Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wat moet u doen?

Wat moet u doen?

Wat moet u doen?

50 Wilt u voor eeuwig in dat prachtige paradijs leven?

Verkrijg dan meer kennis over wat God zegt. Probeer de bijbel te leren lezen. — Johannes 17:3; Openbaring 1:3

51 Leer meer over Jezus. — Deuteronomium 18:18, 19; Johannes 3:16; Handelingen 3:19-23

52 Probeer alleen het goede te doen en Jehovah te gehoorzamen. — Romeinen 6:17, 18, 22

53 Denk eraan, Jehovah zegt dat wij mensen niet mogen doden. — Exodus 20:13; 1 Johannes 3:11, 12

54 Wij mogen geen dingen nemen die van andere mensen zijn. — Exodus 20:15; Efeziërs 4:28

55 Een man mag niet bij een vrouw wonen en slapen als zij niet zijn eigen vrouw is. — Exodus 20:14, 17; 1 Thessalonicenzen 4:3

56 Weet u nog hoeveel vrouwen een man volgens God mag hebben? Hoe lang dient een man bij zijn vrouw te blijven? — Genesis 2:22, 24; Mattheüs 19:5, 6; 1 Korinthiërs 7:2, 10, 11

57 Denk er ook aan dat wij alleen Jehovah mogen aanbidden. — Mattheüs 4:10; 1 Korinthiërs 8:6

58 Afgoden en beelden kunnen ons niet helpen. Waarom niet? — 1 Korinthiërs 8:4

Mag men afgoden hebben? — Deuteronomium 27:15; 1 Johannes 5:21

59 Waarom is het verkeerd om amuletten te hebben en fetisjen te gebruiken? — Deuteronomium 18:10-13; Openbaring 21:8

60 De slechte engelen of demonen kwamen in opstand tegen God. Zij gebruiken waarzeggers om mensen te misleiden. — Handelingen 16:16

61 Wij moeten tot God bidden. Gebed betekent met God praten, hem vertellen dat wij hem willen dienen en vragen of hij ons wil helpen. — Filippenzen 4:6, 7

62 Wij moeten Jezus gehoorzamen en in hem geloven. — Hebreeën 5:9; Johannes 3:16

63 Denk eraan: hij is gestorven om ons te redden. — Romeinen 5:8

64 Vergeet niet dat Jezus onze onzichtbare Koning is. Wij moeten hem gehoorzamen. — Filippenzen 2:9-11; Openbaring 19:16

65 Jezus zei dat u anderen moet vertellen over de goede dingen die u leert en dat allen die God willen dienen, zich moeten laten dopen. — Mattheüs 28:19, 20; Johannes 4:7-15

66 U kunt dus met uw vrienden over deze goede dingen spreken. — Mattheüs 10:32

67 Als u goed leert lezen, kunt u nog veel meer dingen leren en zult u anderen beter kunnen helpen. — 2 Timotheüs 2:15

68 Jezus leerde ook kleine kinderen om God te gehoorzamen. Hij had het nooit te druk om met hen te praten. — Mattheüs 19:13-15

69 Op ouders rust de taak hun kinderen altijd te leren God te gehoorzamen en hem lief te hebben. — Deuteronomium 6:6, 7; Spreuken 6:20-22; Efeziërs 6:4

70 Er zijn heel veel verschillende kerken. Veel van hun leringen staan niet in de bijbel. Jehovah zegt ons dat wij religies die de waarheid niet onderwijzen, moeten verlaten. — Openbaring 18:4; Johannes 4:23, 24

71 Jehovah heeft mensen op aarde die u meer over hem kunnen leren. Weet u wie dat zijn? — Handelingen 15:14; Romeinen 10:14, 15

72 Die mensen zijn Jehovah’s Getuigen. Zij hebben vrede onder elkaar. Weet u waarom? Omdat zij elkaar liefhebben. — Jesaja 43:10-12; Johannes 13:34, 35

73 Omdat zij ook Jehovah liefhebben, worden zij gedoopt. Op die manier tonen zij in het openbaar dat zij hun slechte levenswijze achter zich hebben gelaten en nu God willen dienen. — Handelingen 2:41

74 Jehovah’s Getuigen hopen in het prachtige nieuwe paradijs te leven. — Psalm 37:9-11, 29

Wat kunt u doen om daar ook te zijn? — Jakobus 1:22, 25; 2:20-26

75 Sluit u bij hen aan en leer hoe u Jehovah kunt dienen. Zij hebben Jehovah en Christus Jezus lief en gehoorzamen hen. Hebt u hen lief? Zou u anderen graag willen helpen God te leren kennen? — Johannes 6:45-47

76 Jehovah en Christus Jezus hebben u lief en willen dat u voor eeuwig in het paradijs leeft. — Johannes 3:16

Wat de plaatjes en de inlichtingen in deze brochure u hebben geleerd, heeft in u beslist het verlangen wakker geroepen voor eeuwig van het leven op aarde te genieten. Als u hier nog meer over zou willen weten, raden wij u aan met een van Jehovah’s Getuigen uit uw omgeving te spreken. Of u kunt naar het dichtstbijzijnde adres op bladzijde twee van deze brochure schrijven, of iemand anders voor u laten schrijven.