Een hemelse koning brengt zegeningen voor de aarde

41 Jehovah maakte Jezus tot Koning in de hemel. — Jesaja 9:6; Daniël 7:13, 14; Handelingen 2:32-36

42 Hij zal over de gehele aarde regeren. — Daniël 7:14; Mattheüs 28:18

 43 Weet u nog wat er met de slechte mensen zal gebeuren? — Psalm 37:9, 10; Lukas 13:5

44 Weet u nog hoe de eerste engel heette die zondigde? Jezus zal hem en de andere slechte engelen wegdoen. Hun afgoden en beelden zullen vernietigd worden. — Hebreeën 2:14; Openbaring 20:2, 10

45 Jezus zal heel veel goede dingen voor de gehoorzame mensen doen. — Hebreeën 5:9

46 Niemand zal meer ziek zijn. — Jesaja 33:24; Openbaring 22:1, 2

Weet u nog hoe Jezus zieke mensen genas?

 47 Iedereen zal goede dingen hebben. — Jesaja 65:17, 21-23

48 God denkt zelfs aan mensen die gestorven zijn. Hij zal hen door bemiddeling van Jezus weer levend maken. Dit wordt de opstanding genoemd. — Johannes 5:28, 29; 11:25

 49 Nadat alle slechte mensen zijn vernietigd, zal er niemand meer sterven. Zelfs de wilde dieren zullen niet gevaarlijk zijn. Iedereen zal voor eeuwig gelukkig zijn. — Openbaring 21:4; Jesaja 65:25; Psalm 37:11, 29