Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Is „het einde van de wereld” nabij?

Is „het einde van de wereld” nabij?

Hoofdstuk 15

Is „het einde van de wereld” nabij?

Waarom dienen wij in „het einde van de wereld” geïnteresseerd te zijn? (1-3)

„BENT u gereed voor het einde van de wereld?” zo werd in de Toronto Star gevraagd. Die vraag doet sommigen denken aan berichten zoals het volgende:

„Sydney, Australië — In de Australische rimboe bereidt een groep van 100 stadsbewoners die hun huizen hebben verlaten en de luxe van het huidige leven vaarwel hebben gezegd, zich voor op het naar hun mening ophanden zijnde ’einde van de wereld’.”

2 Toch maken velen in deze tijd zich er bezorgd over dat „het einde” heel goed door een kernoorlog, vervuiling of andere werkelijke gevaren veroorzaakt zou kunnen worden. Hier is een voorbeeld:

„De wetenschappelijke schrijver Isaac Asimov heeft zo’n 20 manieren geteld waarop het leven op aarde uitgeroeid zou kunnen worden, variërend van het sterven van de zon tot hongersnood.” — Toronto Star.

3 Wij hebben echter nog een ernstiger reden tot bezorgdheid, gebaseerd op het betrouwbare Woord van God. Velen hebben in de bijbel over „het einde van de wereld” gelezen (Matthéüs 13:39, 40; 24:3, Het Nieuwe Testament in de omgangstaal). Omdat wij weten dat alles wat God belooft, ook zal gebeuren, dienen wij ons ervoor te interesseren wat de bijbel hierover zegt en hoe dit nu en in de toekomst van invloed kan zijn op ons leven.

WAT EINDIGT, EN WANNEER EINDIGT HET?

Wat zal volgens de bijbel eindigen? (4)

4 De Schrift verzekert ons dat God degenen zal vernietigen die kwaad en lijden veroorzaken (Psalm 37:28; 145:20). Zowel Jezus Christus als de apostel Petrus vergeleken deze komende oordeelsvoltrekking met de selectieve vernietiging van mensen die God in Noachs tijd teweegbracht. De aarde zelf werd destijds niet vernietigd, maar de goddelozen kwamen door een wereldomvattende vloed om het leven. God spaarde Noach en zijn gezin; zij vormden een rechtvaardige maatschappij op een gereinigde aarde. Nadat Petrus daarnaar verwezen had, werd hij er door God toe geïnspireerd de komst van „de dag van het oordeel en van de vernietiging der goddeloze mensen” te voorzeggen. Daarop zullen „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” volgen, waarin „rechtvaardigheid [zal] wonen”. — 2 Petrus 3:5-7, 13; Prediker 1:4; Jesaja 45:18.

Waarom kunnen wij er zeker van zijn dat het „einde” zal komen? (5, 6)

5 Natuurlijk willen wij graag weten wanneer dat vernietigende einde van het huidige samenstel van dingen zal komen. Jezus zei dat alleen de Vader „die dag en dat uur” weet (Matthéüs 24:36). Worden wij hierdoor echter volkomen in het duister gelaten? Neen, want God is zo goed geweest om in zijn Woord inlichtingen te verstrekken zodat zijn aanbidders konden weten wanneer de tijd nabij was. — Vergelijk Amos 3:7.

6 De bijbel geeft ons reden tot vertrouwen in Gods vermogen om toekomstige ontwikkelingen te voorspellen. God liet bijvoorbeeld in Daniël 9:24-27 een profetie optekenen om aan te geven wanneer de Messías, of Christus, zou komen. De eerste-eeuwse arts Lukas vertelt dat de joden, die van Daniëls profetie op de hoogte waren, in het jaar 29 G.T. de Messías verwachtten (Lukas 3:1, 2, 15). De joodse geleerde Abba Hillel Silver is het hiermee eens, want hij schrijft: „De Messías werd rond het tweede kwart van de eerste eeuw G.T. verwacht.” In het jaar 29 G.T. werd Jezus gedoopt en werd hij de Christus, precies in het jaar dat door Daniëls profetie was aangegeven.

Wat voorzei Jezus omtrent het joodse samenstel van dingen? En wat gebeurde er? (7-10)

7 Diezelfde profetie in Daniël voorzei dat na de dood van de Messías ’de stad en de heilige plaats ten verderve zouden worden gebracht’. Ja, God zei van tevoren dat Jeruzalem en zijn heilige tempel vernietigd zouden worden, waarmee het bestaande joodse samenstel van dingen zou eindigen. — Daniël 9:26.

