Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Een goed fundament voor uw huwelijk leggen

Een goed fundament voor uw huwelijk leggen

Hoofdstuk 2

Een goed fundament voor uw huwelijk leggen

1-3. Waarvan is volgens Matthéüs 7:24-27 werkelijk succes in het leven afhankelijk?

EEN huis, een leven of een huwelijk is slechts zo goed als het fundament waarop het rust. In een van zijn illustraties sprak Jezus over twee mensen — een wijze, die zijn huis op stevige rotsgrond bouwde, en een dwaze, die op zandgrond bouwde. Toen er een storm opstak en er stortvloeden en winden tegen de beide huizen sloegen, bleef het huis op de stevige rotsgrond staan, maar het op zand gebouwde huis stortte met een grote klap ineen.

2 Jezus leerde de mensen niet hoe zij huizen moesten bouwen. Hij beklemtoonde de noodzaak om hun leven op een goed fundament te bouwen. Als Gods boodschapper zei hij: „Een ieder . . . die deze woorden van mij hoort en ze doet”, is als de man die op stevige rotsgrond bouwde. Maar „een ieder die deze woorden van mij hoort en ze niet doet”, is als degene die op zand bouwde. — Matthéüs 7:24-27.

3 Merk op dat Jezus in beide gevallen aantoont dat het niet slechts een kwestie is van wijze raad te horen en te weten wat men moet doen. Het verschil tussen succes en mislukking is gelegen in het doen van wat de wijze raad zegt. „Indien gij deze dingen weet, gelukkig zijt gij als gij ze doet.” — Johannes 13:17.

4. Welke lessen kunnen wij onder andere uit het huwelijk van het eerste mensenpaar leren? (Genesis 2:22 tot 3:19)

4 Dit geldt beslist met betrekking tot het huwelijk. Als wij ons huwelijk op een rotsfundament bouwen, zal het onder de spanningen van het leven standhouden. Maar waar komt dit goede fundament vandaan? Van de Insteller van het huwelijk, Jehovah God. Hij stelde het huwelijk in toen hij het eerste mensenpaar als man en vrouw bijeenbracht. Vervolgens gaf hij hun wijze instructies voor hun eigen welzijn. Of zij een eeuwige glorierijke toekomst of in het geheel geen toekomst zouden hebben, hing af van het al dan niet opvolgen van deze wijze instructies. Beiden verkozen Gods instructies te negeren, met het gevolg dat hun huwelijk en hun leven als een op zand gebouwd en door de storm geteisterd huis ineenstortte.

5, 6. Welke hulp verschaft God voor gehuwde personen en voor degenen die een huwelijk overwegen?

5 Dat eerste mensenpaar werd door Jehovah God in een huwelijk bijeengebracht, maar de huwelijksregelingen voor echtparen in deze tijd worden niet door God persoonlijk getroffen. Zijn wijze raad voor een gelukkig huwelijk is echter nog steeds beschikbaar. Een ieder die in deze tijd een huwelijk overweegt, moet zelf beslissen of hij de raad zal toepassen. Gods Woord toont ook aan dat wij hem om hulp kunnen vragen ten einde een verstandige beslissing met betrekking tot een toekomstige huwelijkspartner te nemen. — Jakobus 1:5, 6.

6 Natuurlijk verschillen de omstandigheden in diverse delen van de aarde aanmerkelijk. In veel landen kiezen mannen en vrouwen in deze tijd hun eigen huwelijkspartner. Maar onder een groot deel van de aardbewoners regelen de ouders het huwelijk, soms door bemiddeling van een „koppelaar” of tussenpersoon. In sommige landen krijgt een man pas een vrouw nadat hij een „bruidsprijs” heeft betaald. Maar hoe dan ook, de bijbel geeft raad die tot een succesvol huwelijk kan bijdragen.

