustratie op blz. 4]