8 Kort voor zijn dood in 33 G.T. ging Jezus hier nader op in. Hij zei dat God Jeruzalem en zijn tempel zou verlaten. Ook zei hij dat hij zou weggaan en later zou terugkomen (Matthéüs 23:37 tot 24:2). Maar zijn discipelen vroegen:

„Zeg ons: Wanneer zullen deze dingen zijn, en wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen [of: ’einde van de wereld’]?” — Matthéüs 24:3.

9 Zijn antwoord zou voor de eerste-eeuwse christenen van levensbelang zijn. Voor ons is het van even groot belang, omdat Jezus’ antwoord, zoals wij zullen zien, een betekenis had die verder reikte dan wat de apostelen vroegen of konden begrijpen. — Johannes 16:4, 12, 13.

10 Jezus verwees naar Daniëls profetie (Matthéüs 24:15). In die profetie was het jaar van Jeruzalems verwoesting niet vastgesteld, en ook Jezus deed dit niet. Hij beschreef echter gebeurtenissen die het „teken” zouden vormen dat het joodse samenstel zich in zijn laatste dagen bevond. U kunt zijn woorden in Matthéüs 24:4-21 en Lukas 21:10-24 lezen. Hij voorzei valse Messíassen (Christussen), oorlogen, voedseltekorten, aardbevingen, pestilentiën, vervolging van christenen en een uitgebreide predikingsveldtocht. De geschiedenis bevestigt dat dit gebeurde binnen het geslacht dat nog in leven was toen Jeruzalem in 70 G.T. door de Romeinen werd verwoest.

VALSE CHRISTUSSEN: Josephus, een historicus uit de eerste eeuw, maakt melding van drie personen die zich voor de Messías uitgaven

OORLOGEN: Er waren Parthische oorlogen in Zuidwest-Azië; opstanden in Gallië en Spanje; joodse opstanden in verscheidene delen van het Rijk; opstanden van Syriërs en Samaritanen tegen de joden

HONGERSNOOD: Er waren hongersnoden in Rome, Griekenland en Judéa; een daarvan wordt in Handelingen 11:28 vermeld

AARDBEVINGEN: Deze vonden plaats op Kreta, Chios en Samos, alsook in Smyrna, Hiërápolis, Kolosse, Milete, Rome en Judéa

CHRISTENEN WERDEN VERVOLGD, maar zij PREDIKTEN OVERAL: Zie het verslag in Handelingen 8:1, 14; 9:1, 2; 24:5; 28:22

Hoe belangrijk was het destijds dat men het „teken” begreep? (11, 12)

11 Omdat de christenen vertrouwen stelden in Jezus’ profetie, konden zij stappen ondernemen om hun leven veilig te stellen. Christus had gewaarschuwd: ’Wanneer gij Jeruzalem door legerkampen ingesloten ziet, vlucht dan’ (Lukas 21:20-24). In oktober van het jaar 66 G.T. werd Jeruzalem, zoals voorzegd, door de Romeinen onder generaal Gallus omsingeld. Hoe konden de christenen vluchten? Onverwachts trokken de legers zich terug. De christenen volgden Jezus’ waarschuwing op en vluchtten de stad uit. In het jaar 70 G.T. keerden de Romeinen onder generaal Titus terug. Zij verwoestten de stad en doodden meer dan een miljoen joden. Ter ere daarvan werd in Rome de nog bestaande Titusboog opgericht.

12 De gebeurtenissen tijdens de laatste dagen van het joodse samenstel bewijzen de absolute betrouwbaarheid van het „teken” dat Jezus gaf. Dit is belangrijk voor ons, want Jezus’ profetie omtrent „het besluit van het samenstel van dingen” heeft thans een nog grotere betekenis.

EEN VERDERE VERVULLING VAN JEZUS’ PROFETIE

Waarom dienen wij naar nog een vervulling van het „teken” uit te zien, en hoe zou deze van de eerste vervulling verschillen? (13-16)

13 Wat Jezus over valse Christussen, oorlogen, hongersnoden, aardbevingen en vervolging van christenen voorzei, ging vóór het jaar 70 G.T. in vervulling. Hij voorzei echter nog meer dingen, die klaarblijkelijk op een latere tijd in vervulling zouden gaan. Hij zei dat „alle stammen der aarde” gedwongen zouden zijn, zijn tegenwoordigheid in hemelse heerlijkheid te erkennen (Matthéüs 24:30). Ook voorzei hij dat de mensen van elkaar gescheiden zouden worden als „schapen van de bokken”, en dat de met schapen te vergelijken personen het eeuwige leven zouden binnengaan (Matthéüs 25:32, 46). Deze dingen gebeurden niet vóór of in het jaar 70 G.T.