LEER EERST UZELF KENNEN

7-10. (a) Wat moet iemand die een huwelijk overweegt, omtrent zichzelf weten? Hoe kan hij hier achter komen? (b) Welke geldige redenen om te trouwen noemt de bijbel?

7 Wat verlangt u van het huwelijk? Wat zijn in fysiek, emotioneel en geestelijk opzicht uw behoeften? Wat zijn uw waardebepalingen, uw doeleinden en uw methoden om ze te bereiken? Om deze vragen te beantwoorden, moet u uzelf kennen. Dat is niet zo gemakkelijk als men wel zou denken. Zelfonderzoek vergt emotionele rijpheid, en zelfs dan is het nog niet mogelijk onszelf in elk detail zo te zien als wij werkelijk zijn. De christelijke apostel Paulus gaf dit te kennen toen hij in 1 Korinthiërs 4:4 schreef: „Ik ben mij er niet van bewust dat er iets tegen mij is. Toch is daardoor nog niet bewezen dat ik rechtvaardig ben, maar hij die mij onderzoekt, is Jehovah.”

8 Bij een bepaalde gelegenheid wilde de Schepper de man Job doordringen van enkele feiten die hij over het hoofd zag, en God zei toen tot hem: „Laat mij u ondervragen, en licht gij mij in” (Job 38:3). Vragen kunnen ons helpen onszelf te leren kennen en motieven te ontdekken. Stel uzelf dus vragen in verband met uw belangstelling voor het huwelijk.

9 Wilt u trouwen ten einde aan fysieke behoeften — voedsel, kleding en onderdak — te voldoen? Dat zijn fundamentele behoeften die wij allen hebben, want de bijbel zegt: „Als wij . . . onderhoud en onderdak hebben, dan moet ons dat genoeg zijn.” En hoe staat het met de behoefte aan seks? Dat is ook een normaal verlangen. „Het is beter te trouwen dan te branden van hartstocht” (1 Timótheüs 6:8, Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap; 1 Korinthiërs 7:9). Hebt u behoefte aan gezelschap? Dat was een belangrijke reden waarom God de huwelijksregeling instelde. Nog een reden was dat twee personen gezamenlijk een werk zouden verrichten (Genesis 2:18; 1:26-28). Als men goed werk levert, schenkt dit voldoening en kan men op een beloning rekenen. — Prediker 3:13.

10 Verliefde mensen beschouwen vanouds reeds het hart als een symbool van hun gevoelens. De bijbel stelt echter een verontrustende vraag in verband met het hart: „Wie kan het kennen?” (Jeremia 17:9) Bent u er zeker van dat u weet wat er in uw hart leeft?

11. Welke fundamentele emotionele behoeften dienen in het huwelijk bevredigd te worden?

11 Fysieke aantrekkingskracht verblindt ons dikwijls voor andere emotionele behoeften. Als u een huwelijkspartner zoekt, bent u zich dan voldoende bewust van uw behoefte aan begrip, vriendelijkheid en mededogen? Wij allen hebben de fundamentele behoefte aan iemand die ons na aan het hart ligt, in wie wij vertrouwen kunnen stellen, bij wie wij ons hart kunnen luchten zonder bang te hoeven zijn gekrenkt te worden, iemand die „de deur van zijn tedere mededogen” niet voor ons zal sluiten (1 Johannes 3:17). Kunt u dit alles aan uw huwelijkspartner geven, en zal omgekeerd hij of zij het aan u geven?

12. Waarom is de bevrediging van fysieke en emotionele behoeften niet voldoende voor een gelukkig huwelijk?

12 Jezus zei: „Gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood” (Matthéüs 5:3). Wat is uw geestelijke nood of geestelijke behoefte? Houdt deze verband met het streven naar een carrière? Rijkdom? Materiële bezittingen? Welnu, schenkt het najagen van deze dingen innerlijke vrede en tevredenheid? Gewoonlijk niet. Wij moeten dus beseffen dat er, nadat alle fysieke behoeften zijn bevredigd, bij alle mensen een geestelijke honger blijft bestaan. Onze geest hongert naar identiteit — te weten wie wij zijn, wat wij zijn, waarom wij op aarde zijn en wat onze bestemming is. Bent u zich bewust van deze geestelijke behoeften? Weet u hoe u eraan kunt voldoen?