14 Meer dan 25 jaar na de val van Jeruzalem werd de apostel Johannes er door God toe bewogen om in het boek Openbaring over toekomstige gebeurtenissen te schrijven. Zoals wij in het zesde hoofdstuk kunnen lezen, voorzag Johannes „ruiters” die rampspoedige dingen over de aarde zouden brengen. Wanneer u Openbaring 6:3-8 leest, zult u zien dat Johannes (1) oorlogen, (2) „voedseltekorten” en (3) „dodelijke plagen” voorzei. Dat zijn dezelfde dingen die Jezus in het „teken” had voorzegd. Derhalve hebben wij nog een bewijs dat Jezus’ voorzegging een tweede of grotere vervulling zou hebben. Professor A. T. Robertson zegt hierover:

„Voor ons doel kunnen wij ermee volstaan ons voor te stellen dat Jezus de verwoesting van de tempel en van Jeruzalem, hetgeen inderdaad in die generatie in 70 n. Chr. plaatsvond, eveneens gebruikte als symbool van zijn eigen tweede komst en van het einde der wereld of de voleinding der eeuwen.” — Word Pictures in the New Testament, Deel 1, blz. 188.

15 Maar zijn er niet altijd al oorlogen, hongersnoden en pestilentiën geweest? Waaraan kan men dan de tweede vervulling van het „teken” herkennen?

16 Klaarblijkelijk moet het om iets bijzonders gaan, iets anders dan een plaatselijke oorlog, een op zichzelf staande pestilentie of één enkele aardbeving. Merk op dat Openbaring 6:4 zegt dat door oorlogvoering „de vrede [niet van één land of gebied, maar] van de aarde” weggenomen zou worden. Bovendien toonde Jezus dat het een samengesteld teken zou zijn. Behalve wijdverbreide oorlog zouden er dus opmerkelijke hongersnoden, aardbevingen en pestilentiën zijn, om maar enkele dingen te noemen. Dit alles zou over één geslacht komen (Matthéüs 24:32-34). Velen die dit beseffen en de menselijke geschiedenis beschouwen, onderscheiden duidelijk dat het ’teken van het besluit van het samenstel van dingen’ thans te zien is.

HET „TEKEN” IN ONZE TIJD

Hoe heeft de voorzegde oorlogvoering in onze tijd plaatsgevonden? (17-19)

17 In Openbaring 6:4 werd te kennen gegeven dat er over de gehele aarde oorlog zou zijn. Is dat het geval geweest? Ja, te beginnen met de oorlog van 1914-1918. Rubriekschrijver Sydney J. Harris schrijft dat in de Eerste Wereldoorlog zo veel landen verwikkeld waren dat meer dan 90 procent van de wereldbevolking erbij betrokken was. Volgens de Encyclopedia Americana werden in de Eerste Wereldoorlog meer dan 8.000.000 soldaten gedood en stierven meer dan 12.000.000 burgers door massale afslachting, ondervoeding of andere ontberingen.

18 Sommigen trachten dit weg te redeneren door te zeggen dat men vroeger eenvoudig niet de transportmiddelen en de technologie voor een wereldoorlog bezat. Maar dat beklemtoont alleen maar hoe uniek de Eerste Wereldoorlog was.

„Met het verstrijken van de tijd sinds augustus 1914 is het steeds duidelijker geworden dat het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog het einde van een tijdperk betekende.” — The Norton History of Modern Europe.

„De Eerste Wereldoorlog — voor de overlevenden eenvoudig De Grote Oorlog — blijft in de geest van de mensheid voortleven als een keerpunt in de moderne geschiedenis. . . . Er schuilt iets waars in het gevoel dat de meeste mensen onbewust bezitten, namelijk, dat de Moderne tijd met de Eerste Wereldoorlog is begonnen. Het was de tijd waarin wij onze onschuld verloren.” — Montreal Gazette.

„Negentien-achttien luidde niet het millennium in, maar een halve eeuw van conflicten — beroering, oorlog, revolutie, verwoesting en verderf op ongekende en zelfs onvoorstelbare schaal.” — Professor H. S. Commager.