BIJ ELKAAR PASSEN

13. Wil uw huwelijk gelukkig zijn, wat moet u dan behalve uw eigen behoeften ook onderscheiden?

13 Als u al deze lichamelijke, verstandelijke en geestelijke behoeften begrijpt, weet u dan of uw toekomstige huwelijkspartner ze ook begrijpt? Voor een gelukkig huwelijk moet u niet alleen weten waar ú speciaal behoefte aan hebt, maar moet u ook onderscheiden wat uw huwelijkspartner nodig heeft. U zult beslist willen dat uw huwelijkspartner ook gelukkig is. Als er één ongelukkig is, zullen beiden ongelukkig zijn.

14. Waarom bemerken veel echtparen dat zij niet bij elkaar passen?

14 Veel huwelijken worden ongelukkig of de partners gaan uiteen omdat ze niet bij elkaar passen. Onder de oude Mozaïsche wet was het verboden twee dieren van ongelijke bouw en kracht onder één juk te brengen, omdat een van beide het dan zwaar te verduren zou hebben (Deuteronomium 22:10). Zo is het ook met een man en een vrouw die niet goed bij elkaar passen en toch door het huwelijk onder één juk verenigd worden. Wanneer echtparen niet dezelfde interesses hebben, hun smaak op het gebied van vrienden en ontspanning verschilt en zij slechts weinig dingen gemeen hebben, komen de huwelijksbanden aan grote spanning bloot te staan.

15, 16. Wat zijn enkele aangelegenheden die met een toekomstige huwelijkspartner besproken moeten worden, en hoe dient dit te geschieden?

15 „Plannen zijn tot mislukking gedoemd waar geen vertrouwelijk gesprek is”, vertelt de bijbel ons (Spreuken 15:22). Heeft men bij het overwegen van een huwelijk ook praktische aangelegenheden besproken? Hoe zal het werk van de man in het huwelijk passen? Dit zal namelijk bepalen waar u zult wonen en hoeveel geld er zal zijn om aan de behoeften van het gezin te voldoen. Wie zal de financiën beheren? Moet de vrouw erbij werken, en is dat wenselijk? Hoe zal de verstandhouding met aangetrouwde familieleden, vooral de ouders van beide huwelijkspartners, zijn? Hoe denken beiden over seks, kinderen en de opleiding van kinderen? Wil de een de ander domineren, of zal de verhouding door liefdevolle consideratie worden beheerst?

16 Kunnen al deze vragen, en nog vele meer, kalm en logisch besproken worden, en kunnen ze zodanig worden opgelost dat u er beiden vrede mee kunt hebben? Kunnen problemen samen onder de ogen gezien en opgelost worden, en kan de communicatie altijd open worden gehouden? Dit is onontbeerlijk voor een succesvol huwelijk.

17-19. Waarom is gezinsachtergrond van invloed op het feit of huwelijkspartners bij elkaar passen?

17 Gewoonlijk passen twee personen met dezelfde achtergrond beter bij elkaar. In het boek Aid to Bible Understanding, bladzijde 1114, staat over het huwelijk in bijbelse tijden:

„Naar het schijnt, was het over het algemeen gebruikelijk dat een man een vrouw zocht binnen de kring van zijn eigen verwanten of stam. Deze gedragslijn blijkt uit Labans verklaring aan Jakob: ’Het is beter dat ik [mijn dochter] aan u geef dan dat ik haar aan een andere man geef’ (Gen. 29:19). Dit gebruik werd vooral waargenomen onder de aanbidders van Jehovah. Zo zien wij bijvoorbeeld dat Abraham iemand naar zijn verwanten in zijn eigen land zond om een vrouw voor zijn zoon Isaäk te zoeken, in plaats dat hij voor hem een vrouw nam uit de dochters van de Kanaänieten, onder wie hij woonde (Gen. 24:3, 4).”