19 Ja, er werd een tijd ingeluid van ’oorlog op onvoorstelbare schaal’, precies zoals de bijbel had aangegeven. Spoedig volgde er een tweede wereldoorlog, die tussen de „35.000.000 en 60.000.000” mensenlevens kostte.

„De Tweede Wereldoorlog heeft in bijna de gehele wereld op ongekende schaal dood en verderf gezaaid. . . . een poging de vernielde bezittingen en middelen van bestaan in geld uit te drukken, is nutteloos: de uitkomst zou een astronomisch getal zijn.” — Encyclopedia Americana.

En u weet dat, behalve de vele oorlogen die sinds 1945 hebben gewoed, ons thans ook nog de dreiging van een kernoorlog boven het hoofd hangt.

Hoe is de voorzegging met betrekking tot pestilentiën in vervulling gegaan? (20)

20 Ziekten op weergaloze schaal vormen nog een bewijs dat de belangrijkste vervulling van het „teken” met de Eerste Wereldoorlog is begonnen (Lukas 21:11). Na erkend te hebben dat er bij vroegere epidemieën in de loop van tientallen jaren grote aantallen mensen zijn omgekomen, toonde het tijdschrift Science Digest aan hoeveel verwoestender de Spaanse griep van 1918 was:

„De oorlog had in vier jaar van niet aflatende strijd meer dan 21 miljoen mensen gedood; de griepepidemie eiste bij benadering dezelfde tol in ongeveer vier maanden. Nooit eerder in de geschiedenis had de dood zich zo onverbiddelijk en zo snel aangediend. . . . Eén arts noemde de griep de ergste medische catastrofe aller tijden.”

„Gewoonlijk stelt men het aantal doden wereldwijd op 21 miljoen, maar dit is ’waarschijnlijk een grove onderschatting’. Wellicht is dat aantal alleen al in Voor-Indië gestorven; het sterftecijfer was daar in oktober 1918 ’zonder parallel in de geschiedenis der epidemieën’.” — Scientific American.

Ook hebben de geleerden de oogst aan mensenlevens die door ziekten worden opgeëist, geen halt kunnen toeroepen. Zodra de ene ziekte „overwonnen” schijnt te zijn, komt er een nieuwe op. De mens stuurt raketten naar de maan, maar malaria, kanker en hartziekten heeft hij niet kunnen overwinnen.

Op welk ander bewijsmateriaal zou u kunnen wijzen, waardoor wordt aangetoond dat het „teken” in vervulling gaat? (21-23)

21 Zoals Jezus zei, zouden ook ’aardbevingen in de ene plaats na de andere’ een onderdeel van het „teken” vormen (Matthéüs 24:7; Lukas 21:11). Door de gehele geschiedenis heen zijn er aardbevingen geweest. Hoe laat de periode sinds de Eerste Wereldoorlog zich echter met vroegere tijden vergelijken? Geo Malagoli schrijft in Il Piccolo:

„Onze generatie leeft in een gevaarlijke periode van grote seismische activiteit, zoals statistieken aantonen. In feite vermelden betrouwbare bronnen dat er in een periode van 1059 jaar (van 856 tot 1914) slechts 24 grote aardbevingen zijn geweest, die 1.973.000 mensenlevens hebben gekost. Bij catastrofes in recentere tijd zijn echter in slechts 63 jaar 1.600.000 mensen omgekomen, en wel als gevolg van 43 aardbevingen die van 1915 tot 1978 plaatsvonden. Deze dramatische toename beklemtoont nog een algemeen erkend feit, namelijk, dat onze generatie in vele opzichten onfortuinlijk is.”

22 Sommigen zeggen wellicht dat de toenemende wereldbevolking en de grootte van de steden verantwoordelijk zijn voor het hogere aantal doden bij aardbevingen sinds de Eerste Wereldoorlog. Maar zelfs al is dit de reden, dan verandert dit niets aan de feiten. Dit geldt eveneens voor hongersnoden. Ondanks de vooruitgang die men in de voedselproduktie heeft geboekt, bijvoorbeeld door de Groene Revolutie, lezen wij nieuwsberichten zoals de volgende:

„Ten minste één op de acht mensen op aarde lijdt nog steeds aan de een of andere vorm van ondervoeding.”

„De Wereldvoedselraad van de VN kwam afgelopen herfst in Ottawa bijeen en bevestigde dat er elk jaar 50 miljoen mensen verhongeren.”