18 Dit wil natuurlijk niet zeggen dat het thans raadzaam is dat men met een zeer nauw familielid trouwt, want dit zou erfelijkheidsproblemen kunnen geven, waardoor men gebrekkige nakomelingen zou kunnen voortbrengen. Maar gezinsachtergronden hebben veel te maken met de waardebepalingen die mensen erop na houden. Tijdens de kinderjaren en de jeugd worden iemands gedrag en gevoelens vanzelfsprekend beïnvloed door de gezinssfeer. Wanneer beide huwelijkspartners een overeenkomstige achtergrond hebben, vinden zij het gewoonlijk gemakkelijker om ’in dezelfde grond te groeien en in hetzelfde klimaat te gedijen’. Maar ook personen die niet dezelfde achtergrond hebben, kunnen zich in het huwelijk goed aanpassen, vooral wanneer beiden emotioneel rijp zijn.

19 Het is duidelijk dat het nuttig is als u iets omtrent de huiselijke kring van uw toekomstige huwelijkspartner te weten kunt komen. Maar let ook op hoe hij of zij tegenover ouders, broers en zusters staat. Hoe bejegent hij of zij oudere personen, of hoe gaat hij of zij met jonge kinderen om?

20, 21. Wanneer men een huwelijkspartner uitkiest, hoe dient men dan de tekortkomingen van die persoon te bezien?

20 Niettegenstaande alle voorzorgsmaatregelen die men neemt, moet men toch bedenken dat geen twee personen volmaakt bij elkaar zullen passen. Beiden zullen tekortkomingen hebben. Sommige zal men misschien vóór het huwelijk ontdekken en sommige zal men pas later gewaarworden. Wat dan?

21 Het zijn niet de tekortkomingen zelf die huwelijken doen stranden, maar het is de wijze waarop de huwelijkspartner ze beziet. Kunt u zien dat de goede eigenschappen tegen de gebreken opwegen, of blijft u zich op de slechte eigenschappen concentreren en daarop hameren? Bent u plooibaar genoeg om dingen door de vingers te zien? Uw huwelijkspartner moet toch ook dingen van u door de vingers zien en dat wilt u toch ook maar wat graag? De apostel Petrus zei: „Liefde bedekt een menigte van zonden” (1 Petrus 4:8). Hebt u die liefde voor degene met wie u van plan bent te trouwen? Zo niet, dan kunt u beter niet met die persoon trouwen.

’IK VERANDER HEM WEL’

22-24. Waarom is het onverstandig met iemand te trouwen die belooft zijn gewoonten te zullen veranderen of te trouwen met de bedoeling te trachten hem of haar te veranderen?

22 Zegt u misschien: ’O, ik verander hem [haar] wel’? Maar wie hebt u eigenlijk lief? De persoon zoals hij of zij is, of zoals die persoon zal zijn na uw pogingen om hem of haar te veranderen? Het is al moeilijk om onszelf te veranderen, laat staan om anderen te veranderen. De krachtige waarheden uit Gods Woord kunnen iemand echter wel helpen zichzelf te veranderen. Iemand kan ’de oude persoonlijkheid wegdoen’ en nieuw worden gemaakt in de kracht die het denken aandrijft (Efeziërs 4:22, 23). Maar sta zeer sceptisch tegenover de belofte van een toekomstige huwelijkspartner om ter wille van u een plotselinge verandering aan te brengen. Slechte gewoonten kunnen weliswaar gecorrigeerd of veranderd worden, maar dit kan tijd, zelfs jaren, vergen. Ook kunnen wij niet aan het feit voorbijgaan dat overgeërfde eigenschappen en milieufactoren ons een specifiek temperament hebben gegeven en ons in bepaalde opzichten hebben gevormd, waardoor wij zijn zoals wij zijn. Ware liefde kan ons ertoe bewegen elkaar te helpen vorderingen te maken en zwakheden te overwinnen, maar ze zal ons er niet toe bewegen te trachten een huwelijkspartner in een nieuwe en onnatuurlijke vorm te persen waardoor zijn of haar persoonlijkheid teniet wordt gedaan.