„Wereldvoedselexperts schatten dat dit jaar meer dan een miljard mensen niet genoeg te eten zullen krijgen.”

23 „Het besluit van het samenstel van dingen” zou ook door ’toenemende wetteloosheid’ en liefdeloosheid gekenmerkt worden (Matthéüs 24:3, 12). Waarschijnlijk hebt u geen statistieken over misdaad of terrorisme nodig om u ervan te overtuigen dat dit in deze tijd in vervulling gaat. Lees in dit verband echter eens de profetische beschrijving van de „laatste dagen” in 2 Timótheüs 3:1-5 en zie hoe die nauwkeurig overeenkomt met onze tijd.

WAT BETEKENT HET VOOR U?

Hoe staat de huidige vervulling van het „teken” met uw leven in verband? (24-26)

24 Jezus voorzei dat velen door de vervulling van het „teken” met angst vervuld zouden zijn. „De mensen [zullen] mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen.” Met zijn volgelingen zou het echter anders gesteld zijn. Christus zei tot hen: „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabijkomt” (Lukas 21:26, 28). Wij mogen de gebeurtenissen niet negeren, noch zo onverstandig zijn ze als toeval terzijde te schuiven. De mensen in Jeruzalem die de vervulling van Jezus’ profetie in hun tijd negeerden, verloren hun leven. Jezus gebiedt ons: ’Blijft wakker, dat gij erin moogt slagen te ontkomen.’ Lukas 21:34-36.

25 Ja, het is mogelijk het einde van het huidige goddeloze samenstel van dingen te overleven. Geen mens weet precies ’de dag en het uur’ van het komende einde, maar wat er tijdens ons leven op aarde is gebeurd, bewijst dat het zeer nabij is. Er wordt echter meer van ons gevraagd dan alleen maar ’te waken’ (Matthéüs 24:36-42). Ons denken en ons gedrag dienen in overeenstemming daarmee te zijn. Petrus schrijft: „Uw leven dient heilig en aan God toegewijd te zijn, terwijl u op de Dag van God wacht. . . . Doet uw best om rein en onberispelijk te zijn.” — 2 Petrus 3:11-14, Good News Bible.

26 Als een onderdeel van het „teken” zei Jezus ook: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen” (Matthéüs 24:14). Ten einde op juiste wijze een aandeel aan deze activiteit te hebben, dienen wij te weten wat dat „koninkrijk” is en waarom het thans, aangezien het einde nabij is, zo’n belangrijke rol speelt. Laten wij dit nu gaan onderzoeken.

[Studievragen]

[Kader op blz. 140]

„Reeds sinds aloude tijden zijn er voorspellingen omtrent het einde van de wereld gedaan. . . . Thans zijn er echter onheilspellende voortekenen die niet zullen verdwijnen: ’mensheidsproblemen’ die zelfs voor de scherpzinnigste politici onoplosbaar schijnen, extremisten in een met kernwapens uitgeruste wereld en mensen die als termieten hun onvervangbare milieu aan het verwoesten zijn.” — „The Spectator”, Ontario, Canada.

[Kader op blz. 147]

„Het is nooit gemakkelijk geweest een oorlog uit te leggen, en bij de Eerste Wereldoorlog is dat misschien nog wel het moeilijkst. Achter de droge verslagen over wedijver en bondgenootschappen die de geschiedkundigen aanvoeren om de oorlog uit te leggen, schuilt een gevoel van iets veel groters, een gevoel van rusteloosheid die de wereld in beroering bracht. . . . De oorlog was nog maar nauwelijks voorbij, of de wereld begon zich al op de volgende voor te bereiden.” — Barry Renfrew, Associated Press.

„De gebeurtenissen die op 4 augustus 1914 op gang werden gebracht . . . verwoestten een morele en politieke orde, verstoorden een internationaal machtsevenwicht, maakten een eind aan Europa’s toonaangevende rol in de wereld en eisten in hun loop tientallen miljoenen mensenlevens op. . . . in 1914 verloor de wereld een samenhang die ze sindsdien niet heeft kunnen herwinnen.” — Londen, „The Economist”.

[Kader op blz. 149]

DODEN BIJ AARDBEVINGEN

(Schatting gebaseerd op 1122 jaar)

Tot aan 1914 — 1800 per jaar

Sinds 1914 — 25.300 per jaar

[Illustratie op blz. 144]

De christenen gaven gehoor aan Jezus’ waarschuwing en vluchtten uit Jeruzalem voordat de Romeinen de stad verwoestten