23 Sommigen hebben zich in hun geest een beeld van de ideale huwelijkspartner gevormd en trachten nu elke vlaag van verliefdheid die zij hebben, in dit beeld te passen. Natuurlijk kan niemand aan een onmogelijke droom beantwoorden, maar de verliefde persoon houdt er hardnekkig aan vast en tracht de ander ertoe te dwingen die droom te vervullen. Wanneer dit niet lukt, is hij of zij gedesillusioneerd en gaat elders naar het denkbeeldige ideaal zoeken. Maar zulke personen vinden hun ideaal nooit. Zij jagen een droombeeld na dat alleen maar in hun eigen verbeelding bestaat. Personen die zo denken, zijn niet geschikt voor een huwelijk.

24 Misschien hebt u ook wel zulke droombeelden gehad. De meesten van ons kunnen er ongetwijfeld van meepraten en veel jongeren koesteren zulke droombeelden. Maar naarmate wij emotionele rijpheid verwerven, komen wij tot het besef dat zulke fantasieën als onpraktisch opzij gezet moeten worden. Wat in het huwelijk telt, is de realiteit, niet slechts verbeelding.

25. Wat is het verschil tussen werkelijke liefde en verliefdheid?

25 Werkelijke liefde is niet zo blind als velen denken. Ze zal weliswaar een heleboel tekortkomingen bedekken, maar werkelijke liefde negeert ze niet. Het is veeleer verliefdheid, niet liefde, die blind is en weigert de problemen te erkennen die anderen kunnen voorzien. Ze onderdrukt zelfs haar eigen knagende twijfels; maar wees ervan verzekerd dat ze later aan de oppervlakte zullen komen. Wanneer u in de verkeringstijd uw ogen voor onplezierige feiten sluit, zult u er stellig na het huwelijk mee geconfronteerd worden. Wij zijn van nature geneigd om ons van onze beste kant te laten zien aan iemand die wij hopen te behagen of te bekoren, maar mettertijd zal onze ware gedaante aan het licht treden. Gun uzelf die tijd om de andere persoon te zien zoals hij of zij werkelijk is, en wees ook eerlijk door uzelf niet anders voor te doen dan u werkelijk bent. De vermaning van de apostel in 1 Korinthiërs 14:20 zou ook op het zoeken van een huwelijkspartner toegepast kunnen worden: „Wordt geen jonge kinderen . . . wordt daarentegen volwassen in verstandelijke vermogens.”

HET HUWELIJK IS EEN VERBINTENIS

26. Hoe bindend is de huwelijksband volgens de Schrift? (Romeinen 7:2, 3)

26 Men dient ernstig te overwegen waartoe men zich door het huwelijk verbindt. Als de verbintenis van beide kanten niet krachtig en gedegen is, zal het huwelijk op een wankel fundament rusten. In veel delen van de wereld worden thans huwelijken gesloten die al vlug daarna weer ontbonden worden. Dikwijls is de reden hiervoor dat men de huwelijksverbintenis niet als moreel bindend beschouwde en van het standpunt uitging dat het huwelijk ontbonden kon worden ’als het niet meer aan de verwachtingen voldeed’. Wanneer men er die zienswijze op na houdt, is het huwelijk bijna reeds vanaf het begin ten ondergang gedoemd en heeft het gewoonlijk in plaats van geluk slechts hartzeer tot gevolg. In tegenstelling daarmee toont de bijbel aan dat het huwelijk een verbintenis voor het leven dient te zijn. God zei over het eerste mensenpaar dat de twee ’één vlees moesten worden’ (Genesis 2:18, 23, 24). Voor de man zou er geen andere vrouw zijn, en voor de vrouw geen andere man. Gods Zoon bekrachtigde dit met de woorden: „Zodat zij niet langer twee, maar één vlees zijn. Wat God derhalve onder één juk heeft samengebracht, brenge geen mens vaneen.” Slechts seksuele ontrouw zou een gerechtvaardigde grond zijn om de huwelijksband te verbreken. — Matthéüs 19:3-9.

27-29. (a) Naar welke eigenschappen zal een vrouw terecht in een toekomstige huwelijkspartner zoeken? (b) Naar welke eigenschappen zal een man wijselijk in een toekomstige huwelijkspartner zoeken?

27 Met het oog op de ernst van de kwestie doet een vrouw die het huwelijk tot een succes wil maken, er goed aan alleen met een man te trouwen die zij kan respecteren — iemand die stabiel en evenwichtig is, een gezond oordeel heeft, verantwoordelijkheid kan dragen en rijp genoeg is om nuttige kritiek te aanvaarden. Vraag uzelf af: Zal hij een goede verzorger zijn, een goede vader voor de eventuele kinderen waarmee de verbintenis gezegend wordt? Houdt hij er hoge morele maatstaven op na, zodat u beiden vastbesloten kunt zijn het huwelijksbed eerbaar en onbevlekt te houden? Geeft hij er blijk van nederig en bescheiden te zijn of is hij trots en eigenzinnig, iemand die met zijn autoriteit als gezinshoofd wil pronken, die denkt dat hij altijd gelijk heeft en niet over aangelegenheden wil redeneren? Door vóór het huwelijk voldoende tijd met de man om te gaan, kan men deze dingen bespeuren, vooral indien men zich aan bijbelse beginselen als beoordelingsmaatstaf houdt.

28 Evenzo zal een man die zijn huwelijk beslist tot een succes wil maken, een vrouw zoeken die hij kan liefhebben als zijn eigen vlees. Zij dient hem als huwelijkspartner aan te vullen bij het opzetten van een huishouding (Genesis 2:18). Een goede huisvrouw zijn, is een veeleisende carrière met uiteenlopende verantwoordelijkheden. Een vrouw moet de talenten combineren van kokkin, binnenhuisarchitecte, huishoudster, moeder en onderwijzeres, om er slechts enkele te noemen. Haar taak kan creatief en uitdagend zijn, terwijl zij veel gelegenheden heeft om zich te ontplooien en voldoening in haar werk te vinden. Niet alleen een waardevolle echtgenoot, maar ook een goede vrouw werkt hard: „Zij waakt over de gang van zaken in haar huisgezin, en het brood der luiheid eet zij niet.” — Spreuken 31:27.

29 Ja, het is goed wanneer beiden aandacht schenken aan wat zij waarnemen — is er al dan niet sprake van persoonlijke reinheid en ordelijkheid; is men ijverig of, in plaats daarvan, lui; geeft men blijk van redelijkheid en consideratie, of is men veeleer koppig en egoïstisch; is men zuinig of verkwistend; wordt het denkvermogen gebruikt, wat tot een aangename conversatie en geestelijke verrijking bijdraagt, in tegenstelling tot mentale luiheid, waardoor het leven slechts een saaie routine wordt en men weinig meer doet dan voor de dagelijkse fysieke behoeften te zorgen.

30, 31. Waarom kan immoreel gedrag in de verkerings- of verlovingstijd een belemmering vormen voor een goed huwelijk?

30 Oprechte achting voor elkaar is onontbeerlijk voor een succesvol huwelijk. En dit geldt ook met betrekking tot uitingen van genegenheid in de verkerings- of verlovingstijd. Ongepaste familiariteit of ongebreidelde hartstocht kan de verhouding voordat het huwelijk begint, tot iets goedkoops maken. Seksuele immoraliteit is geen goed fundament waarop men een huwelijk bouwt. Het verraadt dat men zelfzuchtig is en zich niet om het toekomstige geluk van de ander bekommert. De onstuimige hartstocht die voor een ogenblik een onverbrekelijke band schijnt te smeden, kan snel verkoelen en het huwelijk binnen enkele weken of zelfs dagen doen stranden. — Vergelijk het verslag over Amnons hartstocht voor Tamar, zoals dit in 2 Samuël 13:1-19 wordt verhaald.

31 Uitingen van hartstocht in de verkerings- of verlovingstijd kunnen het zaad van twijfel zaaien, waaruit later onzekerheid geboren wordt met betrekking tot het werkelijke motief voor het huwelijk. Heeft men zich alleen maar laten meeslepen door hartstocht, of is men getrouwd om samen met iemand die oprecht gewaardeerd en als persoon bemind wordt, door het leven te gaan? Gebrek aan zelfbeheersing vóór het huwelijk is dikwijls een voorbode van gebrek aan zelfbeheersing erna, hetgeen tot ontrouw leidt en ongelukkig maakt (Galáten 5:22, 23). Slechte herinneringen die door voorechtelijke immoraliteit worden nagelaten, kunnen een belemmering vormen voor een soepele emotionele aanpassing in de eerste stadiums van het huwelijk.

32. Hoe kan immoreel gedrag in de verkerings- of verlovingstijd van invloed zijn op iemands verhouding tot God?

32 Wat nog ernstiger is, door een dergelijke immoraliteit schaadt men zijn verhouding tot onze Schepper, wiens hulp wij zo dringend nodig hebben. „Want dít wil God, de heiliging van u, dat gij u onthoudt van hoererij; . . . dat niemand zo ver gaat dat hij schade aanricht en inbreuk maakt op de rechten van zijn broeder [of, redelijkerwijs, van zijn zuster] in deze aangelegenheid . . . Wie daarom blijk geeft van minachting, minacht niet een mens, maar God, die zijn heilige geest in u legt.” — 1 Thessalonicenzen 4:3-8.

EEN ROTSFUNDAMENT

33, 34. Als men een huwelijkspartner uitkiest, welke hoedanigheden zijn dan volgens de Schrift veel belangrijker dan de uiterlijke verschijning?

33 Zal uw huisgezin op een rotsfundament of op een zandfundament rusten? Dit hangt er ten dele van af in hoeverre u verstandig handelt bij het uitkiezen van een huwelijkspartner. Schoonheid en seks zijn niet voldoende. Hierdoor wordt het feit dat men mentaal en geestelijk niet bij elkaar past, niet uitgewist. Het is veeleer de raad uit Gods Woord die een rotsfundament voor het huwelijk verschaft.

34 De bijbel toont aan dat de innerlijke persoon belangrijker is dan de uiterlijke verschijning. „Charme kan bedrieglijk zijn en schoonheid ijdel”, zegt de geïnspireerde spreuk, „maar de vrouw die Jehovah vreest, díe verwerft zich lof” (Spreuken 31:30). Petrus, een gehuwd man, spreekt over „de verborgen persoon van het hart” en „de stille en zachtaardige geest” als hoedanigheden die „van grote waarde [zijn] in de ogen van God” (1 Petrus 3:4). God ’gaat niet op iemands uiterlijke verschijning af’, en wij doen er goed aan hem hierin na te volgen door ervoor te zorgen dat wij ons niet al te zeer door louter de uiterlijke verschijning van een toekomstige huwelijkspartner laten beïnvloeden. — 1 Samuël 16:7.

35, 36. (a) Waarom is het belangrijk met iemand te trouwen die in God en in zijn Woord gelooft? (b) In hoeverre zou een toekomstige huwelijkspartner dat geloof ten toon moeten spreiden?

35 De wijze koning Salomo dacht diep over het leven na en kwam tot de volgende slotsom: „Vrees de ware God en onderhoud zijn geboden. Want dit is de gehele verplichting van de mens” (Prediker 12:13). De Israëlieten, die waren overeengekomen Gods wet te gehoorzamen, kregen het uitdrukkelijke gebod geen huwelijken aan te gaan met personen die hun vorm van aanbidding niet beoefenden, omdat zij anders van de ware God afgetrokken zouden worden. — Deuteronomium 7:3, 4.

36 Om soortgelijke redenen werd aan degenen die in Gods „nieuwe verbond” waren opgenomen en leden van de christelijke gemeente waren, de vermaning gegeven slechts „in de Heer” te trouwen (Jeremia 31:31-33; 1 Korinthiërs 7:39). Dit is geen fanatisme, maar wordt veeleer door wijsheid en liefde gemotiveerd. Niets kan de huwelijksbanden meer verstevigen dan gezamenlijke toewijding aan de Schepper. Als u met een persoon trouwt die in God en in zijn Woord gelooft, en die dit Woord net zo begrijpt als u, zult u een gemeenschappelijke autoriteit hebben waaruit u raad kunt putten. Misschien vindt u dit niet zo belangrijk, maar „wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten” (1 Korinthiërs 15:33). Zelfs binnen de christelijke gemeente doet men er goed aan zich ervan te vergewissen dat een toekomstige huwelijkspartner werkelijk een toegewijde dienstknecht van God is, niet iemand die op de rand van het christendom tracht te leven en zwaar naar de houdingen en praktijken van de wereld overhelt. U kunt niet met God wandelen èn met de wereld meegaan. — Jakobus 4:4.

37, 38. (a) Waarom dient men niet overijld iemand het hof te maken of een huwelijk aan te gaan? (b) Naar wiens raad zouden degenen die een huwelijk overwegen, terecht kunnen luisteren?

37 ’Wie van u die een toren wil bouwen’, vroeg Jezus, „gaat er niet eerst voor zitten om de kosten te berekenen, om te zien of hij genoeg heeft om hem te voltooien? Anders zou het kunnen gebeuren dat hij het fundament ervan legt, maar niet in staat is het werk te voleindigen” (Lukas 14:28, 29). Hetzelfde beginsel is van toepassing op het huwelijk. Daar God het huwelijk als een verbintenis voor het leven beschouwt, dient men bij de keuze van een huwelijkspartner beslist niet overijld te werk te gaan. En zorg ervoor dat u zelf gereed bent om datgene waaraan u bent begonnen, te voleindigen. Zelfs hofmakerij is niet iets om licht over te denken of als een spelletje te beschouwen. Met andermans genegenheden spelen, is een wrede sport en kan langdurige emotionele wonden en hartzeer veroorzaken. — Spreuken 10:23; 13:12.

38 Verstandige jonge mensen die een huwelijk overwegen, doen er goed aan naar de raad van oudere personen te luisteren, vooral van degenen die er blijk van hebben gegeven hun beste belangen op het oog te hebben. Job 12:12 herinnert ons aan de waarde hiervan door te vragen: „Is er geen wijsheid onder de bejaarden en verstand in lengte van dagen?” Luister naar deze ervaren personen. Maar vertrouw bovenal op „Jehovah met heel uw hart en steun niet op uw eigen verstand. Sla in al uw wegen acht op hem.” — Spreuken 3:5, 6.

39. Hoe kan de bijbel een hulp zijn voor personen die reeds getrouwd zijn?

39 Velen die deze woorden lezen, zijn wellicht reeds getrouwd. Hoewel uw fundament tot op zekere hoogte reeds is gelegd, kan de bijbel u helpen om daar waar dit nodig is, veranderingen aan te brengen, met lonende resultaten. Hoe het er ook met uw huwelijk voorstaat, het kan verrijkt worden door de raad van de Schepper inzake gezinsgeluk nader te beschouwen.

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 12]

Kan uw huwelijk stormachtige tijden doorstaan?